Page 177 of 248

175
Dimlicht
GrootlichtF Trek aan de lip om de beschermkap te verwijderen.
F
T
rek de stekker van de lamp los.
F
D
ruk de veren uit elkaar om de lamp te kunnen
verwijderen.
F
T
rek de lamp uit de fitting en ver vang de lamp.
Voer voor de montage dezelfde handelingen in
omgekeerde volgorde uit.
Parkeerlicht
F Trek aan de lip om de beschermkap te verwijderen.
F
T
rek de stekker van de lamp los.
F
D
ruk de veren uit elkaar om de lamp te kunnen
verwijderen.
F
T
rek de lamp uit de fitting en ver vang de lamp.
Voer voor de montage dezelfde handelingen in
omgekeerde volgorde uit.
F
T
rek aan de borglip om de beschermkap te
verwijderen.
F
T
rek aan de lamphouder ter wijl u aan beide
kanten op de borglippen drukt.
F
T
rek de lamp los en ver vang hem.
Voer voor de montage dezelfde handelingen in
omgekeerde volgorde uit.
Led-/xenonkoplampen
(Led: lichtgevende diodes.)
1. Richtingaanwijzers (led).
2. Parkeerlichten (led).
3. Dimlicht (xenon).
4. Grootlicht (led/xenon).
5. Led-dagrijverlichting.
6. Led-mistlampen vóór.
Raadpleeg voor het ver vangen van dit type
verlichting (led/xenon) het dealernetwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
08
Storingen verhelpen
Page 178 of 248

176
Geïntegreerde zijknipperlichten
De unit is verkrijgbaar bij het dealernetwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Led-mistlampen vóór
Led-dagrijverlichtingAchterlichten
Uitvoering met conventionele
gloeilampen
1.Remlichten/parkeerlichten (P21/5W).
2. Parkeerlichten (P5W).
3. Richtingaanwijzers (PY21W amberkleurig).
4. Mistachterlicht (PR21W rood) of
achteruitrijlicht (P21W).
Uitvoering met 3D lampen achter
F Steek ter hoogte van het midden van het
zijknipperlicht een schroevendraaier tussen het
zijknipperlicht en de voet van de buitenspiegel.
F
W
ip het zijknipperlicht met de schroevendraaier
los.
F
N
eem de stekker van het zijknipperlicht los.
F
V
er vang de unit.
Voer voor de montage dezelfde handelingen in
omgekeerde volgorde uit. Neem voor het ver vangen van dit type verlichting
met leds contact op met het dealernetwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Neem voor het ver vangen van dit type verlichting
met leds contact op met het dealernetwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
1.3D parkeerlichten met leds.
2. Remlicht/parkeerlicht met leds.
08
Storingen verhelpen
Page 179 of 248
177
3.Led-zijverlichting.
4. Richtingaanwijzers (PY21W amberkleurig).
5. Mistachterlicht (H21W rood) of achteruitrijlicht
(H21W ).
De amberkleurige of rode lampen, zoals
die van de richtingaanwijzers of het
mistachterlicht, moeten worden vervangen
door lampen met dezelfde kleur en
specificaties.
Toegang tot de lampen
Het afdekplaatje verwijderen
F Open de achterklep.
Ty p e 1 Ty p e 2De lampunit verwijderen
Voer het terugplaatsen uit in de omgekeerde
volgorde van verwijderen.
Zorg er voor dat de lampunit in de geleiders komt
door de lampunit goed in de lengteas van de auto
te houden.
Het afdekplaatje aanbrengen
Ty p e 1
F
V
er wijder het afdekplaatje door dit omlaag te
trekken.
F
D
raai de vlindermoer voor de bevestiging van de
lampunit los.
F
N
eem de stekker van de lampunit los.
F
V
er wijder de lampunit voorzichtig door deze in
een rechte beweging er uit te trekken. F
P
laats de 3 haken A van het afdekplaatje in het
onderste gedeelte.
08
Storingen verhelpen
Page 180 of 248
178
Ty p e 2
Lampen vervangen
Uitvoering met conventionele
gloeilampenUitvoering met 3D lampen achter
Vervangen van de lamp van de
richtingaanwijzer (4), het mistachterlicht
of het achteruitrijlicht (5)
Vervangen van de parkeerlichten en
remlichten met leds (diodes)
Neem voor het ver vangen van dit type verlichting
met leds contact op met het dealernetwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
F
K
antel het afdekplaatje omhoog en plaats
de haken B onder de bekleding van de
bagageruimte.
F
B
eweeg het klepje omhoog.
F
S
chuif het afdekplaatje, zodat dit correct wordt
aangebracht. F
P
laats het afdekplaatje in het onderste gedeelte.
F
K
antel het deksel omhoog.
F
D
raai de lamp een kwartslag en ver vang de
lamp.
F
D
uw de vier borglippen uit elkaar en ver wijder
de lamphouder.
F
D
raai de gloeilamp een kwartslag, neem hem uit
en plaats een nieuwe.
08
Storingen verhelpen
Page 181 of 248
179
Vervangen van de
kentekenplaatverlichting (led)
Derde remlicht (4 x W5W-lampen)F Druk in een rechte beweging tegen de lampunit en gebruik twee schroevendraaiers als hefboom
om de unit via de buitenzijde te verwijderen.
F
N
eem de stekker van de lampunit en indien
nodig de slang van de ruitensproeier los.
F
D
raai de lamphouder van de defecte lamp een
kwart omwenteling.
F
T
rek de lamp los en ver vang hem.
Voer voor de montage dezelfde handelingen in
omgekeerde volgorde uit.Lamp derde remlicht (led)
Raadpleeg voor het ver vangen van dit type
ledlampen het dealernetwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
F
O
pen de achterklep.
F
V
erwijder de twee afsluitdoppen A op het
binnenpaneel van de achterklep. Raadpleeg voor het ver vangen van dit type
ledlampen het dealernetwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
08
Storingen verhelpen
Page 182 of 248
180
Interieurverlichting
Plafonnier (1/W5W)
Maak de kap van de plafonnier 1 los met een kleine
schroevendraaier om de defecte gloeilamp te
kunnen bereiken.
Kaartleeslampjes (2/W5W)
Maak de kap van de plafonnier 1 los. Maak het
schot van het desbetreffende kaartleeslampje 2 los
om de defecte gloeilamp te kunnen bereiken.
Bagageruimteverlichting (W5W) Verlichting voetenruimten en
opbergvak middenconsole (W5W)
Trek de verlichtingsunit los om de lamp te kunnen
bereiken.
Verlichting dashboardkastje (W5W)Trek de verlichtingsunit los door van achteren tegen
de voet te drukken.
Trek de verlichtingsunit los om de lamp te kunnen
bereiken.
08
Storingen verhelpen
Page 183 of 248

181
Een zekering vervangen
Toegang tot het gereedschap
De tang voor het verwijderen van zekeringen en
de reservezekeringhouders bevinden zich aan de
binnenzijde van het deksel van de zekeringkast in
het dashboard.
Een zekering vervangen
F vervang een defecte zekering altijd door een zekering met dezelfde stroomsterkte (zelfde
kleur); een afwijkende stroomsterkte kan
storingen veroorzaken (brand).
Als de storing zich kort na het ver vangen van de
zekering opnieuw voordoet, laat dan het elektrische
systeem controleren door het dealernetwerk of door
een gekwalificeerde werkplaats.
Het vervangen van een zekering door
een andere dan in de onderstaande
zekeringtabellen genoemd, kan tot ernstige
storingen leiden. Raadpleeg het dealernetwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
F
T
rek het deksel van de zekeringkast los door
aan de zijkant te trekken.
F
V
erwijder het deksel volledig,
F
V
erwijder de tang.
F
O
pen het dashboardkastje.
F
T
rek het deksel van de zekeringkast los door
aan de zijkant te trekken.
F
V
erwijder het deksel volledig,
F
V
erwijder de tang.
Voordat u
een zekering ver vangt, dient u:
F
d
e oorzaak van de storing te achterhalen om
deze te verhelpen,
F
a
lle stroomverbruikers uit te schakelen,
F
d
e auto stil te zetten en het contact af te zetten,
F
S
poor de defecte zekering op met behulp van
de zekeringtabellen en de schema's op de
volgende bladzijden.
Voor het vervangen van een zekering:
F
g
ebruik een speciale tang om de zekering uit de
zekeringkast te verwijderen en controleer of het
smeltdraadje van de zekering intact is, Goed
Defect
Ta n g
08
Storingen verhelpen
Page 184 of 248
182
Elektrische accessoires monteren
Bij het ontwerp van het elektrische circuit van uw auto
is reeds rekening gehouden met de montage van
zowel de standaarduitrusting als eventuele opties.
Raadpleeg het dealernetwerk of een gekwalificeerde
werkplaats voordat u andere elektrische
voorzieningen of accessoires in de auto monteert of
laat monteren.
DS AUTOMOBILES is niet aansprakelijk
voor kosten die voortvloeien uit storingen
veroorzaakt door het monteren van extra
accessoires die noch aanbevolen noch
geleverd worden en die bovendien niet
volgens haar specificaties zijn gemonteerd.
Dit geldt met name als het gezamenlijke
stroomverbruik van de extra accessoires meer
dan 10
milliampère bedraagt.
Zekeringen dashboard
De zekeringkast bevindt zich aan de onderzijde van
het dashboard (linkerzijde).
08
Storingen verhelpen