Page 225 of 247

8INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR
14
SG140B1-FX Aandrijfriem van compressor controleren Bij regelmatig gebruik van de airconditioning moet de spanning vande aandrijfriem van de compressor tenminste één maal per maand worden gecontroleerd.Controleer de spanning door de riemin het midden tussen de krukas en decompressorpoelie met een vinger naar beneden te drukken. De speling mag niet meer dan 1 cm bedragen. Als uover het juiste gereedschap beschikt mag de speling onder een druk van 98N niet meer bedragen dan 8 mm.Is de riem niet strak genoeg gespannen, laat hem dan door uw Hyundai dealer afstellen. N.B.: De aandrijfriem voor de airco-com- pressor wordt bij de dieselmotor (Alleen de 2.5 CRDi) automatisch afgesteld.
HSM396-1
Benzine
VERVANGEN VAN HET LUCHTFILTER
B140E01P
B140E01P-AXT
(Voor verdamper-/aanjagereen-heid)
Het filter van de airconditioning is
opgenomen in het luchttoevoerkanaal achter het ruitensproeierreservoir.
Hierdoor bereiken minder vervuilende
stoffen het interieur.
1. Open de motorkap.
Autom. spanner
COMP
Krukaspoelie
Dynamo
G190D01P
Diesel (2.5 TCI)
Krukaspoelie
COMP.
Autom. spanner
COMP
Autom.spanner Krukaspoelie
Diesel (2.5 CRDi)
Page 226 of 247
8
INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR
15REMVLOEISTOF
I100A02P-GXT Controleer het peil van de remvloeistof in het remvloeistofreservoir. Het peil moet tussen de "MAX" en "MIN"merktekens op het reservoir staan.Naarmate de remvoeringen slijten, zalhet peil in het remvloeistofreservoiriets dalen; dit is normaal.Indien het peil echter binnen korte tijdsterk daalt, duidt dit op lekkage van het remsysteem. Laat het remsysteem van uw voertuig in zo'n geval dooreen officiële HYUNDAI dealer controleren. Gebruik remvloeistof met de specificatie SAE J1703 (of DOT 3 of DOT 4) of een gelijkwaardige remvloeistofsoort.
LET OP:
Plaats het filter in de pijlrichting.Als het filter niet correct wordtgeplaatst, kan het filter beschadigd raken of bijgeluiden veroorzaken.
!
HA12502
2. Verwijder de 5 klemmen op het luchttoevoerkanaal.
HA12503
3. Vervang het filter van de airconditioning door een nieuw fil- ter. I100A01P
4. Inbouwen in omgekeerde volgorde
van uitbouwen.
Page 227 of 247

8INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR
16
!WAARSCHUWING:
o Gebruik alleen de voorgeschreven remvloeistof. Meng geen vloeistof van verschillende merken; de in deverschillende soorten vloeistof toegepaste toevoegingen kunnen met elkaar een reactieaangaan.
o Remvloeistof is giftig en corrosief.
VLOEISTOFPEIL AUTOMATISCHE TRANSMISSIE CONTROLEREN
I120A02P-GXT De vloeistof in de automatische transmissie moet op de voorgeschreven intervallen worden ververst. Deze intervallen staanvermeld in de onderhoudsvoorschriften in hoofdstuk 6. N.B.: Normaal is de automatische transmissie olie rood van kleur . Naar verloop van tijd verandert de kleur rood naar grijs/rood. Dit isnormaal, de kleur is geen indicatie voor het verversen van de olie. De verversingstermijn van de transmissieolie is aangegeven in het onderhoudschema inhoofdstuk 6.KOPPELINGVLOEISTOF
I110A01P-GXT (Indien van toepassing) Bij voertuigen die zijn voorzien van een hydraulisch bediende koppeling vormt het remvloeistofreservoir tevens het reservoir voor dekoppelingvloeistof. Zie "Remvloeistof".
Page 228 of 247

8
INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR
17
!
1. Open de motorkap let op de
draaiende onderdelen (kleding en handen).
2. Verwijder de vloeistofpeilstaaf en veeg hem met een schone doekdroog. Breng de peilstaaf vervolgens weer geheel op zijn plaats en verwijder hem opnieuw. Controleernu het peil van de vloeistof op de peilstaaf; dit moet zich in het vlak bevinden dat is aangegeven met demarkering "HOT".
3. Wanneer het peil te laag is, moet
transmissievloeistof wordenbijgevuld via de buis van de peilstaaf. Gebruik hiervoor een schone trechter. Vul niet te veelvloeistof bij. Goed
I120D02P-GXT
Peil in automatische transmissie controleren
Zet het voertuig op een vlakke
ondergrond en trek de parkeerrem aan. Voor de controle moet de transmissie op normalebedrijfstemperatuur zijn en moet de motor stationair draaien.
Druk, terwijl de motor stationair draait,
het rempedaal in en beweeg het keuzehandel vanuit de stand "P" inde andere standen, dus in "R", "N", "D", "2", en "L" en daarna weer in "N" of "P".
Bij nog steeds stationair draaiende
motor: I120D02P
I120B03P-GXT Aanbevolen transmissievloeistof De Hyundai transmissie is speciaal ontworpen voor het gebruik van transmissievloeistof van het type "DEXRON II OF DIAMOND ATF SPI". I120C02P-GXT Inhoud automatische transmissie De vloeistofhoeveelheid van de automatische transmissie staatvermeld op pagina 9-5.
WAARSCHUWING:
Het peil in de automatische transmissie moet worden gecontroleerd met de motor opnormale bedrijfstemperatuur; dit houdt in dat de motor, de radiateur, de uitlaat, enz., zeer heet zijn. Weesdaarom uiterst voorzichtig zodat u zich tijdens het peilen van de vloeistof niet brandt.
D060A01P
Page 229 of 247

8INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR
18
LET OP:
o Gebruik geen antivries voor het koelsysteem in het sproeierreservoir omdat dat de lak aantast.
o Gebruik de ruitesproeiers niet als het reservoir leeg is. Dit kande sproeierpomp beschadigen.
!
!!WAARSCHUWING:
De koelventilateur wordt ingeschakeld afhankelijk van de temperatuur van de koelvloeistof.Blijf uit de buurt van de koelventilateur omdat deze plotseling in werking kan treden.Wanneer de temperatuur van de koelvloeistof daalt, zal de ventilateur weer automatischworden uitgeschakeld. Dit is normaal.
RUITESPROEIERRESERVOIR BIJVULLEN
I130A01P-GXT Gebruik voor het ruitesproeierreservoir
een goede kwaliteit reinigingsvloeistof. Controleer het vloeistofpeil regelmatig;vooral als de ruitesproeiers veel worden gebruikt.
WAARSCHUWING (Alleen Diesel):
Geen werkzaamheden verrichten aan het injectiesysteem wanneer de motor draait of binnen 30seconden nadat deze is afgezet. Hogedrukpomp, rail, verstuivers en verstuiverleidingen staan onderhoge druk, zelfs nadat de motor is afgezet. De brandstofstraal die ontstaat door brandstoflekkage kanernstige verwondingen veroor- zaken wanneer deze met het lichaam in aanraking komt. Mensenmet een pacemaker mogen niet binnen 30 cm van de ECU of de bedrading in de motorruimtekomen als de motor draait, aangezien de hoge stroom waarmee het common-rail-systeemwerkt een groot magnetsich veld veroorzaakt. I130A01P
Page 230 of 247
8
INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR
19
HEF119
RUITENWISSERS RUITENWISSERBLADEN
LET OP:
o Gebruik de ruitenwissers niet op droge ruiten. Dit heeft een snellere slijtage van deruitenwisserbladen en krassen op de ruit tot gevolg.
o Let erop dat het rubber niet in contact komt metpetroleumhoudende producten zoals motorolie, benzine etc.
G080A02A-AXT De ruitenwisserbladen moeten regelmatig worden gecontroleerd en gereinigd. Gebruik voor het reinigenvan de wisserbladen en-armen een zacht zeepoplossing en een schone spons of doek. Laten de wissers strepen of vuil achter, vervang ze dan door originele Hyundai onderdelen.
!
VLOEISTOFNIVEAU RUITENSPRO-EIER ACHTERKLEP
I140A02P-GXT Controleer na het openen van de afdekking van het zijbekledingspaneel aan de linkerzijde het vloeistofniveau. Vul bij een laag niveauruitensproeiervloeistof bij. HSRFL140
Page 231 of 247

8INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR
20
G160A01E
HSROM109
G160A01E
SG160A1-FX
VRIJE SLAG VAN KOPPELINGPEDAAL CONTROLEREN
6 ~ 13 mm (0.24 ~ 0.51 in.)
Druk het koppelingpedaal bij afgezette
motor zover in tot weerstand voelbaar wordt. Dit is de vrije slag. De vrije slag moet binnen de specificatie liggen.
Is dit niet het geval, dan moet de
koppeling door uw Hyundai dealer worden afgesteld en zonodig gerepareerd worden. SG170A1-FX
VRIJE SLAG VAN REMPEDAAL CONTROLEREN
3 ~ 8 mm (0.12 ~ 0.31 in.)
Druk het rempedaal bij afgezette
motor enkele malen in zodat het vacuüm in de rembekrachtiger wordt opgeheven.
Druk met de hand het rempedaal
langzaam in tot weerstand voelbaar wordt. Dit is de vrije slag van het rempedaal. De vrije slag moet binnen de specificaties liggen. Is dit niet hetgeval, dan moet het remsysteem door uw Hyundai dealer worden afgesteld en zonodig worden gerepareerd.
SPELING VAN HET STUURWIEL CONTROLEREN
SG150A1-FX Plaats de wagen met de wielen in de rechtuit stand en draai het stuurwiel iets naar links en naar rechts. Oefenhierbij niet teveel kracht uit en let op verandering in de weerstand bij het draaien. van het stuur.Als de speling meer bedraagt danaangegeven in de afbeelding, laat destuurinrichting dan door uw Hyundai dealer controleren en zonodig repareren. 30 mm (1.18 in.)
Page 232 of 247

8
INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR
21V-RIEMEN CONTROLEREN
G180A01L SG190A1-FX
G190D01P-1
Diesel (2.5 CRDi)
Diesel (2.5 TCI)
HSM396-1
Benzine
Autom. spanner COMP
Krukaspoelie
Stuurbekrachtiging
Dynamo
Dynamo Krukaspoelie
COMP
Autom. spanner
Waterpomppoelie
Stuurbekrachtiging
Dynamo
Waterpomppoelie
COMP
Stuurbek-
rachtiging Autom.spanner
Dynamo
SG180A1-FX WERKSLAG REMPEDAAL CONTROLEREN
45.1 mm (1.78 in.)
Hierbij heeft u hulp nodig. Laat uw assistent bij draaiende motor het rempedaal enkele malen indrukken om het vervolgens met een krachtvan 50 kg (490 N) ingedrukt te houden. De werkslag van het rempedaal is de afstand tussen de bovenzijde van hetpedaal en de wagenbodem. Deze waarde moet binnen de specificaties liggen. Is dit niet het geval, dan moet het remsysteem dooruw Hyundai dealer worden afgesteld en zonodig gerepareerd. De spanning van de V-riemen moet regelmatig worden gecontroleerd enzonodig afgesteld. Tegelijkertijd moeten de riemen worden gecontroleerd op scheurtjes, rafels ofovermatige slijtage. Vervang de riemen zonodig. Tevens moet worden gecontroleerd of de V-riemen vrijkunnen draaien. Na het vervangen van een riem moet de nieuwe riem na 2 of 3 weken opnieuw op spanning wordengebracht. N.B.: De aandrijfriem voor de airco-com- pressor wordt bij de dieselmotor (Alleen de 2.5 CRDi) automatischafgesteld.