Page 97 of 400
95
Trek voordat u de stoel of bank terugplaatst in de
auto de riem helemaal naar buiten om er zeker
van te zijn dat het vergrendelingsmechanisme
ver genoeg is ingetrokken.
Til de stoel of de bank niet aan de riem op.(voorbeeld: individuele stoel)
F Controleer of er geen voor werpen op de rails liggen.
F Plaats het voorste deel van de geleiders op
de rails.
F
K
lap de stoel naar achteren om het
achterste deel van de geleiders op de rails
te plaatsen. F
S
chuif de stoel naar voren of naar achteren tot
deze een vergrendelde stand heeft bereikt.
F
Z
et de rugleuning rechtop.
Controleer de correcte vergrendeling van
de stoel op de vloer als hij is teruggeklapt.
Let erop dat het vergrendelen niet wordt
verhinderd door voorwerpen of voeten
van passagiers achterin die zich op de
verankeringspunten bevinden.
3
Ergonomie en comfort
Page 98 of 400

96
Achterstoel(en) op rails
De aanwezigheid van de hieronder beschreven
uitrusting en instellingen is afhankelijk van de
uitvoering en configuratie van uw auto.
De achterstoel is voorzien van een
driepuntsveiligheidsgordel met oprolautomaat.Deze kan in de rijrichting of tegen de
rijrichting worden geplaatst. Als een stoel in zitrij 2
met de rug tegen de
rijrichting is geplaatst, zorg er dan voor dat
de stoel in zitrij 1 (bestuurder of passagier)
niet te ver naar achter staat zodat de
2
stoelen elkaar niet raken.
Dit kan tot aanzienlijke slijtage van de
contactonderdelen leiden.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
veiligheidsgordels .
Hoofdsteunen
F De hoofdsteun omhoog zetten: trek hem
omhoog tot hij in de vergrendeling klikt.
F
D
ruk op de nok A en trek de hoofdsteun
omhoog om deze te verwijderen.
F
D
e hoofdsteun terugzetten: steek de
pennen recht in de openingen van de
rugleuning.
Armleuning(en)
F Omlaag zetten: duw de hoofdsteun omlaag ter wijl u de nok A ingedrukt houdt.
De armleuning kan in meerdere standen
worden gezet.
F
B
eweeg de armleuning zo ver mogelijk
omhoog.
F
B
eweeg de armleuning zo ver mogelijk
omlaag.
F
B
eweeg de armleuning omhoog tot de
gewenste stand is bereikt.
Ergonomie en comfort
Page 99 of 400
97
Verstellen van de rugleuning
De verstelbare rugleuning kan in meerdere
standen worden gezet.
Naar voren of achteren schuiven
De stoel kan op twee manieren naar voren of
naar achteren worden geschoven:
F
A
an de achterzijde: trek aan de riem,
zonder daarbij het zware punt te passeren,
en duw de stoel naar voren of trek de stoel
naar achteren.
F
A
an de voorzijde: beweeg de hendel
omhoog en schuif de stoel naar voren of
naar achteren.
F
T
rek de hendel omhoog om de rugleuning
naar achteren te bewegen (aan de
achterzijde: duw de hendel omlaag).
F
L
aat de hendel los wanneer de gewenste
positie is bereikt.
De rugleuning neerklappen
en als tafeltje gebruiken
Let erop dat niets (bijv. tas, koffer,
speelgoed, verschuifbaar en uitklapbaar
tafeltje) het mechanisme van de rugleuning
bij het op-/neerklappen kan belemmeren.
3
Ergonomie en comfort
Page 100 of 400

98
F Aan de achterzijde: duw de hendel omlaag om de rugleuning te ontgrendelen.
F
A
an de voorzijde: beweeg de hendel
omhoog om de rugleuning te ontgrendelen.
F
K
lap de rugleuning op de zitting.
Til de stoel niet aan de riem op. Wanneer u de stoelen uit de auto
ver wijdert, bewaar ze dan op een schone
plaats om te voorkomen dat er troep in de
mechanismen terechtkomt.
De stoelen zijn niet bedoeld voor gebruik
buiten de auto. Als de stoelen oneigenlijk
gebruikt worden of vallen, kunnen de
mechanismen ervan beschadigd raken.
Stand van de stoel wijzigen
Verwijderen
F Schuif de stoel naar voren om bij de riem te
kunnen komen.
F
Z
et de rugleuning in de tafelstand.
F Trek van achteren aan de riem, tot voorbij het zware punt, om de verankeringspunten te ontgrendelen, klap
de stoel naar voren en zet deze in de verticale stand.
F
H
aal de stoel uit de auto via de opening van de
schuifdeur voor de 2e zitrij of via de bagageruimte
voor de 3e zitrij.
Wanneer de stoel is ver wijderd, kan deze 180°
worden gedraaid.
F
Z
et de hoofdsteunen in de laagste stand.
Ergonomie en comfort
Page 101 of 400
99
Terugplaatsen
Trek voordat u de stoel terugplaatst in de auto
de riem helemaal naar buiten om er zeker van
te zijn dat het vergrendelingsmechanisme ver
genoeg is ingetrokken.
Til de stoel niet aan de riem op.F
P
laats het voorste deel van de geleiders op
de rails.
F
K
lap de stoel naar achteren om het
achterste deel van de geleiders op de rails
te plaatsen. F
S
chuif de stoel naar voren of naar achteren tot
deze een vergrendelde stand heeft bereikt.
F
Z
et de rugleuning rechtop.
Controleer de correcte vergrendeling van
de stoel op de vloer als hij is teruggeklapt.
Let erop dat het vergrendelen niet wordt
verhinderd door voorwerpen of voeten
van passagiers achterin die zich op de
verankeringspunten bevinden.
F
C
ontroleer of er geen voor werpen op de
rails liggen.
3
Ergonomie en comfort
Page 102 of 400

100
Voorzorgsmaatregelen met
betrekking tot de stoelen en banken
Na de verschillende handelingen:
- v er wijder een hoofdsteun niet zonder deze op
te bergen en aan een steun te bevestigen,
-
c
ontroleer of de veiligheidsgordels
bereikbaar blijven en gemakkelijk door de
passagier kunnen worden vastgemaakt,
-
g
a niet rijden voordat alle passagiers hun
hoofdsteun correct hebben afgesteld en hun
veiligheidsgordel hebben vastgemaakt en
afgesteld.
Vervoeren van bagage of
voorwerpen achter de stoelen
en de bank van de 3e zitrij
Wanneer u voor het ver voeren van bagage de
rugleuningen van de 3e zitrij in de tafelstand
hebt geklapt, moeten ook de rugleuningen van
de 2e zitrij in de tafelstand worden geklapt.
StickersVoorzieningen interieur
Matten
Bevestigen
Gebruik, wanneer u een nieuwe mat
bevestigt aan bestuurderszijde, uitsluitend de
bevestigingen uit het bijgeleverde zakje.
Verwijderen
Verwijderen van de mat aan bestuurderszijde:
F z et de stoel in de achterste stand,
F
d
raai de bevestigingen een kwartslag,
F
v
erwijder de mat.
Er mogen geen passagiers vervoerd worden:
-
o
p de stoel aan de rechterzijde van de
tweede en derde zitrij als de bank is
opgeklapt,
-
o
p de middelste zitplaats als de stoel rechts
ernaast is opgeklapt,
-
o
p de derde zitrij als de rugleuning er voor
(tweede zitrij) in de tafelstand staat,
-
o
p de derde zitrij als de stoel/bank er voor
(tweede zitrij) is opgeklapt.
Ergonomie en comfort
Page 103 of 400

101
Monteren
Terugplaatsen van de mat aan
bestuurderszijde:
F
l
eg de mat goed op zijn plaats,
F
d
raai de bevestigingen een kwartslag,
F
c
ontroleer of de mat goed vastzit.
Om te voorkomen dat de pedalen blijven
hangen:
-
g
ebruik uitsluitend matten die op de
bevestigingen van de auto passen;
het gebruik van deze bevestigingen is
verplicht.
-
l
eg nooit meerdere matten boven op
elkaar.
Bij gebruik van niet door CITROËN
goedgekeurde matten kunnen de
bediening van de pedalen en de werking
van de snelheidsregelaar/-begrenzer
worden gehinderd.
De door CITROËN goedgekeurde matten
zijn voorzien van twee bevestigingen
onder de stoel.
Gebruik het klittenband om de dwarsgeplaatste
matten van de 2e zitrij aan de in lengterichting
geplaatste matten van de 2e en 3e zitrij vast te maken.
Zonneklep
De zonneklep beschermt tegen zonlicht dat van
voren of van de zijkant komt en is voorzien van een
make-upspiegel met verlichting (afhankelijk van de
uitvoering).
De zonneklep aan bestuurderszijde is voorzien van
een opbergmogelijkheid voor tolkaarten, tickets, enz.
Dashboardkastje
In het dashboardkastje bevindt zich de
schakelaar voor het uitschakelen van de
passagiersairbag en er kan een fles water, de
boorddocumentatie enz. in worden opgeborgen.
F
T
rek de hendel naar u toe om het
dashboardkastje te openen.
Rijd nooit met een geopend dashboardkastje
als er iemand op de voorpassagiersstoel zit
– bij een noodstop of een aanrijding kan dit
leiden tot ernstig letsel!
Op 2e en 3e zitrij
F Open bij aangezet contact het afdekkapje. De verlichting van de make-upspiegel gaat
automatisch branden.
3
Ergonomie en comfort
Page 104 of 400

102
Opbergruimte
In deze ruimte kunnen een fles water, de
boorddocumentatie enz. worden opgeborgen.
F
D
ruk op het linker gedeelte van de knop om
de opbergruimte te openen en begeleid de
klep tot de aanslag voor volledig openen.
Afhankelijk van de uitvoering treedt de
verlichting in werking zodra de klep wordt
geopend.
Houd tijdens het rijden de opbergruimte
gesloten. Inzittenden kunnen anders
gewond raken bij een ongeval of een
noodstop. Afhankelijk van het land van
bestemming en de aanwezigheid
van airconditioning, bevat het
kastje een ventilatieopening
waaruit dezelfde (gekoelde) lucht
stroomt als uit de ventilatieroosters
van het interieur.
Opbergvakken in de
voorportieren
Vloeistof die in de bekerhouder wordt
ver voerd (bijvoorbeeld in een mok)
en wordt gemorst, kan bij contact met
schakelaars op het dashboard en de
middenconsole storingen veroorzaken.
Wees voorzichtig.
Bovenste dashboardkastje
Dit bevindt zich in het dashboard, achter het
stuurwiel.
Druk op de knop om de klep (afhankelijk van de
uitvoering) te openen en begeleid de klep tot de
aanslag voor volledig openen.
Begeleid om het te sluiten de klep omlaag en
druk ver volgens kort op het midden er van.
Het morsen van vloeistof kan kortsluiting
veroorzaken, wat tot brand kan leiden.
Uitklaptafeltjes
Op de uitklaptafeltjes aan de achterzijde van
de rugleuning van beide voorstoelen kunnen
voorwerpen gelegd worden.
Ergonomie en comfort