Page 25 of 324

vervolgens met uw andere hand de
sleutel eruit te trekken.
2. Steek het uiteinde van de nood-
sleutel of een platte schroevendraaier,
maat 2, in de sleuf en wrik de twee
helften van de afstandsbediening
voorzichtig los. Let erop dat u de af-
dichting tijdens het openen niet be-schadigt.
3. Verwijder de batterij door het dek-
sel aan de achterzijde te draaien (bat-
terij naar beneden gekeerd). Tik met
de afstandsbediening op een stevig
oppervlak zoals een tafel o.i.d. en ver-
vang de batterij. Let bij het vervangen
van de batterij op dat het + teken opde batterij overeenkomt met het +
teken aan de binnenzijde van de bat-
terijhouder op de achterste afdekking.
Raak de nieuwe batterij niet met uw
vingers aan. Door vettigheid op de
huid kan de werking verslechteren.
Als u een batterij hebt aangeraakt,
maakt u deze schoon met een kleine
hoeveelheid reinigingsalcohol.
4. Om de sleutelhouder weer te slui-
ten drukt u de twee helften op elkaar.
Algemene informatie
De afstandsbediening en signaalont-
vangers werken op een draaggolffre-
quentie van 433,92 MHz, zoals is
voorgeschreven in de EU. Deze appa-
ratuur moet zijn gecertificeerd con-
form de specifieke regelgeving in elk
land. Er gelden twee normen: ETS
(European Telecommunication
Standard) 300–220, van toepassing
in de meeste landen, en de Duitse
richtlijn BZT 225Z125, die steunt op
de norm ETC 300–220, maar daar-naast nog enkele specifieke bepalin-
gen heeft. De overige bepalingen wor-
den vermeld in de Europese Richtlijn
95/56/EC, Bijlage VI. De apparatuur
moet voldoen aan de volgende voor-
waarden:
De apparatuur mag geen hinder-
lijke storingen veroorzaken.
De apparatuur moet eventuele ont- vangen storingen kunnen verwer-
ken, inclusief storingen die kunnen
leiden tot een foutieve werking.
Als uw afstandsbediening niet goed
werkt vanaf een normale afstand,
controleer dan het volgende.
1. De batterij in de afstandsbediening
is leeg. De verwachte levensduur van
de batterij bedraagt minimaal drie
jaar.
2. De nabijheid tot radiozendappara-
tuur als een zendmast, een luchtha-
venzender en sommige mobiele ra-
dio's of 27 MC zendapparatuur.
19
Page 26 of 324

PORTIERVERGRENDELINGHANDMATIGE
PORTIERVERGRENDELING
Als u alle portieren wilt vergrendelen,
drukt u de portiervergrendelknop op
ieder bekledingspaneel omlaag. Als u
de voorportieren wilt ontgrendelen,
trekt u de binnenhandgreep in de eer-
ste klikstand. Als u de achterportieren
wilt ontgrendelen, trekt u de portier-
vergrendelknop op het bekledings-
paneel omhoog.
Wanneer de vergrendelknop is inge-
drukt als u het portier sluit, is het
portier vergrendeld. Zorg daarom dat
de sleutelhouder niet binnen in de
auto is voordat u het portier dichtdoet.
WAARSCHUWING!
Voor uw persoonlijke veiligheid enbeveiliging in geval van een onge-
luk moet u de portieren tijdens het
rijden vergrendelen en wanneer u
het voertuig parkeert en verlaat.
Verwijder altijd uw sleutelhouder
bij het verlaten van het voertuig
en doe uw voertuig op slot.
Laat nooit kinderen alleen in een
auto achter of daar waar ze toe-
gang tot een niet afgesloten autohebben.
Kinderen zonder toezicht in een
auto achterlaten is om verschil-
lende redenen gevaarlijk. Kinde-
ren of derden kunnen ernstige of
dodelijke verwondingen oplopen.
Waarschuw kinderen dat ze niet
aan de handrem, het rempedaal of
de versnellingspook mogen ko-men.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Laat de sleutelhouder niet achter
in of in de buurt van de auto en
laat Keyless Enter-N-Go niet in de
stand ACC of ON/RUN staan. Een
kind zou de elektrische raambe-
diening of andere schakelaars
kunnen bedienen of de auto in
beweging kunnen brengen.
Centrale portiervergrendeling
Op het bekledingspaneel van beide
voorportieren vindt u een knop voor
elektrische portiervergrendeling. Met
deze schakelaar kunt u de portieren
vergrendelen en ontgrendelen.
Portiervergrendelknop
Schakelaar centrale
portiervergrendeling
20
Page 27 of 324

De portieren kunnen ook worden ver-
grendeld en ontgrendeld met het
Keyless Enter-N-Go (Passive Entry)
systeem. Raadpleeg voor meer infor-
matie "Keyless Enter-N-Go" in "Za-
ken die u moet weten voordat u de
motor start".
Wanneer u op de schakelaar van de
portiervergrendeling drukt als het
contact in de stand ACC of ON/RUN
staat en een voorportier is geopend,
zal de centrale portiervergrendeling
niet werken. Hierdoor wordt voorko-
men dat u per ongeluk de sleutelhou-
der achterlaat in de auto. De centrale
portiervergrendeling wordt weer in-
geschakeld door het contact naar de
stand OFF te draaien of het portier te
sluiten. Als een portier is geopend en
het contact staat in de stand ACC of
ON/RUN, klinkt een geluidssignaal
om u eraan te herinneren de sleutel-
houder te verwijderen. Automatische
portiervergrendeling (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
De automatische portiervergrendeling
is standaard uitgeschakeld. Wanneer
deze ingeschakeld is, worden de por-tieren automatisch vergrendeld als de
rijsnelheid hoger is dan 24 km/u. De
automatische portiervergrendeling
kan door de erkende dealer in of bui-
ten werking worden gesteld op schrif-
telijk verzoek van de klant. Bezoek uw
erkende servicedealer.
Automatisch portieren
ontgrendelen bij uitstappen
Bij auto's met elektrische vergrende-
ling worden de portieren automatisch
ontgrendeld, wanneer:
1. de functie voor het automatische
ontgrendelen van de portieren bij uit-
stappen is ingeschakeld.
2. de auto in de versnelling staat en
de auto tot stilstand is gekomen,
3. de versnellingsbak in NEUTRAL
of PARK staat,
4. het bestuurdersportier is geopend,
5. de portieren niet al eerder werden
ontgrendeld,
6. de auto stilstaat.
Programmeren van de functie
automatisch portieren
ontgrendelen bij uitstappen
Raadpleeg om de actuele instellingen
te veranderen "Uconnect Touch™ in-
stellingen" in "Uw instrumentenpa-
neel begrijpen" voor meer informatie. OPMERKING:
Gebruik de functie voor het auto-
matisch ontgrendelen van portie-
ren in overeenstemming met de
plaatselijke geldende wettelijkevoorschriften.
KINDERSLOTEN —
ACHTERPORTIEREN
Voor de veiligheid van kleine kinde-
ren die meerijden op de achterste zit-
plaatsen, zijn de achterportieren uit-
gerust met een kinderslot.
Activeren en deactiveren van het kinderslot
1. Open het achterportier.
2. Steek het uiteinde van de nood-
sleutel in het slot en draai de sleutel
naar de stand LOCK (vergrendelen)
of UNLOCK (ontgrendelen).
21
Page 28 of 324

3. Herhaal stappen 1 en 2 voor het
andere achterportier.WAARSCHUWING!
Zorg dat bij een aanrijding niemand
in de auto wordt opgesloten. Vergeet
niet dat u de achterportieren uitslui-
tend vanaf de buitenzijde kunt ope-
nen wanneer het kinderslot is geac-
tiveerd.
OPMERKING:
Ga als volgt te werk om de auto bij
noodgevallen ook vanaf de achter-
ste zitplaatsen te kunnen verlaten
terwijl het kinderslot is geacti-
veerd: trek de portiervergrendel-
knop met de hand omhoog naar de
ontgrendelde stand, doe het raam
omlaag en open het portier via debuitenhandgreep. KEYLESS ENTER-N-GO
Het Passive Entry-systeem biedt ver-
beteringen ten opzichte van het sys-
teem met afstandsbediening (RKE)
en is een functie van Keyless Enter-N-
Go. Met deze functie kunt u de portie-
ren van uw auto vergrendelen en ont-
grendelen zonder dat u op de
afstandbediening de vergrendel- en
ontgrendelknoppen hoeft in te druk-ken. OPMERKING:
Passive Entry kan ON/OFF (aan/
uit) worden geprogrammeerd,
raadpleeg voor meer informatie
"Uconnect Touch™ instellin-
gen" in "Uw instrumentenpa-
neel begrijpen".
Als u handschoenen draagt of als de portierhandgreep met
Passive Entry is natgeregend, is
het mogelijk dat de handgreep
minder gevoelig wordt en daar-
door langzamer ontgrendelt.
Als de auto wordt ontgrendeld met de afstandsbediening of
Passive Entry en er wordt bin-
nen 60 seconden geen portier ge- opend, worden de portieren
weer vergrendeld en wordt (voor
bepaalde uitvoeringen/
markten) het alarmsysteem in-geschakeld.
Ontgrendelen vanaf debestuurderszijde:
Houd een geldige afstandsbediening
met Passive Entry binnen 1,5 m van
de handgreep van het bestuurderspor-
tier en pak deze handgreep vast om
het bestuurdersportier automatisch te
ontgrendelen. De vergrendelknop aan
de binnenzijde van de portieren zal
omhoog komen wanneer het portier
wordt ontgrendeld. OPMERKING:
Als "Unlock All Doors 1st Press"
(ontgrendel alle portieren na één
Functie kinderslot
Handgreep van het
bestuurdersportier vastpakken
22
Page 29 of 324

keer drukken) is geprogram-
meerd, zullen alle portieren ont-
grendelen wanneer u de hand-
greep van het bestuurdersportier
vasthoudt. Raadpleeg voor het kie-
zen tussen "Unlock Driver Door
1st Press" en "Unlock All Doors 1st
Press", "Uconnect Touch™ instel-
lingen" in "Uw instrumentenpa-
neel begrijpen" voor meer infor-matie.
Ontgrendelen vanaf de passagierszijde:
Houd een bijbehorende afstandsbe-
diening met Passive Entry binnen
1,5 m van de handgreep van het voor-
ste passagiersportier en pak deze
handgreep vast om alle vier portieren
automatisch te ontgrendelen. De ver-
grendelknop aan de binnenzijde van
de portieren zal omhoog komen wan-
neer het portier wordt ontgrendeld. OPMERKING:
Alle portieren worden ontgrendeld
wanneer de handgreep van het
voorste passagiersportier wordt
vastgepakt, ongeacht de gewenste
ontgrendelinstelling van het be-
stuurdersportier ("Unlock DriverDoor 1st Press" (ontgrendel alle
portieren na één keer drukken) of
"Unlock All Doors 1st Press" (ont-
grendel alle portieren na één keerdrukken)).
Onbedoeld vergrendelen van
afstandsbediening met Passive
Entry in de auto voorkomen
Om te voorkomen dat een afstandsbe-
diening met Passive Entry onbedoeld
wordt ingesloten in de auto, is het
Passive Entry-systeem uitgerust met
een automatische portierontgrende-
lingsfunctie, die in werking treedt
wanneer de contactschakelaar in de
stand OFF staat.
Als een van de autoportieren is ge-
opend en de portierpaneelschakelaar
wordt gebruikt om de auto te vergren-
delen, zal het voertuigsysteem, na het
sluiten van alle portieren, controleren
of er binnen of buiten de auto geldige
afstandsbedieningen met Passive En-
try aanwezig zijn. Als een van af-
standsbedieningen met Passive Entry
wordt gedetecteerd binnen de auto en
er geen andere geldige afstandsbedie-
ning met Passive Entry wordt gede-
tecteerd buiten de auto, ontgrendelt
het Passive Entry-systeem automa-
tisch alle portieren en zal er drie keer
een claxonsignaal klinken (bij de
derde poging worden ALLE portieren
vergrendeld en kan de afstandsbedie-
ning met Passive Entry worden inge-
sloten in de auto). OPMERKING:
De portieren worden alleen ont-
grendeld als zij zijn vergrendeld
met de portierpaneelschakelaar,
als een geldige afstandsbediening
met Passive Entry in het voertuig
wordt gedetecteerd en er geen gel-
dige afstandsbediening met Pas-
sive Entry buiten het voertuig
wordt gedetecteerd. De portieren
worden niet ontgrendeld onder de
volgende omstandigheden:
De portieren zijn vergrendeld
met de afstandsbediening.
De portieren zijn vergrendeld via de vergrendelknop op de
Passive Entry-portierhandgrepen.
De portieren zijn handmatig vergrendeld met de portierver-grendelknoppen.
23
Page 30 of 324

Er bevindt zich een geldige Pas-sive Entry-afstandsbediening
buiten het voertuig en binnen
1,5 m van één van de PassiveEntry-portiergrepen.
U heeft drie keer geprobeerd de portieren te vergrendelen via de
portierpaneelschakelaar en ver-
volgens de deuren te sluiten.
Kofferruimte openen
Houd een geldige afstandsbediening
met Passive Entry binnen 1 m van het
kofferdeksel en druk op de toets aan
de rechterzijde van het derde remlicht
dat zich op het kofferdeksel bevindt. OPMERKING:
Als u per ongeluk de afstandsbe-
diening met Passive Entry in de
kofferruimte hebt laten liggen en
probeert het kofferdeksel te slui-
ten, zal het kofferdeksel automa-
tisch ontgrendelen, tenzij een van
de andere afstandsbedieningen
met Passive Entry zich buiten de
auto op een afstand van 1,0 m van
het kofferdeksel bevindt.
Portieren vergrendelen
Houd een van de afstandsbedieningen
met Passive Entry binnen 1,5 m van
de handgreep van het bestuurders- of
passagiersportier en druk op de knop
LOCK van de handgreep om alle vier
portieren en de achterklep te vergren-delen.OPMERKING:
Nadat u de knop LOCK hebt in-
gedrukt, moet u twee seconden
wachten voordat u de portieren
kunt vergrendelen of ontgrende-
len met een Passive Entry-
portierhandgreep. Op deze wijze
kunt u controleren door aan de
portiergreep te trekken of de
auto is vergrendeld, zonder dat
de auto reageert en de portierenontgrendelt.
Het Passive Entry-systeem werkt niet als de batterij van de af-
standsbediening leeg is.
De portieren kunnen ook worden ver-
grendeld met de toets LOCK toets op
de afstandsbediening of de vergren-
delknop aan de binnenzijde van de
portieren. RAMEN
ELEKTRISCH BEDIENDE RAMEN
Met de ruitbediening aan het bestuur-
dersportier kunt u alle portierruitenbedienen.
Toets Passive Entry kofferdeksel
Vergrendelknop op de buitenhandgreep
24
Page 31 of 324

Op het bekledingspaneel van elk van
de portieren bevindt zich een ruitbe-
diening voor het openen en sluiten
van de portierruit. De ruitbediening
werkt alleen als het contactslot in de
stand ACC of ON/RUN staat. OPMERKING:
Bij auto's die zijn uitgerust met
Uconnect Touch™, blijven de
schakelaars van de elektrisch be-
dienbare ruiten nog maximaal
10 minuten werken nadat de con-
tactschakelaar in de stand OFF is
gezet. Door het openen van een
voorportier wordt deze functie uit-
geschakeld. Deze tijd is instelbaar.
Raadpleeg "Uconnect Touch™ in-stellingen" in "Uw instrumenten-
paneel begrijpen" voor meer infor-matie.
WAARSCHUWING!
Laat nooit kinderen in een auto ach-
ter waarin zich de sleutelhouder be-
vindt. Inzittenden, en vooral kinde-
ren zonder begeleider, kunnen klem
komen te zitten in de raamopenin-
gen door de ruitschakelaars te be-
dienen. Bij een dergelijke beknelling
kan ernstig of dodelijk letsel ont-staan.
De functie "Automatisch omlaag"
De schakelaar voor de elektrische
raambediening op het bestuur-
dersportier en, bij sommige modellen,
de schakelaars voor de elektrische
raambediening op de passagierspor-
tieren zijn uitgerust met een automa-
tische openingsfunctie. Druk de
raamschakelaar naar het tweede
drukpunt en laat de schakelaar los.
Het raam gaat automatisch helemaal
naar beneden.
Als u de ruit slechts gedeeltelijk wilt
openen, drukt u de ruitschakelaar naar het eerste klikpunt en laat u de
schakelaar los wanneer u de ruit wiltstoppen.
Als u tijdens het gebruik van de auto-
matische openingsfunctie de ruit wilt
stoppen voordat deze volledig is ge-
opend, trekt u de schakelaar kort om-hoog.
Automatische sluitfunctie met
klembeveiliging (voor bepaaldeuitvoering/markten)
Trek de raamschakelaar naar het
tweede drukpunt en laat de schake-
laar los. Het raam gaat automatisch
helemaal naar boven.
Als u tijdens het gebruik van de auto-
matische sluitfunctie het raam wilt
stoppen voordat het volledig is geslo-
ten, duwt u de schakelaar kort om-laag.
Wanneer u het raam gedeeltelijk wilt
sluiten, trekt u de raamschakelaar
naar het eerste drukpunt en laat u de
schakelaar los wanneer u het raam
wilt laten stoppen. OPMERKING:
Als het raam tijdens het automa-
tisch sluiten op een obstakel
Schakelaars voor elektrische ruitbediening
25
Page 32 of 324

stuit, wordt eerst de bewegings-
richting omgekeerd en schuift
het raam volledig open. Verwij-
der het obstakel en trek nog-
maals aan de schakelaar om het
raam te sluiten.
Tijdens het automatisch sluiten kunnen schokken vanwege een
slecht wegdek de automatische
omkeringsfunctie onverwachts
activeren. Als dat gebeurt, trekt
u de schakelaar licht omhoog tot
aan de eerste klikstand en houdt
u de schakelaar vast om het
raam handmatig te sluiten.WAARSCHUWING!
De obstakeldetectie wordt uitge-
schakeld wanneer het raam bijna
gesloten is. Zorg dat alle eventuele
objecten uit de opening zijn verwij-
derd voordat u het raam sluit.
Automatische raambediening
opnieuw instellen
Als de automatische sluitingsfunctie
niet meer werkt, moet de functie mo-
gelijk worden gereset. De automati-
sche sluitingsfunctie opnieuw instel-len: 1. Trek de schakelaar van de ruitbe-
diening helemaal omhoog tot de ruit
helemaal gesloten is en houd de scha-
kelaar dan nog twee seconden langervast.
2. Duw de schakelaar van de ruitbe-
diening helemaal omlaag tot de ruit
helemaal geopend is en houd de scha-
kelaar dan nog twee seconden langervast. Raamblokkeerschakelaar
Met de raamblokkeerschakelaar in
het portierpaneel aan de bestuurders-
zijde kunt u de raambediening van de
achterportieren en de zonwering ach-
ter blokkeren (voor bepaalde versies/
markten). Voor het blokkeren van de
raambedieningen en de zonwering
achter drukt u kort op de raamblok-
keerschakelaar (om deze in de stand
Omlaag te zetten). Voor het inschake-
len van de raambedieningen en de
zonwering achter drukt u kort op de
raamblokkeerschakelaar (om deze in
de stand Omhoog te zetten).
Rijwinddruk
Rijwinddruk kan worden beschreven
als het gevoel van druk op de oren,
vergelijkbaar met het akoestisch ef-
fect van helikoptergeluid. U merkt in
uw auto dit rijwindeffect soms op ter-
wijl de ramen open zijn, of wanneer
het zonnedak (voor bepaalde
uitvoeringen/markten) geheel of ge-
deeltelijk is geopend. Dit is normaal
en het effect kunt u tenietdoen. Als u
last heeft van rijwinddruk bij ge-
opende achterruiten, open dan zowel
de voor- als achterruiten om het effect
te verminderen. Als u rijwinddruk be-
merkt bij geopend schuifdak, verstelt
u de schuifdakopening om het effect
te verminderen.
Raamblokkeerschakelaar
26