Page 97 of 225

Instrumenten en bedieningsorganen95
De elektronische sleutel is defect. Hetsysteem werkt alleen nog via de
noodbediening.
Brandt Storing in het systeem. Probeer het
systeem te bedienen met de reserve‐
sleutel, de afstandsbediening of de
noodbediening. Start/Stop-toets iets
langer indrukken om de ontsteking uit
te schakelen. De hulp van een werk‐
plaats inroepen.
of
Het stuurslot is nog geblokkeerd.
Stuurwiel iets heen en weer bewegen en de Start/Stop -toets indrukken.
Open&Start-systeem 3 28.
Rempedaal bedienen
j brandt geel.
Bij een auto met geautomatiseerde
versnellingsbak kan de motor alleen
met ingetrapt rempedaal worden ge‐
start. Wordt het rempedaal niet inge‐
trapt, dan brandt controlelamp
3 138.Buitenverlichting
8 brandt groen.
Brandt bij ingeschakelde buitenver‐
lichting 3 111.
Grootlicht C brandt blauw.
Brandt bij ingeschakeld grootlicht en
bij lichtsignaal 3 112.
Adaptive Forward Lighting B brandt of knippert geel.
Brandt
Storing in het systeem.
Wanneer het draaimechanisme van
de bochtverlichting uitvalt, wordt het
desbetreffende dimlicht uitgescha‐
keld en de mistlamp ingeschakeld.
De hulp van een werkplaats inroepen.
Knippert
Systeem overgeschakeld op symme‐ trisch dimlicht.Controlelamp B knippert na het in‐
schakelen van het contact ca.
4 seconden om u eraan te herinneren
dat het systeem omgeschakeld is
3 112.
Adaptief rijlicht (AFL) 3 113.
Mistlamp > brandt groen.
Brandt bij ingeschakelde mistlampen
vooraan 3 114.
Mistachterlicht r brandt geel.
Brandt bij ingeschakeld mistachter‐
licht 3 115.
Cruisecontrol
m brandt groen.
Brandt bij ingeschakeld systeem
3 146.
Geopende portieren
Q brandt rood.
Page 98 of 225
96Instrumenten en bedieningsorganen
Brandt bij geopende portieren of een
geopende achterklep.Informatiedisplays
Triple-Info-Display
Weergave van tijd, buitentempera‐
tuur en datum of infotain‐
mentsysteem als dat is ingeschakeld.
Tijd, datum en buitentemperatuur kunnen bij uitgeschakeld contact door
een korte druk op een van beide
knoppen onder het display worden
opgeroepen.
Board-Info-Display
Weergave van tijd, buitentempera‐
tuur en datum of informatie van het
infotainment-systeem.
Functies selecteren
Via het Board-Info-Display zijn func‐
ties en instellingen van het infotain‐
ment-systeem toegankelijk.
Dit gebeurt aan de hand van de me‐
nu's en toetsen van het infotainment-
systeem.
Ongebruikte menu’s worden na ca.
5 seconden automatisch verlaten.
Page 99 of 225
Instrumenten en bedieningsorganen97
Selecteren met de toetsen van het
infotainment-systeem
In het Instellingen -menu wordt met de
OK-toets de gewenste functie opge‐
roepen. Met de pijltjestoetsen worden
de instellingen veranderd.
In het BC-menu wordt met de OK-
toets de gewenste functie opgeroe‐
pen. Met de OK-toets worden de ti‐
mer bediend of de meting en bereke‐
ning opnieuw gestart.
Selecteren met het linker stelwiel op
het stuurwiel
Door het stelwiel in te drukken word
het BC-menu opgeroepen. In het BC-
menu worden de timer bediend of de
meting en berekening opnieuw ge‐
start.
Aan het stelwiel draaien om de ge‐
wenste functie op te roepen.
Systeeminstellingen
Settings -toets van het infotainment-
systeem indrukken. De menuoptie
Audio wordt weergegeven.
Met de linker pijltjestoets System op‐
roepen en met de OK-toets selecte‐
ren.
Page 100 of 225
98Instrumenten en bedieningsorganen
Automatische tijdsynchronisatie
Het RDS-signaal van de meeste FM-
zenders stelt automatisch de tijd in.
Dit is te herkennen aan } op het dis‐
play.
Sommige zenders zenden geen cor‐
rect tijdsignaal uit. Het is dan zinvol de automatische tijdsynchronisatie uit te
schakelen.
Automatische tijdsynchronisatie
deactiveren ( Clock Sync.Off ) of acti‐
veren ( Clock Sync.On ) met de pijltjes‐
toetsen.
Tijd en datum instellen
De in te stellen waarde wordt met pij‐ len gemarkeerd. Gewenste instelling
verrichten met de pijltjestoetsen.
Ontstekingslogica
Zie de handleiding bij het infotain‐
ment-systeem.
Taal instellen
Voor sommige functies kan de taal
worden geselecteerd waarin de dis‐
playmeldingen worden getoond.
Gewenste taal met de pijltjestoetsen
selecteren.
Page 101 of 225
Instrumenten en bedieningsorganen99
Maateenheden instellen
Gewenste maateenheden met de pijl‐
tjestoetsen selecteren.
Graphic-Info-Display,
Color-Info-Display
Weergave van tijd, buitentempera‐
tuur en datum of informatie van het
infotainment-systeem (als dit inge‐
schakeld is) en van de elektronische
klimaatregeling (ECC).
Het Color-Info-Display geeft de infor‐
matie in kleur weer.
De getoonde informatie en de weer‐
gave ervan hangen af van de uitvoe‐
ring van de auto en de geselecteerde
instellingen.
Functies selecteren
De functies en instellingen van het in‐ fotainment-systeem en van de elek‐
tronische klimaatregeling (ECC) zijn
via het display toegankelijk.
Selecteren gebeurt aan de hand van
de menu's en toetsen, met de meer‐
functieknop van het infotainment-sys‐
teem of met het linker stelwiel op het
stuurwiel.
Selecteren met de toetsen van het
infotainment-systeem
Page 102 of 225

100Instrumenten en bedieningsorganen
Selecteer menuopties via de menu's
en met de toetsen van het infotain‐
ment-systeem. Met de OK-toets de
gemarkeerde optie selecteren of een
commando bevestigen.
Voor het verlaten van een menu op de linker of rechter pijltjestoets drukken
om naar Terug of Main te gaan.
Selecteren met de meerfunctieknop
Om menuopties of commando's te
markeren en functiegebieden te se‐
lecteren, aan de meerfunctieknop
draaien.
Om de gemarkeerde menuoptie te
selecteren of om commando's te be‐
vestigen, de meerfunctieknop indruk‐
ken.
Om een menu te verlaten, de meer‐
functieknop naar Terug of Main
draaien en selecteren.
Selecteren met het linker stelwiel op
het stuurwiel
Eraan draaien om een menuoptie te
selecteren.
Om de gemarkeerde menuoptie te
selecteren of om commando's te be‐
vestigen, het stelwiel indrukken.
Functiegebieden
Voor ieder functiegebied bestaat er
een hoofdpagina (Main) die boven‐ aan op het display kan worden gese‐
lecteerd (niet bij het infotainmentsys‐
teem CD 30 of een portaal voor mo‐
biele telefoon):
■ audio,
■ navigatie,
■ telefoon,
■ boordcomputer.
Page 103 of 225
Instrumenten en bedieningsorganen101
Systeeminstellingen
Main-toets van het infotainment-sys‐
teem indrukken.
Settings -toets op het infotainment-
systeem indrukken. Bij het infotain‐
mentsysteem CD 30 mag geen menu geselecteerd zijn.
Tijd en datum instellen
Selecteer de menuoptie Tijd, Datum
in het menu Instellingen.
Gewenste menuopties selecteren en de instellingen uitvoeren.
Bij het aanpassen van de tijd, wordt ook de tijd van het navigatiesysteem
aangepast.
Automatische tijdsynchronisatie
Het RDS-signaal van de meeste FM-
zenders stelt automatisch de tijd in.
Sommige zenders zenden geen cor‐
rect tijdsignaal uit. Het is dan zinvol de automatische tijdsynchronisatie uit te
schakelen.
De functie wordt geactiveerd door het vakje voor Autom. tijdsynchronisatie
in het menu Tijd, Datum aan te krui‐
sen.
Taal instellen
Voor sommige functies kan de taal
worden geselecteerd waarin de dis‐
playmeldingen worden getoond.
Selecteer de menuoptie Taal in het
menu Instellingen .
Page 104 of 225
102Instrumenten en bedieningsorganen
De gewenste taal selecteren.
De keuze wordt aangeduid door een
6 voor de menuoptie.
Bij systemen met gesproken aanwij‐
zingen verschijnt na de wijziging van
de taalinstelling op het display de vraag of de meldingstaal ook moet
worden gewijzigd, zie handleiding bij
het infotainment-systeem.
Maateenheden instellen
Selecteer de menuoptie Units in het
menu Instellingen .
De gewenste eenheid selecteren.
De keuze wordt aangeduid door een
o voor de menuoptie.
Contrast instellen
(Graphic-Info-Display)
Selecteer de menuoptie Contrast in
het menu Instellingen .
De gewenste instelling bevestigen.
Displaymodus instellen
De lichtsterkte van het display hangt
af van de autoverlichting. Bovendien
kunnen als volgt aanvullende instel‐
lingen worden verricht:
Selecteer de menuoptie Dag / Nacht
in het menu Instellingen.
Automatisch aanpassing van de kleu‐
ren afhankelijk van de autoverlichting.