Page 385 of 431

383
VEELGESTELDE VRAGEN
VRAAG
ANTWOORD
OPLOSSING
Er is een verschil in
geluidskwaliteit tussen
de verschillende
geluidsbronnen (radio,
CD...).
Voor een optimaal luistergenot kunt u de audio-instellingen (volume,
bassen, hoge tonen, klankkleur, loudness) voor elke geluidsbron
afzonderlijk instellen. Hierdoor kunnen bij het selecteren van een andere
geluidsbron (radio, CD...) verschillen in de geluidskwaliteit hoorbaar zijn. Controleer of de audio-instellingen (volume,
bassen, hoge tonen, klankkleur, loudness) zijn
afgestemd op de verschillende geluidsbronnen.
Het is raadzaam de AUDIO-functies (bassen,
hoge tonen, balans V-A, balans L-R) in de
middelste stand te zetten, de klankkleur "Geen"
te selecteren en de functie Loudness in de stand
"Actief" te zetten als de CD-speler is geselecteerd
en in de stand "Inactief" te zetten als de radio is
geselecteerd.
Bij het veranderen van
de bassen en hoge
tonen wordt de gekozen
klankkleur uitgeschakeld.
Bij het veranderen van
de klankkleur worden de
bassen en de hoge tonen
op 0 gezet. De klankkleur is gekoppeld aan de bassen en hoge tonen. Het is niet
mogelijk dit afzonderlijk van elkaar in te stellen. Stel de bassen en hoge tonen of de klankkleur
naar eigen wens in.
Bij het veranderen
van de balans wordt
de geluidsverdeling
uitgeschakeld. De geluidsverdeling is gekoppeld aan de balans. Het is niet mogelijk dit
afzonderlijk van elkaar in te stellen. Stel de balans in of kies een geluidsverdeling naar
eigen wens. In de volgende tabellen vindt u een antwoord op veelgestelde vragen.
Page 386 of 431

VEELGESTELDE VRAGEN
VRAAG
ANTWOORD
OPLOSSING
De ontvangstkwaliteit
van de beluisterde
radiozender neemt
geleidelijk af of de
voorkeuzezenders
kunnen niet worden
ontvangen (geen
geluid, 87,5 Mhz wordt
weergegeven...). De auto bevindt zich te ver van de zender van het beluisterde radiostation
of er bevindt zich geen zender in het gebied waarin de auto zich bevindt. Activeer de functie RDS om het systeem te laten
controleren of er een sterkere zender in het
gebied aanwezig is.
De omgeving (bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.)
veroorzaakt storingen in de ontvangst, ook als de RDS-functie is
ingeschakeld. Dit is een normaal verschijnsel en heeft niets te
maken met een storing in de autoradio.
De antenne is niet aanwezig of beschadigd (bijvoorbeeld in een wasstraat
of parkeergarage). Laat de antenne controleren door het CITROËN-
netwerk.
Het geluid van de radio
valt 1 tot 2 seconden
weg. Het RDS zoekt tijdens deze korte onderbreking van het geluid naar een
eventuele sterkere zender voor een betere ontvangst van het station. Schakel de RDS-functie uit als dit verschijnsel zich
te vaak en steeds op hetzelfde traject voordoet.
De functie TA
(verkeersinformatie) is
ingeschakeld, maar ik krijg
geen verkeersinformatie
te horen. De geselecteerde radiozender maakt geen deel uit van het regionale
netwerk van zenders die verkeersinformatie uitzenden. Stem af op een zender die wel verkeersinformatie
uitzendt.
De voorkeuzezenders
kunnen niet worden
ontvangen (geen
geluid, 87,5 Mhz wordt
weergegeven...). Het verkeerde golfbereik is geselecteerd. Druk op de toets BAND om het golfbereik
te vinden waarin de voorkeuzezenders zijn
opgeslagen.
Page 387 of 431

385
VEELGESTELDE VRAGEN
VRAAG
ANTWOORD
OPLOSSING
De CD wordt steeds
uitgeworpen of kan niet
worden afgespeeld door
de CD-speler. De CD is ondersteboven in de speler geplaatst, kan niet worden gelezen,
bevat geen audiobestanden of bevat audiobestanden die niet door de
autoradio gelezen kunnen worden.
De CD is voorzien van een beveiligingssysteem dat niet door de
autoradio wordt herkend.
- Controleer of de CD met de juiste zijde boven in
de speler is geplaatst.
- Controleer de staat van de CD: de CD kan niet
worden gelezen als deze te veel is beschadigd.
- Controleer de inhoud van de CD als deze zelf
is gebrand: raadpleeg de tips in het hoofdstuk
Audio.
- De CD-speler van de autoradio kan geen DVD's
afspelen.
- De kwaliteit van sommige zelfgebrande CD's
is onvoldoende om deze door de autoradio te
laten afspelen.
De CD-speler levert een
slechte geluidskwaliteit. De gebruikte CD is gekrast of van slechte kwaliteit. Gebruik alleen CD's van goede kwaliteit en berg
ze zorgvuldig op.
De audio-instellingen (bassen, hoge tonen, klankkleur) zijn niet op de
CD-speler afgestemd. Zet het niveau van de bassen of de hoge tonen op
0, zonder een klankkleurte selecteren.
Het lukt niet om mijn
Bluetooth-telefoon te
koppelen. Mogelijk is de Bluetooth-functie van de telefoon uitgeschakeld of is het
toestel niet zichtbaar voor andere apparatuur.
- Controleer of de Bluetooth-functie van uw
telefoon is ingeschakeld.
- Controleer in de instellingen van de telefoon
of deze zichtbaar is voor alle apparaten.
De Bluetooth-telefoon is niet compatibel met het systeem. U kunt controleren of uw telefoon compatibel is op
www.citroen.nl (Services)
De Bluetooth-verbinding
wordt onderbroken. De batterijspanning van de randapparatuur is misschien te laag. Laad de batterij van de randapparatuur op.
Page 388 of 431

VEELGESTELDE VRAGEN
VRAAG
ANTWOORD
OPLOSSING
Op het display wordt
de melding "Storing
USB-randapparatuur"
of "Randapparatuur niet
herkend" weergegeven. De USB-stick wordt niet herkend.
De stick is misschien defect. Formateer de stick opnieuw (FAT 32).
Een telefoon wordt
automatisch aangesloten
als een verbinding met
een andere telefoon
wordt verbroken. Automatisch verbinding maken heeft voorrang op handmatig verbinding
maken. Verander de instellingen van de telefoon om het
automatisch verbinding maken uit te schakelen.
De Apple
®-speler wordt
bij het aansluiten op de
USB-aansluiting niet
herkend. De Apple® -speler is niet compatibel met de USB-aansluiting. Sluit de Apple®-speler met een geschikte kabel
(niet meegeleverd) via de AUX-ingang aan.
Als ik mijn Apple
®
of BlackBerry ® op
de USB-aansluiting
aansluit, verschijnen er
waarschuwingsmeldingen
over het elektrische
verbruik van de USB-poort. Tijdens het opladen is het stroomverbruik van deze smartphones hoger
dan de maximale capaciteit van de USB-aansluiting (500 mA).
De harde schijf of andere
randapparatuur wordt
bij het aansluiten op de
USB-aansluiting niet
herkend. Sommige schijven en randapparatuur hebben meer stroom nodig dan de
voeding die de radio levert. Sluit de randapparatuur op het 230 V- stopcontact,
de 12 V-aansluiting of een externe voedingsbron
aan.
Let op:
controleer of de randapparatuur zelf geen
signaal van meer dan 5 V afgeeft (kans op schade).
Tijdens streaming audio
wordt het geluid tijdelijk
onderbroken. Sommige telefoons geven voorrang aan de handsfree-signaalverbinding. Schakel de "handsfree"-verbinding uit voor een
betere weergave van de streaming-audio.
Page 389 of 431
387
VEELGESTELDE VRAGEN
VRAAG
ANTWOORD
OPLOSSING
Bij het lezen tijdens
"Shuffl e uitgebreid"
worden sommige
nummers overgeslagen. De "Shuffl e uitgebreid" kan maximaal 999 nummers lezen.
Na het afzetten van
de motor wordt de
radio na enkele
minuten automatisch
uitgeschakeld. Als de motor is afgezet, blijft de radio nog werken zolang de laadtoestand
van de accu dat toestaat.
Het automatisch uitschakelen duidt erop dat de eco-modus van de
autoradio is geactiveerd om te voorkomen dat de accu van de auto
ontladen raakt. Start de motor om de accu op te laden.
De melding "het
audiosysteem is
oververhit" verschijnt op
het display. Om het audiosysteem te beschermen tegen een te hoge
omgevingstemperatuur, activeert de autoradio automatisch een
thermische beveiliging die het geluidsvolume verlaagt of de CD-speler
uitschakelt. Schakel het audiosysteem enkele minuten uit om
het systeem te laten afkoelen.
Page 390 of 431
Index
Zoeken via afbeeldingen - Trefwoordenregister
Page 391 of 431
Page 392 of 431

Buitenkant
Sleutel met afstandsbediening 100 -106
- openen / sluiten
- diefstalbeveiliging
- starten
- batterij
Bediening verlichting 124-128
Verstelling koplampen 130
Follow me home-verlichting 127, 128
Instapverlichting 129
Meedraaiende koplampen 131-132
Lampen ver vangen 263 -267
- verlichting vóór
- mistlampen vóór
- zijknipperlichten
Ruitenwis ser sc hakelaar 13 3 -137
Ruitenwisserbladen ver vangen 281
Buitenspiegels 95-96
Dodehoekdetectie 222-224
P o r t i e r e n 112 -113
- openen / sluiten
- noodbediening
Veilig ver voeren van kinderen 175
R u i t b e d i e n i n g 115 -11 6
A l a r m 1 0 9 -111
Brandstoftank 117-119
Vulpistoolrestrictie 120
Accessoires 287-288
Allesdragers 282
Hulpsystemen bij het remmen 180 -181
Stabiliteitscontrolesystemen 181-182
Bandenspanningscontrole 216 -217
Bandenspanning 254, 297
Bagageruimte 114
Bandenreparatieset 250-254
Wiel ver wisselen 255 -261
- gereedschap
- uitbouwen / inbouwen
Sneeuwkettingen 262
Lampen ver vangen 268 -270
- achterlicht
- 3e remlicht
- kentekenplaatverlichting
Parkeerhulp 232-233
Parkeerplaatsassistent 230-231
Trekhaak 285-286
Slepen 283-284