Page 241 of 319

BELANGRIJK
Als de accu met onvoldoende vloeistof
werkt, kan dit de accu onherstelbaar
beschadigen en een explosie veroorzaken.
Verkeerde installatie van elektrische en
elektronische apparatuur kan ernstige
schade aan de auto toebrengen. Als
men na aanschaf van de auto accessoires wil
monteren (alarm, mobiele telefoon enz.),
wordt geadviseerd contact op te nemen met
het Lancia Servicenetwerk, dat de meest
geschikte apparaten zal aanraden en
zal controleren of een accu met een grotere
capaciteit gemonteerd moet worden.
Accu’s bevatten stoffen die zeer
gevaarlijk zijn voor het milieu. Neem
voor het vervangen van de accu contact
op met het Lancia Servicenetwerk.
BELANGRIJK
Als de auto langere tijd niet gebruikt
wordt onder extreem koude
weersomstandigheden, dan moet de accu
worden verwijderd en op een verwarmde
plaats worden bewaard om bevriezing te
voorkomen.
BELANGRIJK
Draag altijd een speciale bril
wanneer aan of in de buurt van de
accu wordt gewerkt.
237
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 242 of 319

REMMEN
Het voertuig is uitgerust met 4 mechanische
slijtagedetectiesystemen voor remblokken: een
voor elk wielsamenstel.
Wanneer de remvoeringen versleten raken, is bij
het intrappen van het rempedaal een zacht gesis
hoorbaar: dit blijft zo gedurende ongeveer 100 km
(afhankelijk van de rijstijl en het soort route).
In deze omstandigheden kan, voorzichtig, verder
gereden worden.
Neem in elk geval zo snel mogelijk contact op met
het Lancia Servicenetwerk om de versleten
remblokken te laten vervangen.
WIELEN EN BANDEN
Controleer voor een lange reis en elke twee weken
de bandenspanning van de banden en het
ruimtebesparend reservewiel (voor bepaalde
versies/markten). Controleer de bandenspanning
wanneer de banden koud zijn.
Tijdens het rijden neemt de bandenspanning
onder normale omstandigheden toe: zie voor de
juiste waarde van de bandenspanning de
paragraaf “Wielen” in het hoofdstuk “Technische
gegevens”.
Een onjuiste bandenspanning veroorzaakt een
onregelmatige bandenslijtage fig. 164:
A normale spanning: gelijkmatige slijtage van het
loopvlak;
B te lage spanning: overmatige slijtage aan de
zijkanten van het loopvlak;
fig. 164L0F0018
238
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 243 of 319

C te hoge spanning: overmatige slijtage in het
midden van het loopvlak;
Banden moeten worden vervangen wanneer de
profieldiepte van het loopvlak minder dan 1,6 mm
bedraagt. Respecteer in elk geval de wettelijke
voorschriften van het land waarin wordt gereden.
BELANGRIJK
Pas de volgende voorzorgsmaatregelen toe om
bandschade te voorkomen:
❒voorkom bruusk remmen, met spinnende wielen
optrekken, harde schokken van de banden tegen
stoepranden, kuilen en andere hindernissen.
Voorkom ook het langdurig rijden op een slecht
wegdek.
❒controleer de banden regelmatig op scheuren in
de wangen, oneffenheden of onregelmatige
slijtage op het loopvlak;
❒rijd niet met een te zwaar beladen auto. Stop
onmiddellijk bij een lekke band en verwissel
het wiel;
❒banden verouderen, ook als ze weinig gebruikt
zijn. Scheurtjes in het loopvlak en op de wangen
betekenen dat de band verouderd is. In ieder
geval moeten banden die langer dan zes jaar
onder een auto zijn gemonteerd door een
specialist worden gecontroleerd. Vergeet ook
niet het ruimtebesparend reservewiel te laten
controleren (voor bepaalde versies/markten);❒wissel de voor- en achterbanden om de 10-15
duizend kilometer, houd de banden aan dezelfde
zijde van de auto gemonteerd zodat de
draairichting niet wordt omgekeerd;
❒Monteer altijd nieuwe banden en vermijd
banden waarvan de herkomst dubieus is;
❒bij de montage van een nieuwe band moet ook
een nieuw ventiel worden voorzien.
BELANGRIJK
De wegligging van de auto is in grote
mate afhankelijk van een juiste
bandenspanning.
BELANGRIJK
Als de bandenspanning te laag is, kan
de band oververhit raken en als
gevolg daarvan ernstig beschadigd raken.
BELANGRIJK
Verwissel de banden niet kruiselings
door de banden van de rechterzijde
aan de linkerzijde en omgekeerd te
monteren.
239
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 244 of 319

BELANGRIJK
Voer geen lakspuitwerkzaamheden
op de lichtmetalen wielvelgen uit met
temperaturen boven 150°C. De mechanische
kenmerken van de wielen kunnen hierdoor
veranderen.
RUITENWISSERS/
ACHTERRUITWISSER
WISSERBLADEN
Vervang de wisserbladen wanneer het rubber
vervormd of versleten is. Het is in elk geval
raadzaam de wisserbladen ongeveer jaarlijks te
vervangen.
Met enkele eenvoudige voorzorgsmaatregelen kan
de beschadiging van het wisserblad worden
gereduceerd:
❒bij temperaturen onder het vriespunt moet men
controleren of er ijs tussen het wisserblad en de
ruit is. Gebruik zo nodig een antivriesmiddel om
de wissers vrij te maken;
❒veeg sneeuw op de ruit weg: dit voorkomt
schade aan de wisserbladen en beschermt de
ruitenwissermotor tegen oververhitting;
❒gebruik de ruitenwissers/achterruitwisser nooit
op een droge ruit.
BELANGRIJK
Rijden met versleten wisserbladen is
bijzonder gevaarlijk, doordat het
zicht onder slechte weersomstandigheden
wordt beperkt.
240
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 245 of 319
Wisserbladen voorruit vervangen
Ga als volgt te werk:
❒hef de wisserarm op, druk op het klepje A
fig. 165 van de springveer en schuif het
wisserblad van de arm los;
❒monteer het nieuwe wisserblad door het klepje
in de speciale zitting op de wisserarm te
blokkeren.
❒breng de wisserarm voorzichtig tegen de ruit.
Schakel de ruitenwissers niet met van
de ruit opgeheven wisserbladen in.Wisserblad achterruit vervangen
Ga als volgt te werk:
❒til de dop A fig. 166 op, draai de moer B los en
verwijder de wisserarm C;
❒monteer de nieuwe wisserarm op correcte wijze,
draai de moer B volledig vast en breng de dop A
omlaag.
fig. 165L0F0186fig. 166L0F0222
241
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 246 of 319

RUITENSPROEIERS
Ruitensproeier
De sproeiers van de voorruit A fig. 167 zijn niet
verstelbaar. Als de ruitensproeiers niet werken,
controleer dan eerst of er ruitensproeiervloeistof in
het reservoir zit (zie paragraaf “Controle van
vloeistofniveaus” in dit hoofdstuk).
Controleer vervolgens of de sproeikoppen niet
verstopt zijn. Gebruik zo nodig een speld om ze
vrij te maken.
BELANGRIJK Bij versies met schuifdak moet het
schuifdak gesloten zijn alvorens de ruitensproeiers
te bedienen.Achterruitsproeier
De sproeiers van de achterruit zijn niet
verstelbaar. De sproeier bevindt zich boven op de
achterruit fig. 168.
KOPLAMPSPROEIERS
(voor bepaalde versies/markten))
De koplampsproeiers bevinden zich in de
voorbumper fig. 169. De koplampsproeiers
worden ingeschakelt wanneer bij brandend
dimlicht en/of grootlicht de ruitensproeiers
worden ingeschakeld.
Controleer regelmatig de conditie en de
aanwezigheid van vuil in de koplampsproeiers.
fig. 167L0F0221fig. 168L0F0223
242
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 247 of 319

CARROSSERIE
BESCHERMING TEGEN ATMOSFERISCHE
INVLOEDEN
Op de auto zijn de beste technologische
oplossingen toegepast om de carrosserie tegen
roest te beschermen.
De belangrijkste oplossingen zijn:
❒lakproducten en lakspuitsystemen die de auto
de benodigde weerstand tegen roest en
schurende elementen verschaffen
❒toepassing van verzinkte (of voorbehandelde)
plaatdelen met een hoge corrosiebestendigheid
❒het aanbrengen van gespoten wasproducten met
een hoog beschermend vermogen op de
onderzijde, in de motorruimte, in de wielkuipen
en andere elementen❒het aanbrengen van kunststofmaterialen met
een beschermende functie op de meest
blootgestelde delen: onderzijde portieren,
binnenzijde spatborden, randen enz.;
❒toepassing van "open" holle ruimtes om te
voorkomen dat condensvorming en
vochtophoping roest van binnenuit bevorderen.
CARROSSERIEGARANTIE
De auto bezit een garantie tegen doorroesten,
veroorzaakt door corrosie, van alle originele
structuur- of carrosseriedelen.
Voor de algemene voorwaarden van deze garantie
wordt verwezen naar het garantieboekje.
TIPS VOOR HET BEHOUD VAN DE
CARROSSERIE
Lak
Werk beschadigingen van de laklaag, zoals
krassen en schuurplekken, onmiddellijk bij om
roestvorming te voorkomen.
Het normale onderhoud van de lak beperkt zich
tot het wassen van de auto: de frequentie is
afhankelijk van het gebruik van de auto en van de
omgeving. Zo is het bijvoorbeeld raadzaam de
auto vaker te wassen in gebieden met sterke
luchtverontreiniging of bij het rijden over wegen
met strooizout.
fig. 169L0F0023
243
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 248 of 319

Ga als volgt te werk om de auto correct te wassen:
❒verwijder de antenne van het dak als de auto
in een wastunnel wordt gewassen, om
beschadiging ervan te voorkomen;
❒als er stickers zijn aangebracht of als voor het
wassen van de auto hogedrukreinigers worden
gebruikt, houd dan een afstand van minimaal
40 cm t.o.v. de carrosserie aan om beschadiging
of aantasting te voorkomen.
❒maak de carrosserie eerst nat met een
waterstraal onder lage druk;
❒was de carrosserie met een zachte spons met een
lichte zeepoplossing en spoel de spons
regelmatig uit;
❒spoel goed af met schoon water en droog met
een luchtstraal of een zeemleren lap.
Droog de minder zichtbare delen (bijv. randen van
portieren, motorkap, koplampranden) zorgvuldig,
aangezien in deze zones water makkelijker kan
stagneren. De auto moet na het wassen niet
onmiddellijk binnengezet worden, maar even
buiten gelaten worden zodat waterresten kunnen
verdampen.
Was de auto nooit als hij in de zon heeft gestaan of
als de motorkap nog warm is: de glans van de
lak kan afnemen.
De kunststof carrosseriedelen moeten op dezelfde
wijze als de rest van de auto gewassen worden.Parkeer de auto zo min mogelijk onder bomen: de
hars die uit de bomen druppelt, maakt de lak
mat en vergroot de kans op roestvorming.
BELANGRIJK Vogelpoep moet zo snel en zo goed
mogelijk verwijderd worden, omdat hierin
bijzonder agressieve zuren aanwezig zijn.
Schoonmaakmiddelen verontreinigen
het milieu. Was daarom de auto op een
plaats waar het afvalwater direct wordt
opgevangen en gezuiverd.
Om de esthetische eigenschappen van
de lak te behouden, mogen er geen
schuur- en/of poetsproducten voor het
reinigen van de auto worden gebruikt.
Ruiten
Gebruik specifieke schoonmaakmiddelen en
schone, zachte doeken om krassen en
beschadigingen te voorkomen.
BELANGRIJK Veeg het binnenoppervlak van de
achterruit voorzichtig met een doek af, en volg
hierbij de richting van de elektrische
weerstandsdraden om de achterruitverwarming
niet te beschadigen.
244
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER