Page 49 of 431

47Controle tijdens het rijden
Service
tijdelijk, in combinatie
met een melding. Er is een kleine storing opgetreden
waarbij geen specifiek controlelampje
gaat branden. Identificeer de storing met behulp van de melding op
het display, bijvoorbeeld:
- het openen van de portieren, achterklep of
motorkap,
- het motorolieniveau,
- de batterij van de afstandsbediening,
- de bandenspanning,
- verstopping van het roetfilter op dieseluitvoeringen
(zie hoofdstuk "Controles / Roetfilter") .
Raadpleeg bij andere storingen het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
permanent, in
combinatie met een
melding en een
geluidssignaal. Er is een ernstige storing opgetreden
waarbij geen specifiek controlelampje
gaat branden. Identificeer de storing met behulp van de melding op
het display en raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Roetfilter
(Diesel)
permanent, in combinatie
met een geluidssignaal
en het bericht "Kans
op verstopping van het
roetfiler". Geeft aan dat het roetfilter verstopt
begint te raken. Ga als de omstandigheden het toelaten het roetfilter
regenereren door met een snelheid van meer dan
60 km/h te rijden tot het lampje dooft.
permanent, in
combinatie met een
geluidssignaal en het
bericht Additiefniveau
roetfilter te laag. Geeft aan dat het minimumniveau van
het brandstofadditief is bereikt. Laat het additiefreser voir zo snel mogelijk bijvullen
door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Page 50 of 431

Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Antiblokkeersysteem
(ABS)
permanent. Er is een storing in het
antiblokkeersysteem. De normale remwerking blijft behouden.
Rijd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg zo snel mogelijk
het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Dynamische
stabiliteitscontrole
(ESP/ASR)
knippert. De ESP-/ASR-regeling is actief. Deze functie verbetert de aandrijving en zorgt voor een
betere koersstabiliteit.
permanent, in combinatie
met het verklikkerlampje van
de toets "ESP OFF"
, een
geluidssignaal en een melding.
Storing in het ESP/ASR of de Hill Start
Assist. Laat dit nakijken door het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Zelfdiagnose
motor
knippert. Er is een storing in het
motormanagementsysteem. Kans op beschadiging van de katalysator.
Laat dit controleren door het CITROËN-netwerk of
door een gekwalificeerde werkplaats.
permanent. Er is een storing in de
emissieregeling. Het verklikkerlampje moet doven als de motor wordt gestart.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
Laag
brandstofniveau
permanent, in
combinatie met een
geluidssignaal en een
melding. Als het lampje gaat branden zit er
nog ongeveer 6 liter
brandstof in de
tank.
Vanaf dit moment worden de
laatste liters brandstof in de tank
aangesproken. Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat u met
een lege tank strandt.
Dit controlelampje gaat elke keer na het aanzetten van het
contact branden in combinatie met een geluidssignaal en
een melding zolang er niet voldoende brandstof getankt is.
Dit geluidssignaal en deze melding worden steeds vaker
herhaald naarmate het niveau "0"
dichter wordt genaderd.
Inhoud brandstoftank: ongeveer 60 liter
.
Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is, hierdoor
kunnen het emissieregelsysteem en het injectiesysteem
beschadigd raken.
Page 51 of 431

49Controle tijdens het rijden
Stuurbekrachtiging
permanent. Er is een storing met betrekking tot de
stuurbekrachtiging. Rijd voorzichtig en met lage snelheid.
Laat het systeem nakijken door het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Bandenspanning
te laag
permanent. De bandenspanning van een of
meerdere wielen is te laag. Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
De controle dient bij voorkeur bij koude banden te
worden uitgevoerd.
+
knipperend en
ver volgens permanent,
in combinatie met het
verklikkerlampje Service.
Het controlesysteem voor de
bandenspanning is defect of de
sensor van een van de wielen wordt
niet gedetecteerd. De bandenspanning wordt niet meer gecontroleerd.
Laat het systeem controleren door het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Bochtverlichting
knippert. Er is een storing in de
bochtverlichting. Laat dit controleren door het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Voet op het
rempedaal
permanent. Het rempedaal is niet ingetrapt.
Trap bij de elektronisch gestuurde versnellingsbak het
rempedaal in om de motor te starten (selectiehendel in stand N
).
Als u de handrem wilt vrijzetten zonder het rempedaal in te
trappen blijft dit lampje branden.
knippert.
Als u de auto met een elektronisch gestuurde
versnellingsbak op een helling te lang
probeert tegen te houden door het gaspedaal
in te trappen, raakt de koppeling over verhit . Gebruik het rempedaal en/of de elektrisch bediende
handrem.
Airbags
tijdelijk. Het lampje brandt gedurende enkele
seconden en dooft als het contact
wordt aangezet. Het lampje moet doven zodra de motor wordt gestart.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
permanent. Er is een storing in een van de
airbags of de pyrotechnische
gordelspanners. Laat dit controleren door het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Page 52 of 431

Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Richtingaanwijzer
links
knippert, met
geluidssignaal. Als u de lichtschakelaar omlaag
beweegt.
Richtingaanwijzer
rechts
knippert, met
geluidssignaal. Als u de lichtschakelaar omhoog
beweegt.
Parkeerlichten
permanent. De lichtschakelaar staat in de stand
"Parkeerlichten". Als de dagrijverlichting is uitgeschakeld en de lichtschakelaar in
de stand "AUTO" staat, worden de parkeerlichten ingeschakeld
zodat de kenmerkende verlichtingsvorm van de auto zichtbaar is.
Dimlicht
permanent. De lichtschakelaar staat in de stand
"Dimlicht" of in de stand "AUTO"
(bij weinig buitenlicht).
Grootlicht
permanent. Als u de lichtschakelaar naar u toe
trekt. Trek nogmaals aan de lichtschakelaar om terug te
schakelen naar dimlicht.
Mistlampen vóór
permanent. De mistlampen vóór zijn ingeschakeld. Draai de ring twee standen naar achteren om de
mistlampen vóór uit te schakelen.
Mistachterlichten
permanent. De mistachterlichten zijn
ingeschakeld. Draai de ring naar achteren om de mistachterlichten uit
te schakelen.
Alarmknipperlichten
knippert, met
geluidssignaal. De schakelaar voor de
alarmknipperlichten op het dashboard
is ingedrukt. De richtingaanwijzers links en rechts en de
bijbehorende verklikkerlampjes knipperen tegelijkertijd.
Controlelampjes ingeschakelde functies
De volgende controlelampjes geven aan dat de desbetreffende functie is ingeschakeld.
Het lampje kan branden in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het display.
Page 53 of 431

51Controle tijdens het rijden
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Handrem
permanent. De handrem is aangetrokken of niet
goed vrijgezet. Zet de handrem vrij zodat het controlelampje uitgaat;
trap het rempedaal in.
Houd u aan de veiligheidsvoorschriften.
Raadpleeg de rubrieken "Handrem" en "Elektrische
parkeerrem" voor meer informatie over de handrem.
Elektrische
parkeerrem
permanent
. De elektrische parkeerrem is
aangetrokken. Zet de elektrische parkeerrem vrij zodat het
verklikkerlampje uitgaat: trap het rempedaal in en trek
aan de hendel van de elektrische parkeerrem.
Houd u aan de veiligheidsvoorschriften.
Raadpleeg het hoofdstuk "Rijden" voor meer informatie
over de elektrische parkeerrem.
Uitschakeling van
de automatische
werking van
de elektrische
parkeerrem
permanent
. De functies "automatisch aantrekken"
(bij het afzetten van de motor) en
"automatisch ontgrendelen" zijn
uitgeschakeld of werken niet. Activeer de functie (volgens land van bestemming)
via het configuratiemenu van de auto of raadpleeg het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Voorgloeien
dieselmotor
permanent. Het contactslot staat in de tweede
stand (Contact). Wacht met starten tot het controlelampje uitgaat.
De wachttijd is afhankelijk van de
weersomstandigheden (in extreme gevallen
30 seconden).
Als de motor niet wil aanslaan, zet dan het contact af.
Zet het contact dan weer aan en wacht opnieuw tot het
lampje uitgaat voordat u de motor start.
Page 54 of 431

Dimmer
dashboardverlichting
permanent. De lichtsterkte wordt ingesteld. U kunt de lichtsterkte instellen van 1 tot 16.
Airbag aan
passagierszijde
permanent op het
display van de
verklikkerlampjes voor
de veiligheidsgordels
en de airbag vóór aan
passagierszijde. De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand " ON ".
De passagiersairbag vóór is
geactiveerd.
Plaats in dit geval geen kinderzitje
met de rug in de rijrichting op de stoel
van de voorpassagier. Zet de schakelaar in de stand "OFF"
om de
passagiersairbag vóór uit te schakelen.
In dit geval kunt u een kinderzitje met de rug in de
rijrichting plaatsen.
Automatische
ruitenwissers
permanent. De ruitenwisserschakelaar is naar
beneden bewogen. De automatische stand van de ruitenwissers vóór is
geactiveerd.
Beweeg om de automatische stand van de
ruitenwissers te deactiveren de hendel omlaag of zet
de hendel in een andere stand.
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Stop & Start
permanent. Het Stop & Start-systeem heeft
de motor in de STOP-stand gezet
(verkeerslicht, stopbord, opstopping,
enz.). Het lampje gaat uit en de motor wordt automatisch
gestart als u wilt wegrijden.
knippert enkele
seconden en gaat
dan uit. De STOP-stand is nu niet
beschikbaar.
of
De motor wordt automatisch in de
START-stand gezet. Raadpleeg voor meer informatie over de
bijzonderheden van de STOP- en START-stand de
rubriek "Stop & Start".
Parkeerplaatsassistent
permanent. De parkeerplaatsassistent is
geselecteerd. Bedien de richtingaanwijzer naar de kant waar u een
parkeerplaats wilt meten en zorg dat u niet harder dan
20 km/h rijdt. Er verschijnt een bericht op het display
als de meting klaar is.
Page 55 of 431
53Controle tijdens het rijden
Passagiersairbag
permanent, op
het display van de
verklikkerlampjes voor
de veiligheidsgordels
en de airbag vóór aan
passagierszijde. De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand " OFF
".
De airbag vóór aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
Zet de schakelaar in de stand " ON
" om de airbag vóór
aan passagierszijde in te schakelen.
Bevestig in dit geval op deze zitplaats geen kinderzitje
met de rug in de rijrichting.
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld.
Soms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een bericht op het multifunctionele display.
Page 56 of 431

Bij het aanzetten van het contact wordt de
onderhoudsinformatie en het motorolieniveau
gedurende enkele seconden tegelijkertijd
weergegeven.
Motorolieniveaumeter
Een controle van het olieniveau is
alleen betrouwbaar als de auto op een
vlakke, horizontale ondergrond staat
en de motor minstens 30 minuten niet
heeft gedraaid.
Olieniveau correct
Te weinig olie
Als de aanduiding "OIL"
knippert of er een
speciale melding op het display verschijnt in
combinatie met het verklikkerlampje ser vice
en een geluidssignaal, is het motorolieniveau
te laag.
Controleer het olieniveau met de peilstok. Als
blijkt dat het olieniveau te laag is, moet olie
worden bijgevuld om te voorkomen dat ernstige
motorschade ontstaat.
Storing motorolieniveaumeter
Als de aanduiding "OIL --"
knippert of wanneer
er een melding op het display verschijnt, duidt
dit op een storing in de motorolieniveaumeter.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
2 merktekens op de peilstok:
- A
= maxi: het oliepeil mag
nooit boven het niveau A
uitkomen (kans op schade
aan de motor),
- B
= mini: als het oliepeil niet
boven het niveau B uitkomt,
moet het voor de motor van
uw auto voorgeschreven
type motorolie worden
bijgevuld via de vuldop.
Oliepeilstok
Raadpleeg het hoofdstuk "Controles" voor
de plaats van de peilstok en het bijvullen van
motorolie voor het motortype van uw auto.