UW AUTO IN ÉÉN OOGOPSLAG
Controlelamp overdrive (Indien aanwezig)
Waarschuwingslamp water in brandstoffilter
Controlelamp voorgloeien - geel
Controlelamp immobilizer (Diefstalbeveiliging)
Onderhoudsindicatie (SRI) van airbagsysteem (Indien aanwezig)
Controlelamp ABS (Indien aanwezig)
Controlelampen richting-aanwijzers-groen Aanduiding grootlicht-blauw Controlelamp oliedruk Controlelamp handrem/remvloeistofpeil Waarschuwingslamp laadstroom-rood Controlelamp voor niet goed gesloten portieren Waarschuwingslamp laag brandstofniveau- amber (geelbruin)
Power/hold mode indicator Storingscontrolelamp (Indien aanwezig)
B255A01P-GXT WAARSCHUWINGS- EN CONTROLELAMPEN OP HET INSTRUMENTENPANEEL
* Een gedetailleerde uitleg van deze onderdelen treft u aan op pagina 2-8.
1AANDACHTSPUNTEN EN BIJZONDERHEDEN
46
B230H03P-GXT Geschiktheid van veiligheidssysteem voor kinderen voor zitplaatsen Gebruik een veiligheidssysteem voor kinderen dat officieel is goedgekeurd en dat voor uw kinderen geschikt is. Raadpleeg de volgende tabel bij het gebruik van kinderstoelen. Bestelbus
Minibus
Tweedezitrij
Linker stoel
Voorpas-
sagier
0 : Tot 10 kg (0 ~ 9 maanden)0+ : Tot 13 kg (0 ~ 2 jaar)
I : 9 kg tot 18 kg(9 maanden~4 jaar)II & III : 15 kgtot 36 kg (4 ~ 12 jaar) UF UF UF UF
Derde
zitrij
Midden
Derde
zitrij
Zijkant
Leeftijd-
sgroep Zitpositie (voor 7-persoons Minibus)Tweede
zitrij
Rechter stoel
X X X
UF U U U
UF U U U
UF X X X X
Leeftijd-
sgroep
0 : Tot 10 kg (0 ~ 9 maanden)0+ : Tot 13 kg (0 ~ 2 jaar)
I : 9 kg tot 18 kg(9 maanden~4 jaar)II & III : 15 kgtot 36 kg (4 ~ 12 jaar) Derde zitrij
Zitpositie (voor 9-persoons Minibus)
Voorpassagier
Tweede zitrij
Zijkant MiddenLinker
stoel Rechter
stoel
MiddenZijkant Midden
X X X X X X X XU U U
UF UF UF UF UF X X X XX X X XUF UF UF UF 0 : Tot 10 kg (0 ~ 9 maanden) 0+ : Tot 13 kg(0 ~ 2 jaar)
I : 9 kg tot 18 kg(9 maanden~4 jaar) II & III : 15 kg tot 36 kg(4 ~ 12 jaar) Tweede
zitrij
Midden
Tweede
zitrij
Zijkant
Leeftijd-
sgroep Zitpositie
(Voor 6-persoons Bestelbus)
Voorpassagier zijkant Voorpassagier
midden
UF UF UF UF X X X X
Leeftijd-
sgroep
0 : Tot 10 kg (0 ~ 9 maanden)0+ : Tot 13 kg(0 ~ 2 jaar)
I : 9 kg tot 18 kg(9 maanden ~4 jaar) II & III : 15 kgtot 36 kg(4 ~ 12 jaar) Zitpositie
(Voor 3-persoons Bestelbus)
Voorpassagier zijkant Voorpassagier midden
X X X X X X X X
X X X X X X X X
!WAARSCHUWING:
Bevestig geen veiligheidssysteem voor kinderen op de voorstoel. Als bij een aanrijding de zij-airbag aan passagierszijde in werking treedt,kan het kind of de baby in het kinder- of babystoeltje levensgevaarlijk gewond raken. Gebruik daarom eenveiligheidssysteem voor kinderen alleen op de achterbank.
1AANDACHTSPUNTEN EN BIJZONDERHEDEN
50
!WAARSCHUWING:
o Het in werking treden van de airbag gaat gepaard met een luide knal, terwijl eveneens enige rookvrijkomt. Dit is normaal en is niet gevaarlijk. De rook die bij het in werking treden van de airbagvrijkomt kan echter huidirritatie veroorzaken. Na een aanrijding waarbij de airbag in werking isgetreden, moeten de handen en het gezicht grondig met lauwwarm water en een mildezeep worden gewassen. B240B05L
Airbag voor passagierszijde
B240C01HP-GXT Onderhoud van het airbagsysteem Het airbagsysteem is praktisch onderhoudsvrij; het is niet toegestaanzelf werkzaamheden eraan uit te voeren. Het gehele airbagsysteem moet 10 jaar na de produktiedatumvan de auto door een officiële Hyundai dealer worden gecontroleerd. Alle werkzaamheden aan hetairbagsysteem, zoals het verwijderen, aanbrengen, repareren of werkzaamheden aan het stuurwielmoeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerde Hyundai monteur. Onvakkundig uitgevoerdewerkzaamheden aan het airbagsysteem kunnen ernstig persoonlijk letsel tot gevolg hebben.
o Het SRS kan alleen worden
gebruikt als het contactslot op"ON" staat. Als de SRS SRI niet gaat branden of blijft branden na de ongeveer 6 seconden dievolgen op het inschakelen van het contactslot ("ON") of het starten van de motor of gaatbranden tijdens de rit, dan werkt het SRS niet op de juiste wijze. Als dit gebeurt, laat dan de autoonmiddellijk door een Hyundai dealer controleren.
o Alvorens een zekering te vervangen of een accukabel loste maken, moet de contactsleutel in de stand "LOCK" wordengedraaid of worden verwijderd. Vervang nooit zekering nummer 12 als de contactsleutel in destand "ON’ staat. Als deze waarschuwing niet wordt opgevolgd, gaat deonderhoudsindicatie branden.
1
AANDACHTSPUNTEN EN BIJZONDERHEDEN
51
!
o Het stootvlak kan worden
gereinigd met een zachte, droge doek of een doek die vochtig is gemaakt met water zonder enigetoevoeging. Oplosmiddelen of reinigingsmiddelen kunnen een negatief effect hebben op hetstootvlak van het stuurwiel alsmede op de goede werking van systeem.
o Er mogen geen voorwerpen over of bij de airbageenheden op hetstuurwiel, hetinstrumentenpaneel of de afdekking boven het dashboardkastje aanpassagierszijde worden geplaatst, omdat een dergelijk voorwerp letsel kan veroorakenbij een aanrijding die erntig genoeg is om de airbags in werking te laten treden.
o Als de airbag in werking is getreden, moet deze wordenvervangen door een officiëleHyundai dealer. o Aan de diverse componenten en
aan de bedrading van het airbagsysteem mogen geen werkzaamheden wordenuitgevoerd, terwijl deze ook niet mogen worden losgemaakt. Als dit wel gebeurt, kan ditpersoonlijk letsel tot gevolg hebben omdat de airbag abusievelijk in werking kantreden of niet in werking kan treden.
o Op de rechter voorstoel mag geen veiligheidssysteem voorkinderen worden gemonteerd. Op de voorstoel mag nooit eenkinderstoeltje worden geplaatst. Het kind kan letsel oplopen als de airbag bij een aanrijding wordtgeactiveerd.
o Als componenten van het
airbagsysteem tot schrootworden verwerkt, of als de wagen tot schroot wordt verwerkt, moeten bepaaldeveiligheidsvoor-schriften worden opgevolgd.
WAARSCHUWING:
o Als wijzigingen worden uitgevoerd aan de diverse componenten en de bedrading van het airbagsystem, inclusief het aanbrengen van voorwerpenop het stootvlak van het stuurwiel of wijzigingen worden uitgevoerd aan het stuurwiel, kan de werkingvan het airbagsysteem worden beïnvloed en persoonlijk letsel tot gevolg hebben. B240C02L
2
INSTRUMENTEN & BEDIENINGSORGANEN
3
1. Controlelamp elektronische motoregeling (MIL) (Indien aanwezig)
2. Waarschuwingslamp oliedruk
3. Waarschuwingslamp laag remvloeistof-niveau en
aangetrokken parkeerrem
4. Controlelamp startblokkering (Indien aanwezig)
5. Controlelampen richtingaanwijzers
6. Keuzestandindicatie automatische transmissie (Indien aanwezig)
7. POWER/HOLD mode-indicator (Alleen A/T)
8. Aanduiding grootlicht
9. Controlelamp ABS (SRI) (Indien aanwezig)
10. Controlelamp airbag (Indien aanwezig) 11. Controlelamp overdrive (Alleen A/T)
12. Controlelamp voorgloeien (Alleen dieselmotor)
13. Toerenteller (Indien aanwezig)
14. Waarschuwingslamp laag brandstofniveau
15. Waarschuwingslamp water in brandstoffilter
(alleen diesel motor)
16. Waarschwingslamp laadstroom
17. Temperatuurmeter koelvloeistof
18. Kilometerteller/Dagteller
19. Brandstofmeter
20. Terugstelknop dagteller
21. Snelheidsmeter
22. Waarschuwingslamp niet-gesloten portier
2
INSTRUMENTEN & BEDIENINGSORGANEN
5
1. Brandstofmeter
2. Temperatuurmeter koelvloeistof
3. Controlelamp elektronische motoregeling (MIL) (Indien aanwezig)
4. Waarschuwingslamp oliedruk
5. Waarschuwingslamp laag remvloeistof-niveau en
aangetrokken parkeerrem
6. Controlelamp startblokkering (Indien aanwezig)
7. Keuzestandindicatie automatische transmissie
(Indien aanwezig)
8. POWER/HOLD mode-indicator (Alleen A/T)
9. Aanduiding grootlicht
10. Controlelamp ABS (SRI) (Indien aanwezig) 11. Controlelamp airbag (Indien aanwezig)
12. Controlelamp overdrive (Alleen A/T)
13. Snelheidsmeter
14. Controlelamp voorgloeien (Alleen dieselmotor)
15. Waarschuwingslamp laag brandstofniveau
16. Waarschuwingslamp water in brandstoffilter
(Alleen diesel motor)
17. Waarschwingslamp laadstroom
18. Controlelampen richtingaanwijzers
19. Kilometerteller/Dagteller
20. Terugstelknop dagteller
21. Waarschuwingslamp niet-gesloten portier
2
INSTRUMENTEN & BEDIENINGSORGANEN
7
1. Temperatuurmeter koelvloeistof
2. Toerenteller (Indien aanwezig)
3. Controlelampen richtingaanwijzers
4. Snelheidsmeter
5. Kilometerteller
6. Brandstofmeter
7. Waarschuwingslamp laag brandstofniveau
8. Controlelamp ABS (SRI) (Indien aanwezig)
9. Controlelamp elektronische motoregeling (MIL) (Indien aanwezig)
10. Waarschuwingslamp water in brandstoffilter
(Alleen diesel motor) 11. Waarschwingslamp laadstroom
12. Waarschuwingslamp laag remvloeistof-niveau en
aangetrokken parkeerrem
13. Controlelamp airbag (Indien aanwezig)
14. Controlelamp voorgloeien (Alleen dieselmotor)
15. Waarschuwingslamp niet-gesloten portier
16. Aanduiding grootlicht
17. Terugstelknop dagteller
18. Dagteller
19. Waarschuwingslamp oliedruk
20. Controlelamp startblokkering (Indien aanwezig)
2INSTRUMENTEN & BEDIENINGSORGANEN
8INDICATOR EN WAARSCHUWINGSLAMP
B260B01S-GXT Onderhoudsindicatie (SRI) van airbagsysteem(Indien aanwezig)
De SRS onderhoudsindicatie (SRI) in het instrumentenpaneel knippert ca. 6 seconden nadat de contactsleutel inde stand "ON" is gedraaid of nadat de motor is gestart en dooft vervolgens. Deze onderhoudsindicatie gaateveneens branden als het airbagsysteem niet correct werkt. Als bij het aanzetten van het contact of hetstarten van de motor de onderhoudsindicatie niet gaat branden of continu blijft branden nadat zegedurende 6 seconden heeft geknipperd, of wanneer ze gaat branden tijdens het rijden, moet hetairbagsysteem worden gecontroleerd door een officiële Hyundai dealer.
C130N01P-GXT CONTROLELAMP ABS (Indien aanwezig)
Als de contactsleutel in de stand "ON" wordt gedraaid, zal de controlelampvoor het ABS gaan branden en na enkele seconden doven. Als de controlelamp blijft branden, gaatbranden tijdens het rijden of niet gaat branden als de contactsleutel in de stand "ON" wordt gedraaid, betekentdit dat er een storing in het ABS systeem is opgetreden. Laat uw auto in dit geval zo snel mogelijk door eenHyundai dealer controleren. Het normale remsysteem blijft echter werken, maar zonder de assistentievan het ABS systeem.C130I01P-GXT CONTROLELAMP OVER- DRIVE (Indien aanwezig)
Wanneer de overdrive wordt ingeschakeld, dooft deze controlelamp. Zodra de overdrive wordt uitgeschakeldgaat deze controlelamp branden. (Alleen automatische transmissie)
C130F01P-GXT CONTROLELAMPEN RICHTING-AANWIJZERS- GROEN
Deze controlelampen knipperen tegelijkertijd met de richtingaanwijzers.Als een controlelamp sneller gaat knipperen duidt dit mogelijkerwijs op een slecht of onderbroken contact ofeen defecte gloeilamp.
C130G01P-GXT AANDUIDING GROOTLICHT-BLAUW
Deze lamp brandt wanneer het groot ongedimd licht is ingeschakeld.