Page 185 of 290
184NOODGEVALLEN
MOTOR STARTEN
Als het lampje Yop het instrumentenpaneel constant blijft
branden, wendt u dan onmiddellijk tot het Lancia Servicenet-
werk.
STARTEN MET EEN HULPACCU fig. 1
Als de accu leeg is, kan de motor worden gestart met een hulp-
accu, die ten minste dezelfde capaciteit moet hebben als de le-
ge accu.
fig. 1
L0E0074m
Gebruik voor een noodstart beslist nooit een
accusnellader: de elektronische systemen kun-
nen beschadigen; in het bijzonder de regeleenhe-
den van de ontsteking en de inspuiting.
Laat deze procedure door gespecialiseerd perso-
neel uitvoeren. Onjuiste handelingen kunnen lei-
den tot vonken. De vloeistof in de accu is giftig en
corrosief. Vermijd het contact met de huid en de ogen.
Kom ook niet dicht bij een accu met open vuur of een
brandende sigaret en veroorzaak geen vonken.
Page 186 of 290

NOODGEVALLEN185
4
Ga voor het starten als volgt te werk:
❍verbind de pluspolen (+ teken nabij de pool) van de beide
accu's met een startkabel;
❍sluit een tweede startkabel aan op de minpool (–) van de
hulpaccu en op de massakabel
Eop de motor of de ver-
snellingsbak van de auto die gestart moet worden;
❍start de motor;
❍neem als de motor draait, de startkabels in de omgekeerde
volgorde los.
Raadpleeg voor de uitvoeringen met Start&Stop-systeem de pa-
ragraaf “Start&Stop-systeem” in hoofdstuk “1” voordat de au-
to met een hulpaccu wordt gestart.
Als de motor na enkele pogingen niet aanslaat, blijf dan niet pro-
beren maar wendt u tot het Lancia Servicenetwerk.
BELANGRIJK Verbind de minklemmen van de twee accu's niet
direct met elkaar: eventuele vonken kunnen het explosieve gas
ontsteken dat uit de accu kan ontsnappen. Als de hulpaccu is
geïnstalleerd aan boord van een andere auto, mogen tussen de-
ze auto en de auto met de lege accu niet per ongeluk metalen de-
len met elkaar in verbinding staan.ROLLEND STARTEN
Probeer auto's nooit te starten door ze aan te duwen, te slepen
of van een helling af te laten rijden.
Op die wijze kan er onverbrande brandstof in de katalysator
terechtkomen, waardoor deze onherstelbaar zal beschadigen.
BELANGRIJK Houd er rekening mee dat de rem- en stuurbe-
krachtiging (indien aanwezig) niet werken zolang de motor niet
is aangeslagen, waardoor meer kracht nodig is voor de bediening
van het rempedaal en het stuur.
Page 187 of 290
186NOODGEVALLEN
❍een informatiefolder (zie fig. 3), voor een correct gebruik van
de snelle reparatieset. De folder moet overhandigd worden
aan het personeel dat de behandelde band repareert;
❍een compressor D-fig. 2 met manometer en aansluitnippels,
die in het vak zijn te vinden;
❍een paar werkhandschoenen dat in het zijvak van de com-
pressor is te vinden;
❍adapters voor het oppompen van diverse onderdelen.
In de houder van de snelle bandenreparatieset zijn ook de schroe-
vendraaier en het sleepoog te vinden.
fig. 3
L0E0076m
FIX & GO AUTOMATIC
SNELLE BANDENREPARATIESET
De snelle bandenreparatieset Fix & Go automatic bevindt zich
in de bagageruimte.
De set fig. 2 bevat:
❍een spuitbus A met afdichtvloeistof, die voorzien is van:
– een vulbuis B;
– een sticker C met het opschrift “max. 80 km/h”, die na het
repareren van de band op een voor de bestuurder goed
zichtbare plaats moet worden aangebracht;
fig. 2
L0E0075m
Page 188 of 290

NOODGEVALLEN187
4
Als u een lekke band krijgt, kan de band gerepa-
reerd worden als de diameter van het lek niet
groter is dan 4 mm.
Overhandig de informatiefolder aan het perso-
neel dat de met de bandenreparatieset behandel-
de band repareert.
Het is niet mogelijk lekken aan de zijkanten van
de band te repareren. Gebruik de snelle banden-
reparatieset niet als de band beschadigd is
geraakt door het rijden met een lege band.
Bij schade aan de velg (zodanige vervorming van
het kanaal dat er lucht wegloopt) kan de band
niet gerepareerd worden. Verwijder de eventueel
in de band binnengedrongen voorwerpen (schroeven of
spijkers) niet.
HET IS NOODZAKELIJK TE WETEN DAT:
De afdichtvloeistof bij buitentemperaturen tussen −20 °C en
+50 °C werkt.
De afdichtvloeistof een houdbaarheidsdatum heeft.
De compressor mag niet langer dan 20 minuten
achter elkaar worden ingeschakeld. Gevaar voor
oververhitting. De snelle bandenreparatieset is
niet geschikt voor permanente reparatie; de gerepareer-
de banden mogen daarom slechts tijdelijk worden
gebruikt.
Page 189 of 290

188NOODGEVALLEN
PROCEDURE VOOR HET OPPOMPEN VAN DE BAND
Doe de handschoenen aan die bij de snelle ban-
denreparatieset zijn geleverd.
❍Trek de handrem aan. Draai de ventieldop los, neem de vul-
buis A-fig. 4 uit en draai de ring B op het ventiel van de band;
fig. 4
L0E0077m
De spuitbus bevat ethyleenglycol. Bevat latex:
kan een allergische reactie veroorzaken.
Schadelijk bij inslikken. Irriterend voor de ogen.
Kan overgevoeligheid veroorzaken bij inademing en
contact. Vermijd contact met ogen, huid en kleding. Spoel
bij contact onmiddellijk overvloedig met water. Vermijd
braken bij inslikken, spoel de mond uit, drink veel water
en raadpleeg onmiddellijk een arts. Houd buiten het
bereik van kinderen. Het product mag niet gebruikt
worden door astmatische patiënten. Adem de dampen
niet in tijdens het vullen en oppompen. Raadpleeg
onmiddellijk een arts bij allergische reacties. Bewaar de
spuitbus in de daarvoor bestemde ruimte, ver verwij-
derd van warmtebronnen. De afdichtvloeistof heeft een
houdbaarheidsdatum.
Vervang de spuitbus met de afdichtvloeistof als
deze datum verstreken is. Spuitbussen en
afdichtvloeistof zijn schadelijk voor het milieu.
Houdt u voor het afvoeren van deze producten aan de
wettelijke normen.
Page 190 of 290

NOODGEVALLEN189
4
❍controleer of de schakelaar D-fig. 5 van de compressor in
stand 0 (uitgeschakeld) staat, start de motor, steek de stek-
ker E-fig. 6 in de 12 V-stekkerdoos en schakel de compres-
sor in door de schakelaar D-fig. 5 in stand I (ingeschakeld)
te zetten;
❍Pomp de band op tot de juiste bandenspanning is bereikt (zie
de paragraaf “Bandenspanning in Koude toestand” in hoofd-
stuk “6”). Controleer de bandenspanning op de manome-
ter F-fig. 5. Voor een nauwkeurige aflezing moet de com-
pressor worden uitgeschakeld;❍als u er niet in slaagt binnen 5 minuten de bandenspanning
op ten minste 1,5 bar te krijgen, koppel dan de compressor
los van het ventiel en de stekkerdoos en verplaats vervolgens
de auto ongeveer 10 meter naar voren of naar achteren, zo-
dat de afdichtvloeistof in de band verdeeld wordt; pomp de
band vervolgens weer op;
❍als u er ook dan niet in slaagt om, binnen 5 minuten na
inschakeling van de compressor, de spanning op ten minste
1,8 bar te brengen, mag niet verder worden gereden, om-
dat de band te erg beschadigd is en de reparatieset de ver-
eiste wegligging niet kan garanderen; wendt u tot het Lan-
cia Servicenetwerk;
❍als de band op de juiste spanning is gebracht (zie de para-
graaf “Bandenspanning in Koude toestand” in het hoofdstuk
“6”), vertrek dan onmiddellijk;
fig. 5
L0E0078m
Page 191 of 290

190NOODGEVALLEN
❍stop na ongeveer 10 minuten en controleer opnieuw de ban-
denspanning; vergeet niet de handrem aan te trekken;❍als een spanning van ten minste 1,8 bar wordt gemeten, her-
stel dan de correcte bandenspanning (met draaiende motor
en aangetrokken handrem) en rijd verder;
❍rijd zeer voorzichtig naar de dichtstbijzijnde werkplaats van
het Lancia Servicenetwerk.
Plaats de sticker op een voor de bestuurder goed
zichtbare plaats om aan te geven dat de band
behandeld is met de snelle bandenreparatieset.
Rijd voorzichtig vooral in bochten. Rijd niet harder dan
80 km/h. Vermijd bruusk accelereren en remmen.
Als de bandenspanning onder 1,8 bar is gedaald,
mag niet verder worden gereden: de snelle ban-
denreparatieset Fix & Go automatic kan de ver-
eiste wegligging niet garanderen omdat de band te erg
beschadigd is. Wendt u tot het Lancia Servicenetwerk.
U moet absoluut aangeven dat de band is gere-
pareerd met de snelle bandenreparatieset.
Overhandig de informatiefolder aan het perso-
neel dat de band moet repareren die behandeld is met de
snelle bandenreparatieset.
Page 192 of 290
NOODGEVALLEN191
4
ALLEEN VOOR HET CONTROLEREN
EN HERSTELLEN VAN DE SPANNING
De compressor kan ook worden gebruikt voor het herstellen van
de bandenspanning. Maak de snelkoppeling los en verbind de
koppeling direct met het ventiel van de band fig. 6; op deze
manier wordt de spuitbus niet met de compressor verbonden
en wordt de afdichtvloeistof niet in de band gespoten.
fig. 6
L0E0079m