Page 9 of 319
VERSIES MET HERCONFIGUREERBAAR MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY
A. Snelheidsmeter B. Herconfigureerbaar multifunctioneel display C. Toerenteller D. Brandstofmeter met
reservelampje E. Koelvloeistoftemperatuurmeter met waarschuwingslampje oververhitting
fig. 3L0F0001
5
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 10 of 319

SNELHEIDSMETER
Geeft de snelheid van de auto aan
(snelheidsmeter)
TOERENTELLER
Geeft het motortoerental aan.
BRANDSTOFMETER
Geeft de hoeveelheid brandstof in de tank aan.
E - tank leeg
F - tank vol
Het waarschuwingslampje A fig. 4 gaat branden
(bij sommige versies verschijnt ook een bericht op
het display) wanneer er nog ongeveer 5 tot 7
liter brandstof in de tank is; tank brandstof bij
zodra dit mogelijk is.
Rijd niet met een bijna lege tank: een
onregelmatige brandstoftoevoer kan de
katalysator schade toebrengen.
BELANGRIJK Als de brandstofmeter op E wijst
en het lampje knippert, dan is er een storing in het
systeem. Laat het systeem controleren door het
Lancia Servicenetwerk.
KOELVLOEISTOFTEMPERATUURMETER
Deze wijzer geeft de
motorkoelvloeistoftemperatuur aan en meldt de
gebruiker wanneer de koelvloeistoftemperatuur
hoger is dan circa 50°C.C - Lage koelvloeistoftemperatuur.
H - Hoge koelvloeistoftemperatuur.
Het waarschuwingslampje B fig. 4 gaat branden
(en bij sommige versies verschijnt er een opschrift
op de display) wanneer de
koelvloeistoftemperatuur te hoog is; zet in dat
geval onmiddellijk de motor uit en raadpleeg het
Lancia Servicenetwerk.
Als de wijzer in de rode zone komt, zet
dan onmiddellijk de motor uit en
raadpleeg het Lancia Servicenetwerk.
fig. 4L0F0026
6
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 11 of 319

DISPLAY
De auto kan uitgerust zijn met een
multifunctioneel/herconfigureerbaar display dat
tijdens het rijden nuttige informatie op basis
van wat eerder is ingesteld aan de bestuurder
toont.
Bij verwijderde contactsleutel, schakelt de display
in en toont enkele seconden de tijd en de
totaalstand van de kilometerteller (in km of
mijlen) wanneer een portier wordt geopend/
gesloten.
OPMERKING Bij een lage buitentemperatuur
(onder 0°C) kan het langer dan normaal duren
voordat informatie op de display verschijnt."STANDAARD" SCHERM
MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY
De volgende informatie wordt op de display
getoond fig. 5 :
ADatum
BGear Shift Indicator (voor bepaalde versies/
markten)
CAanduiding Start&Stop-functie (voor bepaalde
versies/markten)
DTijd (altijd weergegeven, ook bij verwijderde
contactsleutel en gesloten portieren)
EKilometerteller (weergave totaalstand aantal
gereden kilometers/mijlen)
FBuitentemperatuur (voor bepaalde versies/
markten)
GStand hoogteregeling koplampen (alleen bij
ingeschakeld dimlicht)
fig. 5L0F1008
7
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 12 of 319

HEventuele inschakeling van Dualdrive
stuurbekrachtiging (opschrift CITY) of
ECO-rijmodus (opschrift ECO)
"STANDAARD" SCHERM
HERCONFIGUREERBAAR
MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY
De volgende informatie wordt op de display
getoond fig. 6 :
ATijd
BDatum of weergave dagteller in kilometers (of
mijlen)
CGear Shift Indicator (voor bepaalde versies/
markten)
DAanduiding Start&Stop-functie (voor bepaalde
versies/markten)
EKilometerteller (weergave totaalstand aantal
gereden kilometers/mijlen)
FStand hoogteregeling koplampen (alleen bij
ingeschakeld dimlicht)
GBuitentemperatuur (voor bepaalde versies/
markten)
HAanwijzingen autotoestand (bijv. open
portieren, eventuele ijsvorming op de weg, etc.)
Bij sommige versies toont de display de
turbinedruk.
GEAR SHIFT INDICATOR
De GSI (Gear Shift Indicator) adviseert de
bestuurder een andere versnelling in te schakelen
via een speciale melding op het
instrumentenpaneel fig. 7.
Via de GSI wordt de bestuurder gewaarschuwd
dat een andere versnelling brandstofbesparing kan
opleveren.
fig. 6L0F1007fig. 7L0F1010
8
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 13 of 319

Wanneer het pictogram SHIFT UP (SHIFT) op
de display wordt getoond, geeft de GSI het advies
om een hogere versnelling in te schakelen, terwijl
wanneer het pictogram SHIFT DOWN (
SHIFT)
wordt getoond, de bestuurder wordt geadviseerd
een lagere versnelling in te schakelen.
De aanduiding op het instrumentenpaneel blijft
branden zolang de bestuurder niet schakelt of
zolang de rijomstandigheden niet terugkeren naar
een situatie waarin schakelen niet nodig is om
het verbruik te optimaliseren.
WELCOME MOVEMENT
Bij sommige versies gebeurt het volgende wanneer
de sleutel in de stand MAR wordt gezet:
❒snelle beweging (op en neer) van de wijzers van
de snelheidsmeter en de toerenteller
❒verlichting van grafische symbolen/display
❒weergave van het Lancia logo.Wijzerbewegingen
Als de sleutel uit het contactslot wordt verwijderd
terwijl de wijzers bewegen, keren ze onmiddellijk
naar hun beginstand terug.
Nadat de wijzers de maximum schaalwaarden
hebben bereikt, keren ze terug naar de door de
auto aangegeven waarde.
De beweging van de wijzers stopt wanneer de
motor is gestart.
Verlichting van grafische symbolen/display
Enkele seconden nadat de sleutel is ingebracht,
worden de meters, de grafische symbolen en
de display achter elkaar verlicht.
Weergave Lancia logo
Wanneer de sleutel uit het contactslot wordt
verwijderd (bij gesloten portieren), blijft de
display branden en geeft het Lancia logo weer. De
displayverlichting wordt geleidelijk aan gedimd
en tenslotte volledig uitgeschakeld.
9
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 14 of 319

BEDIENINGSKNOPPEN
OPMERKING De knoppen
enfig. 8
worden op de volgende bladzijden beschreven.
Bij versies met koplampen met gasontlading
(Xenon) zijn de knoppen
en.
Om de schermpagina en de betreffende opties
naar boven te doorlopen of om de weergegeven
waarde te verhogen.
Kort indrukken om het menu te openen en/of naar
het volgende schermpagina te gaan of de
gewenste keuze te bevestigen.
Lang indrukken om naar het standaardscherm
terug te keren.
Om het weergegeven menu en de betreffende
opties naar beneden te doorlopen of om de
weergegeven waarde te verlagen.
De knoppen
enactiveren verschillende
functies, afhankelijk van de volgende situaties:
❒zorgen binnen het menu voor het naar beneden
en naar boven doorlopen;
❒zorgen tijdens instellingen voor het verhogen en
verlagen van de waarden.SETUP-MENU
Het menu bestaat uit een serie opties die gekozen
kunnen worden met de knoppen
en,
waarna verschillende keuze- en
instellingsmogelijkheden (Setup) worden geboden.
Sommige opties hebben een submenu.
Het menu wordt geactiveerd door de knop
kort
in te drukken.
Het menu bestaat uit de volgende opties:
❒MENU
❒VERLICHTING
❒PIEP SNELHEID
❒SENSOR KOPLAMPEN (voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
❒REGENSENSOR (voor bepaalde versies/
markten)
❒ACTIVERING TRIP B
fig. 8L0F0042
10
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 15 of 319

❒STEL UUR (tijd) IN
❒STEL DATUM IN
❒EERSTE PAGINA (voor bepaalde versies/
markten)
❒AUTOCLOSE
❒MEETEENHEID
❒TAAL
❒GELUIDSSTERKTE WAARSCHUWINGEN
(zoemervolume)
❒GELUIDSSTERKTE TOETSEN
❒PIEP VEILIGHEIDSGORDELS
❒SERVICE
❒AIRBAG/PASSAGIERSAIRBAG (voor bepaalde
versies/markten)
❒DAGRIJLICHTEN
❒SLUIT MENU AFEen optie in het hoofdmenu zonder een submenu
kiezen:
❒druk kort op de
knop om de instelling van het
hoofdmenu die gewijzigd moet worden te
selecteren;
❒druk op de knoppen
of(deze telkens
indrukken) om de nieuwe instelling te
selecteren;
❒druk kort op de
knop om de nieuwe instelling
op te slaan en terug te gaan naar de eerder
geselecteerde optie in het hoofdmenu.
Een optie in het hoofdmenu met een submenu
kiezen:
❒bij kort indrukken van de
knop wordt de
eerste optie van het submenu getoond;
❒druk op de knoppen
of(deze telkens
indrukken) om de opties van het submenu te
doorlopen;
❒druk kort op de
knop om de getoonde
submenu-optie te selecteren en het betreffende
setup-menu te openen;
❒druk op de knoppen
of(deze telkens
indrukken) om de nieuwe instelling voor deze
submenu-optie te selecteren;
❒Druk kort op de knop
om de nieuwe instelling
op te slaan en terug te gaan naar de eerder
geselecteerde menuoptie.
11
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 16 of 319

MENUOPTIES
Menu
Met deze optie kan toegang tot het Setup Menu
worden verkregen.
Druk op de knop
ofom de verschillende
Menuopties te selecteren.
Houd de knop
ingedrukt om naar het
standaardscherm terug te keren.
Lichtsterkte
(Regeling interieurverlichting)
(alleen bij ingeschakeld stadslicht)
Deze functie wordt gebruikt om de helderheid van
het instrumentenpaneel, van de
bedieningsknoppen van de geluidsinstallatie en
van de bedieningsknoppen van de automatische
klimaatregeling in te stellen (voor bepaalde
versies/markten) tot 8 niveaus.
Ga als volgt te werk om de lichtsterkte in te
stellen:
❒druk kort op knop
. Het eerder ingestelde
niveau knippert op het display;
❒druk op knop
ofom de gewenste
lichtsterkte te regelen;
❒druk kort op knop
om terug te keren naar het
menuscherm of houd de knop ingedrukt om
terug te keren naar het standaardscherm zonder
op te slaan.OpmerkingBij versies met herconfigureerbaar
multifunctioneel display kan de instelling gemaakt
worden met beide lichten uit (niveau helderheid
"overdag") en met de lichten aan (niveau
helderheid "nacht").
Piep snelheid (Snelheidslimiet)
Deze functie wordt gebruikt om de snelheidslimiet
van de auto (km/h of mph) in te stellen; de
bestuurder wordt meteen gewaarschuwd wanneer
deze limiet wordt overschreden.
Ga als volgt te werk om de snelheidslimiet in te
stellen:
❒druk kort op de knop
: op het display
verschijnt het opschrift "Piep snelheid";
❒druk op de knop
ofom de
snelheidsbegrenzing in (On) of uit (Off) te
schakelen;
❒wanneer de functie reeds is ingeschakeld, op
ofdrukken om de gewenste
snelheidslimiet te selecteren en vervolgens op
drukken om de keuze te bevestigen.
12
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER