Page 89 of 290

88WEGWIJS IN UW AUTO
Druk op de knoppen voor het openen/sluiten van de gewenste
ruit. Druk kort op een van de twee knoppen voor het “staps-
gewijs” openen/sluiten van de ruit; als de knop langer wordt in-
gedrukt, wordt de “automatisch continue” werking ingescha-
keld zowel tijdens het openen als het sluiten. De ruit stopt in
de gewenste stand als u nogmaals op de betreffende bedie-
ningsknop drukt. Als u de knop enkele seconden ingedrukt
houdt, sluit of opent de ruit automatisch (alleen met de sleutel
in stand MAR).
Onzorgvuldig gebruik van de elektrische ruitbe-
diening kan gevaarlijk zijn. Controleer voor en
tijdens het bedienen van de ruit altijd of de pas-
sagiers niet verwond kunnen worden door de bewegen-
de ruiten, hetzij direct door contact met de ruit, hetzij
door voorwerpen die door de ruit worden meegesleept of
geraakt.
Verwijder altijd de sleutel uit het contactslot als
u de auto verlaat, om te voorkomen dat een
onverwachtse inschakeling van de elektrische
ruitbediening gevaar oplevert voor de achtergebleven
passagiers.
fig. 54L0E0045m
Passagiersportier voor/achterportieren
Op het portierpaneel aan passagierszijde voor en, op enkele uit-
voeringen op de achterportieren, zijn de bedieningsknoppen
F-fig. 54 gemonteerd waarmee u de betreffende ruit kunt be-
dienen.
Page 90 of 290

WEGWIJS IN UW AUTO89
1
Antiletselfunctie
Op de auto is bij het sluiten van de ruiten de antiletselfunctie
actief.
Dit veiligheidssysteem kan een eventueel obstakel waarnemen
als de ruit sluit; in dat geval onderbreekt het systeem de ruit-
beweging en wordt, afhankelijk van de stand van de ruit, de ruit-
beweging onmiddellijk omgekeerd. Dit veiligheidssysteem is zeer
nuttig als in de auto achtergebleven kinderen per ongeluk de rui-
ten bedienen.
De antiletselfunctie is ingeschakeld tijdens de handmatige en de
automatische werking. Na het ingrijpen van de antiletselfunc-
tie wordt de ruitbeweging onmiddellijk onderbroken en daarna
omgekeerd tot de ruit helemaal geopend is. Gedurende het in-
grijpen van de antiletselfunctie kan de ruit niet worden bediend.BELANGRIJK Als de antiletselfunctie 5 keer binnen een minuut
achter elkaar wordt geactiveerd of als zich een storing voor-
doet, dan schakelt het systeem het automatisch sluiten uit en
kunnen alleen nog stappen van een halve seconde worden uit-
gevoerd, waarbij de knop na een bediening telkens moet worden
losgelaten.
Om de juiste werking van het systeem te herstellen, moet een
van de volgende herstelwerkzaamheden worden uitgevoerd:
❍de motor uitzetten en weer inschakelen;
❍de betreffende ruit openen.
BELANGRIJK Als de contactsleutel in stand STOP staat of is
uitgenomen, dan kunnen de ruiten nog ongeveer 3 minuten wor-
den bediend. Als een portier wordt geopend, dan wordt het sys-
teem echter onmiddellijk uitgeschakeld.
Page 91 of 290

90WEGWIJS IN UW AUTO
Initialisatie van de ruitbediening
Als de accu losgekoppeld is geweest of als een zekering is door-
gebrand, moet de werking van het systeem opnieuw ingesteld
worden.
Initialisatieprocedure:
❍sluit de ruit die geïnitialiseerd moet worden geheel (hand-
matig);
❍houd na het bereiken van de geheel gesloten stand de knop
nog ten minste 1 seconde ingedrukt.
BELANGRIJK Als de voedingsspanning van de regeleenheden
onderbroken is geweest (loskoppelen of vervangen van de accu
en vervangen van de zekeringen voor de elektrische ruitbedie-
ning), dan moet de automatische werking van de ruiten wor-
den hersteld.De herstelprocedure moet op de volgende wijze worden uitge-
voerd bij gesloten portieren:
1. open de ruit aan de bestuurderszijde volledig door de bedie-
ningsknop nog 3 seconden ingedrukt te houden nadat de ui-
terste stand (onderste aanslag) van de ruit is bereikt;
2. sluit de ruit aan de bestuurderszijde volledig door de bedie-
ningsknop nog 3 seconden ingedrukt te houden nadat de ui-
terste stand (bovenste aanslag) van de ruit is bereikt;
3. herhaal punt 1 en 2 ook bij de ruit aan de passagierszijde;
4. controleer of de initialisatie correct is uitgevoerd door te con-
troleren of de automatische werking van de ruiten goed werkt.
BELANGRIJK Als de portieren centraal zijn vergrendeld en een
van de portieren wordt van binnenuit geopend met de hand-
greep, dan worden alle portieren ontgrendeld. Bij een onder-
breking in de elektrische voeding (doorgebrande zekering, los-
gekoppelde accu enz.) kunnen de portieren altijd met de hand
worden vergrendeld; omdat in dat geval de functie van het au-
tomatisch openen van de ruiten niet beschikbaar is, moet voor
het openen of sluiten van het portier met gesloten ruit, druk wor-
den uitgeoefend vanaf de buitenzijde op de ruit om de beweging
van de ruit in de lijst makkelijker te maken.
Page 92 of 290

WEGWIJS IN UW AUTO91
1
BAGAGERUIMTE
ACHTERKLEP OPENEN
Als de achterklep is ontgrendeld, kan deze vanaf de buitenzijde
worden geopend met behulp van de handgreep fig. 55.
De achterklep kan bovendien altijd worden geopend als de por-
tieren van de auto ontgrendeld zijn.
Gebruik voor het openen van de achterklep de sleutel met af-
standsbediening.
fig. 55
L0E0046m
Als de achterklep niet goed gesloten is, brandt het waarschu-
wingslampje
´op het instrumentenpaneel of het symbool R
op het display en verschijnt er een bijbehorende melding (zie
de paragraaf “Lampjes op het instrumentenpaneel”) in
dit hoofdstuk).
Als u de achterklep opent, gaat de bagageruimteverlichting bran-
den: de verlichting gaat automatisch uit als u de achterklep sluit.
De verlichting blijft bovendien ongeveer 15 minuten branden
nadat de contactsleutel in stand STOP is gedraaid: als binnen
deze tijd een portier of de achterklep wordt geopend, dan start
de tijdregeling van 15 minuten opnieuw.
Openen met sleutel met afstandsbediening
Druk op de knop Rom het achterklepslot te ontgrendelen. Als
de achterklep wordt geopend, knipperen de richtingaanwijzers
twee keer; bij het sluiten knipperen de richtingaanwijzers één
keer (alleen bij ingeschakeld diefstalalarm – indien aanwezig).
Page 93 of 290

92WEGWIJS IN UW AUTO
ACHTERKLEP SLUITEN fig. 56
U sluit de achterklep door de achterklep te laten zakken en ter
hoogte van het slot te drukken, totdat u de vergrendeling hoort.
Aan de binnenzijde van de achterklep zitten twee handgrepen
B waarmee u de achterklep makkelijker kunt sluiten.
fig. 56L0E0047m
Als u in een gebied rijdt waar brandstof moei-
lijk verkrijgbaar is en u daarom reservebrand-
stof in een jerrycan wilt vervoeren, dan dient
u zich aan de geldende wetgeving te houden. Gebruik
alleen een goedgekeurde jerrycan en bevestig deze op
de juiste wijze. Toch zal bij een ongeval de kans op
brand groter zijn.
Let er op dat u niet tegen voorwerpen op het imperiaal
stoot als u de achterklep opent.
Het maximum laadvermogen van de auto mag
nooit overschreden worden (zie hoofdstuk “6”).
Controleer bovendien of de bagageruimte goed
geladen is, om te voorkomen dat een voorwerp bij
bruusk remmen naar voren schiet en letsel veroorzaakt.
Rijd niet met een geopende achterklep: het uitlaatgas
kan in het interieur dringen.
Page 94 of 290

WEGWIJS IN UW AUTO93
1
fig. 57L0E0048m
ACHTERKLEP IN GEVAL VAN NOOD OPENEN fig. 57
Om de achterklep vanuit het interieur te openen (bij een lege ac-
cu of bij een storing in het elektrische systeem van de achterklep
zelf), moet als volgt te werk worden gegaan (zie “Bagageruim-
te vergroten”):
❍verwijder de hoofdsteunen achter;
❍klap de rugleuningen naar voren;
❍voor het mechanisch ontgrendelen van de achterklep, moet u
vanuit de bagageruimte het hendeltje A bedienen.BAGAGERUIMTE VERGROTEN
WAARSCHUWING Bij een auto met een neerklapbare achter-
bankrugleuning moeten de achterste zonneschermen absoluut
losgemaakt worden van de hoedenplank (zie de aanwijzingen in
de paragraaf “Hoedenplank”).
Het is mogelijk de bagageruimte te vergroten door de deelbare
achterbank gedeeltelijk (1/3 of 2/3) of geheel neer te klappen
fig. 59.
Ga voor het vergroten van de bagageruimte als volgt te werk:
❍laat de hoofdsteunen van de achterbank geheel zakken;
❍plaats de veiligheidsgordel opzij en controleer of de gordel
niet gespannen is of gedraaid zit;
❍maak de zonneschermen van de hoedenplank (voor bepaal-
de uitvoeringen/markten, indien aanwezig) los van de rug-
leuningen (zie de beschrijving in paragraaf “Hoedenplank”
op de volgende pagina's);
fig. 58
L0E0049m
Page 95 of 290

94WEGWIJS IN UW AUTO
fig. 59L0E0110m
❍bedien een van de hendels A-fig. 58 om de gewenste rug-
leuning neer te klappen (dit kan worden vergemakkelijkt
door de zitplaats iets naar voren te schuiven met de hendel
B (voor bepaalde uitvoeringen/markten);
Om de capaciteit van de laadruimte verder te vergroten, kunnen
de achterzittingen naar voren worden geduwd met behulp van
de handgreep B-fig. 58.
BELANGRIJK Trek de hoofdsteunen van de achterbank hele-
maal omhoog alvorens de rugleuningen neer te klappen, zodat
een vlakke laadvloer ontstaat.
ACHTERBANK TERUGPLAATSEN
Om het terugplaatsen van de rugleuning te vergemakkelijken
is het raadzaam de zitting helemaal naar voren te verschuiven
voordat de rugleuning wordt teruggekanteld. Plaats de veilig-
heidsgordels opzij en controleer of de gordels niet gespannen zijn
of gedraaid zitten. Plaats na het indrukken van de hendels A-
fig. 58, de rugleuningen omhoog en druk de leuningen naar ach-
teren, totdat beide borgmechanismen hoorbaar inklikken.
Trek aan de handgreep B-fig. 58 (voor bepaalde uitvoerin-
gen/markten) en schuif de zitplaatsen naar achteren totdat het
borgmechanisme hoorbaar inklikt.
Controleer of de rugleuning aan beide zijden
goed vergrendeld is om te voorkomen dat in
geval van bruusk remmen, de rugleuning naar
voren klapt en de passagiers verwondt.
Page 96 of 290
WEGWIJS IN UW AUTO95
1
fig. 61L0E0051m
❍maak de lipjes C vast en laat de zonneschermen verdwijnen
in de oprolautomaat;
❍maak de bevestigingen A-fig. 61 (één per zijde) los;
❍maak de bevestigingen B-fig. 61 los, draai de hoedenplank
90° en trek hem naar buiten.
Ga voor het weer terugplaatsen van de hoedenplank in omge-
keerde volgorde te werk. HOEDENPLANK
Om de hoedenplank te verwijderen, gaat u als volgt te werk:
❍maak de zonneschermen van de hoedenplank A - afb. 60 los
van de bevestigingspunten B die op de rugleuningen van
de achterbank zitten;
fig. 60
L0E0284m