Page 249 of 290

248ONDERHOUD EN ZORG
De juiste wasmethode:
❍verwijder de antenne van het dak als u de auto in een was-
tunnel wast, om te voorkomen dat deze beschadigt;
❍als voor het reinigen van de auto een stoomcleaner of een ho-
gedrukreiniger wordt gebruikt, houd dan de spuitlans op een
afstand van ten minste 40 cm van de carrosserie om be-
schadigingen of vervormingen te voorkomen. Gedurende lan-
gere tijd achtergebleven waterresten kunnen de auto be-
schadigen;
❍spoel de auto eerst met een waterstraal onder lage druk af;
❍was de auto met een zachte spons met een oplossing van neu-
trale zeep; spoel daarbij de spons regelmatig uit;
❍spoel de auto af met schoon water en droog de auto met war-
me lucht of een schone, zachte zeem.
De minder zichtbare delen zoals de randen van de portieren, ach-
terdeuren, motorkap en de koplampranden moeten tijdens het
drogen niet vergeten worden, omdat daar water kan blijven
staan. Het verdient aanbeveling de auto na het wassen niet on-
middellijk binnen te zetten, maar de auto nog even buiten te
laten staan, zodat waterresten buiten kunnen verdampen.
Was de auto nooit in de zon of als de motorkap nog warm is:
de glans van de lak kan afnemen.
De kunststof carrosseriedelen kunnen op dezelfde wijze wor-
den gewassen als de gespoten carrosseriedelen.
Parkeer de auto niet onder bomen, aangezien harsdruppels bij
langere inwerking de lak kunnen beschadigen, waardoor de kans
op roestvorming wordt vergroot. TIPS VOOR HET BEHOUD VAN DE CARROSSERIE
Lak
De lak heeft behalve een esthetische functie ook een bescher-
mende functie.
Daarom moeten beschadigingen van de laklaag, zoals krassen,
onmiddellijk worden bijgewerkt om roestvorming te voorkomen.
Het bijwerken dient met de originele lak te worden uitgevoerd
(zie “Plaatje met informatie over de carrosserielak” in het hoofd-
stuk “6”).
Het normale onderhoud van de auto beperkt zich tot wassen,
waarbij de frequentie afhankelijk is van het gebruik van de au-
to en van de omgeving. In bijvoorbeeld een omgeving met een
vervuilde atmosfeer of als op straten met strooizout wordt ge-
reden, moet de auto vaker worden gewassen.
Page 250 of 290

ONDERHOUD EN ZORG249
5
Uitvoeringen Hard Black
Schoonmaakmiddelen verontreinigen het water.
Daarom moet de auto bij voorkeur worden
gewassen op een plaats waar het afvalwater
direct wordt opgevangen en gezuiverd.
Ruiten
Gebruik voor het schoonmaken van de ruiten een daarvoor ge-
schikt schoonmaakmiddel.
Gebruik een schone, zachte doek om krassen en beschadigingen
te voorkomen.
BELANGRIJK Let er bij het schoonmaken van de binnenzijde
van de achterruit op dat de elektrische weerstandsdraden van
de achterruitverwarming niet worden beschadigd. Veeg voor-
zichtig in de richting van de draden.
Motorruimte
Het verdient aanbeveling de motorruimte na het winterseizoen
zorgvuldig te laten uitspuiten. Hierbij mag de waterstraal niet
direct op de elektronische regeleenheden en de zekeringen- en
relaiskast links in de motorruimte (gezien in de rijrichting) wor-
den gericht. Laat deze werkzaamheden verzorgen door een ge-
specialiseerd bedrijf.
BELANGRIJK Voor het uitspuiten van de motorruimte moet de con-
tactsleutel in stand STOP staan en de motor koud zijn. Controleer
na het reinigen of de verschillende beschermingen (rubber kap-
pen, deksels enz.) nog op hun plaats zitten en niet beschadigd zijn.
Koplampen
BELANGRIJK Gebruik voor het reinigen van het kunststof lam-
penglas van de koplampen geen aromatische producten (bijv.
benzine) of ketonen (bijv. aceton).
Om de esthetische eigenschappen van de lak te
behouden, wordt het afgeraden schurende en/of
polijstende producten te gebruiken voor het rei-
nigen van de auto.
BELANGRIJK Vogeluitwerpselen dienen zo snel en zo goed mo-
gelijk van de lak verwijderd te worden, omdat door de agressieve
bestanddelen de lak kan beschadigen.
In wasstraten moet het gebruik van (roteren-
de) borstels worden vermeden. De auto mag
uitsluitend met de hand en PH-neutrale
schoonmaakmiddelen worden gewassen; gebruik een
vochtige zeemleer om de auto te drogen. Gebruik geen
schurende cleaners of polijstpasta's en zet de lak niet
in de was. Vogeluitwerpselen dienen zo snel en zo goed
mogelijk van de lak verwijderd te worden, omdat door
de agressieve bestanddelen de lak kan beschadigen.
Parkeer (indien mogelijk) de auto niet onder bomen;
verwijder harsdruppels van bomen zo snel mogelijk
omdat voor de verwijdering na uitharding, mogelijk
schurende cleaners en/of polijstmiddelen moeten wor-
den gebruikt; het gebruik van deze producten wordt
sterk ontraden omdat ze het matte uiterlijk van de
lak kunnen schaden. Gebruik voor de reiniging van
de voor- en achterruit geen onverdunde ruitens-
proeiervloeistof; ruitensproeiervloeistof moet met ten
minste 50% water worden verdund.
Page 251 of 290

250ONDERHOUD EN ZORG
INTERIEUR
Controleer af en toe of er onder de vloerbedekking geen water
is blijven staan (dooiwater van sneeuwresten aan schoenen, lek-
kende paraplu’s enz.), waardoor roestvorming op de bodem ver-
oorzaakt zou kunnen worden.
Gebruik nooit ontvlambare producten zoals
petroleum of wasbenzine voor het reinigen van
de interieurdelen van de auto. De elektrostati-
sche lading die tijdens het reinigen door het wrijven
ontstaat, kan brand veroorzaken.
Bewaar nooit spuitbussen in de auto: ontplof-
fingsgevaar. Spuitbussen mogen niet worden
blootgesteld aan temperaturen boven 50°C. In de
zomer kan de temperatuur in het interieur ver boven
deze waarde oplopen.
STOELEN EN STOFFEN BEKLEDING
Verwijder stof met een zachte borstel of een stofzuiger. Voor een
nog betere reiniging van de stoffen bekleding raden wij u aan de
borstel vochtig te maken.
Reinig de zittingen met een vochtige spons en een oplossing van
water en neutrale zeep.
KUNSTSTOF INTERIEURDELEN
Wij raden u aan om de kunststof interieurdelen op de normale
manier te reinigen met een doek bevochtigd met water en een
neutrale zeep zonder schuurmiddel. Voor het verwijderen van
vet- of hardnekkige vlekken moeten speciale schoonmaakmid-
delen zonder oplosmiddelen worden gebruikt, die geschikt zijn
voor het reinigen van kunststof en die het visuele effect en de
kleur van de componenten niet wijzigen.
BELANGRIJK Gebruik nooit alcohol of benzine om het glas van
het instrumentenpaneel schoon te maken.
Page 252 of 290

6
TECHNISCHE GEGEVENS251
Identificatiegegevens ............................................................... 252
Motorcodes – carrosserie-uitvoeringen ...................................... 254
Motor ...................................................................................... 255
Brandstofsysteem .................................................................... 257
Transmissie ............................................................................. 258
Remmen ................................................................................... 258
Wielophanging ........................................................................ 259
Stuurinrichting ........................................................................ 259
Wielen ..................................................................................... 260
Afmetingen .............................................................................. 265
Prestaties ................................................................................. 266
Gewichten ............................................................................... 267
Vullingstabel ........................................................................... 269
Vloeistoffen en smeermiddelen ................................................ 271
Brandstofverbruik ................................................................... 273
CO
2-emissie ............................................................................ 274
Page 253 of 290

252TECHNISCHE GEGEVENS
IDENTIFICATIEGEGEVENS
De identificatiegegevens van de auto zijn fig. 1:
1 Typeplaatje met identificatiegegevens (rechts op de fronttra-
verse);
2 Het chassisnummer (ingeslagen in de bodemplaat naast de
passagiersstoel voor);
3 Plaatje met informatie over de carrosserielak (links op de
fronttraverse);
4 Het motornummer (linksachter ingeslagen aan de kant van
de versnellingsbak).TYPEPLAATJE MET IDENTIFICATIEGEGEVENS fig. 2
Het typeplaatje is aangebracht op de fronttraverse in de mo-
torruimte en bevat de volgende informatie:
B Nummer typegoedkeuring.
C Identificatiecode van het autotype.
D Chassisnummer.
E Max. toelaatbaar totaalgewicht van de auto.
F Max. toelaatbaar totaalgewicht van de auto met aanhanger.
G Max. toelaatbare voorasbelasting.
H Max. toelaatbare achterasbelasting.
I Motortype.
L Code van de carrosserie-uitvoering.
M Nummer voor onderdelen.
N Correctiewaarde voor de uitlaatrookgasmeting (bij diesel-
motoren).
fig. 1
L0E0116mfig. 2L0E0117m
Page 254 of 290
TECHNISCHE GEGEVENS253
6
CHASSISNUMMER fig. 3
Dit is in de bodemplaat nabij de rechter voorstoel ingeslagen.
Om het te bereiken moet u het klepje A naar voren schuiven.
Het bevat de volgende gegevens:
❍type van de auto (ZAR 844000);
❍oplopend productienummer.PLAATJE MET INFORMATIE OVER
DE CARROSSERIELAK fig. 4
Het plaatje is op de binnenzijde van de motorkap aangebracht en
bevat de volgende informatie:
A Fabrikant van de lak.
B Kleurbenaming.
C Lancia kleurcode.
D Kleurcode voor bijwerken en overspuiten.
MOTORCODE
De motorcode is in het cilinderblok ingeslagen en bestaat uit het
motortype en een oplopend productienummer.
fig. 3
L0E0118mfig. 4L0E0119m
Page 255 of 290
254TECHNISCHE GEGEVENS
198A4000
198A1000
198A7000
198A2000
955A4000 (
▲)
844A1000
198A5000
844A2000 (
▲)
844AXA1A 00E
844AXA1A 00F (*)
844AXB1A 01C ()
844AXB1A 01D (*) ()
844AXL1A 10
844AXL1A 10B (*)
844AXC1A 02E
844AXC1A 02F (*)
844AXF1A 06E (
❏)
844AXF1A 06F (*)
844AXE1A 04C
844AXE1A 04D (*)
844AXD1A 03C
844AXD1A 03D (*)
844AXG1A 08 (
❏)
844AXG1A 08B
MOTORCODES – CARROSSERIE-UITVOERINGEN
MOTORCODE CARROSSERIE-UITVOERING
1.4 Turbo Jet 120 pk
1.4 Turbo Jet 150 pk
1.4 Turbo Multi Air
1.6 Multijet
1.9 Twin Turbo Multijet
2.0 Multijet
() EURO 4-uitvoering
(*) Uitvoeringen met 18” velgen
(
▲) Voor bepaalde uitvoeringen/markten
(
❏) Uitvoering met DPF
Page 256 of 290
198A1000
Otto
4 in lijn
72 x 84
1368
9,8
±0,2
110
150
5500
206/230 (*)
21
2250/3000 (*)
NGK IKR9F8
Loodvrije benzine
95 RON (specificatie EN228
)
198A4000
Otto
4 in lijn
72 x 84
1368
9,8
±0,2
88
120
5000
206
21
1750
NGK IKR9F8
Loodvrije benzine
95 RON (specificatie EN228)
198A7000
Otto
4 in lijn
72 x 84
1368
9,8
103
140
5000
230
23,4
1750
NGK IKR9F8
Loodvrije benzine
95 RON (specificatie EN228)
TECHNISCHE GEGEVENS255
6
MOTOR
(*) Met ingeschakelde SPORT-functie (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
ALGEMEEN 1.4 Turbo Jet 120 pk 1.4 Turbo Jet 150 pk 1.4 Turbo Multi Air
Typecode
Cyclus
Aantal en opstelling cilinders
Boring en slag mm
Cilinderinhoud cm3
Compressieverhouding
Maximum vermogen (EU) kW
pk
bijbehorend toerental t/min
Maximum koppel (EU) Nm
kgm
bijbehorend toerental t/min
Bougies
Brandstof