Waarschuwingslampjetransmissietemperatuur Dit lampje geeft aan dat de
temperatuur van de trans-
missievloeistof te warm is.
Dit kan gebeuren bij zwaar
bedrijf zoals het trekken van een aan-
hanger. Als dit lampje aan gaat, moet
u de auto op een veilige manier zo snel
mogelijk aan de kant zetten. Schakel
de versnellingsbak vervolgens in
PARK en laat de motor stationair of
met een hoger toerental draaien tot
het lichtje uitgaat.LET OP!
Als u door blijft rijden terwijl het
waarschuwingslampje van de trans-
missietemperatuur brandt, kan de
versnellingsbak ernstig beschadigd
of defect raken.
WAARSCHUWING!
Als u door blijft rijden terwijl het
waarschuwingslampje van de trans-
missietemperatuur brandt, kan on-
der bepaalde omstandigheden de
vloeistof overkoken, in aanraking
komen met de hete motor- of uitlaat-
onderdelen en brand veroorzaken.
Storing elektrische stuurbekrachtiging Dit waarschuwingslampje
licht op wanneer de elektri-
sche stuurbekrachtiging
niet werkt en onderhoud
nodig heeft.
OLIEVERVERSING VEREIST
Uw voertuig is uitgerust met een
oliebeurt-indicatielampje. Indien
aanwezig knippert het bericht "Olie
verversen" op het EVIC-scherm ge-
durende 10 seconden na één geluids-
ignaal om de volgende oliebeurt aan
te geven. Het indicatielampje voor
oliebeurten is gebaseerd op de belas-
ting van de motor, wat betekent dat de periodieke oliebeurten afhankelijk
zijn van uw persoonlijke rijstijl.
Als dit bericht niet wordt gereset, ver-
schijnt het iedere keer dat u de con-
tactschakelaar in de stand ON/RUN
zet. Om het bericht tijdelijk uit te
schakelen, drukt u de knop BACK
(terug) kort in. Raadpleeg uw Lancia
dealer om het olieverversingsindica-
tielampje te resetten.
BERICHTEN ROETFILTER
DIESELMOTOR (DPF)
Uitlaatsysteem — regeneratie nu
vereist. In omstandigheden waarbij
alleen zeer korte ritten met lage
snelheid worden gemaakt, of ritten
waarbij alleen met lage snelheid
wordt gereden, bereiken de motor
en het uitlaatgasnabehandelings-
systeem nooit de vereiste omstan-
digheden om de opgevangen roet-
deeltjes te verwijderen. Als dit zich
voordoet, verschijnt het bericht
"Exhaust System Regeneration Re-
quired Now" (regeneratie van het
uitlaatsysteem nu vereist) in het
EVIC. Door met uw voertuig op
snelweg te rijden gedurende ten-
153
Aircoluchtfilter
Het klimaatregelsysteem filtert stof,
stuifmeel en sommige geuren uit de
buitenlucht. Sterke stank kan niet
volledig worden uitgefilterd. Raad-
pleeg "Onderhoudsprocedures" in het
onderhoudsboekje van uw auto voor
de instructies voor het vervangen van
het filter.177
7
ONDERHOUD VAN UW AUTO
MOTORCOMPARTIMENT — 3,6 L . . . . . . . . . . . 262
MOTORCOMPARTIMENT — 3,0L DIESEL . . . . . 263
BOORDDIAGNOSESYSTEEM — OBD II . . . . . . . 264
VERVANGINGSONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . 264
ONDERHOUDSPROCEDURES . . . . . . . . . . . . . . 264 MOTOROLIE – BENZINEMOTOR . . . . . . . . . . 265
MOTOROLIE – DIESELMOTOR . . . . . . . . . . . 265
SYNTHETISCHE MOTOROLIE . . . . . . . . . . . 265
ADDITIEVEN VOOR MOTOROLIE . . . . . . . . . 266
AFVOEREN VAN AFGEWERKTEMOTOROLIE EN FILTERS . . . . . . . . . . . . . . . 266
Motoroliefilter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 266
LUCHTREINIGINGSFILTER BENZINEMOTOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 266
ONDERHOUDSVRIJE ACCU . . . . . . . . . . . . . 266
ONDERHOUD VAN DE AIRCONDITIONING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 267
Aircoluchtfilter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 268
SMEREN VAN CARROSSERIEDELEN . . . . . . 269
WISSERBLADEN VOORRUITWISSERS . . . . . 269
RUITENSPROEIERVLOEISTOF BIJVULLEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 270
259
LET OP!
Spoel het systeem van de airconditi-
oning niet met chemicaliën, omdat
daardoor de onderdelen van de air-
conditioning beschadigd kunnen ra-
ken. Dergelijke schade wordt niet
gedekt door de beperkte garantie
van een nieuw voertuig.WAARSCHUWING!
Gebruik voor uw airco uitsluitenddoor de fabrikant goedgekeurde
compressorsmeermiddelen en
koelmiddelen. Sommige niet-
goedgekeurde koelmiddelen zijn
ontvlambaar, kunnen ontploffen
en ernstig letsel veroorzaken. An-
dere niet-goedgekeurde koelmid-
delen of smeermiddelen kunnen
de werking verstoren en hoge re-
paratiekosten veroorzaken.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Het aircosysteem bevat een koel-
vloeistof onder hoge druk. Om
persoonlijk letsel of schade aan
het systeem te voorkomen mag
het bijvullen van koelmiddel, of
andere reparaties waarbij leidin-
gen moeten worden losgekoppeld,
alleen worden uitgevoerd door een
vakbekwame en speciaal opge-
leide monteur.
Koelmiddel terugwinnen enhergebruiken
Het airconditioningsysteem van uw
auto bevat R-134a, een koelmiddel
dat de ozonlaag in de bovenste atmo-
sfeer niet aantast. De fabrikant advi-
seert om het onderhoud aan het air-
conditioningsysteem te laten
uitvoeren door een erkende dealer of
een bedrijf dat beschikt over een in-
stallatie om het koelmiddel op te van-
gen en te recycleren. OPMERKING:
Gebruik alleen vloeibare afdich-
tingsmiddelen voor aircosyste-
men, producten voor het stoppen
van lekken, afdichtingsconditio- ners, compressorolie of koelmid-
delen die goedgekeurd zijn door
de fabrikant. Aircoluchtfilter
Het filter bevindt zich in de luchtin-
laat onder de motorkap, achter een
verwijderbaar paneel in de kap aan de
passagierskant van de auto, naast de
ruitenwissers. Let bij het aanbrengen
van een nieuwe filter op de correctemontagerichting.
1. Verwijder de toegangsklep door de
borgklemmen in te drukken.
2. Maak de beide uiteinden los en til
het filterdeksel op.
Toegangsklep
268
3. Verwijder het gebruikte filter.
4. Breng het nieuwe filter aan met de
pijlen in de richting van de lucht-
stroom (met andere woorden naar de
achterkant van de auto) - dit wordt
door tekst en pijlen op het filter aan-gegeven.
5. Sluit het filterdeksel.
Raadpleeg "Onderhoudsschema"
voor de juiste onderhoudsintervallen.SMEREN VAN CARROSSERIEDELEN
De sloten en alle scharnierpunten aan
de carrosserie, zoals de stoelrails, por-
tierscharnieren en -rollers, kofferbak-
deksel, achterklep, schuifdeuren en
motorkapscharnieren, moeten voor
een stille en soepele werking en be-
scherming tegen corrosie en slijtage
regelmatig worden gesmeerd met een
vet op lithiumbasis. Voordat carrosse-
riedelen worden gesmeerd moeten de
desbetreffende punten goed worden
gereinigd. Verwijder na het smeren
overtollig vet of olie. Let vooral op
onderdelen voor vergrendeling van de
motorkap, om een correcte werking te
verzekeren. Als u werkzaamheden on-
der de motorkap verricht, moet u
eerst de motorkapvergrendeling reini-
gen en indien nodig smeren.
Smeer de buitenste portierslotcilin-
ders twee keer per jaar, bij voorkeur in
het voorjaar en in het najaar. Breng
een klein beetje hoogwaardig smeer-
middel rechtstreeks aan in de slotci-
linder.
WISSERBLADEN VOORRUITWISSERS
De rubber delen van de wisserbladen
en de voorruit regelmatig afsponsen
of met een zachte doek en een niet-
schurend reinigingsmiddel schoon-
maken. U verwijdert zo aanslag van
strooizout of vettigheid.
Als de ruitenwissers langdurig over
een droge ruit in werking zijn, zullen
de wisserbladen snel slijten en be-
schadigd raken. Gebruik altijd sproei-
vloeistof als u met de wissers strooi-
zout of vuil van een droge voorruit
wilt verwijderen.
Gebruik de ruitenwissers nooit om
rijp of ijs van de voorruit te verwijde-
ren. Zorg dat het wisrubber niet in
aanraking komt met aardolieproduc-
ten zoals motorolie, benzine, enz. OPMERKING:
De levensduur van ruitenwisser-
bladen is afhankelijk van de geo-
grafische regio en de gebruiksfre-
quentie. Wanneer u merkt dat de
ruitenwissers klapperen of (water-
)sporen of natte plekken achterla-
ten, dan duidt dit op een slechte
FilterdekselAircoluchtfilter
269
herhaaldelijke korte ritten (minderdan 7-8 km) bij temperaturen on-
der het vriespunt;
motor draait vaak stationair, rijden van lange afstanden met lage snel-
heden of langere perioden zondergebruik.
U dient de volgende inspecties vaker
uit te voeren dan is aangegeven in hetonderhoudsschema:
remblokken vóór op conditie en slijtage contoleren;
controleren of sloten van motorkap en scharnieren schoon en vol-
doende gesmeerd zijn;
visuele controle uitvoeren van con- ditie van: motor, versnellingsbak,
pijpen en leidingen (uitlaat -
brandstofsysteem - remmen) en
rubberdelen (hoezen - manchetten
- bussen - enz.);
accustatus en het accuvloeistofni- veau (elektrolyt) controleren; visuele controle uitvoeren van de
conditie van de hulpaandrijfrie-men;
motorolie controleren en indien no- dig verversen en oliefilter vervan-gen;
pollenfilter controleren en indien nodig vervangen;
luchtfilter controleren en indien no- dig vervangen.
Onderhoudsschema — dieselmotoren
Om u de beste rijervaring te geven
heeft de fabrikant een specifiek on-
derhoudsschema opgesteld aan de
hand waarvan u kunt zorgen dat uw
auto goed en veilig blijft rijden.
De fabrikant raadt aan deze onder-
houdsbeurten te laten uitvoeren bij de
dealer waar u de auto heeft gekocht.
De monteurs bij de dealer kennen uw
auto het beste en hebben toegang tot informatie van fabrieksgetrainde spe-
cialisten, oorspronkelijke onderdelen
van Lancia en speciaal ontworpen
elektronische en mechanische instru-
menten waarmee kostbare reparaties
in de toekomst kunnen worden voor-komen.
De onderhoudsbeurten moeten wor-
den uitgevoerd zoals aangegeven in
dit hoofdstuk. OPMERKING:
Onder geen beding mogen de inter-
valtermijnen voor olieverversing
groter zijn dan 20.000 km of 12
maanden, afhankelijk van wat
eerst komt.
LET OP!
Als het vereiste onderhoud achter-
wege wordt gelaten, kan uw auto
hierdoor schade oplopen.
297
Periodieke controles
Na elke1.000 km of voorafgaand aan
lange ritten het volgende controleren
en eventueel bijvullen:
koelvloeistof;
remvloeistof;
ruitensproeiervloeistof;
bandenspanning en staat van de banden;
werking van verlichting (koplam- pen, richtingaanwijzers, waarschu-
wingsknipperlichten, enz.);
werking van ruitenwissers/- sproeiers, stand en slijtage van
voor- en achterwisserbladen.
Na elke 3.000 km het motoroliepeil
controleren en indien nodig bijvullen. Gebruik van auto onder zwareomstandigheden
Als de auto hoofdzakelijk onder een
van de volgende omstandigheden
wordt gebruikt:
trekken van aanhangwagen of ca-
ravan;
stoffige wegen;
herhaaldelijke korte ritten (minder dan 7-8 km) bij temperaturen on-
der het vriespunt;
motor draait vaak stationair, rijden van lange afstanden met lage snel-
heden of langere perioden zondergebruik.
U dient de volgende inspecties vaker
uit te voeren dan is aangegeven in hetonderhoudsschema:
remblokken vóór op conditie en slijtage contoleren;
controleren of sloten van motorkap en scharnieren schoon en vol-
doende gesmeerd zijn; visuele controle uitvoeren van con-
ditie van: motor, versnellingsbak,
pijpen en leidingen (uitlaat -
brandstofsysteem - remmen) en
rubberdelen (hoezen - manchetten
- bussen - enz.);
accustatus en het accuvloeistofni- veau (elektrolyt) controleren;
visuele controle uitvoeren van de conditie van de hulpaandrijfrie-men;
motorolie controleren en indien no- dig verversen en oliefilter vervan-gen;
pollenfilter controleren en indien nodig vervangen;
luchtfilter controleren en indien no- dig vervangen.
300
Aanhangergewicht . . . . . . . . . 230
Aanhangwagen . . . . . . . . . . . 227Bedrading . . . . . . . . . . . . . 233
Gewicht trailer en dissel . . . 230
Minimumvereisten . . . . . . . 231
Tips . . . . . . . . . . . . . . . . . 235
Tips voor koeling . . . . . . . . 236
Trekhaak . . . . . . . . . . . . . . 236
ABS (antiblokkeersysteem) . . . 203
Accu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 266 Locatie . . . . . . . . . . . . . . . 267
Achtermistlamp . . . . . . . . . . . . 89
Achterruit, onderdelen . . . . . . 133
Achterruitontdooiing . . . . . . . 133
Achterste mistlampen . . . . . . . . 89Achteruitkijkspiegels,
elektrisch bediend . . . . . . . . . . 70
Additieven, brandstof . . . . . . . 222
Afstandsbediening autoradio . . 169
Afstandsbediening autoradio
op stuurwiel . . . . . . . . . . . . . 169
Afstandsbediening deurslot,
programmering . . . . . . . . . . . . 15
Afstandsbediening deurslot,
vervanging . . . . . . . . . . . . . . . 14
Afstandsbediening kofferklep . . 27Afvalverwijdering Antivries
(motorkoelvloeistof) . . . . . . 274 Motorolie . . . . . . . . . . . . . . 266
Airbag . . . . . . . . . . . . . . . . 38,45Airbag-
waarschuwingslampje . . 43,44,47,
58,144
Airbag, onderhoud . . . . . . . . . . 46
Airbag, ontplooien van . . . . . . . 45
Airbag, raam
(zijgordijn) . . . . . . . . . . 40,42,45
Airco, koelvloeistof . . . . . 267,268
Airco, onderhoud . . . . . . . . . . 267
Aircofilter . . . . . . . . . . . . 177,268
Aircosysteem . . . . . . . . . . 175,267
Alarmknipperlichten . . . . . . . 239
Alarmlampje . . . . . . . . . . . . . 146
Alarmsysteem (beveiliging) . . . . 15
Algemene informatie . . . . . . 15,19
Anti-ongevalsysteem FCW
(Forward Collision
Warning) . . . . . . . . . . . . 113,150Anti-slingerinrichting
aanhanger (TSC) . . . . . . . . . . 228Antiblokkeersysteem
(ABS) . . . . . . . . . . . . . . 203,204Antiblokkeersysteem,
waarschuwingslampje . . . . . . 146Antivries
(motorkoeling) . . . . . . . . 273,290 Afvalverwijdering . . . . . . . . 274 Asvloeistof . . . . . . . . . . . . . . 292
Automatisch controlelampje
Olie verversen . . . . . . . . . . . . 153
Automatisch dimmen van de
spiegel . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69
Automatisch ontgrendelen,
portieren . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Automatisch openen van de
ruiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Automatische koplampen . . . . . 87Automatische
portiervergrendelingen . . . . . . . 21
Automatische sluitfunctie
elektrische raambediening . . . . 25Automatische
temperatuurregeling (ATC) . . . 175
Automatische transmissie . . . 189,
193,277,278
Autostick . . . . . . . . . . . . . . 198
Soort vloeistof . . . . . . . . . . 292
Speciale additieven . . . . . . . 277
Vloeistof en filter
vervangen . . . . . . . . . . . . . 278
Vloeistof toevoegen . . . 278,292
Vloeistof vervangen . . . . . . 278
Vloeistofpeil controleren . . . 277
Automatische versnelling
thuiskomertje-modus . . . . . . . 193
306