Page 209 of 431

207Rijden
Standen van de selectiehendel
N.
Neutral (neutraalstand).
R.
Reverse (achteruitversnelling).
1 t /m 6.
Versnellingen bij sequentieel
schakelen.
AUTO.
Gaat branden als u kiest voor
automatische bediening en gaat
uit als u kiest voor sequentiële
bediening.
Weergave op het instrumentenpaneel
Starten van de auto
De aanduiding N
op het display
knippert als u de motor probeert te
starten zonder dat de selectiehendel in
de stand N
staat.
)
Selecteer de stand N
.
)
Houd het rempedaal ingetrapt.
)
Start de motor.
Op het display van het
instrumentenpaneel verschijnt de
aanduiding N
.
)
Selecteer de automatische bediening
(stand A
), de sequentiële bediening
(stand M
) of de achteruitversnelling
(stand R
).
)
Zet de handrem vrij als deze niet
automatisch wordt bediend.
)
Laat het rempedaal geleidelijk los.
)
Geef gas.
Op het display van het
instrumentenpaneel verschijnen de
aanduidingen AUTO
en 1
, 1
of R
.
Tijdens het starten van de motor moet
het rempedaal worden ingetrapt.
Als bij het starten van de
motor het rempedaal niet
wordt ingetrapt, brandt op het
instrumentenpaneel het pictogram Voet
op het rempedaal
in combinatie met
een geluidssignaal en een melding op
het display.
Page 210 of 431

Trap om krachtig te accelereren
(bijvoorbeeld voor een
inhaalmanoeuvre) het gaspedaal met
kracht in, tot voorbij het zware punt.
Tijdelijk zelf schakelen
U kunt tijdelijk zelf schakelen met de flippers
"+"
et "-"
: als het motortoerental het toestaat,
wordt de gevraagde versnelling ingeschakeld.
Met deze functie kunt u anticiperen op
bepaalde rijsituaties, zoals het inhalen van een
auto of een bocht in de weg.
Als de flippers enige tijd niet meer gebruikt
worden, gaat de versnellingsbak weer over op
de automatische stand.
Handbediende stand
)
Selecteer de stand A
.
Automatische bediening
Op het display van het
instrumentenpaneel verschijnen
de aanduiding AUTO
en de
ingeschakelde versnelling.
De versnellingsbak werkt automatisch,
zonder dat u zelf hoeft te schakelen. De
versnellingsbak kiest voortdurend de meest
geschikte versnelling, afhankelijk van de
volgende parameters:
- optimaal brandstofverbruik,
- rijstijl,
- profiel van de weg,
- belading van de auto.
)
Selecteer de stand M
.
De ingeschakelde versnellingen verschijnen
achtereenvolgend op het display van het
instrumentenpaneel.
Het schakelen naar een andere
versnelling is alleen mogelijk als het
motortoerental dit toestaat. Het is niet noodzakelijk om bij het schakelen
het gaspedaal los te laten.
Bij het remmen of het verminderen van
de snelheid schakelt de versnellingsbak
automatisch terug, zodat de juiste versnelling
is geselecteerd op het moment dat u het
gaspedaal weer intrapt.
Bij krachtig accelereren wordt de hoogste
versnelling niet ingeschakeld als de bestuurder
de flippers achter het stuur niet bedient.
Selecteer tijdens het rijden nooit de
neutraalstand N
.
Selecteer de neutraalstand N
nooit
tijdens het rijden.
De stand kan op elk gewenst
moment worden veranderd door de
selectiehendel in de stand A
of juist in
de stand M
te zetten (al naar gelang
welke stand is ingeschakeld).
Page 211 of 431

209Rijden
Stilzetten van de auto
Storing
Als de aanduiding AUTO
bij het aanzetten
van het contact gaat knipperen, in combinatie
met een geluidssignaal en een melding op
het display, duidt dit op een storing in de
versnellingsbak.
Laat dit zo snel mogelijk controleren door het
CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Selecteer wanneer u de auto met
draaiende motor stilzet altijd de
neutraalstand N
.
Controleer voordat u werkzaamheden
onder de motorkap uitvoert altijd of de
selectiehendel in de neutraalstand N
staat en de handrem is aangetrokken.
Trek de handrem stevig aan om de
auto volledig te blokkeren, behalve
wanneer de handrem automatisch
wordt bediend.
Voordat u de motor afzet, kunt u:
- de selectiehendel in de stand N
zetten om
de neutraalstand te selecteren,
of
- een versnelling ingeschakeld laten. In dat
geval kan de auto niet worden verplaatst. Selecteer de achteruitversnelling (stand R
)
uitsluitend als de auto volledig stilstaat en de
voet op het rempedaal wordt gehouden.
)
Selecteer de stand R
.
Als op lage snelheid de achteruitversnelling
wordt ingeschakeld, knippert het lampje
N
en wordt automatisch de neutraalstand
ingeschakeld. Zet de selectiehendel in de stand
N
en vervolgens weer in de stand R
om de
achteruitversnelling in te schakelen.
Trek in beide gevallen altijd de handrem
aan
om de auto volledig stil te zetten (als de
handrem niet in de automatische stand staat
ingesteld).
Achteruitversnelling
Bij het inschakelen van de
achteruitversnelling klinkt een
geluidssignaal.
Page 212 of 431

Automatische versnellingsbak
Schakelpatroon
Bij de 6 -traps automaat kunt u kiezen uit
automatische bediening, aangevuld met de
programma's Sport en Sneeuw. U kunt met de
selectiehendel ook handmatig schakelen.
Deze versnellingsbak heeft vier
gebruiksmogelijkheden:
- automatisch schakelen
: het schakelen
wordt elektronisch aangestuurd,
- programma Sport
: dit schakelprogramma
maakt een meer dynamische rijstijl mogelijk,
- programma Sneeuw
: dit
schakelprogramma vereenvoudigt het
rijden op een ondergrond met weinig grip,
- handmatig schakelen
: deze stand maakt
het zelf schakelen met de selectiehendel
mogelijk.
1.
Selectiehendel.
2.
Toets "S"
(Spor t)
.
3.
To e t s " 7
" (Sneeuw)
.
Selectiehendel
P.
Parkeerstand.
- Stilzetten van de auto, met of zonder
aangetrokken parkeerrem.
- Starten van de motor.
R.
Achteruitversnelling.
- Achteruitrijden, stilstaande auto, stationair
toerental.
N.
Neutraalstand.
- Stilzetten van de auto, met aangetrokken
parkeerrem.
- Starten van de motor.
D.
Automatische werking.
M+ / -
. Zelf schakelen tussen de zes
versnellingen.
)
Beweeg de selectiehendel kort naar voren
om op te schakelen.
of
)
Beweeg de selectiehendel kort naar
achteren om terug te schakelen.
Weergave op het instrumentenpaneel
Wanneer u de selectiehendel door het
schakelpatroon beweegt, verschijnt
het desbetreffende pictogram op het
instrumentenpaneel.
P.
Parking (parkeerstand).
R.
Reverse (achteruitversnelling).
N.
Neutral (neutraalstand).
D.
Drive (automatisch schakelen).
S.
Programma Sport
.
7
. Programma Sneeuw
.
1 t /m 6.
Ingeschakelde versnellingen bij
handmatig schakelen.
-.
Ongeldige waarde bij handmatig schakelen.
Page 213 of 431