Page 65 of 225
Stoelen, veiligheidssystemen63Gordijnairbagsysteem
De gordijnairbags bestaan uit een air‐bag aan weerskanten in het dak‐
frame. Ze zijn te herkennen aan het
opschrift AIRBAG op de dakstijlen.
Het gordijnairbagsysteem treedt in
werking bij een voldoende krachtige
aanrijding. Het contact moet inge‐
schakeld zijn.
De kans op hoofdletsel bij een zijde‐
lingse aanrijding wordt aanzienlijk
verminderd.
Het gordijnairbagsysteem biedt geen
bescherming aan inzittenden op de
derde zitrij.
9 Waarschuwing
Lichaamsdelen of voorwerpen uit
het werkingsgebied van de airbag
houden.
De haken aan de handgrepen van het dakframe zijn alleen geschikt
om lichte kledingstukken, zonder
kleerhangers, aan op te hangen.
Geen voorwerpen in de kleding‐
stukken bewaren.
Page 66 of 225

64Stoelen, veiligheidssystemenKinderveiligheidssyste‐
men
Wij bevelen het Opel kinderveilig‐
heidssysteem aan dat specifiek voor
montage in uw auto geschikt is.
Let bij gebruik van een kinderveilig‐
heidssysteem op de volgende ge‐
bruiksaanwijzingen en montagevoor‐
schriften en houd u bovendien aan de instructies die bij het kinderveilig‐
heidssysteem werden geleverd.
Houd u altijd aan de plaatselijke of
landelijke voorschriften. In sommige landen is het gebruik van kindervei‐
ligheidssystemen op bepaalde zit‐
plaatsen verboden.
Juiste systeem selecteren De achterbank is de beste plaats om
een kinderveiligheidssysteem vast te
maken.
Vervoer kinderen zo lang mogelijk te‐
gen de rijrichting in. Hierdoor wordt de
nog erg zwakke ruggengraat van het
kind bij een ongeval minder belast.Geschikt zijn veiligheidssystemen die voldoen aan ECE 44-03 of
ECE 44-04. Raadpleeg de lokale wet-
en regelgeving voor het verplichte ge‐ bruik van kinderveiligheidssystemen.
Nooit een kind op schoot houden
wanneer u in een auto rijdt. Bij een
aanrijding zult u het kind niet langer
kunnen vasthouden.
Bij vervoer van kinderen uitsluitend
het geschikte kinderveiligheidssys‐
teem, afhankelijk van het lichaams‐
gewicht, gebruiken.
Controleer of het te monteren kinder‐
veiligheidssysteem compatibel is met het autotype.
Controleer of de montageplaats van
het kinderveiligheidssysteem in de
auto juist is.
Laat kinderen alleen aan de trottoir‐ kant van de auto uit- en instappen.
Wanneer het kinderveiligheidssys‐
teem niet in gebruik is, het met een
veiligheidsgordel vastzetten of uit de
auto verwijderen.Let op
Kinderveiligheidssystemen niet be‐ plakken of met andere materialen af‐
dekken.
Een kinderveiligheidssysteem dat
tijdens een aanrijding werd belast
moet worden vervangen.
Page 67 of 225

Stoelen, veiligheidssystemen65Inbouwposities kinderveiligheidssystemen
Toegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een kinderveiligheidssysteem
Gewichts- of leeftijdsgroep 1)
Op passagiers‐
stoelOp buitenste
zitplaatsen
tweede zitrijOp middelste
zitplaats
tweede zitrijOp zitplaatsen
derde zitrijGroep 0: tot en met 10 kg of ca. 10 maanden
Groep 0+: tot 13 kg of ca. 2 jaarXU, +UXGroep I: 9 tot 18 kg of circa. 8 maanden tot 4 jaarXU, +, ++UUFGroep II: 15 tot 25 kg of circa. 3 tot 7 jaar
Groep III: 22 tot 36 kg of circa. 6 tot 12 jaarXUUUFU=Universeel bruikbaar in combinatie met een driepuntsveiligheidsgordel.UF=Universeel bruikbaar voor naar voren gerichte kinderveiligheidssystemen in combinatie met een driepuntsveilig‐
heidsgordel.+=Autostoel met ISOFIX -bevestiging verkrijgbaar. Bij bevestiging met ISOFIX mogen alleen de voor de auto goedge‐
keurde ISOFIX-kinderveiligheidssystemen gebruikt worden.++=Autostoel met ISOFIX-bevestiging verkrijgbaar. Bij bevestiging met ISOFIX en Top-Tether mogen alleen de voor de
auto goedgekeurde ISOFIX-kinderveiligheidssystemen gebruikt worden.X=Kinderveiligheidssystemen zijn in deze gewichtsgroep niet toegestaan.1) U wordt geadviseerd een systeem te blijven gebruiken totdat het kind de bovenste gewichtsgrens heeft bereikt.
Page 68 of 225
66Stoelen, veiligheidssystemen
Toegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een ISOFIX-kinderveiligheidssysteem
GewichtsklasseMaatklasseBevestigingOp passagiers‐
stoelOp buitenste
zitplaatsen
tweede zitrijOp middelste
zitplaats tweede
zitrijOp zitplaatsen
derde zitrijGroep 0: tot 10 kgEISO/R1XILXXGroep 0+: tot 13 kgEISO/R1XILXXDISO/R2XILXXCISO/R3XILXXGroep I: 9 tot 18 kgDISO/R2XILXXCISO/R3XILXXBISO/F2XIL, IUFXXB1ISO/F2XXIL, IUFXXAISO/F3XIL, IUFXXIL=Geschikt voor bepaalde ISOFIX veiligheidssystemen uit de categorieën 'specifieke auto', 'beperkt' of 'semi-univer‐
seel'. Het ISOFIX veiligheidssysteem moet goedgekeurd zijn voor het specifieke autotype.IUF=Geschikt voor voorwaarts gerichte ISOFIX kinderveiligheidssystemen uit de universele categorie, goedgekeurd
voor deze gewichtsklasse.X=Geen ISOFIX kinderveiligheidssysteem goedgekeurd voor deze gewichtsklasse.
Page 69 of 225
Stoelen, veiligheidssystemen67
ISOFIX-maatklasse en zitgelegenheidA - ISO/F3=Voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse
9 tot 18 kg.B - ISO/F2=Voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kg.B1 - ISO/F2X=Voorwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse 9 tot 18 kg.C - ISO/R3=Achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kinderen met max. lengte in de gewichtsklasse tot 18 kg.D - ISO/R2=Achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor kleinere kinderen in de gewichtsklasse tot 18 kg.E - ISO/R1=Achterwaarts gericht kinderveiligheidssysteem voor jonge kinderen in de gewichtsklasse tot 13 kg.
Page 70 of 225
68Stoelen, veiligheidssystemenIsofix-
kinderveiligheidssystemen
Bevestig de voor de auto goedge‐
keurde ISOFIX-kinderveiligheidssys‐
temen aan de bevestigingsbeugels.
ISOFIX veiligheidssystemen voor
specifieke auto's worden in de tabel
aangeduid met IL.
Top-tether-kinderveilig‐
heidssystemen
Top-Tether-kinderveiligheidssys‐
teem aan de bevestigingsogen van
de tweede zitrij bevestigen. Daarbij
moet de bijbehorende gordel tussen
de glijstangen van de hoofdsteun lo‐
pen.
Bij de bevestiging met ISOFIX en
Top-Tether mogen de algemeen voor
ISOFIX goedgekeurde kinderveilig‐
heidssystemen worden gebruikt.
Page 71 of 225
Opbergen69OpbergenOpbergruimten............................. 69
Bagageruimte .............................. 71
Dakdragersysteem ....................... 77
Beladingsinformatie .....................78Opbergruimten
Opbergvakken9 Waarschuwing
Berg geen zware of scherpe ob‐
jecten in de opbergruimten op. An‐ ders kan de klep van de opberg‐
ruimte open gaan en kunnen de
inzittenden bij krachtig remmen,
plotseling afslaan of een ongeval
letsel door rondslingerende voor‐
werpen oplopen.
Handschoenenkastje
Het handschoenenkastje heeft een
pennenhouder.
Het handschoenenkastje tijdens het
rijden gesloten houden.
Bekerhouders
Er zitten bekerhouders in de midden‐
console, in de portieren en in de ach‐
terste zijpanelen.
Page 72 of 225
70Opbergen
Er zitten meer bekerhouders in de
naar voren geklapte middelste rug‐
leuning.
Opbergvak voor
(zonne)bril
Neerklappen en openen.
Geen zware voorwerpen in het op‐
bergvakje leggen.
Opbergvak onder
passagiersstoel
Opbergvak aan handgreepuitsparing
optillen en uittrekken. Maximale be‐
lasting: 1,5 kg. Om te sluiten, induwen
en vastklikken.