Page 25 of 248
23
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
AlarmknipperlichtenKnippert, met
geluidssignaal.De schakelaar voor de
alarmknipperlichten op het dashboard is
ingedrukt. De richtingaanwijzers links en rechts en de bijbehorende
lampjes knipperen tegelijkertijd.
Parkeerlichten Permanent. De lichtschakelaar staat in de stand
'Parkeerlichten'.
Mistlampen vóór Permanent. De mistlampen vóór zijn ingeschakeld
met de ring van de lichtschakelaar. Draai de ring van de lichtschakelaar twee standen naar
achteren om de mistlampen vóór uit te schakelen.
Dimlicht Permanent. De lichtschakelaar staat in de stand
" D imlic ht ".
Grootlicht Permanent. U hebt de lichtschakelaar naar u
toe
getrokken. Trek aan de lichtschakelaar om terug te schakelen naar
dimlicht.
01
Instrumentenpaneel
Page 26 of 248
24
Meters
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Om koelvloeistof bij te vullen:
F wacht tot de motor is afgekoeld,
F
d
raai de dop twee omwentelingen los om de
druk te laten dalen,
F
v
erwijder vervolgens de dop,
F
v
ul koelvloeistof bij tot aan het merkteken
" M A X ".
Als bij draaiende motor de wijzer zich bevindt:
-
i
n zone A , is de temperatuur in orde,
-
i
n zone B , is de temperatuur te hoog. Het
waarschuwingslampje koelvloeistoftemperatuur
1
en het centrale waarschuwingslampje
STOP gaan rood branden, in combinatie met
een geluidssignaal en een melding op het
multifunctionele display.
Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Wacht enkele minuten voordat u
de motor afzet.
Neem contact op met het dealernetwerk of met een
gekwalificeerde werkplaats.
De temperatuur en de druk in het koelcircuit
beginnen na enkele minuten rijden te stijgen.
01
Instrumentenpaneel
Page 27 of 248

25
Onderhoudsindicatoren
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Onderhoudssleutel Brandt permanent,
tijdelijk bij het aanzetten
van het contact. De afstand tot de eerstvolgende beurt is
3000
tot 1000
km.De onderhoudsindicator wordt enkele seconden
weergegeven op het instrumentenpaneel. Afhankelijk van
de uitvoering:
-
d
e kilometerteller geeft de resterende afstand (in
kilometers) tot de eerstvolgende onderhoudsbeurt aan.
-
e
en waarschuwing geeft de resterende afstand
(in kilometers) en de tijd tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt aan.
De onderhoudssleutel gaat na een paar seconden uit.
De waarschuwing kan worden weergegeven als het einde
van het onderhoudsinterval in tijd nadert.
Brandt permanent, bij
het aanzetten van het
contact. De afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt is kleiner dan
1000
km.De onderhoudsindicator wordt enkele seconden
weergegeven op het instrumentenpaneel. Afhankelijk van
de uitvoering:
-
d
e kilometerteller geeft de resterende kilometers tot de
eerstvolgende onderhoudsbeurt aan.
-
e
en waarschuwingsmelding geeft de resterende
kilometers en de tijd tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt aan.
De onderhoudssleutel blijft branden om aan te geven dat
uw auto zeer binnenkort aan een onderhoudsbeurt toe is.
De waarschuwing kan worden weergegeven als het einde
van het onderhoudsinterval in tijd nadert.
01
Instrumentenpaneel
Page 28 of 248

26
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Onderhoudssleutel Knippert en brandt
vervolgens permanent,
bij het aanzetten van
het contact. Het onderhoudsinterval is overschreden.
De onderhoudsindicator wordt enkele seconden weergegeven
op het instrumentenpaneel. Afhankelijk van de uitvoering:
-
d
e kilometerteller geeft het aantal afgelegde kilometers
aan sinds het inter val voor de onderhoudsbeurt is
overschreden. De waarde wordt voorafgegaan door het
teken "-".
-
e
en waarschuwing geeft aan dat het inter val voor de
onderhoudsbeurt is overschreden.
De onderhoudssleutel blijft branden zolang de
onderhoudsbeurt niet is uitgevoerd.
De waarschuwing wordt gegeven wanneer het inter val in tijd
voor de onderhoudsbeurt is overschreden.
+ Knippert en brandt
vervolgens permanent,
bij het aanzetten
van het contact, in
combinatie met het
lampje SERVICE.Het onderhoudsinterval voor de
uitvoeringen met een BlueHDi-
dieselmotor is overschreden.
De onderhoudsindicator wordt enkele seconden weergegeven
op het instrumentenpaneel. Afhankelijk van de uitvoering:
-
d
e kilometerteller geeft het aantal afgelegde kilometers
aan sinds het inter val voor de onderhoudsbeurt is
overschreden. De waarde wordt voorafgegaan door het
teken "-".
-
e
en waarschuwing geeft aan dat het inter val voor de
onderhoudsbeurt is overschreden.
De onderhoudssleutel blijft branden zolang de
onderhoudsbeurt niet is uitgevoerd.
De waarschuwing wordt gegeven wanneer het inter val in tijd
voor de onderhoudsbeurt is overschreden.
De weergegeven afstand (in kilometers) wordt
berekend op basis van het aantal afgelegde
kilometers en de verstreken tijd sinds de
laatste onderhoudsbeurt.
01
Instrumentenpaneel
Page 29 of 248

27
Resetten van de
onderhoudsindicator
Na elke onderhoudsbeurt moet de
onderhoudsindicator worden gereset.
Procedure voor het resetten:
F
Z
et het contact uit.
F
D
ruk op de resetknop van de dagteller en houd
deze ingedrukt.
F
Z
et het contact aan; de kilometerteller begint
terug te tellen.
F
L
aat de knop los als het display "=0" aangeeft;
de sleutel verdwijnt.
Als u
na deze handeling de accu wilt
loskoppelen, vergrendel dan de auto en wacht
minimaal vijf minuten. Het resetten van de
onderhoudsindicator zal anders niet worden
opgeslagen.
Opnieuw weergeven van de
onderhoudsinformatie
U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie
weergeven.
F
D
ruk op de resetknop van de dagteller. De
onderhoudsinformatie wordt enkele seconden
weergegeven en verdwijnt vervolgens weer.
Motorolieniveaumeter
Olieniveau correct
Te laag olieniveau
(afhankelijk van de uitvoering) Een controle van het olieniveau is alleen
betrouwbaar als de auto op een vlakke,
horizontale ondergrond staat en de motor
minstens 30
minuten niet heeft gedraaid.
Als de aanduiding "OIL" knippert in combinatie
met het lampje Ser vice, een geluidssignaal en een
melding, is het motorolieniveau te laag.
Controleer het olieniveau met de peilstok. Als blijkt
dat het olieniveau inderdaad te laag is, moet olie
worden bijgevuld om te voorkomen dat ernstige
motorschade ontstaat.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het controleren van de niveaus .
Bij uitvoeringen met een motorolieniveaumeter
wordt bij het aanzetten van het contact eerst de
onderhoudsindicator weergegeven en vervolgens
gedurende enkele seconden het motorolieniveau.
01
Instrumentenpaneel
Page 30 of 248

28
AdBlue®-
actieradiusindicatoren
Deze actieradiusindicatoren zijn uitsluitend
aanwezig bij auto's met een BlueHDi-dieselmotor.
Zodra de reser vevoorraad van het AdBlue
®-
reser voir is aangesproken of een storing in het
SCR-systeem is gedetecteerd, verschijnt bij
het aanzetten van het contact een indicator die
aangeeft hoeveel kilometer u
nog ongeveer kunt
rijden voordat het opnieuw starten van de motor
automatisch wordt geblokkeerd.
Als de motor mogelijk niet opnieuw
kan worden gestart door een te laag
AdBlue
®-niveau
Het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem wordt automatisch
geactiveerd zodra het AdBlue
®-reservoir
leeg is.
Actieradius groter dan 2400
km
Als het contact wordt aangezet, wordt er geen
informatie over de actieradius weergegeven op het
instrumentenpaneel.
Actieradius tussen 2400
en 600
km Ga naar het dealernetwerk of een gekwalificeerde
werkplaats om AdBlue
® te laten bijvullen.
U kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren.
Actieradius kleiner dan 600
kmStoring motorolieniveaumeter
Als de aanduiding " OIL - -" knippert, duidt dit op een
storing in de motorolieniveaumeter.
Neem contact op met het dealernetwerk of met een
gekwalificeerde werkplaats.
Als de motorolieniveaumeter niet werkt, wordt het
motorolieniveau niet meer gecontroleerd.
Zolang het systeem niet werkt, moet u
het
motorolieniveau controleren met de peilstok in de
motorruimte.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het controleren van de niveaus .
Tijdens het rijden wordt de melding elke
30
seconden herhaald zolang er geen AdBlue is
bijgevuld.
Ga naar het dealernetwerk of een gekwalificeerde
werkplaats om AdBlue
® te laten bijvullen.
U kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren.
Als u
dit niet doet, kan de motor niet meer worden
gestart.
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het lampje
branden in combinatie met een geluidssignaal en
een melding (bijvoorbeeld: "Vul brandstofadditief
bij: Starten geblokkeerd over 1500
km") die
aangeeft hoeveel kilometer u
nog kunt rijden met de
resterende hoeveelheid additief.
Tijdens het rijden wordt de melding elke 300
km
herhaald zolang er geen additief is bijgevuld. Zodra het contact wordt aangezet, gaat dit lampje
knipperen en gaat het lampje Service branden in
combinatie met een geluidssignaal en een melding
(bijv.: "Vul brandstofadditief bij: Starten geblokkeerd
over 600
km") die aangeeft hoeveel kilometer u nog
kunt rijden met de resterende hoeveelheid additief.
01
Instrumentenpaneel
Page 31 of 248

29
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over AdBlue® (BlueHDi-
motoren) en in het bijzonder het bijvullen.
Star ten geblokkeerd vanwege te weinig AdBlue
®
Het AdBlue®-reser voir is leeg: het starten van
de motor wordt geblokkeerd door het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem.
Om de motor weer opnieuw te kunnen starten,
raden wij u
aan contact op te nemen met
het dealernetwerk of een gekwalificeerde
werkplaats om de benodigde hoeveelheid
vloeistof te laten bijvullen.
Als u
zelf vloeistof bijvult, moet het reser voir
met minimaal 3,8
liter AdBlue
® worden gevuld.
Als een storing in het SCR-
emissieregelsysteem wordt
gedetecteerd
Er wordt automatisch een
startblokkeringssysteem geactiveerd als meer
dan 1100 km is gereden nadat de storing in het
SCR-emissieregelsysteem is bevestigd.
Laat het systeem zo snel mogelijk controleren
door het dealernetwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Als een storing wordt gedetecteerd In het geval van een tijdelijke storing verdwijnt
de waarschuwing tijdens de volgende rit na
controle van de zelfdiagnose van het SCR-
emissieregelsysteem.
Als het contact wordt aangezet, gaat dit lampje
knipperen en gaat het lampje Service branden in
combinatie met een geluidssignaal en de melding
"Vul brandstofadditief bij: Starten geblokkeerd". Deze lampjes gaan branden in combinatie
met een geluidssignaal en de melding "Storing
emissieregeling".
De waarschuwing wordt tijdens het rijden gegeven
zodra de storing voor de eerste keer wordt
gedetecteerd en ver volgens steeds bij het aanzetten
van het contact zolang de storing niet is verholpen.Tijdens de toegestane rijfase
(tussen 1100
en 0 km)
Als een storing in het SCR-systeem is bevestigd
(na 50
km) en de storingsmelding permanent wordt
weergegeven, gaan deze lampjes branden en
knippert het lampje UREA in combinatie met een
geluidssignaal en een melding (bijvoorbeeld: "Storing
emissieregeling: Starten geblokkeerd over 300
km")
die aangeeft hoeveel kilometer u
nog kunt rijden.
Tijdens het rijden wordt de melding elke 30
seconden
weergegeven zolang de storing in het SCR-
emissieregelsysteem niet is verholpen.
De waarschuwing wordt opnieuw weergegeven
zodra het contact wordt aangezet.
Neem zo snel mogelijk contact op met het
dealernetwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Als u
dit niet doet, kan de motor niet meer worden
gestart.
01
Instrumentenpaneel
Page 32 of 248

30
Starten geblokkeerdU hebt de limiet van de geautoriseerde rijfase
overschreden: het startblokkerringssysteem
voorkomt dat de motor opnieuw wordt gestart.
Neem verplicht contact op met het dealernetwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om de motor weer
te kunnen starten.
Kilometerteller/dagteller
De kilometerteller en dagteller worden gedurende
30 seconden weergegeven bij het afzetten van het
contact, bij het openen van het bestuurdersportier
en bij het vergrendelen en ontgrendelen van de
auto. Voor reizen in het buitenland kan de eenheid
van afstand worden aangepast: de snelheid
moet namelijk worden weergegeven in de
officiële eenheid van het land (km of mijl).
De eenheid kan bij stilstaande auto worden
gewijzigd via het configuratiemenu van het
display.
Kilometerteller
Deze teller geeft de totale kilometerstand van de
auto aan.
Dagteller
Deze teller geeft het aantal gereden kilometers weer
sinds de bestuurder de teller op 0
heeft gezet.
F
D
ruk bij aangezet contact op de knop tot de
dagteller op 0
staat.
Elke keer dat het contact wordt aangezet, gaan
deze lampjes branden en knippert het lampje UREA
in combinatie met een geluidssignaal en de melding
"Storing emissieregeling: Starten geblokkeerd".
Dimmer
dashboardverlichting
Met dit systeem kunt u de lichtsterkte van de
d ashboardverlichting handmatig aanpassen aan het
licht van de omgeving.
01
Instrumentenpaneel