WENKEN VOOR HET
TREKKEN VAN EENAANHANGER
Oefen het nemen van bochten, rem-
men en achteruitrijden met de aan-
hanger in een gebied zonder druk ver-
keer voordat u met de aanhanger de
weg op gaat.
Automatische versnellingsbak
Gebruik de stand DRIVE bij slepen.
Als echter in deze stand frequent
wordt geschakeld, kies dan een lagere
versnelling met de AutoStick®" scha-
kelbediening (voor bepaaldeuitvoeringen/markten). OPMERKING:
Het kiezen van een lagere over-
brenging bij gebruik van de auto
onder zware rijomstandigheden
zal de prestaties verbeteren en de
levensduur van de transmissie ver-
lengen, doordat overmatig schake-
len en het opbouwen van hitte wor-
den beperkt. Hierdoor zal ook de
motorremwerking worden verbe-terd.Indien u REGELMATIG met een aan-
hanger rijdt gedurende langer dan
45 minuten, ververs dan de transmis-
sievloeistof en vervang het vloeistof-
filter met de intervallen zoals voorge-
schreven voor politieauto's, taxi's,
fleets of frequent rijden met een aan-
hanger. Raadpleeg het "Onderhouds-
schema" voor de juiste onderhouds-intervallen.
Elektronische snelheidsregeling
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Niet te gebruiken in heuvelachtige
omgevingen of met zware belading.
Als de rijsnelheid bij gebruik van de snelheidsregeling afneemt met
meer dan 16 km/u, schakel het sys-
teem dan uit totdat u weer de kruis-
snelheid kunt aanhouden.
Gebruik de snelheidsregeling in vlak terrein en bij lichte belading
om de brandstofzuinigheid te ver -
beteren. AutoStick® (voor bepaaldeuitvoeringen/markten)
Wanneer u Autostick® en een
spe-
cifieke versnelling selecteert, voor-
komt u frequent schakelen. Selec-
teer de hoogste versnelling die
geschikt is voor optimale presta-
ties. Selecteer bijvoorbeeld "4" als
de gewenste snelheid kan worden
aangehouden. Selecteer indien no-
dig "3" of "2" om de gewenste snel-
heid aan te houden.
Vermijd lang rijden bij hoge toer en-
tallen om oververhitting te voorko-
men. Mogelijk moet de snelheid
worden verlaagd om lang rijden
met hoge toerentallen te voorko-
men. Schakel opnieuw een hogere
versnelling in of ga weer sneller
rijden wanneer de wegtoestand en
het toerental dit toelaten.
235