Page 25 of 319

Opmerking“Trip B” kan worden uitgeschakeld
(zie “Trip B inschakelen”). De parameters
“Bereik” en “Huidig verbruik" kan niet worden
gereset.
WEERGEGEVEN WAARDEN
Buitentemperatuur (voor bepaalde versies/
markten)
Geeft de temperatuur buiten het interieur aan.
Bereik
Geeft de afstand weer die nog afgelegd kan
worden met de brandstof die in de tank aanwezig
is. Op de display verschijnt de melding “----”
als:
❒het bereik kleiner is dan 50 km (of 30 mijl)
❒de auto lang stilstaat met een draaiende motor.
BELANGRIJK Het bereik kan variëren in functie
van verschillende factoren: de rijstijl, het type
route (snelweg, stadsverkeer, bergwegen, etc…),
en de gebruiksomstandigheden van de auto
(beladingstoestand, bandenspanning, etc…). Bij
de programmering van een reis dient men
rekening te houden met deze factoren.Afgelegde afstand
Geeft de afstand weer die de auto heeft afgelegd
sinds het begin van een nieuwe reis.
Gemiddeld verbruik
Geeft het gemiddeld brandstofverbruik van de
auto weer sinds het begin van een nieuwe reis.
Huidig verbruik
Dit geeft het brandstofverbruik weer. Deze waarde
wordt continu bijgewerkt. Als de auto stilstaat
met draaiende motor verschijnt de melding “- - -
-” op de display.
Gemiddelde snelheid
Geeft de gemiddelde snelheid weer in functie van
de totale tijd die is verlopen sinds het begin van de
reis.
Reistijd
Geeft de tijd weer die is verlopen sinds het begin
van een nieuwe reis.
BELANGRIJK Wanneer er geen informatie is,
verschijnen streepjes "----" i.p.v. waarden op het
display van de Trip computer. Wanneer de
normale bedrijfstoestand is hersteld, begint de
berekening van de verschillende eenheden weer
opnieuw. De waarden die voor de storing werden
weergegeven worden niet gereset en evenmin
wordt er een nieuwe reis gestart.
21
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 26 of 319

WEERGEGEVEN-INFORMATIE
Telkens wanneer een parameter wordt
weergegeven, verschijnt de volgende informatie
fig. 9:
❒A - animatiepictogram in het bovenste gedeelte;
❒B - benaming, waarde een meeteenheid van de
gekozen parameter (bv. "Bereik 150 km");
❒C - het woord "Trip" ("Trip A" of "Trip B").Na enkele seconden worden de benaming en
waarde van de gekozen parameter vervangen door
een pictogram fig. 10.
De pictogrammen van de diverse parameters zijn:
❒
"Bereik";
❒
"Gemiddeld verbruik A” (als Trip A is
ingeschakeld, of “B” als Trip B is ingeschakeld);
❒
"Afstand” (als Trip A is
ingeschakeld, of “B” als Trip B is ingeschakeld);
❒
"Huidig verbruik";
❒
"Gemiddelde snelheid A” (als Trip A is
ingeschakeld, of “B” als Trip B is ingeschakeld);
❒
"Reistijd ” (als Trip A is ingeschakeld,
of “B” als Trip B is ingeschakeld);
fig. 9L0F1009fig. 10L0F0032
22
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 27 of 319

TRIP KNOP
Deze knop bevindt zich op de rechterhendel
fig. 11. Wanneer de contactsleutel in de stand
MAR staat, kan met deze knop toegang worden
verkregen tot de hiervoor beschreven parameters
en kunnen de gegevens worden gereset om een
nieuwe reis te beginnen:
❒kort indrukken: weergave van de verschillende
gegevens;
❒lang indrukken: reset de gegevens en start een
nieuwe reis.
Nieuwe reis
Begint na een:
❒“handmatige” reset vanwege de gebruiker door
de betreffende knop in te drukken;❒“automatische” reset wanneer de “Afgelegde
afstand“ de waarde 99999,9 km bereikt of
wanneer de "Reistijd“ de waarde 999:59 bereikt
(999 uur en 59 minuten);
❒nadat de accu losgekoppeld is geweest.
BELANGRIJK Als het systeem wordt gereset
wanneer de parameters van “Trip A” of “Trip B”
worden weergegeven, dan worden alleen de
gegevens van de betreffende functie gereset.
Werkwijze voor aanvang van een nieuwe reis
Houd de knop TRIP langer dan 2 seconden
ingedrukt wanneer de sleutel in de stand MAR
staat om te resetten.
Trip verlaten
De TRIP functie wordt automatisch verlaten,
nadat alle parameters zijn weergegeven of
wanneer de knop
langer dan 1 seconde wordt
ingedrukt.
fig. 11L0F0079
23
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 28 of 319

SYMBOLEN
Sommige onderdelen van uw voertuig zijn
voorzien van speciale gekleurde plaatjes. Deze
plaatjes zijn voorzien van symbolen die de
voorzorgsmaatregelen aangeven die genomen
moeten worden wanneer het betreffende onderdeel
wordt gebruikt.
Onder de motorkap is tevens een plaatje
aangebracht, waarop de betekenis van deze
symbolen wordt toegelicht.
LANCIA CODE SYSTEEM
Voor een betere bescherming tegen diefstal is de
auto uitgerust met een elektronische
startblokkering. Deze schakelt automatisch in
wanneer de contactsleutel wordt verwijderd.
Elke sleutel bevat een elektronisch apparaatje dat
bij het starten een signaal ontvangt van een
speciale antenne die in het contactslot is
ingebouwd. Dit signaal is het "wachtwoord" (dat
elke keer dat de auto wordt gestart wijzigt)
waarmee de regeleenheid de sleutel herkent en het
starten van de motor vrijgeeft.
WERKING
Elke keer dat de motor wordt gestart door de
sleutel naar de stand MAR te draaien, stuurt de
regeleenheid van het Lancia CODE systeem een
herkenningscode naar de motorregeleenheid
om de startblokkering uit te schakelen. Deze code
wordt alleen verzonden als de regeleenheid van
het Lancia CODE systeem de door de sleutel
verstuurde code herkent.
24
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 29 of 319

Elke keer dat de contactsleutel naar STOP wordt
gedraaid, schakelt het Lancia CODE-systeem
de functies van de elektronische
motorregeleenheid uit. Als de code tijdens het
starten niet correct wordt herkend, gaat het
waarschuwingslampje op het
instrumentenpaneel branden. Draai in dit geval de
sleutel naar STOP en vervolgens naar MAR; als
de motor geblokkeerd blijft, probeer dan
nogmaals met een van de andere geleverde
sleutels. Neem contact op met het Lancia
Servicenetwerk als de motor nog steeds niet
gestart kan worden.
Waarschuwingslampje
gaat tijdens het
rijden branden
Als het
waarschuwingslampje gaat branden,
betekent dit dat het systeem een zelfdiagnose
uitvoert (bijv. bij een spanningsval). Neem, als het
probleem aanhoudt, contact op met het Lancia
Servicenetwerk.
DE SLEUTELS
SLEUTEL ZONDER AFSTANDSBEDIENING
De metalen baard A fig. 12 activeert:
❒het contactslot;
❒de portiersloten;
❒de vergrendeling/ontgrendeling van de tankdop
(voor bepaalde versies/markten).
Ga om duplicaatsleutels te vragen naar het Lancia
Servicenetwerk en neem een identiteitsbewijs en
de autodocumenten die de eigendom aantonen
mee.
fig. 12L0F0077
25
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 30 of 319

SLEUTEL MET AFSTANDSBEDIENING
(voor bepaalde versies/markten)
De metalen baard A van de sleutel fig. 13 bedient:
❒het contactslot;
❒de portiersloten;
❒de vergrendeling/ontgrendeling van de tankdop
(voor bepaalde versies/markten).
Druk op de knop B om de metalen baard in/uit te
klappen.BELANGRIJK
Druk het knopje B alleen in wanneer
de sleutel ver genoeg van het lichaam
(vooral de ogen) en van voorwerpen die snel
beschadigen (bijvoorbeeld kleding) is
verwijderd. Laat de sleutel nooit onbewaakt
achter om te voorkomen dat iemand
(bijvoorbeeld een kind) per ongeluk op de
knop drukt.
Portieren en achterklep ontgrendelen
Druk kort op de knop
: ontgrendeling van
portieren en achterklep, tijdelijke inschakeling van
plafondverlichting en twee maal knipperen van
richtingaanwijzers (voor bepaalde versies/
markten).
De portieren worden automatisch ontgrendeld
wanneer de afsluiter van de brandstoftoevoer
ingrijpt.
Als bij vergrendeling van de portieren, een of
meerdere portieren of de achterklep niet correct
vergrendeld zijn, beginnen de led en de
richtingaanwijzers snel te knipperen.
Portieren en achterklep vergrendelen
Druk kort op de knop
: vergrendeling van
portieren en achterklep, uitschakeling van
plafondverlichting en een maal knipperen van
richtingaanwijzers (voor bepaalde versies/
markten).
fig. 13L0F0075
26
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 31 of 319

Als een of meer portieren open zijn, worden de
portieren niet vergrendeld. Dit wordt aangegeven
door het snel knipperen van de richtingaanwijzers
(voor bepaalde versies/markten). De portieren
worden vergrendeld ook als de achterklep open
staat.
Wanneer een snelheid van meer dan 20 km/h
wordt bereikt, worden de portieren automatisch
vergrendeld als deze specifieke functie is ingesteld
(alleen bij versies met multifunctionele
herconfigureerbare display).
Wanneer de portieren van buiten de auto worden
vergrendeld (met de afstandsbediening), gaat
een led boven de
knop enkele seconden
branden en daarna knipperen (bewakingsfunctie).
Wanneer de portieren van binnen de auto worden
vergrendeld (door te drukken op de
knop),
blijft de led vast branden.
Bagageruimte openen
Druk op de
knop om de bagageruimte met de
afstandsbediening te openen.
De richtingaanwijzers knipperen twee maal om
aan te geven dat de bagageruimte geopend is.
De elektronische onderdelen in de
sleutels kunnen beschadigen als de
sleutel aan sterke schokken wordt
blootgesteld. Om een correcte werking van de
inwendige elektronische componenten te
garanderen, mag de sleutel nooit aan direct
zonlicht blootgesteld worden.EXTRA AFSTANDSBEDIENINGEN
AANVRAGEN
Het systeem kan maximaal 8 afstandsbedieningen
herkennen. Als een nieuwe afstandsbediening
nodig is, ga dan naar het Lancia Servicenetwerk
en neem een identiteitsbewijs en de
autodocumenten die de eigendom aantonen mee.
BATTERIJ VAN DE SLEUTEL MET
AFSTANDSBEDIENING VERVANGEN
Ga als volgt te werk om de batterij te vervangen:
❒druk op de knop A fig. 14 en klap de metalen
baard B uit;
❒draai de schroef C naar
met een kleine
schroevendraaier;
fig. 14L0F0189
27
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 32 of 319

❒trek de batterijhouder D naar buiten en vervang
de batterij E met inachtneming van de juiste
polariteit;
❒plaats de batterijhouder D weer in de sleutel en
draai de schroef C naar
.
Lege batterijen moeten overeenkomstig
de wet in speciale bakken gedeponeerd
worden. Ze kunnen ook ingeleverd
worden bij het Lancia Servicenetwerk dat
voor hun verwerking zal zorgen.
SAFE LOCK SYSTEEM
(voor bepaalde versies/markten)
Deze veiligheidsvoorziening verhindert de werking
van de binnenhandgrepen en de knop voor
vergrendeling/ontgrendeling van de portieren.
Hiermee wordt voorkomen dat de portieren vanuit
het interieur geopend kunnen worden,
bijvoorbeeld bij een inbraakpoging (ingeslagen
ruit).
Wij adviseren u om deze voorziening in te
schakelen elke keer als de auto geparkeerd wordt.
Safe lock inschakelen
De voorziening wordt voor alle portieren
geactiveerd door twee maal op de
knop op de
sleutel te drukken.De richtingsaanwijzers knipperen 3 keer en de led
boven de
fig. 15 knop knippert om aan te
geven dat het systeem geactiveerd is. Als een of
meer van de portieren niet goed gesloten is, treedt
het systeem niet in werking, waardoor voorkomen
wordt dat iemand in het interieur opgesloten
raakt na het instappen via het openstaande portier
en dit daarna te sluiten.
Safe lock uitschakelen
Het systeem schakelt automatisch uit:
❒bij bediening van de
knop op de
afstandsbediening;
❒door de contactsleutel naar de stand MAR te
draaien.
fig. 15L0F0081
28
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER