Page 73 of 319

Ga als volgt te werk om de correcte werking van
de auto te herstellen:
❒draai de contactsleutel naar de stand MAR;
❒schakel de richtingaanwijzer rechts in;
❒schakel de richtingaanwijzer rechts uit;
❒schakel de richtingaanwijzer links in;
❒schakel de richtingaanwijzer links uit;
❒schakel de richtingaanwijzer rechts in;
❒schakel de richtingaanwijzer rechts uit;
❒schakel de richtingaanwijzer links in;
❒schakel de richtingaanwijzer links uit;
❒draai de contactsleutel naar de stand STOP;
❒draai de contactsleutel naar de stand MAR.
BELANGRIJK
Als na een botsing een brandstoflucht
wordt geroken of brandstoflekkage
wordt geconstateerd, dan mag het systeem
niet opnieuw ingeschakeld worden om
brand te voorkomen.
INTERIEURUITRUSTING
DASHBOARDKASTJE PASSAGIERSZIJDE
Trek aan de handgreep A fig. 48 om het
dashboardkastje te openen. Als het kastje geopend
wordt, gaat een lampje branden om het kastje te
verlichten.
BELANGRIJK
Rijd nooit met open dashboardkastje:
het kan de passagier in geval van
een botsing verwonden.
fig. 48L0F0057
69
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 74 of 319

STOPCONTACT
Bevindt zich op de tunnelconsolefig. 49 in de
buurt van de handrem. Werk alleen met de
contactsleutel in de stand MAR.
BELANGRIJK Sluit geen apparaten aan op het
stopcontact met een vermogen van meer dan 180
W Beschadig het stopcontact niet door het gebruik
van ongeschikte adapters.
AANSTEKER
(voor bepaalde versies/markten)
Deze zit op de middenconsole naast de handrem.
Druk op knop A fig. 50 om te aansteker te
activeren.
Na enkele seconden keert de knop automatisch
terug naar de beginstand, dan is de aansteker
klaar voor gebruik.BELANGRIJK Controleer altijd of de aansteker is
uitgeschakeld.
BELANGRIJK Sluit geen apparaten aan op het
stopcontact met een vermogen van meer dan 180 W
Beschadig het stopcontact niet door het gebruik
van ongeschikte adapters.
BELANGRIJK
De aansteker wordt erg heet. Ga er
voorzichtig mee om en zorg ervoor
dat kinderen hem niet gebruiken: gevaar van
brand en/of brandwonden.
fig. 49L0F0076fig. 50L0F0258
70
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 75 of 319
ASBAK
(voor bepaalde versies/markten)
De asbak is een verwijderbare kunststof houder
met een deksel onder veerdruk die in de rechter
beker/blikjeshouder geplaatst moet worden op de
middenconsole fig. 51.
BELANGRIJK Gebruik de asbak niet als
prullenbak: de inhoud kan door sigarettenpeuken
in brand raken.ZONNEKLEPPEN
Deze bevinden zich aan beide kanten van de
achteruitkijkspiegel. Ze kunnen naar voren en
opzij worden gedraaid.
De zonnekleppen aan bestuurders- en
passagierszijde hebben een spiegeltje aan de
achterkant. Open het schuifje A fig. 52 om het
spiegeltje aan bestuurderszijde te gebruiken.
BRANDBLUSSER
(voor bepaalde versies/markten)
Deze bevindt zich onder de voorste passagiersstoel
en bij sommige versies aan de rechterkant van
de bagageruimte, in een speciale houder.
fig. 51L0F0056fig. 52L0F0055
71
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 76 of 319

SCHUIFDAK
(voor bepaalde versies/markten)
Het grote elektrische schuifdak bestaat uit 2
glazen panelen, een vast paneel achter en een
verstelbaar paneel voor. Deze panelen zijn
voorzien van twee zonneschermen (voor en achter)
en kunnen handmatig worden versteld. De
zonneschermen kunnen bij gesloten schuifdak in
alle standen worden versteld.
Om de zonneschermen te openen, trek het
handvat A fig. 53 in de richting van de pijl tot de
gewenste stand is bereikt. Ga in omgekeerde
volgorde te werk om de zonneschermen te sluiten.
Het schuifdak kan alleen bediend worden wanneer
de contactsleutel in de stand MAR staat.
Het schuifdak kan worden geopend/gesloten met
de knoppen B en C fig. 53 naast het
plafondlampje in het midden.
Openen
Druk op knop C en houdt deze ingedrukt om het
voorste ruitpaneel in “spoilerstand” te zetten.
Druk nogmaals op de knop en houdt hem langer
dan een halve seconde ingedrukt om het
zonnescherm automatisch in een tussenstand te
zetten (“Comfort”-stand).
Druk vanaf de “spoilerstand” nogmaals en langer
dan een halve seconde op de knop B om het
zonnescherm in de compleet geopende stand te
brengen.
fig. 53L0F0152
72
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 77 of 319

Sluiten
Druk vanaf de compleet geopende stand op knop
B. Als de knop langer dan een halve seconde
wordt ingedrukt, wordt het dak automatisch
gesloten tot de spoilerstand.
Druk vanaf de “spoilerstand” nogmaals en langer
dan een halve seconde op de knop B om het
zonnescherm in de compleet gesloten stand te
zetten.
Open het schuifdak alleen in
“spoilerstand” als er een imperiaal
gemonteerd is. Open het schuifdak niet
als er sneeuw of ijs op is: risico op
beschadiging.
BELANGRIJK
Verwijder altijd de sleutel uit het
contactslot als de auto wordt verlaten
om te voorkomen dat onverwachtse
bediening van het schuifdak gevaar oplevert
voor de achtergebleven passagiers.
Oneigenlijk gebruik van het schuifdak kan
gevaarlijk zijn. Controleer voor en tijdens
het bedienen altijd of iemand kan worden
verwond door het bewegende schuifdak
of door voorwerpen die door het
mechanisme worden meegesleept of geraakt.KNELBEVEILIGING
Het schuifdak is uitgerust met een knelbeveiliging
die tijdens het sluiten van het dak een eventueel
obstakel kan herkennen; wanneer dit gebeurt,
onderbreekt het systeem de beweging en keert de
beweging onmiddellijk om.
NOODBEDIENING
Als de bedieningsknoppen niet werken, kan het
cabriodak handmatig bediend worden zoals
hieronder is beschreven:
❒verwijder de beschermdop op de
binnenbekleding, tussen de twee zonneschermen
fig. 54;
fig. 54L0F0299
73
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 78 of 319

❒neem de meegeleverde Allen sleutel uit de
gereedschapshouder in de bagageruimte of,
afhankelijk van de versie, in het
dashboardkastje;
❒steek de betreffende sleutel in de zitting A
fig. 54 en draai hem rechtsom om het schuifdak
te openen of linksom om het schuifdak te
sluiten.
INITIALISATIEPROCEDURE
Bij een storing van de automatische beweging bij
het openen/sluiten of een noodsituatie (zie
beschrijving in de vorige paragraaf), moet de
automatische bediening van het schuifdak
opnieuw worden geïnitialiseerd.
Ga als volgt te werk:
❒Druk op knop B in de gesloten stand;
❒houd de knop B ingedrukt: na ongeveer 10
seconden gaat het schuifdak schokkerig dicht.
Laat de knop B los na het schuifdak te hebben
gesloten;❒draai de contactsleutel op STOP en laat dit
gedurende 10 seconden zo;
❒draai de contactsleutel naar de stand MAR;
❒Druk op knop B in de gesloten stand;
❒houd de knop B ingedrukt tot het schuifdak
helemaal gesloten is: de initialisatieprocedure is
afgerond;
❒druk binnen 3 seconden na afronding van de
initialisatieprocedure nogmaals op knop B;
❒houd knop B ingedrukt: het schuifdak zal
automatisch een volledige cyclus openen en
sluiten uitvoeren: herhaal de hele procedure
vanaf het begin als dit niet gebeurt;
❒houd knop B ingedrukt en wacht tot het
schuifdak helemaal gesloten is.
74
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 79 of 319

PORTIEREN
CENTRALE PORTIERVERGRENDELING
De portieren vergrendelen van buitenaf
Druk bij gesloten portieren op de knop
van de
afstandsbediening of steek en draai de metalen
baard (in de sleutel) in het slot van de
bestuurdersportier.
De led boven de
knop gaat branden om aan te
geven dat de portieren zijn vergrendeld.
De portiervergrendeling werkt:
❒als alle portieren gesloten zijn;
❒als alle portieren gesloten zijn en de achterklep
open is.
De portieren ontgrendelen van buitenaf
Druk op de knop
van de afstandsbediening of
steek en draai de metalen baard (in de sleutel) in
het slot van de bestuurdersportier.
De portieren ver-/ontgrendelen van binnenuit
Druk op de knop
. De knop is voorzien van
een led-lampje dat aangeeft wanneer de portieren
worden ver-/ontgrendeld.
Led aan: portieren vergrendeld. Druk nogmaals op
de knop
om de centrale portiervergrendeling
uit te schakelen. De led gaat uit.Led uit: portieren ontgrendeld. Druk nogmaals op
de knop
om de centrale portiervergrendeling
in te schakelen. De centrale portiervergrendeling
werkt alleen als alle portieren perfect gesloten zijn.
Na inschakeling van de centrale
portiervergrendeling via afstandsbediening of het
portierslot, kunnen de portieren niet worden
ontgrendeld met de knop
.
Als elektrische voeding wordt onderbroken
(doorgebrande zekering, losgekoppelde accu, enz.)
kunnen de portieren met de hand worden
vergrendeld.
BELANGRIJK Bij ingeschakelde centrale
portiervergrendeling worden de portieren
ontgrendeld als aan de handgreep aan de
passagiersportier wordt getrokken (de led blijft
branden). Als aan de handgreep aan de
passagiersportier wordt getrokken, worden alle
portieren ontgrendeld.
BELANGRIJK De achterportieren kunnen niet van
binnenuit worden geopend als het kinderslot is
ingeschakeld (zie beschrijving in de volgende
paragraaf).
75
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 80 of 319
KINDERSLOT
Deze voorziening zorgt ervoor dat de
achterportieren van binnenuit niet geopend
kunnen worden.
Het kinderslot A fig. 55 kan alleen bij geopende
portieren worden ingeschakeld:
❒stand 1 - kinderslot ingeschakeld (portier
vergrendeld);
❒stand 2 - kinderslot uitgeschakeld (portier kan
van binnenuit worden geopend);
Het kinderslot blijft ook actief bij inschakeling
van de centrale portierontgrendeling.
BELANGRIJK De achterportieren kunnen niet van
binnenuit worden geopend als het kinderslot is
ingeschakeld.
BELANGRIJK
Gebruik het kinderslot steeds
wanneer kinderen worden vervoerd.
Controleer na inschakeling van het
kinderslot bij beide achterportieren of het
slot daadwerkelijk is ingeschakeld door aan
de handgreep aan de binnenzijde van de
portieren te trekken.
fig. 55L0F0080
76
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER