Page 417 of 431

3Onderhoud
Motorolieniveau
Als u ziet dat het oliepeil boven het merkteken
A
of onder het merkteken B
ligt, star t de
motor dan niet
.
- Als het oliepeil boven het merkteken MAXI
ligt (kans op motorschade), neem dan
contact op met het CITROËN-netwerk of
met een gekwalificeerde werkplaats.
- Als het oliepeil lager is dan het merkteken
MINI
, vul dan altijd motorolie bij.
Het motorolieniveau kan bij aangezet
contact worden gecontroleerd via de
motorolieniveaumeter op het instrumentenpaneel
(volgens uitvoering) of met de oliepeilstok.
Het is normaal dat u tussen twee onderhoudsbeurten
door olie moet bijvullen. CITROËN adviseert u om
elke 5000 km het olieniveau te controleren en, indien
nodig, olie bij te vullen.
Controle met de oliepeilstok
Raadpleeg de rubriek "Benzinemotor" of
"Dieselmotor" om te zien waar de oliepeilstok
zich bevindt in de motorruimte van uw auto.
)
Trek aan het gekleurde uiteinde om de
oliepeilstok volledig uit de schacht te
trekken.
)
Veeg de peilstok af met een schone, niet
pluizende doek.
)
Steek de oliepeilstok weer volledig in de
schacht en trek hem er weer uit om het
oliepeil te controleren: het oliepeil is correct
als het tussen de merktekens A
en B
ligt.
A
= MA XI
B
= MINI
Eigenschappen van de olie
Controleer voordat u olie bijvult of ververst of
de motorolie die u wilt gebruiken overeenkomt
met de door de fabrikant aanbevolen motorolie
voor uw auto en motoruitvoering.
Motorolie bijvullen
Raadpleeg de rubriek "Benzinemotor" of
"Dieselmotor" om te zien waar de olievuldop
zich bevindt in de motorruimte van uw auto.
)
Draai de dop van de vulopening.
)
Giet de olie voorzichtig in de opening om
morsen op motoronderdelen te voorkomen
(dit kan brand veroorzaken).
)
Wacht enkele minuten en controleer
ver volgens nogmaals het oliepeil met de
peilstok.
)
Vul indien nodig nog olie bij.
)
Draai nadat u het oliepeil nogmaals hebt
gecontroleerd de dop zorgvuldig op de
vulopening en steek de peilstok weer in de
schacht.
Na het bijvullen zal de olieniveaumeter op het
dashboard bij het aanzetten van het contact na
30 minuten de juiste waarde aangeven.
Olie verversen
Raadpleeg het garantie- en onderhoudsboekje
voor het verversingsinterval voor uw auto.
Om een verminderde betrouwbaarheid van de
motor en de emissieregeling te voorkomen, is
het gebruik van additieven in de motorolie niet
toegestaan.
De controle van het motorolieniveau is
alleen betrouwbaar als de auto op een
horizontale ondergrond staat en de motor
ten minste 30 minuten niet heeft gedraaid.
Page 418 of 431

12Onderhoud
Motorolieniveau
Als u ziet dat het oliepeil boven het merkteken A of onder het merkteken B ligt, star t de motor dan niet . - Als het oliepeil boven het merkteken MAXI ligt (kans op motorschade), neem dan contact op met het CITROËN-netwerk of met een gekwalificeerde werkplaats. - Als het oliepeil lager is dan het merkteken MINI , vul dan altijd motorolie bij.
Het motorolieniveau kan bij aangezet contact worden gecontroleerd via de motorolieniveaumeter op het instrumentenpaneel (volgens uitvoering) of met de oliepeilstok.
Het is normaal dat u tussen twee onderhoudsbeurten door olie moet bijvullen. CITROËN adviseert u om elke 5000 km het olieniveau te controleren en, indien nodig, olie bij te vullen.
Controle met de oliepeilstok
Raadpleeg de rubriek "Benzinemotor" of "Dieselmotor" om te zien waar de oliepeilstok zich bevindt in de motorruimte van uw auto. ) Trek aan het gekleurde uiteinde om de oliepeilstok volledig uit de schacht te trekken. ) Veeg de peilstok af met een schone, niet pluizende doek. ) Steek de oliepeilstok weer volledig in de schacht en trek hem er weer uit om het oliepeil te controleren: het oliepeil is correct als het tussen de merktekens A en B ligt.
A = MA XI
B = MINI
Eigenschappen van de olie
Controleer voordat u olie bijvult of ververst of de motorolie die u wilt gebruiken overeenkomt met de door de fabrikant aanbevolen motorolie voor uw auto en motoruitvoering.
Motorolie bijvullen
Raadpleeg de rubriek "Benzinemotor" of "Dieselmotor" om te zien waar de olievuldop zich bevindt in de motorruimte van uw auto. ) Draai de dop van de vulopening. ) Giet de olie voorzichtig in de opening om morsen op motoronderdelen te voorkomen (dit kan brand veroorzaken). ) Wacht enkele minuten en controleer ver volgens nogmaals het oliepeil met de peilstok. ) Vul indien nodig nog olie bij. ) Draai nadat u het oliepeil nogmaals hebt gecontroleerd de dop zorgvuldig op de vulopening en steek de peilstok weer in de schacht.
Na het bijvullen zal de olieniveaumeter op het dashboard bij het aanzetten van het contact na 30 minuten de juiste waarde aangeven.
Olie verversen
Raadpleeg het onderhoudsschema van de fabrikant voor het verversingsinterval voor uw auto.
Maak om een verminderde betrouwbaarheid van de motor en de emissieregeling te voorkomen nooit gebruik van additieven in de motorolie.
De controle van het motorolieniveau is alleen betrouwbaar als de auto op een horizontale ondergrond staat en de motor ten minste 30 minuten niet heeft gedraaid.
Page 419 of 431

13Onderhoud
Additief AdBlue® en SCR-systeem
voor BlueHDi-dieselmotoren
Om het milieu zo min mogelijk te belasten en om aan de nieuwe Euro 6 -norm te voldoen, heeft CITROËN er voor gekozen zijn auto's met dieselmotor te voorzien van een systeem waarbij het roetfilter (FAP) wordt gecombineerd met een SCR-systeem (Selective Catalytic Reduction) voor de behandeling van de uitlaatgassen zonder dat de prestaties veranderen of het brandstofverbruik toeneemt.
Als het AdBlue® -reservoir leeg is, zorgt een wettelijk verplicht systeem ervoor dat de motor niet opnieuw kan worden gestart. Als het SCR-systeem niet goed werkt, stoot uw auto te veel schadelijke stoffen uit, waardoor hij niet meer aan de Euro 6 -emissienorm voldoet. Neem bij een storing in het SCR- systeem zo snel mogelijk contact op met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats: na 1100 km wordt een systeem geactiveerd dat het opnieuw starten van de motor blokkeert.
SCR-systeem
Met behulp van het additief AdBlue® , dat ureum bevat, zet een katalysator tot 85% van de stikstofoxides (NOx) om in stikstof en water, stoffen die onschadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu.
Het additief AdBlue® bevindt zich in een specifiek reser voir onder de bagageruimte, aan de achterzijde van de auto. Het reser voir heeft een inhoud van 17 liter, goed voor een actieradius van ongeveer 20.000 km voordat een waarschuwingssysteem u meldt dat u met de resterende hoeveelheid additief nog maximaal 2400 km kunt rijden.
Om er voor te zorgen dat het SCR-systeem goed blijft werken, wordt bij elke periodieke onderhoudscontrole aan uw auto in het CITROËN-netwerk of bij een gekwalificeerde werkplaats het reservoir van het additief AdBlue® bijgevuld.
Als u ver wacht tussen twee periodieke onderhoudscontroles meer dan 20.000 km te rijden, raden wij u aan het reser voir tussentijds te laten bijvullen door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Bevriezing van het additief AdBlue ®
Het additief AdBlue® bevriest bij temperaturen lager dan ongeveer -11°C. Het SCR-systeem is voorzien van een voorver warmingssysteem voor het AdBlue® -reservoir waardoor u ook in zeer koude omstandigheden kunt blijven rijden.
Page 420 of 431

14Onderhoud
Het wettelijk verplichte startblokkeringssysteem wordt automatisch geactiveerd zodra het AdBlue® -reservoir leeg is.
Actieradiusindicatoren
Zodra het contact wordt aangezet en als de reser vevoorraad van het AdBlue® -reservoir is aangesproken of een storing in het SCR-systeem is gesignaleerd, verschijnt een indicator die aangeeft hoeveel kilometer u nog ongeveer kunt rijden voordat het opnieuw starten van de motor automatisch wordt geblokkeerd. Als gelijktijdig een storing wordt gesignaleerd en het AdBlue® -niveau laag is, wordt de laagste actieradius weergegeven.
Als de motor mogelijk niet opnieuw kan worden gestart door een te laag AdBlue® -niveau
Actieradius groter dan 2400 km Als het contact wordt aangezet, wordt er niet automatisch een melding over de actieradius weergegeven op het instrumentenpaneel.
Druk bij het instrumentenpaneel type 2 op deze knop om de actieradius tijdelijk weer te geven.
Instrumentenpaneel type 1
Actieradius tussen 600 en 2400 km
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het verklikkerlampje UREA branden in combinatie met een geluidssignaal en de tijdelijk op het instrumentenpaneel weergegeven melding "NO START IN" en een afstand die aangeeft hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met de resterende hoeveelheid additief voordat het starten van de motor wordt geblokkeerd - (bijv.: "NO START IN 1500 km" betekent dat na 1500 km het starten van de motor wordt geblokkeerd). Tijdens het rijden wordt deze melding elke 300 km weergegeven zolang er geen additief is bijgevuld. Neem contact op met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om het additief AdBlue® te laten bijvullen. U kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren. Raadpleeg de rubriek "Bijvullen".
Bij een actieradius van meer dan 5000 km is de waarde minder nauwkeurig.
Instrumentenpaneel type 1
Instrumentenpaneel type 2
Page 421 of 431

15Onderhoud
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het verklikkerlampje SERVICE branden en knippert het verklikkerlampje UREA in combinatie met een geluidssignaal en de tijdelijk op het instrumentenpaneel weergegeven melding "NO START IN" en een afstand die aangeeft hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met de resterende hoeveelheid additief voordat het starten van de motor wordt geblokkeerd - (bijv.: "NO START IN 600 km" betekent dat na 600 km het starten van de motor wordt geblokkeerd). Tijdens het rijden wordt deze melding elke 30 seconden weergegeven zolang er geen additief is bijgevuld. Neem contact op met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om het additief AdBlue® te laten bijvullen. U kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren. Raadpleeg de rubriek "Bijvullen". Als niet op tijd additief wordt bijgevuld, kan de motor niet meer worden gestart.
Actieradius tussen 0 en 600 km
Als het contact wordt aangezet, gaat het verklikkerlampje SERVICE branden en knippert het verklikkerlampje UREA in combinatie met een geluidssignaal en de tijdelijk op het instrumentenpaneel weergegeven melding "NO START IN" en de afstand 0 km of mijl - ("NO START IN 0 km" betekent dat het starten van de motor is geblokkeerd). Het AdBlue® -reservoir is leeg: het wettelijk verplichte startblokkeringssysteem voorkomt dat de motor opnieuw wordt gestart.
Storing in verband met een te laag AdBlue ® -niveau
Om de motor weer opnieuw te kunnen starten, raden wij u aan contact op te nemen met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om de benodigde hoeveelheid additief te laten bijvullen. Als u zelf additief bijvult, moet het reser voir met minimaal 3,8 liter AdBlue® worden gevuld. Raadpleeg de rubriek "Bijvullen".
Page 422 of 431

16Onderhoud
Instrumentenpaneel type 2
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het verklikkerlampje UREA branden in combinatie met een geluidssignaal en een melding (bijvoorbeeld " Vul brandstofadditief bij: Starten geblokkeerd binnen 1500 km") die aangeeft hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met de resterende hoeveelheid additief. Tijdens het rijden wordt de melding elke 300 km weergegeven zolang er geen additief is bijgevuld. Neem contact op met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om het additief AdBlue® te laten bijvullen. U kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren. Raadpleeg de rubriek "Bijvullen".
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het verklikkerlampje SERVICE branden en knippert het verklikkerlampje UREA in combinatie met een geluidssignaal en een melding (bijvoorbeeld " Vul brandstofadditief bij: Starten geblokkeerd binnen 600 km") die aangeeft hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met de resterende hoeveelheid additief. Tijdens het rijden wordt de melding elke 30 seconden weergegeven zolang er geen additief is bijgevuld. Neem contact op met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om het additief AdBlue® te laten bijvullen. U kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren. Raadpleeg de rubriek "Bijvullen". Als niet op tijd additief wordt bijgevuld, kan de motor niet meer worden gestart.
Als het contact wordt aangezet, gaat het verklikkerlampje SERVICE branden en knippert het verklikkerlampje UREA in combinatie met een geluidssignaal en de melding " Vul brandstofadditief bij: Starten geblokkeerd". Het AdBlue® -reservoir is leeg: het wettelijk verplichte startblokkeringssysteem voorkomt dat de motor opnieuw wordt gestart.
Om de motor weer opnieuw te kunnen starten, raden wij u aan contact op te nemen met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om de benodigde hoeveelheid additief te laten bijvullen. Als u zelf additief bijvult, moet het reser voir met minimaal 3,8 liter AdBlue® worden gevuld. Raadpleeg de rubriek "Bijvullen".
Storing in verband met een te laag AdBlue® -niveau Actieradius tussen 0 en 600 km Actieradius tussen 600 en 2400 km
Page 423 of 431

17Onderhoud
Instrumentenpaneel type 1
De verklikkerlampjes UREA, SERVICE en zelfdiagnose motor gaan branden in combinatie met een geluidssignaal en de melding "Storing emissieregeling". De waarschuwing wordt tijdens het rijden gegeven als de storing voor de eerste keer wordt gedetecteerd en vervolgens steeds bij het aanzetten van het contact zolang de storing niet is verholpen.
Als een storing in het SCR-systeem wordt gedetecteerd
Er wordt automatisch een startblokkeringssysteem geactiveerd als meer dan 1100 km is gereden nadat een storing in het SCR-systeem is bevestigd. Laat het systeem zo snel mogelijk controleren door het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
In het geval van een tijdelijke storing verdwijnt de waarschuwing tijdens de volgende rit na controle van de zelfdiagnose van het SCR-systeem.
Als een storing wordt gedetecteerd
Als een storing in het SCR-systeem is bevestigd (nadat 50 km is gereden ter wijl de melding van de storing permanent wordt weergegeven), gaan de verklikkerlampjes SERVICE en zelfdiagnose motor branden en knippert het verklikkerlampje UREA in combinatie met een geluidssignaal en de tijdelijk op het instrumentenpaneel weergegeven melding "NO START IN" en een afstand die aangeeft hoeveel kilometer of mijl u nog met de resterende hoeveelheid additief kunt rijden voordat het starten van de motor wordt geblokkeerd - (bijv.: "NO START IN 600 km" betekent dat na 600 km het starten van de motor wordt geblokkeerd).
Tijdens de geautoriseerde rijfase (tussen 1100 km en 0 km)
Tijdens het rijden wordt deze melding elke 30 seconden weergegeven zolang de storing in het SCR-systeem niet is verholpen. De waarschuwing wordt opnieuw weergegeven zodra het contact wordt aangezet. Neem zo snel mogelijk contact op met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. Als u dit niet doet, kan de motor niet meer worden gestart.
Page 424 of 431

18Onderhoud
Star ten geblokkeerd
Om de motor weer te kunnen starten, is het noodzakelijk dat u contact opneemt met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Elke keer dat het contact wordt aangezet, gaan de verklikkerlampjes SERVICE en zelfdiagnose motor branden en knippert het verklikkerlampje UREA in combinatie met een geluidssignaal en de tijdelijk op het instrumentenpaneel weergegeven melding "NO START IN" en de afstand 0 km of mijl - ("NO START IN 0 km" betekent dat het starten van de motor is geblokkeerd).
U hebt de limiet van de geautoriseerde rijfase overschreden: het startblokkerringssysteem voorkomt dat de motor opnieuw wordt gestart.
Instrumentenpaneel type 2
Als een storing in het SCR-systeem wordt gesignaleerd
Er wordt automatisch een startblokkeringssysteem geactiveerd als meer dan 1100 km is gereden nadat de storing in het SCR-systeem is gesignaleerd. Laat het systeem zo snel mogelijk controleren door het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
De verklikkerlampjes UREA, SERVICE en zelfdiagnose motor gaan branden in combinatie met een geluidssignaal en de melding "Storing emissieregeling". De waarschuwing wordt tijdens het rijden gegeven als de storing voor de eerste keer wordt gesignaleerd en vervolgens steeds bij het aanzetten van het contact zolang de storing niet is verholpen.
Als een storing wordt gesignaleerd
In het geval van een tijdelijke storing verdwijnt de waarschuwing tijdens de volgende rit na controle van de zelfdiagnose van het SCR-systeem.