3RIJDEN MET UW HYUNDAI
2
!
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN M.B.T. UITLAATGASSENTIJDENS HET STARTEN EN RIJDEN MET HET VOERTUIG
D010A01P-GXT
1. Adem geen uitlaatgassen (koolmonoxide) in tijdens het starten of tijdens de rit. Koolmonoxide is kleurloos en reukloos en kan bewusteloosheid en zelfs de doodveroorzaken.
2. Open alle ruiten van het voertuig en
sluit de achterdeur als u in de autouitlaatgassen ruikt. Spoor onmiddellijk de oorzaak op en laat het defect verhelpen.
3. Controleer het uitlaatsysteem regelmatig op lekkage en slechtebevestiging. Laat het uitlaatsysteemcontroleren als het uitlaatgeluid verandert of als de uitlaat iets heeft geraakt.
4. Laat de motor in een garage of afgesloten ruimte niet langer draaiendan nodig is om de motor te startenen weg te rijden. Uitlaatgassen in een afgesloten ruimte vormen een ernstig gevaar.ALVORENS DE MOTOR TE STARTEN
C020A01O-GXT Voer alvorens de motor te starten altijd de volgende controles uit:
1. Controleer de wagen op lekke
banden, olie- of koelvloeistofle- kkage of andere tekenen van mogelijke problemen.
2. Controleer of alle ruiten en lampen schoon zijn.
3. Controleer na het instappen of de handrem is aangetrokken.
4. Controleer de stand van de
achteruitkijkspiegel en de buitens-piegels en controleer of ze schoon zijn.
5. Controleer of de stoel, rugleuning en hoofdsteun in de juiste standstaan.
6. Controleer of alle portieren gesloten zijn.
7. Gesp uw veiligheidsgordel om en
controleer of alle inzittenden de veiligheidsgordel hebben omge- gespt. WAARSCHUWING: (Aleen Dieselmotor)
Om zorg te dragen voor voldoende vacuum voor de rembekrachtiging bij een koude start, is hetnoodzakelijk de motor na het starten even stationair te laten lopen.
8. Schakel verlichting en accessoires
uit die niet benodigd zijn.
9. Controleer met de contactsleutel in
de stand "ON" of de betreffendecontrolelampen branden en of er voldoende brandstof in de tankaanwezig is.
7
EMISSIEREGELSYSTEEM
3KATALYSATOR
H040A01P-GXT Actief koolstoffilter Wanneer de motor niet draait, worden de benzinedampen die in de tank ontstaan geabsorbeerd door enopgeslagen in het actief koolstoffilter. Als de motor draait, worden de benzinedampen uit het filter in hetinlaatsysteem gezogen via de solenoïdeklep van het actief koolstoffilter. H090A01P-GXT Solenoïde actief koolstoffilter De solenoïde van het actief koolstoffilter wordt door de ECU(elektronische regeleenheid) gestuurd. Bij een lage koelvloeistoftemperatuur en bij stationair draaien is de klepgesloten zodat de verdampte benzine niet naar het inlaatlucht-systeem wordt gevoerd; wanneer de motor opbedrijfstemperatuur is tijdens normaal rijden, opent de klep zodat de verdampte benzine in hetinlaatluchtsysteem kan worden aangezogen. H050A01P-GXT
3. REGELSYSTEEM
UITLAATGASEMISSIE
Het regelsysteem uitaatgasemissie is
een uiterst effectief systeem dat desamenstelling van het uitlaatgas in milieutechnisch opzicht optimaliseerten tegelijkertijd goede motor-prestaties waarborgt. H060A01P-GXT Alle Hyundai voertuigen met benzinemotor zijn voorzien van een drieweg-katalysator met een monolietelement. De katalysator heeft tot taak de uitstoot van koolmonoxyde, koolwaterstoffen en stikstofoxyden teverminderen.
H010A01P
Katalysator