Page 49 of 225

Stoelen, veiligheidssystemen47Voorstoelen
Stoelpositie9 Waarschuwing
Alleen met een correct ingestelde
stoel rijden.
■ Uw zitvlak zo dicht mogelijk naar de
rugleuning schuiven. De afstand tot
de pedalen zo instellen dat uw be‐
nen bij het intrappen van de peda‐
len licht gebogen zijn. De passa‐ giersstoel voorin zover mogelijk
naar achteren schuiven.
■ Uw schouders zo dicht mogelijk naar de rugleuning schuiven. Stel
de hoek van de rugleuning zo in dat u het stuurwiel gemakkelijk met
licht gebogen armen kunt vastpak‐
ken. Bij het verdraaien van het
stuurwiel contact blijven houden
tussen schouders en rugleuning.
De rugleuning mag niet te ver ach‐
teroverhellen. De aanbevolen hel‐
lingshoek bedraagt maximaal
ca. 25°.
■ Stuurwiel instellen 3 80.
■ Zithoogte zo instellen, dat u rondom een goed zicht hebt en alle
instrumenten goed kunt aflezen. Tussen hoofd en dakframe moet
minstens een handbreedte ruimte
zitten. De dijen moeten licht op de
zitting rusten, zonder druk uit te oe‐
fenen.
■ Hoofdsteun instellen 3 45.
■ Hoogte veiligheidsgordel instellen 3 57.■ De instelbare dijbeensteun zo in‐
stellen dat de afstand tussen de
rand van de zitting en de knieholte
ca. twee vingers breed is.
■ Lendensteun zo instellen dat deze de natuurlijke vorm van de wervel‐
kolom ondersteunt.
Stoelen verstellen9 Gevaar
Altijd op minstens 25 cm afstand
van het stuurwiel zitten zodat de
airbag veilig in werking kan treden.
9 Waarschuwing
Stoelen nooit tijdens het rijden ver‐
stellen, omdat ze ongecontroleerd kunnen bewegen.
Page 50 of 225
48Stoelen, veiligheidssystemen
Zitpositie
Aan handgreep trekken, stoel ver‐
schuiven, handgreep loslaten.
Rugleuning voorstoelen
Aan handwiel draaien. Bij het verstel‐
len de rugleuning niet belasten.
Zithoogte
Pompbeweging van de hendel
omhoog=stoel hogeromlaag=stoel lager
Page 51 of 225
Stoelen, veiligheidssystemen49
Zithoek
Aan hendel trekken, zithoek instellen
door lichaamsgewicht te verplaatsen.
Hendel loslaten en stoel hoorbaar la‐
ten vastklikken.
Lendensteun
Aan handwiel draaien. Bij het verstel‐
len de rugleuning niet belasten.
Verstelbare dijbeensteun
Toets indrukken en dijbeensteun ver‐
schuiven.
Page 52 of 225
50Stoelen, veiligheidssystemenRugleuning neerklappen
Hoofdsteun omlaagduwen.
Stoel naar achteren schuiven.
Rugleuning door het optillen van de
ontgrendelingshendel vooroverklap‐
pen en vergrendelen.
Voor het terugklappen van de rugleu‐
ning de ontgrendelingshendel optillen en de rugleuning hoorbaar vergren‐delen.
Armsteun
Opgeklapte armsteun tegen weer‐
stand in naar achteren drukken en uit‐ klappen.
Door de armsteun omhoog te trekken
kan de armsteun in meerdere stan‐
den worden gezet.
Verwarming
Afhankelijk van de gewenste verwar‐
mingscapaciteit toets ß van de des‐
betreffende stoel bij ingeschakelde
ontsteking een of meerdere malen in‐
drukken. De controlelamp in de toets
geeft de status aan.
Langdurig gebruik van de hoogste
stand wordt afgeraden voor personen
met een gevoelige huid.
De stoelverwarming werkt bij een
draaiende motor.
Page 53 of 225
Stoelen, veiligheidssystemen51Achterbank
Zitplaatsen tweede zitrij9 Waarschuwing
Bij het verstellen van de zitrij of het
instellen van de rugleuningen de
handen buiten het scharnierbereik houden.
Zitrij verschuiven
Ontgrendelingshendel naar voren du‐wen en zitrij verschuiven. Hendel los‐
laten en zitrij hoorbaar laten vastklik‐
ken.
Zitrij inklappen en naar voren
schuiven Bagagerolhoes bagageruimte zo no‐
dig verwijderen 3 71.
Schuif de hoofdsteunen omlaag
3 45.
Gordelsloten in de uitsparingen van
de zitting leggen.
Ontgrendelingshendel 1 omlaagdu‐
wen en zitkussen zo ver omhoog‐
draaien dat het vastklikt.
Ontgrendelingshendel 2 aan weers‐
kanten omlaagduwen, rugleuningen terugklappen en vergrendelen.
Aan handgreep aan de achterkant
van de middelste rugleuning trekken,
rugleuning terugklappen en vergren‐
delen.
Ontgrendelingshendel 3 induwen, zit‐
ting in voorste stand schuiven en ver‐
grendelen.
Page 54 of 225

52Stoelen, veiligheidssystemen
Voor het terugklappen de ontgrende‐
lingshendel 3 indrukken en de zitting
in de gewenste stand schuiven. Rug‐
leuning instellen en met de ontgren‐
delingshendel 1 de zitting omlaag‐
draaien. De stoelen moeten in alle
standen hoorbaar vastklikken.
Rugleuningen buitenste zitplaatsen instellen
Ontgrendelingshendel omlaagdu‐
wen, een van beide rugleuningen in‐
stellen, handgreep loslaten en leu‐
ning vergrendelen.
9 Waarschuwing
Er mogen alleen personen worden
vervoerd wanneer de rugleuning
teruggeklapt is.
9 Waarschuwing
Rijd uitsluitend met goed vergren‐
delde rugleuningen. Als dat niet
het geval is, is er een kans op let‐
sel of schade aan de lading of het
voertuig bij krachtig remmen of
een botsing.
Buitenste rugleuningen
neerklappen
Bagagerolhoes bagageruimte zo no‐
dig verwijderen 3 71.
Schuif de hoofdsteunen omlaag
3 45.
Gordelsloten in de uitsparingen van
het zitkussen leggen.
Ontgrendelingshendel omlaagdu‐
wen, rugleuningen rechtop zetten,
schuin naar voren zetten of volledig vooroverklappen en vergrendelen.
Page 55 of 225
Stoelen, veiligheidssystemen53
Voor het terugklappen de ontgrende‐
lingshendel omlaagduwen en de rug‐
leuning in de gewenste positie ver‐
grendelen.
Middelste rugleuning
neerklappen
Hoofdsteun helemaal omlaagschui‐
ven 3 45.
Gordelsloten in de uitsparingen van het zitkussen leggen.
Handgreep aan achterkant omhoog‐
trekken, leuning rechtop zetten of he‐
lemaal vooroverklappen en vergren‐
delen.
Voor het terugklappen aan hand‐
greep trekken, rechtop zetten en in
gewenste stand vergrendelen.
Een voorovergeklapte middelste rug‐
leuning kan als armsteun dienen; bo‐
vendien zitten er bekerhouders en
opbergvakken in.
Zitplaatsen derde zitrij
9 Waarschuwing
Bij het uitklappen of neerklappen
van de stoelen de handen buiten
het scharnierbereik houden.
Stoelen uitklappen
Bodemafdekking en bagagerolhoes
bagageruimte verwijderen 3 72.
De hendel naar voren duwen en de
tweede zitrij tot aan de markering
naar voren schuiven.
Page 56 of 225
54Stoelen, veiligheidssystemen
Veiligheidsgordels door de gordel‐
houders halen en de gespen in de houders steken.
9 Waarschuwing
Alvorens uit te klappen moeten
alle componenten uit de zijde‐
lingse rails verwijderd worden en
moeten de veiligheidsgordels zon‐ der ze te verdraaien in de gordel‐
ogen op de vloer van de auto vast‐
gehaakt worden.
Vanuit de bagageruimte de stoel aan
de handgreep omhoogtrekken.
Stoel naar achteren schuiven totdat
deze rechtop staat en hoorbaar vast‐
klikt. Daarbij met één hand de rugleu‐
ning aan de bovenkant ondersteu‐
nen.
Tweede zitrij in de gewenste positie
schuiven en vergrendelen.
Veiligheidsgordels 3 57.
Bagagerolhoes bagageruimte achter
de derde zitrij opbergen 3 71.
Stoelen wegklappen
Bagagerolhoes bagageruimte verwij‐
deren 3 71.
De hendel naar voren duwen en de
tweede zitrij tot aan de markering
naar voren schuiven.
Hoofdsteunen van de derde zitrij he‐
lemaal omlaagschuiven, daartoe de
borgveren indrukken om deze te ont‐
grendelen.