Page 217 of 319

ZEKERINGENKAST INSTRUMENTENPANEEL
fig. 155
APPARATEN ZEKERING AMPERE
+15 Hoogteregeling koplampen F13 5
+15 bediening via ingeschakeld contactslot met
blokkering tijdens starten van motorF31 5
+30 Klimaatregeleenheid, Blue&Me
TM-regeleenheid,
EOBD-aansluiting, radio-inbouwvoorbereidingF36 10
+15 schakelaar op rempedaal (NO) F37 7,5
Centrale portiervergrendeling F38 20
Tweeweg-ruitensproeierpomp F43 20
Elektrische ruitbediening bestuurderszijde F47 20
Elektrische ruitbediening passagierszijde F48 20
+15 Schuifdak, stoelverwarming, regen-/
schemersensor, bediening elektrische spiegels,
bedieningsverlichting, AUX-aansluitingF49 7,5
+15 Radio-inbouwvoorbereiding,
klimaatregeleenheid, schuifdak,
parkeerregeleenheid, rempedaalschakelaar (NC),
koppelingspedaalschakelaar (NC),
achteruitrijlichten, koplampsproeierbobineF51 5
+30 Instrumentenpaneel F53 7,5
+15 = plusklem vanaf contactsleutel
+30 = directe plusklem accu (niet vanaf
contactsleutel)
213
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 218 of 319
AANSLUITKAST IN BAGAGERUIMTE
fig. 157
APPARATEN ZEKERING AMPERE
BOSE HI-FI systeem F60 20
Beschikbaar F61 -
Stoelverwarming F62 15
Elektrische ruitbediening rechtsachter F63 20
Elektrische ruitbediening linksachter F64 20
Voeding inbouwvoorbereiding alarm F65 7,5
214
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 219 of 319

ACCU OPLADEN
BELANGRIJK De beschrijving voor het opladen
van de accu geldt slechts ter informatie.
Raadpleeg bij voorkeur het Lancia Servicenetwerk
om deze werkzaamheden te laten uitvoeren.
BELANGRIJK Nadat de contactsleutel naar STOP
is gedraaid en het bestuurdersportier is gesloten,
minstens een minuut wachten voordat u de
elektrische voeding van de accu loskoppelt en
vervolgens weer aansluit.
Het verdient aanbeveling aan de accu langzaam
en met een laag ampèrage gedurende ongeveer 24
uur op te laden. De accu langer opladen, kan de
accu beschadigen.VERSIES ZONDER Start&Stop SYSTEEM
(voor bepaalde versies/markten)
Ga voor het opladen van de accu als volgt te werk:
❒maak de minklem los van de accu;
❒sluit de kabels van de acculader aan op de
accupolen; let daarbij op de polariteit;
❒schakel de acculader in;
❒schakel na het opladen eerst de acculader uit
alvorens de accu los te koppelen;
❒sluit de minklem aan op de accu.
215
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 220 of 319
VERSIES MET Start&Stop SYSTEEM
(voor bepaalde versies/markten)
Ga voor het opladen van de accu als volgt te werk:
❒koppel de stekker A fig. 158 van de accusensor
C op de minklem D van de accu los;
❒sluit de pluskabel van de acculader aan op de
plusklem E van de accu en de minkabel op de
klem van de sensor D zoals aangegeven in
de figuur;
❒schakel de acculader in. Schakel na het opladen
de acculader uit;
❒sluit na de acculader te hebben afgekoppeld de
stekker A fig. 158 terug op de sensor C aan
zoals aangegeven in de figuur.
BELANGRIJK
Accuvloeistof is giftig en corrosief:
vermijd contact met huid en ogen.
Het opladen van de accu moet worden
uitgevoerd in een goed verluchte ruimte, ver
van open vuur en vonken: brand- en
ontploffingsgevaar.
fig. 158L0F0229
216
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 221 of 319
BELANGRIJK
Probeer geen bevroren accu op te
laden; laat de accu eerst ontdooien
om het risico van een ontploffing te
vermijden. Als de accu bevroren is geweest,
moet door vakbekwaam personeel worden
gecontroleerd of de cellen niet beschadigd
zijn en of de behuizing geen scheuren
vertoont, waardoor de giftige en corrosieve
vloeistof kan weglekken.
OPHEFFEN VAN HET VOERTUIG
Als het voertuig opgeheven moet worden, ga dan
naar een Lancia dealer die is uitgerust met een
garagekrik of een hefbrug.
217
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 222 of 319

SLEPEN VAN DE AUTO
Het sleepoog dat bij de auto wordt geleverd
bevindt zich in de gereedschapshouder, onder de
mat in de bagageruimte.
MONTAGE VAN DE TREKHAAK
Verwijder de dop A fig. 159 (voorbumper) of A
fig. 160 (achterbumper) door met de hand op het
onderste gedeelte te duwen, neem het sleepoog
B fig. 159 (voorbumper) of B fig. 160
(achterbumper) uit het omhulsel in de
gereedschapshouder en draai het compleet in de
schroefdraad aan de voor- of achterzijde.
BELANGRIJK
Alvorens te slepen, moet de
contactsleutel op MAR en vervolgens
op STOP worden gezet, zonder de sleutel uit
het contactslot te nemen. Als de sleutel uit
het contactslot wordt genomen, wordt
automatisch het stuurslot ingeschakeld
waardoor de auto niet kan worden bestuurd.
BELANGRIJK
Maak voor de montage van de
trekhaak de schroefdraad zorgvuldig
schoon. Controleer of de trekhaak volledig
op de schroefdraadpen is gedraaid alvorens
de auto te slepen.
fig. 159L0F0021fig. 160L0F0022
218
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 223 of 319

BELANGRIJK
Houd er rekening mee dat tijdens het
slepen de rembekrachtiging en de
elektrische stuurbekrachtiging niet
beschikbaar zijn, waardoor voor het
bedienen van het rempedaal en het sturen
meer kracht is vereist. Gebruik voor het
slepen geen flexibele kabels en vermijd
bruuske bewegingen. Controleer of er tijdens
het slepen geen delen van de auto door de
sleepverbinding kunnen worden beschadigd.
Neem bij het slepen in elk geval de
wettelijke voorschriften in acht van het land
waarin wordt gereden en pas uw rijgedrag
aan. Start de motor niet wanneer de auto
wordt gesleept.
BELANGRIJK
Gebruik sleepogen voor en achter
alleen voor noodgevallen op de weg.
Het is toegestaan de auto op korte afstanden
te slepen m.b.v. geschikte middelen conform
de wegenverkeerswetgeving (starre stang),
om de auto op de weg te verplaatsen om hem
gebruiksklaar te maken voor het slepen of
voor transport met takelwagen. Sleepogen
MOGEN NIET worden gebruikt om
voertuigen off-road (d.w.z. op het terrein) te
slepen of waar hindernissen zijn en/of voor
het slepen met kabels of andere niet-starre
hulpmiddelen. In overeenstemming met
voornoemde voorwaarden, moet men voor
het slepen twee voertuigen gebruiken (een
slepend en een gesleepte voertuig), beiden
zoveel mogelijk op één lijn.
219
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 224 of 319

ONDERHOUD EN ZORG
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD
Juist onderhoud is uiterst belangrijk voor een
lange levensduur van de auto onder optimale
omstandigheden.
Daarom heeft Lancia een reeks controles en
onderhoudsbeurten opgesteld die op vaste
afstandsintervallen uitgevoerd moeten worden en,
voor bepaalde versies/markten, op vaste
tijdsintervallen, zoals beschreven in het
Geprogrammeerd Onderhoudsschema.
Ongeacht het bovenstaande, is het altijd
noodzakelijk de aanwijzingen in het
Geprogrammeerd Onderhoudsschema zorgvuldig
op te volgen (bijv. regelmatige controle van de
vloeistofniveaus, bandenspanning, enz.).
Geprogrammeerde Onderhoudsbeurten worden
door alle werkplaatsen van het Lancia
Servicenetwerk uitgevoerd op basis van de vaste
intervallen in tijd of kilometers/mijlen. Eventuele
reparaties die nodig blijken tijdens het uitvoeren
van de diverse inspecties en controles van het
geprogrammeerd onderhoud, mogen uitsluitend
worden uitgevoerd na toestemming van de klant.
Als de auto dikwijls gebruikt wordt voor het
trekken van aanhangers, dan moet een korter
interval tussen de onderhoudsbeurten worden
aangehouden.WAARSCHUWING
De onderhoudsbeurten van het Geprogrammeerde
Onderhoud zijn door de fabrikant voorgeschreven.
Het niet uitvoeren ervan kan het vervallen van
de garantie tot gevolg hebben.
Het is raadzaam het Lancia Servicenetwerk
onmiddellijk te informeren over eventuele kleine
defecten en niet te wachten tot de volgende
onderhoudsbeurt.
Voor versies uitgerust met speciale
brandstoftoevoer en/of uitrustingsniveau (bijv.
LPG, Natural Power, automatische
versnellingsbak), in aanvulling op hetgeen
beschreven is in het volgende Geprogrammeerde
Onderhoudsschema, de betreffende onderwerpen
in de speciale supplementen raadplegen.
220
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER