Page 217 of 247

8INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR
6OLIEPEIL CONTROLEREN
Alleen 2.5 4D56
G030B01HR
Als bij deze controles onregelmatigheden/onjuisthedenworden aangetroffen, moet de hulp van een Hyundai dealer worden ingroepen. Teneinde de waarde en het uiterlijk van uw voertuig zo lang mogelijk optimaal te houden, is adequaat en regelmatig onderhoud een eerstevereiste.Een aantalonderhoudswerkzaamheden kunnendoor de eigenaar (Informatie voor de Eigenaar) worden uitgevoerd, terwijl andere werkzaamheden moetenworden toevertrouwd aan een officiële Hyundai dealer (periodieke onderhouds- en inspectiebeurten). Indit hoofdstuk worden alleen de werkzaamheden besproken die door de eigenaar zelf kunnen wordenuitgevoerd. Wordt een defect of een ander probleem ontdekt, laat de inspectie en reparatie dan door een erkende Hyundai dealer uitvoeren.Wanneer u ervoor kiest de controlesen het onderhoud zoals deze in dit hoofdstuk zijn aangegeven, zelf uit te voeren, volg dan nauwkeurig deinstructies en raadgevingen op. Zorg bij werkzaamheden in de motorruimte dat de motor niet draait en voldoendeis afgekoeld. Mocht het toch noodzakelijk zijn de werkzaamheden te verrichten bij draaiende motor, waaker dan voor dat een kledingstuk, haar of andere zaken niet vast raken in bewegende delen, zoals een V-riemof de koelventilateur; dit is levensgevaarlijk.
I070A06P-GXT Aanbevolen olie Dieselmotor
Alleen 2.5 CRDi
I070A06P
Page 218 of 247

8
INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR
7
Kies de voorgeschreven SAE
viscositeit overeenkomstig de buitentemperatuur. De aanbevolen viscositeit is in de
volgende afbeelding aangegeven. Gebruik motorolie die aan de volgende
ACEA-specificatie voldoet:
2.5 4D56 TCI : CF-4 of hoger 2.5 CRDi TCI : CF-4 of hoger Gebruik motorolie die aan de volgende
API-specificatie voldoet:
2.5 4D56 TCI : B2 of B3
2.5 CRDi TCI : B4 of hoger G030B01JM
Aanbevolen olie (Benzinemotor) De motorolie is van essentieel belang voor de prestaties en de levensduur van de motor. Het is raadzaam het oliepeil bij normalebedrijfsomstandigheden tenminste één maal per week en bij zware bedrijfsomstandigheden of een langereis vaker te controleren. De motorolie moet de volgende kwaliteit hebben: API SJ, SL of hoger, ILSAC GF-3 of hoger N.B.:
o Voor een optimaal brandstofverbruik
worden de volgende motorolie specificaties aanbevolen, SAE 5W- 20 (5W-30), ILSAC GF-3.
o Als motorolie met de specificaties SAE 5W-20, ILSACGF-3 niet beschikbaar is dan wordt aanbevolen de tweedekeus in de temperatuur tabel te nemen.
Page 219 of 247

8INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR
8
!
I060A01P-GXT Oliepeil controleren
Als het oliepeil beneden het onderste merkteken staat, moet olie worden bijgevuld via de vulopening in hetkleppendeksel tot de olie op de oliepeilstaaf zich weer tussen de twee inkepingen bevindt. Gebruik alleen olievan de voorgeschreven soort en meng geen verschillende soorten olie. Meng, indien mogelijk, ook geen olie vanverschillende merken. Vergeet niet na het vullen de olievuldop weer goed vast te draaien.
Het is normaal dat een motor wat olieverbruikt. Daarom is het van belang het motoroliepeil regelmatig of voor het begin van iedere lange rit tecontroleren. Deze controle moet bij warme, maar stilstaande motor worden uitgevoerd. Plaats het voertuigop een vlakke ondergrond, zet de motor af en wacht enkele minuten zodat alle olie naar het carter isgevloeid. Verwijder de oliepeilstaaf en veeg deze met een schone doek af. Steek oliepeilstaaf weer in dehouder en lees het niveau af; het oliepeil moet tussen de twee inkepingen op de peilstaaf staan. WAARSCHUWING:
Zorg ervoor dat het heteuitlaatspruitstuk niet wordtaangeraakt.
ATTENTIE:
Vul niet te veel bij, omdat dan de motor kan worden beschadigd. N.B.: Controleer na het bijvullen opnieuw het oliepeil met de peilstaaf.
!
I060A01P I060B02P
Page 220 of 247

8
INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR
9
!
KOELVLOEISTOF CONTROL-
EREN EN VERVERSEN
G350A01A-GXT OLIEVERBRUIK VAN DE MOTOR Taak van de motorolie De motorolie dient in hoofdzaak voor het smeren en koelen van het inwendige van de motor. Olieverbruik van de motor Het is normaal dat de motor een geringe hoeveelheid olie verbruikt onder normale rij-omstandigheden. Het olieverbruik in een normale motorheeft de volgende oorzaken:
o De motorolie wordt gebruikt voor
het smeren van zuigers, zuigerveren en cilinders. Wanneerde zuiger zich naar beneden beweegt, blijft een dunne oliefilm op de cilinderwand achter. Door degrote onderdruk die tijdens de werking van de motor ontstaat, wordt een kleine hoeveelheid oliein de verbrandingsruimte gezogen. Deze olie wordt samen met de olie op de cilinderwand door de hogetemperatuur gedurende het verbrandingsproces verbrand. o Het olieverbruik van de motor wordt
sterk beïnvloed door de dikte en de kwaliteit van de olie, het motortoerental en de rij- omstandigheden enz. Onder zwarerij-omstandigheden, zoals hoge snelheden en vaak accelereren en afremmen, wordt meer olie verbruiktdan onder normale rij- omstandigheden. I080A02P-GXT
WAARSCHUWING:
Verwijder de radiateurdop niet als
de motor heet is. De koelvloeistof staat onder druk en kan uit de radiateur spuiten wanneer de dop wordt verwijderd. Dit kan ernstigebrandwonden tot gevolg hebben.
I080A01P
Onder de bestuurdersstoel bevindt zich een doorzichtige expansietank voor de koelvloeistof. het peil in ditreservoir moet tussen de merktekens "LOW" en "FULL" staan; gemeten bij warme en stationair draaiende motor.Het koelcircuit is een geslotensysteem en van verlies van
Page 221 of 247

8INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR
10
!
koelvloeistof mag nauwelijks sprake zijn. Wanneer veel vloeistof moetworden bijgevuld kan dit op lekkage wijzen. Is dit het geval, laat het koelsysteem dan zo spoedig mogelijk door een officiële Hyundai dealer controleren. Als het peil beneden het "LOW" merkteken staat, schuif dan (bij voertuigen met links stuur) debestuurdersstoel naar voren en open het luik van de motorruimte, of (bij voertuigen met rechts stuur) klap devoorste passagiersstoel omhoog, en vul vloeistof bij. Indien het reservoir geheel leeg is, moet ook de radiateur worden bijgevuld. Verwijder hiertoe de radiateurdop en vul vloeistof bij totaan de onderzijde van de vulbuis.
WAARSCHUWING:
Verwijder de dop van de expansietank of de radiateurdop nooit wanneer de motor nog warmis. Het koelsysteem staat onder druk; hete koelvloeistof die onder druk ontsnapt kan ernstigebrandwonden veroorzaken. G050C01S-GXT Koelvloeistofpeil controleren Het koelvloeistofpeil kan worden gecontroleerd via de transparante expansietank en moet bij een koude motor tussen de "LOW" en "FULL"merktekens op de tank liggen. Als het peil beneden het "LOW" merkteken staat moet koelvloeistof wordenbijgevuld tot het peil weer tussen "LOW" en "FULL" ligt. Controleer in dit geval eveneens opkoelvloeistoflekkage en controleer het peil regelmatig. Als het peil opnieuw daalt, neem dan contact op met uwHyundai dealer.
Water
65% 60%50%40%
35%40%50%60%
Omgevings-
temperatuur °C
-15 -25-35-45 Koelvloeistofsamenstelling
Antivries
SG050B1-FX
Aanbevolen koelvloeistof
Gebruik een hoge kwaliteit
koelvloeistof op ethyleen glycolbasis. Het mengsel bestaat uit 50% water en 50% antivries. De gebruiktekoelvloeistof mag geen aluminium aantasten. Aan de koelvloeistof mogen geen anti-corrosiemiddelenworden toegevoegd. Houd de koelvloeistofconcentratie op het juiste niveau teneinde bevriezing en corrosiete voorkomen. Bij een concentratie boven 60% of minder dan 35% kan dit schade aan het koelsysteem totgevolg hebben. Raadpleeg onderstaande tabel voor de concentratie koelvloeistof:
Page 222 of 247

8
INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR
11
!
4. Draai de radiateurdop linksom tot
tegen de aanslag. Hierdoor kan de druk in het koelsysteem ontwijken. Verwijder de radiateurdop door hem in te drukken en linksom te draaien. Vul de radiateur met gedemineraliseerd of gedestilleerd water. Vul de radiateur met kleinehoeveelheden tot het vloeistofpeil in de vulopening stabiel blijft.
5. Start de motor, vul de radiateur bij met water en vul de expansietank tot het peil tussen "LOW" en "FULL"ligt.
6. Breng de radiateurdop en de dop van de expansietank aan encontroleer of de aftapplug goed vastzit en niet lekt. WAARSCHUWING:
De koelventilateur reageert op de
motortemperatuur en kan inwerking treden, ook als de contactsleutel is verwijderd. Gauiterst voorzichtig te werk als in de omgeving van de koelventilateur wordt gewerkt om te voorkomendat u door de ventilator wordt geraakt. Naarmate de motortemperatuur afneemt, wordtde ventilator automatisch uitgeschakeld. Dit is normaal.
G050D02A-AXT
Koelvloeistof verversen
De koelvloeistof moet worden ververst
overeenkomstig hetonderhoudsoverzicht in hoofdstuk 5.
! LET OP:
Koelvloeistof kan het lakwerk
beschadigen. Spoel gemorste koelvloeistof direct met schoon water af.
1. Plaats de wagen op een vlakke ondergrond, trek de handrem aan en verwijder de radiateurdop zodrade motor koud is.
2. Plaats een opvangbak onder de radiateur en verwijder de aftapplugvan de radiateur. Tap alle koelvloeistof af en zet de aftapplug weer vast.
3. Raadpleeg hoofdstuk 9 voor de
inhoud van het koelsysteem. Gavoor het verversen te werk overeenkomstig de gebruiksaanwijzing van de fabrikanten vul de radiateur met de voorgeschreven hoeveelheid.
Page 223 of 247

8INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR
12
!
D010B02P
ACCU CONTROLEREN
G210A01A-AXT
WAARSCHUWING:
Accu's kunnen gevaarlijk zijn! Let bij het omgaan met accu's op onderstaandevoorzorgsmaatregelen teneinde verwondingen te voorkomen. De vloeistof in de accu bevat een sterk zwavelzuur dat giftig en in hoge mate corrosief is. Let erop dat accuzuur niet met de huid of metaccuzuur in aanraking komen, handel dan als volgt: o Als accuzuur op de huid terecht
komt moet de desbetreffende plaats gedurende tenminste 15 minuten met water worden afgespoeld. Raadpleeg een arts.
o Als accuzuur in uw ogen mocht komen, moet er direct een artsworden geraadpleegd.
o Als accuzuur wordt ingeslikt moet
direct een grote hoeveelheid waterof melk worden gedronken. Neem vervolgens magnesia, een rauw ei of plantaardige olie. Bezoek directeen arts.
Bij het laden van een accu (met een acculader of in de wagen met een dynamo) produceert de accu eenexplosief gas. Let op de volgende voorzorgsmaatregelen:
o Laad de accu alleen in een goed geventileerde ruimte.
o Let erop dat in de desbetreffende ruimte geen open vuur of vonken aanwezig zijn en ook dat er nietwordt gerookt.
o Houd kinderen uit de buurt van een accu. I090C01P-GXT Accukabels losnemen en aansluiten Maak de accukabels nooit los terwijl de motor draait; dit kan schade opleveren aan de elektrische componenten. Maak eerst demassakabel los en dan de pluskabel. Maak bij het weer aansluiten van de accu eerst de pluskabel en vervolgensde massakabel vast.
ATTENTIE:
o Houd de accupolen schoon. Breng na het aansluiten van dekabels vaseline of zuurvrij vetop de polen en kabelaansluitingen aan. Gebruik lauw water om de accupolen tereinigen.
o Sluit de accupolen nooit kort;
dit kan oververhitting en derhalve ernstige schade veroorzaken.
!
Page 224 of 247

8
INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR
13
o Rook niet en houd geen vuur in de omgeving van de accu; het explosieve gas in de accu kanhierdoor onbranden.
o Het accuzuur is sterk bijtend. Laat daarom geen accuzuur incontact komen met uw ogen, huid, kleding of het lakwerk van het voertuig. Gemorst accuzuurmoet direct met veel water worden weggespoeld. Indien de huid of ogen door accuzuurgeïrriteerd raken, moet onmiddellijk een arts worden geraadpleegd.
o Als de accu m.b.v. een snellader moet worden opgeladen, moeteneerst de accukabels worden losgenomen.
o Maak ter voorkoming van kortsluiting, als eerste altijd de massakabel los.ONDERHOUD AIRCONDITIONING
SG140A1-FX
Condensor schoonhouden
De condensor van de airconditioning
en de radiateur moeten regelmatig worden gecontroleerd op vuil, dode insekten, bladeren enz. Dit kan dekoelcapaciteit nadelig beinvloeden. Verwijder aangekoekt vuil enz. Ga bij het verwijderen van vuil voorzichtig tewerk om schade aan de ventilator te voorkomen. SG140C1-FX Controle van de werking van de Airconditioning
1. Start de motor en laat deze enkele minuten versneld stationair draaien met de airconditioning ingesteld op max. koude situatie.
2. Als de uit de dashboard-openingen stromende lucht niet koud is, moet de installatie door de HYUNDAIdealer gecontroleerd worden. SG140D1-FX Smering Voor de smering van de compressor en de afdichtingen in het systeem moet de airconditioning elke weektenminste 10 minuten draaien. Dit is vooral van belang bij koude weersomstandigheden als hetairconditioningsysteem niet wordt gebruikt.LET OP:
Als het airconditioning systeem
gedurende langere tijd werkt met een te laag koelmiddelniveau, zalbeschadiging van de compressor plaatsvinden.
!