Page 81 of 319

NOODVERGRENDELING VOORPORTIER
PASSAGIERSZIJDE EN ACHTERPORTIEREN
Het voorportier aan passagierszijde en de
achterportieren zijn voorzien van een
vergrendelingssysteem wanneer er geen elektrische
stroom aanwezig is.
Ga hiervoor als volgt te werk:
❒draai de metalen baard van de sleutel in de
stand Afig. 56 (voorportier aan passagierszijde)
of B fig. 55 (achterportieren);
❒draai de sleutel rechtsom en haal hem uit het
slot Afig. 56 of B fig. 55.
Om de werking van de portiersloten weer te
herstellen (alleen als de acculading hersteld is), als
volgt te werk gaan:
❒druk op de knop
van de afstandsbediening;
of❒druk op de knop
deurvergrendeling/-
ontgrendeling op het dashboard;
of
❒steek de metalen baard van de contactsleutel in
het slot van het voorportier;
of
❒trek aan de binnenhandgreep van het portier.
Als bij ingeschakeld kinderslot en de
voorheen beschreven
vergrendelingswijze de
binnenhandgreep van een achterportier wordt
bediend, lukt het niet om het portier te
openen, om het portier te openen moet de
handgreep aan de buitenkant gebruikt
worden. In geval van een noodvergrendeling
wordt de ont-/vergrendelknop
niet buiten
werking gesteld.
fig. 56L0F0215
77
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 82 of 319

Initialisatie ont-/vergrendelingsmechanisme
portier
Als de accu is losgekoppeld of als er een zekering
is doorgebrand, dan moet het mechanisme voor
portieront-/vergrendeling opnieuw worden
geïnitialiseerd. Ga hiervoor als volgt te werk:
❒sluit alle portieren;
❒druk op de knop
van het afstandsbediening of
op de knop
voor centrale
portiervergrendeling op het instrumentenpaneel;
❒druk op de knop
van het afstandsbediening of
op de knop
voor centrale
portiervergrendeling op het instrumentenpaneel.
ELEKTRISCHE RUITBEDIENING
Deze werkt met de contactsleutel in de stand MAR
en gedurende ongeveer drie minuten nadat de
contactsleutel naar de stand STOP is gedraaid of
verwijderd is tenzij een van de voorportieren
geopend is.
De bedieningstoetsen zitten op het portierpaneel
(voor bepaalde versies/markten). Alle ruiten
kunnen bediend worden vanaf het portierpaneel
aan bestuurderszijde.
Er is een knelbeveiliging aanwezig die tijdens het
sluiten van de voor- en achterruiten werkt (bij
bepaalde versies/uitvoeringen).
BELANGRIJK
Oneigenlijk gebruik van de
elektrische ruitbediening kan
gevaarlijk zijn. Controleer voor en tijdens
het bedienen altijd of de passagiers niet
kunnen worden verwond door de bewegende
ruiten of door voorwerpen die door de ruit
worden meegesleept of geraakt. Verwijder
altijd de sleutel uit het contactslot als de
auto wordt verlaten om te voorkomen dat
onverwachtse bediening van de elektrische
ruitbediening gevaar oplevert voor de
achtergebleven passagiers.
78
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 83 of 319

BEDIENINGSELEMENTEN
Bestuurdersportier
A fig. 57: openen/sluiten zijruit linksvoor;
"continue automatische" werking tijdens
openen/sluiten ruit;
B: openen/sluiten zijruit rechtsvoor; "continue
automatische" werking tijdens openen/sluiten ruit
(bij bepaalde versies/markten)
C: inschakeling/uitschakeling bediening achterste
zijruiten
D: openen/sluiten zijruit linksachter (bij bepaalde
versies/markten); "continue automatische"
werking tijdens openen/sluiten ruit
E: openen/sluiten zijruit rechtsachter (bij
bepaalde versies/markten); "continue
automatische" werking tijdens openen/sluiten ruit.Gebruik de toetsen om de gewenste ruit te
openen/sluiten.
Wanneer een van de twee toetsen kort wordt
ingedrukt, beweegt de ruit in "stappen"; als de
toets ingedrukt wordt gehouden, wordt de
"continue automatische" werking zowel voor het
openen als het sluiten geactiveerd (alleen als de
contactsleutel op MAR staat).
Als er opnieuw op de toets wordt gedrukt, stopt de
ruit in de gewenste stand.
Voorportier aan passagierszijde en
achterportieren
(bij bepaalde versies/markten)
Op het paneel van het voorportier passagierszijde,
en bij sommige versies ook op de achterportieren,
zitten toetsen voor de bediening van de
bijbehorende ruiten.
Knelbeveiliging
(bij bepaalde versies/markten)
Het voertuig is uitgerust met een knelbeveiliging
die tijdens het sluiten van de zijruiten voor en
achter actief is.
Dit veiligheidssysteem detecteert de aanwezigheid
van een obstakel tijdens het sluiten van de ruit
en grijpt in door de beweging van de ruit te
stoppen en, afhankelijk van de positie van de ruit,
om te keren.
Deze voorziening is ook nuttig als de ruiten per
ongeluk worden bediend door kinderen aan boord.
fig. 57L0F0162
79
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 84 of 319

De knelbeveiliging is zowel tijdens de handmatige
als de automatische bediening van de elektrisch
bediende ruiten actief. Wanneer de knelbeveiliging
geactiveerd wordt, wordt het sluiten van de ruit
onmiddellijk gestopt en de beweging omgekeerd
tot de ruit helemaal geopend is. Tijdens de
omkering van de beweging kan de ruit op geen
enkele manier bediend worden.
BELANGRIJK Als de knelbeveiliging binnen 1
minuut 3 keer achter elkaar ingrijpt of defect is,
wordt het automatische sluiten van de ruit
geblokkeerd, en alleen in stappen van een halve
seconde toegestaan; hierbij moet de knop
losgelaten worden voor de volgende manoeuvre.
Om de correcte werking van het systeem te
herstellen, moet de betreffende ruit geopend
worden.
BELANGRIJK Als de contactsleutel in de stand
STOP staat of verwijderd is, dan kunnen de ruiten
nog ongeveer 3 minuten worden bediend. Het
systeem wordt echter uitgeschakeld als een van de
portieren wordt geopend.
BELANGRIJK Daar waar de knelbeveiliging
aanwezig is, zorgt bediening van de toets
op de
afstandsbediening langer dan 2 seconden voor
het openen van de ruiten zolang de knop
ingedrukt wordt gehouden. Als de
toets langer
dan 2 seconden ingedrukt wordt, gaan de ruiten
open, het openen stopt als de toets wordt
losgelaten.
Het systeem voldoet aan de 2000/4/EG
richtlijn inzake de bescherming van
de inzittenden die uit het
inzittendencompartiment leunen.
Initialisatie elektrische ruitbediening
Als de stroomtoevoer tijdens de beweging van de
ruit is onderbroken, moet de automatische
werking van de elektrische ruit opnieuw
geïnitialiseerd worden.
De initialisatieprocedure moet met gesloten
portieren en voor elk portier uitgevoerd worden,
zoals hieronder beschreven:
❒sluit de ruit volledig om de handmatige
bediening te initialiseren;
❒houd, nadat de ruit de eindaanslag heeft
bereikt, de knop "naar boven" minstens 1
seconde ingedrukt.
80
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 85 of 319

BAGAGERUIMTE
De ontgrendeling van de bagageruimte gebeurt
elektrisch en is uitgeschakeld wanneer de auto
rijdt.
OPENEN
Indien ontgrendeld kan de achterklep van
buitenaf geopend worden met de elektrische
hendel A fig. 58 onder de rand van de achterklep
tot de klik van het ontgrendelen wordt gehoord
of met behulp van de
knop op de
afstandsbediening.
Wanneer de achterklep wordt geopend, knipperen
de richtingaanwijzers twee keer en gaat de
bagageruimteverlichting branden. Wanneer de
achterklep wordt gesloten, gaat de verlichting
automatisch uit. De verlichting gaat ook uit
wanneer de achterklep een paar minuten open
wordt gelaten.Achterklep van binnenuit openen in geval van
nood
Ga als volgt te werk:
❒verwijder de achterste hoofdsteunen en klap de
zittingen volledig om (zie de paragraaf
"Bagageruimte uitbreiden");
❒druk op de hendel A fig. 59;
BELANGRIJK
Let op dat geen voorwerpen op de
hoedenplank worden geraakt
wanneer de achterklep van de bagageruimte
wordt geopend.
fig. 58L0F0031fig. 59L0F0041
81
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 86 of 319

SLUITEN
Trek aan het lipje A fig. 60, laat de achterklep
zakken en druk in de buurt van het slot totdat het
vastklikt.
Wanneer de achterklep wordt geopend, knipperen
de richtingaanwijzers twee keer en gaat de
bagageruimteverlichting branden. Wanneer de
achterklep wordt gesloten, gaat de verlichting
automatisch uit. De verlichting gaat ook uit
wanneer de achterklep een paar minuten open
wordt gelaten.
BELANGRIJK Controleer of u in het bezit van de
sleutels bent voordat de achterklep wordt gesloten.
De achterklep wordt namelijk automatisch
vergrendeld.INITIALISATIE BAGAGERUIMTE
BELANGRIJK Als de accu werd losgekoppeld of
als een zekering is doorgebrand, dan moet het
open- en sluitmechanisme van de bagageruimte
opnieuw worden geïnitialiseerd. Ga hiervoor
als volgt te werk:
❒sluit alle portieren en de achterklep;
❒druk op de knop
van de afstandsbediening;
❒druk op de knop
van de afstandsbediening.
fig. 60L0F0193
82
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 87 of 319

BAGAGERUIMTE UITBREIDEN
Zie voor het uitbreiden van de bagageruimte de
beschrijvingen in de paragrafen “Hoedenplank
verwijderen” en “Achterbank neerklappen”.
Hoedenplank verwijderen
Ga als volgt te werk:
❒haak de twee trekkoorden A fig. 61 los door de
oogjes B uit de steunpennen te verwijderen;
❒maak de pennen C fig. 62 buiten de
hoedenplank vrij en verwijder de hoedenplank
door hem naar buiten te trekken;
❒na verwijdering kan de hoedenplank dwars in
de bagageruimte of tussen de leuningen van de
voorstoelen en de omgeklapte zittingen van
de achterbank worden geplaatst (bij volledig
uitgebreide bagageruimte).Stoelen neerklappen
Ga als volgt te werk:
❒zet de hoofdsteunen helemaal omhoog, druk op
beide knoppen A fig. 63 en B aan de zijkanten
van de twee steunen, en verwijder de
hoofdsteunen door ze omhoog te trekken;
fig. 61L0F0194
C
D
fig. 62L0F0195
AB
fig. 63L0F0201
83
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 88 of 319

❒plaats de veiligheidsgordels opzij en controleer
of ze goed gestrekt en niet verdraaid zijn;
❒druk op de ontgrendelknop fig. 64 om het linker
of rechter rugleuninggedeelte neer te klappen en
op het zitkussen te leggen.
Achterbank terugzetten
Plaats de veiligheidsgordels opzij en controleer of
ze goed gestrekt en niet verdraaid zijn. Zet de
eerder neergeklapte rugleuning omhoog tot de klik
van het vergrendelmechanisme wordt gehoord.
LADING VASTZETTEN
In de bagageruimte zijn twee bevestigingen voor
kabels aanwezig waarmee de vervoerde lading
stevig vastgezet kan worden. Er zijn tevens twee
van deze bevestigingen op de achterste dwarsbalk
aanwezig.BELANGRIJK Aan elke bevestiging mag een
lading van maximaal 100 kg worden vastgezet.
BELANGRIJK
Een zware lading die niet is vastgezet
kan ernstig letsel tijdens een ongeval
veroorzaken.
BELANGRIJK
Als in een gebied wordt gereden waar
weinig tankstations aanwezig zijn
en men benzine in een tankje wil
meenemen, moet dit overeenkomstig de
geldende voorschriften en in een
goedgekeurd tankje gebeuren dat op
passende wijze met de bevestigingen is
verankerd. Bedenk echter wel dat op deze
manier het risico op brand bij een ongeval
toeneemt.
fig. 64L0F0088
84
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER