Page 209 of 290
208NOODGEVALLEN
DERDE REMLICHT fig. 23
Wendt u voor het vervangen van de leds van het derde remlicht
tot het Lancia Servicenetwerk.
KENTEKENPLAATVERLICHTING
Gloeilamp vervangen:
❍verwijder het lampenglas A-fig. 24 op het door de pijlen aan-
gegeven punt;
❍trek de lamp B uit de houder en vervang hem.
fig. 23
L0E0162mfig. 25L0E0282m
fig. 24L0E0163m
Page 210 of 290
NOODGEVALLEN209
4
fig. 27L0E0166m
fig. 26L0E0165m
GLOEILAMP INTERIEURVERLICHTING
VERVANGEN
Zie voor het type lamp en het bijbehorende vermogen de para-
graaf “Typen gloeilampen”.PLAFONDVERLICHTING VOOR
Gloeilampen vervangen:
❍maak het plafondlampje A-fig. 26 op de door de pijlen aan-
gegeven punten los;
❍open het beschermdeksel B-fig. 27;
❍maak de lampen C los uit de veercontacten aan de zijkant
en vervang ze; controleer of de nieuwe lampen goed vast-
zitten in de veercontacten;
❍sluit het beschermdeksel B-fig. 27 en plaats het plafond-
lampje A-fig. 26 in de zitting; controleer of het goed geborgd
is.
BELANGRIJK Op enkele uitvoeringen is het plafondlampje in
fig. 26 achter geplaatst (bij aanwezigheid van een opendak). Zie
voor het vervangen van de betreffende lampen de paragraaf “Pla-
fondlampje voor” in dit hoofdstuk.
Page 211 of 290
210NOODGEVALLEN
fig. 28L0E0167mfig. 30L0E0169m
fig. 29L0E0168m
PLAFONDVERLICHTING ACHTER
Uitvoeringen zonder opendak
Gloeilampen vervangen:
❍maak het plafondlampje A-fig. 28 op de door de pijlen aan-
gegeven punten los;
❍maak de lamp B-fig. 29 los uit de veercontacten aan de zij-
kant en vervang hem; controleer of de nieuwe lamp goed
vastzit in de veercontacten.
Uitvoeringen met opendak
Gloeilamp vervangen:
❍maak het plafondlampje A-fig. 30 op het door de pijl aan-
gegeven punt los;❍maak de lamp B-fig. 29 los uit de veercontacten aan de zij-
kant en vervang hem; controleer of de nieuwe lamp goed
vastzit in de veercontacten.
Page 212 of 290
NOODGEVALLEN211
4
fig. 32L0E0171mfig. 33L0E0172m
BAGAGERUIMTEVERLICHTING
Gloeilamp vervangen:
❍open de achterklep;
❍maak de lichtunit A-fig. 32 op het door de pijl aangegeven
punt los;
❍open de beschermkap B-fig. 33 en vervang de geklemde
lamp;❍sluit de beschermkap B op de lichtunit;
❍monteer het plafondlampje A door het eerst aan een zijde
in de juiste stand te plaatsen en vervolgens de andere zijde
aan te drukken, totdat de borging inklikt.
Page 213 of 290
212NOODGEVALLEN
fig. 34L0E0173mfig. 36L0E0175m
fig. 35L0E0174m
VERLICHTING DASHBOARDKASTJE
Gloeilamp vervangen:
❍open het dashboardkastje en verwijder de lichtunit A-fig. 34;
❍maak de lamp B los uit de veercontacten aan de zijkant en
vervang hem; controleer of de nieuwe lamp goed vastzit in
de veercontacten.
ZONNEKLEPVERLICHTING
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Gloeilamp vervangen:
❍open de kap A-fig. 35 van het spiegeltje;
❍maak de lichtunit B op de door de pijlen aangegeven pun-
ten los;❍maak de lamp C-fig. 36 los uit de veercontacten aan de zij-
kant en vervang hem; plaats de nieuwe lamp en controleer
of de nieuwe lamp goed vastzit in de veercontacten.
Page 214 of 290

NOODGEVALLEN213
4
ZEKERINGEN VERVANGEN
ALGEMENE INFORMATIE
Het elektrische systeem wordt door zekeringen beveiligd: de ze-
kering brandt door bij een storing of bij oneigenlijk gebruik van
het systeem. Als een elektrisch onderdeel niet werkt, controleer
dan eerst of de zekering niet is doorgebrand: de verbindingsstrip
A-fig. 37 mag niet onderbroken zijn. Is dit wel het geval, dan
moet u de zekering vervangen door een exemplaar met dezelf-
de stroomsterkte (zelfde kleur).
B zekering in goede staat.
C zekering met doorgebrande strip.
Gebruik het tangetje D-fig. 37 voor het vervangen van de ze-
keringen. Dit tangetje is vastgehaakt in het zekeringenkastje
op het dashboard.
De componenten die door de zekeringen worden beveiligd, staan
in de tabellen op de volgende pagina's aangegeven.
fig. 37
L0E0085m
Als de zekering opnieuw doorbrandt, wendt u dan
tot het Lancia Servicenetwerk.
Vervang een defecte zekering nooit door ander
materiaal.
Vervang een zekering nooit door een zekering
met een hogere stroomsterkte (ampère); BRAND-
GEVAAR.
Als een hoofdzekering (MAXI-FUSE, MIDI-
FUSE, MEGA-FUSE) doorbrandt, wendt u dan
tot het Lancia Servicenetwerk.
Controleer, voordat u een zekering vervangt, of de
contactsleutel uit het contactslot is genomen en
alle stroomverbruikers uitstaan en/of zijn uitge-
schakeld.
Als een zekering van de veiligheidssystemen
(airbagsysteem, remsysteem), de aandrijving van
de auto (motormanagementsysteem, regelsysteem
van de versnellingsbak) of de stuurinrichting door-
brandt, wendt u dan tot het Lancia Servicenetwerk.
Page 215 of 290
214NOODGEVALLEN
fig. 38L0E0209m
PLAATS VAN DE ZEKERINGEN
Zekeringenkast dashboard
De zekeringen zijn bereikbaar nadat de geklemde kap A is verwijderd. Aan de onderzijde naast de pedalen bevindt zich de zekerin-
genkast die is afgebeeld in fig. 38.
Page 216 of 290
NOODGEVALLEN215
4
Zekeringenkast motorruimte fig. 39 en 40
Een tweede zekeringenkast bevindt zich rechts in de motorruimte
naast de accu. Om deze te bereiken moet u de lippen aan de
zijkant losmaken en het deksel L verwijderen. De nummers die
op de binnenzijde van het deksel zijn aangebracht, geven de elek-
trische componenten aan die door de betreffende zekering wor-
den beveiligd.
fig. 39
L0E0088mfig. 38aL0E0211m
Als de motorruimte moet worden uitgespoten,
zorg dan dat de waterstraal niet direct op de
zekeringenkast in de motorruimte wordt gericht.
Extra zekeringen
(uitvoeringen 1.4 Turbo Multi Air)
Op de uitvoeringen 1.4 Turbo Multi Air bevinden zich naast de
zekeringenkast op het dashboard vier extra zekeringen (fig. 38a).