Wij hebben uw auto ontworpen en gebouwd en kennen er dan ook werkelijk elk detail en onderdeel van.
In de erkende Lancia Service garagesbieden rechtstreeks door ons opgeleide technici u kwaliteit
en professionaliteit voor alle onderhoudswerken.
De Lancia garages staan altijd tot uw beschikking voor het periodieke onderhoud, de seizoenscontroles
en voor praktische adviezen door onze deskundigen.
Met de Originele Lancia-onderdelen behoudt u steeds de betrouwbaarheid, het comfort en de prestaties
van uw nieuwe wagen: daarvoor heeft u ook voor deze wagen gekozen.
Vraag altijd om Originele Onderdelen voor de componenten in onze auto's; wij bevelen u deze aan omdat ze het
resultaat zijn van ons engagement bij de research en de ontwikkeling van uiterst innovatieve technologieën.
Vertrouw daarom op Originele Onderdelen omdat zij alleen specifiek door Lancia
voor uw auto ontworpen zijn.
VEILIGHEID:
REMSYSTEEMECOLOGIE: ROETFILTERS,
ONDERHOUD AIRCONDITIONINGCOMFORT: WIELOPHANGING
EN RUITENWISSERS PERFORMANCE: BOUGIES,
INSPUITVENTIELEN EN ACCU'SLINEACCESSORI:
STANGEN IMPERIAAL, VELGEN
WAAROM KIEZEN VOOR
ORIGINELE ONDERDELEN
Cop nuova Ypsilon Lum NL_Lancia Delta IT.qxd 17/04/14 08:25 Pagina 2
Versies met multifunctioneel display: wanneer het
Start&Stop systeem wordt uitgeschakeld,
verschijnt het symbool
op de display.
De led boven de
knop brandt wanneer het
systeem is uitgeschakeld.
OMSTANDIGHEDEN WAARBIJ DE MOTOR
NIET WORDT AFGEZET
Bij ingeschakeld systeem wordt, om redenen van
comfort, beperking van uitstoot en veiligheid,
de motor onder de volgende omstandigheden niet
uitgezet:
❒nog koude motor;
❒buitengewoon lage buitentemperatuur;
❒onvoldoende acculading;
❒bezig met regeneratie van het roetfilter (DPF)
(alleen bij dieselmotoren);
❒bestuurdersportier niet gesloten;
❒veiligheidsgordel van de bestuurder niet
omgelegd;
❒ingeschakelde achteruit (bijv. bij het parkeren);
❒bij versies met automatische klimaatregeling
(voor bepaalde versies/markten), wanneer
een comfortabele temperatuur in het interieur
moet worden bereikt of bij ingeschakelde
MAX-DEF functie;
❒tijdens de inrijperiode, als het systeem wordt
geïnitialiseerd.
Als een comfortabele temperatuur
prioritair is, dan kan het
Start&Stop-systeem worden
uitgeschakeld zodat de klimaatregeling kan
blijven werken.
OMSTANDIGHEDEN WAARBIJ DE MOTOR
HERSTART
Vanwege comfort, beperking van de schadelijke
uitstoot en om veiligheidsredenen kan de motor
weer automatisch worden gestart, zonder
tussenkomst van de bestuurder, onder de volgende
omstandigheden:
❒onvoldoende acculading;
❒onvoldoende onderdruk in het remsysteem
(bijvoorbeeld na meermaals intrappen van het
rempedaal);
❒auto in beweging (bijvoorbeeld als bergaf wordt
gereden)
❒als de motor langer dan circa 3 minuten is
afgezet door het Start&Stop-systeem;
❒bij versies met automatische klimaatregeling
(voor bepaalde versies/markten), om een
comfortabele temperatuur in het interieur
mogelijk te maken of bij ingeschakelde
MAX-DEF functie.
95
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
De regeneratie wordt automatisch geregeld door
de elektronische motorregeleenheid naargelang de
conditie van het roetfilter en de
gebruiksomstandigheden van de auto.
Tijdens de regeneratie kan er een beperkte
toename van het stationair motortoerental zijn,
kan de ventilator geactiveerd worden, kan de
rookuitstoot beperkt toenemen en kunnen er hoge
temperaturen bij de uitlaat worden waargenomen.
Dit is normaal en heeft geen negatieve invloed
op de normale rijeigenschappen van het voertuig
en op het milieu. Raadpleeg, als het betreffende
bericht wordt weergegeven, hoofdstuk "Lampjes
en berichten".BELANGRIJK
Onder normale
gebruiksomstandigheden worden de
katalysator en het dieselroetfilter (DPF) erg
warm. Parkeer het voertuig dus niet op
licht ontvlambaar materiaal (gras, droge
bladeren, dennennaalden enz.) om het
gevaar van brand te voorkomen
123
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
km x 1000 15 30 45 60 75 90105 120 135 150
Jaren12345678910
Klepspeling controleren en zo nodig afstellen (1.2 8V
69 pk versies)●●
Oliepeil handgeschakelde versnellingsbak
controleren●
Motorolie en oliefilter vervangen (of elke twee jaar)
(1)●●●●●
Bougies vervangen●●●●●
Aandrijfriem(en) hulporganen vervangen
(2)●
Getande distributieriem vervangen (behalve 0.9
TwinAir 85 pk versies)
(2)●
(1) Als het voertuig voornamelijk binnen de bebouwde kom gebruikt wordt of wanneer het aantal jaarlijks afgelegde kilometers
minder dan 10.000 bedraagt, moeten de motorolie en het oliefilter elk jaar vervangen worden.
(2) Voor gebieden waar weinig stof is wordt een maximale kilometerstand van 120.000 km aanbevolen. Ongeacht de
kilometerstand moet de riem eens per 6 jaar worden vervangen.
In stoffige omgevingen en/of gebruik van het voertuig onder zware omstandigheden (koude klimaten, gebruik in de stad,
periodes van langdurige stilstand): wordt een maximale kilometerstand van 60.000 km aanbevolen. Ongeacht de
kilometerstand, moet de riem om de 4 jaar vervangen worden.
223
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
MOTOROLIE
Controleer ongeveer 5 minuten na het uitzetten
van de motor het oliepeil met de auto op een
horizontale ondergrond.
Voor 1.2 8V 69 pk en 1.3 16V MultiJet versies
Verwijder de motorolie peilstok B, maak hem
schoon met een niet pluizende doek en plaats de
peilstok terug. Neem de peilstok weer uit en
controleer of het peil zich tussen het MIN- en
MAX-teken op het reservoir bevindt.
Het verschil tussen het MIN en MAX-teken komt
overeen met ongeveer 1 liter olie.
Wanneer het olieniveau nabij of onder het
MIN-teken komt, moet men olie bijvullen via de
vulopening tot aan het MAX-teken.
Het olieniveau mag nooit boven het
MAX-teken komen.
Voor 0.9 TwinAir 85 versies
De motoroliepeilstok A is in de dop A
geïntegreerd. Draai de dop los, maak de peilstok
schoon met een niet pluizende doek, plaats de
peilstok terug en draai de dop vast. Neem de dop
weer uit en controleer of het peil zich tussen het
MIN- en MAX-teken op de peilstok bevindt.Motorolieverbruik
Gewoonlijk ligt het maximaal motorolieverbruik
op 400 gram per 1000 km.
Tijdens de beginperiode van de auto wordt de
motor ingereden. Daarom is het motorolieverbruik
pas stabiel na de eerste 5.000 ÷ 6.000 km.
BELANGRIJK Laat na het bijvullen of het
verversen van motorolie de motor enkele seconden
draaien alvorens de motor uit te zetten en wacht
enkele minuten alvorens het oliepeil te
controleren.
Vul geen olie bij met andere
kenmerken dan de olie waarmee de
motor is gevuld.
Afgewerkte motorolie en oude
motoroliefilters bevatten
milieuschadelijke stoffen. Raadpleeg
bij voorkeur het Lancia Servicenetwerk om de
olie en het oliefilter te laten verversen/
vervangen.
MOTORKOELVLOEISTOF
Controleer het koelvloeistofniveau bij motor. Het
niveau moet tussen het MIN- en MAX teken op het
expansiereservoir staan.
233
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
p k
VULINHOUDEN
Benzine-uitvoeringen 0.9 TwinAir 85 pk 1.2 8V 69 pk
Brandstoftank inhoud
(liter):40 40Loodvrije benzine met
octaangetal van ten minste
95 RON (specificatie
EN228) incl. een reserve van
(liter):5÷7 5÷7
Koelsysteem (liter): 5,3 4,9Mengsel van 50% water en
PARAFLU
UP(*)
Carterpan (liter): 2,8 2,5
SELENIA K P.E.
Carterpan en filters (liter): 3,2 2,8
Versnellingsbak-/
differentieelhuis (liter):1,65 1,65TUTELA
TRANSMISSION
GEARFORCE
Hydraulisch remsysteem
(liter):0,55 0,55 TUTELA TOP 4
Vloeistofreservoir
ruitensproeiers/
achterruitsproeier (liter):2,55 2,5Mengsel van water en
TUTELA
PROFESSIONAL SC35
(*) Onder erg strenge klimaatcondities is een mengsel van 60%UPen 40% gemineraliseerd water aanbevolen.
264
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Voorgeschreven
smeermiddelen brandstof en originele
– buitenverlichting ............ 196
De motor starten ......... 151-178
Derde remlicht .................... 200
De sleutels ............................ 25
Dieselfilter .......................... 235
Dimlicht/grootlicht
– een lamp vervangen........ 197
Dimlicht
– bediening ......................... 53
Display................................. 7
– Bedieningsknoppen .......... 10
DPF (roetfilter)................... 122
DRLs (Dagverlichting) ......... 52
Dualdrive (elektrische
stuurbekrachtiging) ............ 99
Een wiel vervangen ............ 179
Elektrische ruitbediening. 78-79
Elektrische
stuurbekrachtiging
"Dualdrive" ........................ 99
EOBD .................................. 98
EOBD (systeem)................... 98
ESC systeem ........................ 91
ESC (systeem)...................... 91
Fix&Go (snelle
bandenreparatiekit) .......... 186Follow me home (systeem) ... 55
Frontairbags ....................... 144
Gear Shift Indicator
(systeem) ........................... 8
Gebruiksomstandigheden.... 158
Gebruik van de
versnellingsbak ................. 155
Geprogrammeerd
onderhoud......................... 220
Geprogrammeerd
onderhoudsschema ............ 221
Gewichten en belastingen.... 263
Gordelspanners ................... 129
Grootlicht
– bediening ......................... 54
GSI-systeem (Gear Shift
Indicator) ........................... 8
Handbediende
airconditioning ................... 40
– onderhoud ....................... 42
Handrem ............................ 154
HBA systeem ........................ 93
HBA (systeem) ..................... 93
Hendels op het stuurwiel
– linkerhendel .................... 52
Herconfigureerbaar
multifunctioneel display ..... 8Hill Holder ........................... 91
Hill Holder (systeem) ........... 91
Hoofdairbag ....................... 147
Hoofdsteunen ....................... 32
Identificatiegegevens
– chassisnummer ............... 248
– identificatieplaatje
carrosserielak ................. 248
– motorcode ...................... 248
– typeplaatje met
identificatiegegevens....... 247
Imperiaal/skidrager.............. 87
Inbouwvoorbereiding
autoradio .......................... 100
Inbouwvoorbereiding
Isofix kinderzitje ............... 140
Inbouwvoorbereiding voor
draagbaar
navigatiesysteem ............... 101
Instrumenten
– Instrumenten ................... 4
Instrumentenpaneel.............. 4
Instrumenten (paneel)
– herconfigureerbaar
multifunctioneel display... 5
–
koelvloeistoftemperatuurmeter.6
– multifunctioneel display... 4
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
309
De lampen vervangen