Page 169 of 431
167Veilig vervoeren van kinderen
Kinderzitje achterin
"Rug in de rijrichting"
Schuif als u een kinderzitje "met de rug in de
rijrichting" achterin
plaatst de voorstoel naar
voren en zet de rugleuning van de voorstoel
rechtop, zodat het kinderzitje de voorstoel niet
raakt.
"Gezicht in de rijrichting"
Schuif als u een kinderzitje "met het gezicht
in de rijrichting" achterin
plaatst de voorstoel
naar voren en zet de rugleuning van de
voorstoel rechtop, zodat de benen van het kind
de voorstoel niet raken.
Middelste zitplaats achter
Een kinderzitje met steun mag nooit op de
middelste zitplaats achter
worden bevestigd.
Controleer of de veiligheidsgordel goed
strak staat. Controleer bij kinderzitjes
met een standaard of deze goed op de
vloer steunt.
Page 170 of 431
Door CITROËN aanbevolen kinderzitjes
CITROËN levert een complete reeks kinderzitjes met artikelnummer die met een
driepuntsveiligheidsgordel
kunnen worden vastgemaakt:
Groep 0+: vanaf de geboor te tot 13 kg
Groep 1, 2 en 3: van 9 tot 36 kg
L1
"RÖMER Baby-Safe Plus"
Wordt met de rug in de
rijrichting geplaatst.
L2
"KIDDY Comfort Pro"
Voor het ver voer van jonge
kinderen (van 9 tot 18 kg)
is het gebruik van de
gordelbeschermer verplicht.
Groep 2 en 3: van 15 tot 36 kg
L4
"KLIPPAN Optima"
Vanaf ongeveer 6 jaar (vanaf 22 kg): gebruik alleen de zitverhoging.
L5
"RÖMER KIDFIX"
Kan aan de ISOFIX-verankeringen van de auto worden bevestigd.
Het kind wordt beschermd door de veiligheidsgordel.
Page 171 of 431
169Veilig vervoeren van kinderen
Tabel voor het bevestigen van kinderzitjes met veiligheidsgordel
Overeenkomstig de Europese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen met de veiligheidsgordel van een universeel
gehomologeerd kinderzitje (a) in uw auto, gerangschikt naar het gewicht van het kind en de plaats in de auto.
Plaats
Gewicht van het kind/ leeftijdsindicatie
Tot 13 kg
(groep 0 (b) en 0+)
Tot ± 1 jaar
9 tot 18 kg
(groep 1)
Van ± 1 tot ± 3 jaar
15 tot 25 kg
(groep 2)
Van ± 3 tot ± 6 jaar
22 tot 36 kg
(groep 3)
Van ± 6 tot ± 10 jaar
Passagiersstoel vóór (c)
- vast
U(R1)
U(R1)
U(R1)
U(R1)
- in hoogte verstelbare stoel
U(R2)
U(R2)
U(R2)
U(R2)
Buitenste zitplaatsen achter (d)
U
U
U
U
Middelste zitplaats achter (d)
X
X
X
X
Page 172 of 431

(a) Universeel kinderzitje: kinderzitje dat in alle
auto's met de veiligheidsgordel kan worden
bevestigd.
(b) Groep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg. Op
de passagiersplaats vóór kan geen reiswieg
of kinderbedje voor in de auto worden
bevestigd.
(c) Raadpleeg de wetgeving in uw land alvorens
een kinderzitje op deze plaats te bevestigen.
(d) Als u een kinderzitje met de rug of
het gezicht in de rijrichting op een
achterzitplaats bevestigt, moet u de
voorstoel naar voren schuiven en de
rugleuning er van rechtop zetten zodat er
voldoende ruimte is voor het kinderzitje en
de benen van het kind.
Ver wijder de hoofdsteun en berg
hem op alvorens een kinderzitje met
een rugleuning te bevestigen op een
zitplaats. Plaats de hoofdsteun terug
zodra het kinderzitje is ver wijderd.
U
: plaats geschikt voor het bevestigen van een
universeel goedgekeurd kinderzitje met de
veiligheidsgordel. Kinderzitje geplaatst met
de rug in de rijrichting of het gezicht in de
rijrichting.
U(R1)
: als U
, waarbij de rugleuning van de stoel
zo ver mogelijk rechtop moet staan.
U(R2)
: als U
, waarbij de stoel in de hoogste
stand en zo ver mogelijk naar achteren
moet staan.
X
: niet geschikt voor het plaatsen van
een kinderzitje voor de aangegeven
gewichtsklasse.
Page 173 of 431

171Veilig vervoeren van kinderen
Uw auto voldoet aan de nieuwste ISOFIX-
normen
.
De hieronder aangegeven zitplaatsen zijn
uitgerust met de voorgeschreven ISOFIX-
bevestigingen:
ISOFIX-bevestigingen
Elke zitplaats is voorzien van drie
bevestigingsringen:
- twee bevestigingsringen A
, die zich tussen
de rugleuning en de zitting van de zitplaats
bevinden, aangegeven met een markering,
- één met een markering aangegeven
bevestigingsring B
achter de stoel, To p
Te t h e r
genoemd, voor de bevestiging van
de bovenste riem.
De ISOFIX-bevestigingen zorgen voor een
veilige, degelijke en snelle montage van het
kinderzitje in uw auto.
De ISOFIX-kinderzitjes
zijn voorzien van twee
sloten die aan de twee bevestigingsringen A
kunnen worden verankerd.
Sommige kinderzitjes zijn bovendien voorzien
van een bovenste bevestigingsriem
die kan
worden vastgemaakt aan de bevestigingsring B
. Bij een onjuist geplaatst kinderzitje kan
het kind bij een aanrijding ernstig letsel
oplopen.
Houd u nauwkeurig aan de
montagevoorschriften die zijn vermeld in de
gebruiksaanwijzing van het kinderzitje.
Raadpleeg het overzicht voor de bevestiging
van ISOFIX-kinderzitjes in uw auto, waarin
staat vermeld welke kinderzitjes voor welke
zitplaatsen geschikt zijn. Voor u een ISOFIX-kinderzitje op de
linker achterstoel kunt plaatsen, moet
u eerst de middelste veiligheidsgordel
achter naar het midden van de auto
duwen op een zodanige manier dat de
gordel normaal blijft werken.
- voer de riem van het kinderzitje achter de
rugleuning van de zitplaats langs, tussen
de openingen voor de pennen van de
hoofdsteun door,
- bevestig de aansluiting van de bovenste
riem aan het bevestigingsoog B
,
- trek de bovenste riem strak.
Om het kinderzitje aan de TOP TETHER
te
bevestigen:
- ver wijder de hoofdsteun van de zitplaats
waarop u het kinderzitje wilt plaatsen en berg
de hoofdsteun op (plaats de hoofdsteun terug
zodra het kinderzitje is ver wijderd),
Page 174 of 431
Door CITROËN aanbevolen en voor uw auto gehomologeerd
ISOFIX-kinderzitje
Dit kinderzitje kan ook worden bevestigd op zitplaatsen die niet zijn voorzien van ISOFIX-bevestigingen.
Het is in dat geval verplicht het kinderzitje met de normale driepunts veiligheidsgordel op de zitplaats van de auto te bevestigen.
Volg bij het plaatsen van het kinderzitje de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van het zitje.
ISOFIX-kinderzitje met TOP TETHER
"RÖMER Duo Plus ISOFIX"
(gewichtsgroep B1
)
Groep 1: van 9 tot 18 kg
Dit wordt uitsluitend met het gezicht in de rijrichting geplaatst.
Wordt bevestigd aan de ogen A
en, met behulp van de bovenste riem, aan het oog B
, genaamd
TOP TETHER.
Drie standen: rechtop, ruststand en ligstand.
Page 175 of 431

173Veilig vervoeren van kinderen
Overzicht van zitplaatsen geschikt voor ISOFIX-kinderzitjes
Overeenkomstig de Europese wetgeving geeft het overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen van een ISOFIX-kinderzitje op een plaats in de
auto voorzien van ISOFIX-bevestigingen.
Bij universele en semi-universele ISOFIX-kinderzitjes wordt de ISOFIX-maat op het kinderzitje naast het ISOFIX-logo aangegeven met een
letter ( A
t /m G
).
IUF:
zitplaats geschikt voor de bevestiging van een universeel gehomologeerd ISOFIX- kinderzitje met het
gezicht in de rijrichting en een bovenste riem.
IL-SU:
zitplaats geschikt voor de bevestiging van een semi-universeel gehomologeerd ISOFIX-kinderzitje:
- rug in de rijrichting voorzien van een bovenste riem of een steun,
- gezicht in de rijrichting voorzien van een steun,
- reiswieg voorzien van een bovenste riem of een steun.
Raadpleeg de paragraaf "Isofix-bevestigingen" voor meer informatie over de bevestiging van de bovenste
riem.
*
Op de passagiersplaats vóór kan geen reiswieg of kinderbedje voor in de auto worden bevestigd.
**
De ISOFIX-reiswieg, die wordt bevestigd aan de onderste ISOFIX-bevestigingen van een zitplaats, neemt de gehele achterbank in beslag.
Gewicht van het kind
/ leeftijdsindicatie
Tot 10 kg
(groep 0)
Tot ca.
6 maanden
Tot 10 kg
(groep 0)
Tot 13 kg
(groep 0+)
Tot ca. 1 jaar
Van 9 tot 18 kg (groep 1)
Van 1 tot ca. 3 jaar
Ty p e I S O F I X- k i n d e r z i t j e
Reiswieg
*
"rug in de rijrichting"
"rug in de rijrichting"
"gezicht in de rijrichting"
ISOFIX-maat
F
G
C
D
E
C
D
A
B
B1
ISOFIX-kinderzitjes universeel en
semi-universeel geschikt voor bevestiging
op
de buitenste zitplaatsen achter
IL-SU
**
IL-SU
IL-SU
IUF
IL-SU
Ver wijder de hoofdsteun en berg
hem op alvorens een kinderzitje
met een rugleuning te bevestigen
op een passagiersstoel. Plaats de
hoofdsteun terug zodra het kinderzitje
is ver wijderd.
Page 176 of 431

Adviezen voor kinderzitjes
De onjuiste bevestiging van een kinderzitje
brengt de veiligheid van het kind in gevaar
bij een aanrijding.
Controleer of er geen veiligheidsgordel of
gesp van de veiligheidsgordel onder het
kinderzitje zit; dat zou de stabiliteit van het
zitje in gevaar kunnen brengen.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels
of het tuigje van het kinderzitje, zelfs bij
korte ritten, worden vastgemaakt waarbij
de speling ten opzichte van het lichaam
van het kind zoveel mogelijk moet worden
beperkt.
Zorg er bij het bevestigen van het
kinderzitje met de veiligheidsgordel voor
dat de veiligheidsgordel correct tegen het
kinderzitje is gespannen en dat de gordel
het kinderzitje stevig op zijn plaats houdt.
Schuif de passagiersstoel, wanneer deze
versteld kan worden, indien nodig naar
voren. Zorg er voor een optimale bevestiging
van het kinderzitje "met het gezicht in de
rijrichting" voor dat de afstand tussen de
rugleuning van het zitje en de rugleuning
van de stoel van de auto zo klein mogelijk
is. Laat indien mogelijk de rugleuning van
het zitje tegen de rugleuning van de stoel
aandrukken.
Ver wijder de hoofdsteun alvorens een
kinderzitje met een rugleuning te plaatsen
op een passagiersstoel.
Berg de hoofdsteun zorgvuldig op om te
voorkomen dat de hoofdsteun door de auto
vliegt bij krachtig afremmen. Plaats de
hoofdsteun terug zodra het kinderzitje is
ver wijderd.
Plaatsen van een
stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van de
veiligheidsgordel moet over de schouder
van het kind liggen zonder de hals te raken.
Controleer of de heupgordel goed over de
bovenbenen van het kind ligt.
CITROËN beveelt aan een stoelverhoger
met rugleuning te gebruiken voorzien
van een gordelgeleider ter hoogte van de
schouder.
Laat uit veiligheidsover wegingen:
- geen kinderen zonder toezicht achter in
een auto,
- nooit een kind of een dier in een auto
achter wanneer alle ruiten gesloten zijn
en de auto in de zon staat,
- de sleutels nooit binnen bereik van de
kinderen achter in de auto.
Gebruik de kindersloten om te voorkomen
dat de portieren en de portierruiten achter
per ongeluk geopend worden.
Zorg er voor dat de portierruiten achter niet
verder dan voor 1/3 deel geopend worden.
Plaats zonneschermen om uw jonge
kinderen tegen de zon te beschermen.
Laat bij de achterzitplaatsen altijd
voldoende ruimte tussen de voorstoel en:
- het kinderzitje "met de rug in de
rijrichting",
- de voeten van het kind in het kinderzitje
"met het gezicht in de rijrichting".
Schuif daartoe de voorstoel naar voren
en zet de rugleuning er van, indien nodig,
rechter op.
Kinderen voorin
De regelgeving met betrekking tot het
ver voer van kinderen op de passagiersstoel
vóór is per land verschillend. Raadpleeg de
in uw land geldende regelgeving.
Schakel de airbag aan passagierszijde
uit zodra een kinderzitje met de rug in de
rijrichting op de voorstoel wordt geplaatst.
Het kind kan anders bij het afgaan van de
airbag levensgevaarlijk gewond raken.