Page 225 of 290

224ONDERHOUD EN ZORG
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD
Doelmatig onderhoud is een beslissende factor voor een lange le-
vensduur, de beste prestaties en een zo zuinig mogelijk gebruik
van de auto.
Om dit te realiseren heeft Lancia een reeks controle- en onder-
houdsbeurten samengesteld die iedere 30.000 km (benzine-uit-
voeringen) en iedere 35.000 km (dieseluitvoeringen) moet wor-
den uitgevoerd.
Onthoud echter dat het geprogrammeerd onderhoud niet volle-
dig toereikend is om de auto in optimale staat te houden: zowel
in de beginperiode voor de servicebeurt bij 30.000/35.000 ki-
lometer als daarna, tussen twee servicebeurten in, moet regel-
matig wat aandacht aan de auto worden geschonken. Contro-
leer bijvoorbeeld regelmatig de bandenspanning en de vloei-
stofniveaus en vul deze laatste zo nodig bij.
BELANGRIJK De servicebeurten van het Geprogrammeerd On-
derhoud zijn door de fabrikant voorgeschreven. Het niet uit-
voeren van deze servicebeurten kan het vervallen van de garantie
tot gevolg hebben.De werkzaamheden van het Geprogrammeerd Onderhoud kun-
nen door het Lancia Servicenetwerk tegen vaste tarieftijden wor-
den uitgevoerd.
Eventuele reparaties die nodig blijken tijdens het uitvoeren van
de diverse inspecties en controles van het geprogrammeerd on-
derhoud, worden uitsluitend na toestemming van de klant uit-
gevoerd.
BELANGRIJK Het is raadzaam eventuele kleine defecten on-
middellijk door het Lancia Servicenetwerk te laten verhelpen en
daarmee niet te wachten tot de volgende servicebeurt.
Als de auto vaak wordt gebruikt voor het trekken van aanhan-
gers, moeten er kortere intervallen worden aangehouden voor de
werkzaamheden van het geprogrammeerd onderhoud.
Page 226 of 290

ONDERHOUD EN ZORG225
5
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA
Benzine-uitvoeringen
x 1000 km
Banden op conditie en slijtage controleren en bandenspanning
eventueel herstellen
Werking verlichting (koplamp- en achterlichtunits, richtingaanwijzers,
waarschuwingsknipperlichten, bagageruimte, interieur, waarschuwings-/
controlelampjes enz.) controleren
Werking ruitenwissers/-sproeiers voor/achter controleren
Stand wisserbladen voor/achter controleren en wisserbladen op slijtage
controleren
Remblokken voor (schijfremmen) op conditie en slijtage controleren en
werking waarschuwingslampje voor versleten remblokken controleren
Remblokken achter (schijfremmen) op conditie en slijtage controleren
Visueel de conditie controleren van: buitenzijde carrosserie,
bodemplaatbescherming, uitlaat, brandstof-
en remleidingen, rubber delen (stofkappen, hoezen enz.),
en rubber slangen van het rem- en brandstofsysteem
Vergrendelmechanismen van de motorkap en achterklep
op vervuiling controleren en mechanismen smeren
Vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen (remsysteem, hydraulische
koppelingbediening, ruitensproeiers, accu, motorkoelsysteem enz.)
Handrem controleren en eventueel afstellen
Conditie van aandrijfriemen voor hulporganen visueel controleren
Conditie van getande distributieriem visueel controleren30 60 90 120 150 180
●●● ●●●
●●● ●●●
●●● ●●●
●●● ●●●
●●● ●●●
●●● ●●●
●●● ●●●
●●● ●●●
●●● ●●●
●●● ●●●
●●
●●
Page 227 of 290

226ONDERHOUD EN ZORG
30 60 90 120 150 180
●●● ●●●
●●
●●● ●●●
●●● ●●●
●
●
●●● ●●●
●●●
●●● ●●●
●●●
●●● ●●●x 1000 km
Uitlaatgasemissie controleren
Benzinedamp-opvangsysteem controleren
Motormanagementsysteem controleren (m.b.v. diagnosestekker)
Controle van de laadstatus van de accu en eventuele oplading
Aandrijfriem(en) voor hulporganen vervangen
Getande distributieriem vervangen (*)
Bougies vervangen (1)
Luchtfilterelement vervangen
Motorolie en oliefilter vervangen (of om de 24 maanden) (2)
Remvloeistof vervangen (of om de 24 maanden)
Pollenfilter vervangen (of om de 15 maanden)
(*) Ongeacht de kilometerstand moet de distributieriem bij zware bedrijfsomstandigheden (koude klimaten, gebruik in
stadsverkeer, langdurig stationair draaien) om de 4 jaar worden vervangen of in ieder geval om de 5 jaar.
(1) Om de juiste werking te garanderen en om ernstige schade aan de motor te voorkomen, is voor de uitvoeringen
1.4 Turbo Jet en 1.4 Turbo Multi Air het volgende van fundamenteel belang:
– gebruik uitsluitend het merk en type bougies dat specifiek voor de Turbo Jet en Turbo Multi Air motor is voor-
geschreven (zie hetgeen beschreven staat in de paragraaf “Motor”);
– houdt u strikt aan het vervangingsinterval van de bougies dat in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema staat
aangegeven;
– het is raadzaam u hiervoor tot het Lancia Servicenetwerk te wenden.
(2) Als de auto overwegend in stadsverkeer gebruikt wordt en in elk geval als de auto jaarlijks minder dan 10.000 km rijdt,
dan moet de motorolie en het oliefilter om de 12 maanden worden vervangen.
Page 228 of 290

ONDERHOUD EN ZORG227
5
Dieseluitvoeringen
x 1000 km
Banden op conditie en slijtage controleren en bandenspanning eventueel herstellen
Werking verlichting (koplamp- en achterlichtunits, richtingaanwijzers,
waarschuwingsknipperlichten, bagageruimte, interieur, waarschuwings-/
controlelampjes enz.) controleren
Werking ruitenwissers/-sproeiers voor/achter controleren
Stand wisserbladen voor/achter controleren en wisserbladen op slijtage controleren
Remblokken voor (schijfremmen) op conditie en slijtage controleren en
werking waarschuwingslampje voor versleten remblokken controleren
Remblokken achter (schijfremmen) op conditie en slijtage controleren
Visueel de conditie controleren van: buitenzijde carrosserie,
bodemplaatbescherming, uitlaat, brandstof-
en remleidingen, rubber delen (stofkappen, hoezen enz.),
en rubber slangen van het rem- en brandstofsysteem
Vergrendelmechanismen van de motorkap en achterklep
op vervuiling controleren en mechanismen smeren
Vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen (remsysteem, hydraulische
koppelingbediening, ruitensproeiers, accu, motorkoelsysteem enz.)
Handrem controleren en eventueel afstellen
Spanning van aandrijfriemen voor hulporganen controleren en
eventueel afstellen (behalve uitvoeringen met automatische riemspanners)
Uitlaatgasemissie/roetuitstoot controleren
Conditie van aandrijfriemen voor hulporganen visueel controleren35 70 105 140 175
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●●
●● ● ● ●
●●
Page 229 of 290

35 70 105 140 175
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●
●
●●
●●
●● ● ● ●
●●
●● ● ● ●
228ONDERHOUD EN ZORG
x 1000 km
Motormanagementsysteem controleren (m.b.v. diagnosestekker)
Controle van de laadstatus van de accu en eventuele oplading
Aandrijfriemen voor hulporganen vervangen
Getande distributieriem vervangen (*)
Brandstoffilter vervangen
Luchtfilterelement vervangen
Motorolie en oliefilter vervangen (uitvoeringen zonder DPF) (of om de 24 maanden)
Motorolie en oliefilter vervangen (uitvoeringen met DPF)(**)
Remvloeistof vervangen (of om de 24 maanden)
Pollenfilter vervangen (of om de 15 maanden)
(*) Ongeacht de kilometerstand moet de distributieriem bij zware bedrijfsomstandigheden (koude klimaten, gebruik in stadsver-
keer, langdurig stationair draaien) om de 4 jaar worden vervangen of in ieder geval om de 5 jaar.
(**) De motorolie en het oliefilter moeten worden vervangen als het waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel brandt of in
ieder geval om de 24 maanden.
Als de auto overwegend in stadsverkeer gebruikt wordt, dan moet de motorolie en het oliefilter om de 12 maanden
worden vervangen.
Page 230 of 290

ONDERHOUD EN ZORG229
5
PERIODIEKE CONTROLES
Iedere 1.000 km of voor een lange reis controleren en eventueel
bijvullen:
❍niveau van de motorkoelvloeistof;
❍niveau van de remvloeistof;
❍niveau van de ruitensproeiervloeistof;
❍conditie en spanning van de banden;
❍werking verlichting (koplamp-/achterlichtunits, richting-
aanwijzers, waarschuwingsknipperlichten enz.);
❍werking ruitenwissers/-sproeiers voor/achter en stand/slijtage
wisserbladen voor/achter.
Iedere 3.000 km controleren en eventueel bijvullen: motorolie-
niveau.
Gebruik bij voorkeur producten van PETRONAS LUBRICANTS
omdat die speciaal zijn afgestemd op de Lancia-modellen (zie
de “Vullingstabel” in hoofdstuk “6”).
ZWAAR GEBRUIK VAN DE AUTO
Als de auto overwegend onder zware bedrijfsomstandigheden
rijdt, zoals:
❍trekken van aanhangers of caravans;
❍rijden op stoffige wegen;
❍veel korte ritten (minder dan 7–8 km) en bij buitentempe-
raturen onder nul;
❍veel langdurig stationair draaiende motor of lange ritten bij
lage snelheden (bijv. bij huis-aan-huis bezorging) of als de
auto lang stilstaat;
❍in de stad;
Page 231 of 290
230ONDERHOUD EN ZORG
is het noodzakelijk de volgende controles vaker uit te voeren, dan
in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema staat aangegeven:
❍remblokken voor (schijfremmen) op conditie en slijtage con-
troleren;
❍vergrendelmechanismen van de motorkap en achterklep op
vervuiling controleren en mechanismen smeren;
❍visueel de conditie controleren van: motor, versnellingsbak,
aandrijfassen, uitlaat, brandstof- en remleidingen, rubber
delen (stofkappen, hoezen enz.) en rubber slangen van rem-
en brandstofsysteem;❍acculading en niveau van het elektrolyt in de accu contro-
leren (zie paragraaf “Accu” in dit hoofdstuk);
❍conditie van aandrijfriemen voor hulporganen visueel con-
troleren;
❍pollenfilter controleren en eventueel vervangen; dit is voor-
al raadzaam als een beperking in de capaciteit van de ven-
tilatie wordt geconstateerd;
❍luchtfilter controleren en eventueel vervangen.
Page 232 of 290
ONDERHOUD EN ZORG231
5
NIVEAUS CONTROLEREN – Uitvoering 1.4 Turbo Jet
fig. 1L0E0092m