Page 105 of 247

2
INSTRUMENTEN & BEDIENINGSORGANEN
39VENTILATIEBI-LEVELVERWARMING
C620A01P-GXT Om het interieur te verwarmen moet het handel voor luchttoevoer op verse lucht worden gezet en het handel voor luchtverdeling op de stand vooruitstroming naar de beenruimte. Voor een snellere verwarming moet het handel tussen verse lucht enrecirculeren in staan. De snelste verwarming geschiedt door het handel op de stand voor recirculeren te zetten.Indien de ruiten beslaan moet het handel voor de luchtverdeling op ontwasemen staan en het handel voorde luchttoevoer op verse lucht. Voor een maximale verwarming moet het handel voor de temperatuurregelingin de uiterste stand voor verwarmen worden gezet. C630A01P-GXT (Temperatuurscheiding) Uw Hyundai is uitgerust met "bi-level" verwarming. Hiermee is het mogelijkom koelere lucht uit de roosters in het dashboard te laten stromen en tegelijkertijd warmere lucht naar debeenruimte.
o Stel de luchttoevoer in op verse
lucht.
o Zet het handel voor de luchtverdeling
in de "Bi-Level" stand.
o Zet het bedieningshandel voor de temperatuurregeling tussen koud en warm. C640A01P-GXT Zet, voor het bedienen van het ventilatie-systeem:
o De luchttoevoer op verse lucht.
o Schuif het handel voor de
luchtverdeling geheel naar links om alle lucht naar de roosters in het dashboard te voeren.
o Stel de aanjager in op de gewenste
snelheid.
o Zet de temperatuurregeling tussen
koud en warm.
Page 106 of 247

2INSTRUMENTEN & BEDIENINGSORGANEN
40
Voor het ontwasemen of ontdooien van de voorruit moeten de verschillendebedienings-handels in onderstaande stand worden geplaatst:
o Luchttoevoer (4) in de stand voor
verse lucht.
o Luchtverdeling (3) in de stand voor
ontwa-semen.
o Temperatuurregeling (1) in de
gewenste stand voor een behaaglijke temperatuur.
o Aanjager (5) in bijna de maximale
stand.
o Als de auto is voorzien van A/C (2) zit, wordt deze geactiveerd door deschakelaar A/C in te drukken.
N.B.: Bij een hoge luchtvochtigheid kan de airco worden gebruikt met het luchttoevoerhandel in de stand voorrecirculeren zodat het ontwasemen wordt versneld. C670A01P-GXT Tips voor de bediening
o U voorkomt dat stof en
onaangename lucht via het ventilatiesysteem het interieur binnendringen door het handel voor de luchttoevoer tijdelijk in de standvoor recirculeren te plaatsen. Denk er echter aan dit handel zo spoedig mogelijk weer in de stand voor verselucht te zetten. Dit geeft een betere luchtkwaliteit, nodig voor een goede concentratie van de chauffeur.
o De luchttoevoer vindt plaats via de roosters voor de voorruit. Let er opdat deze roosters vrij zijn vanbladeren, sneeuw, ijs, e.d.
ONTWASEMING/ ONTDOOING
C660A01P-GXT
C660B01P
C660A01P
Draai-/drukknop Schuif
1
23
4
5
12
3
4 5
Page 107 of 247
2
INSTRUMENTEN & BEDIENINGSORGANEN
41AIRCONDITIONING
C680A01P-GXT (Indien aanwezig) Koelen Voor het koelen van het interieur:
o Sluit de luchttoevoer via de
zijventilatiero-osters in het dash- board.
o Zet de aanjager aan.
o Schakel de airconditioning in; de controlelamp voor de airco moet tegelijkertijd oplichten.
o Zet het handel voor de luchttoevoer
in de stand voor verse lucht.
o Zet het handel voor de temperatuurregeling in een standvoor koele lucht.
o Laat de aanjager met de gewenste snelheid draaien. Plaats voor eenintensievere koeling deaanjagerschakelaar in een van de hogere standen of kies de stand voor luchtrecirculatie.
C680A01P C680A02P
Draai-/drukknop
Schuif Draai-/drukknop
Schuif
C690A01P-GXT Verwarmen Met Gedroogde Lucht
C690A01P
C690A02P
Page 108 of 247

2INSTRUMENTEN & BEDIENINGSORGANEN
42
C720A01P-GXT Schakelaars verwarming achtercompartiment De schakelaars voor de verwarming van het achtercompartiment bevinden zich aan de linkerzijde van het dash-board en links van de tweede bank. C720A01P
SCHAKELAAR VERWARMING ACHTERCOMPARTIMENT
C710A01P-GXT (Indien aanwezig) De verwarming voor het achtercompartiment kan worden aangezet wanneer het contact in de stand "ON" staat.
C700A01P-GXT Tips
o Als het interieur is verwarmd, zet
dan enkele minuten de ruiten open zodat de warme lucht naar buiten wordt afgevoerd.
o Houd, indien de airconditioning is ingeschakeld, alle ruiten geslotenzodat geen warme lucht kan binnendringen.
o Schakel bij lage snelheden, bijvoorbeeld in druk verkeer, eenlagere versnelling in. Hierdoor neemthet motortoerental toe waardoor ook het toerental van de compressor stijgt.
o Wanneer u lange tijd bergopwaarts rijdt, verdient het aanbeveling deairconditioning zo nu en dan uit teschakelen om oververhitting van de motor te voorkomen.
o In periodes dat de airconditioning weinig wordt gebruikt(winterseizoen) is het aan te bevelen de airconditioning van tijd tot tijdenkele minuten in werking te stellen.
Hierdoor wordt het systeem gesmeerden blijft de airconditioning in een goede conditie.
Zet hiervoor de handels als volgt:
o Zet de aanjager aan.
o Schakel de airconditioning in; de
controlelamp voor de airco moet tegelijkertijd oplichten.
o Zet het handel voor de luchttoevoer
in de stand voor verse lucht.
o Laat de aanjager met de gewenste snelheid draaien. Plaats voor eensnellere verwarming deaanjagerschakelaar in één van de hogere standen.
o Zet het handel voor de temperatuuregeling in de gewenstestand.
Page 109 of 247

2
INSTRUMENTEN & BEDIENINGSORGANEN
43
C730A01P-GXT Regelpaneel
Draai type (A) Schuif
C730A02P C730A02P-1
1
2
3
12
3
1. Temperatuurregelaar
o Lever Type - Stel de gewenstetemperatuur in door het handel naar links of rechts te verplaatsen.
o Draai Type - Selecteer de gewenste
temperatuur door de knop links- ofrechtsom te draaien. Rood - Hoge temperatuur(verwarming) Blauw - Omgevingstemperatuur (ventilatie)
2. Schuif voor regeling luchtstroom De luchtstroom kan op drie manierenhet interieur bereiken.De functies beenruimten, temperatuurscheiding en bovenzijde interieur worden met drie symbolenaangegeven.
3. Aanjagerschakelaar
De aanjager heeft drie standen voorde regeling van de luchthoeveelheid; voor-waarde is dat hierbij zowel het contact als de schakelaar in de stand"ON" staan. De aanjagersnelheid neemt toe als het handel naar rechts wordt verplaatst.
Met beide schakelaars is het mogelijkde verwarming in en uit te schakelen.De verwarming wordt ingeschakeld door de knop in te drukken, waarbij tegelijkertijd het lampje in de schakelaargaat branden, en weer uitgeschakeld door de knop nogmaals in te drukken.
3
Draai type (B)
HA1FL2070-1
Page 110 of 247

2INSTRUMENTEN & BEDIENINGSORGANEN
44
Klem
LUCHTFILTER (VOOR VERDAMPER-/ AANJAGEREENHEID)
B760A02P-GXT (Minibus/Bestelbus)
AanjagerAIRCONDITIONING TEGEN DAK
C750A02P-GXT (Indien aanwezig) De airconditioning tegen het dak kan worden ingeschakeld als het contact in de stand "ON" staat en dehoofdschakelaar in het instrumentenpaneel wordt ingedrukt. Aanjagerschakelaar De aanjagerschakelaar heeft drie standen waarmee de hoeveelheid lucht die in het interieur stroomt kan wordengeregeld. De airconditioning werkt niet als de schakelaar in de stand "O" staat. De snelheid van de aanjagerneemt toe als de schakelaar naar rechts wordt verplaatst.
C740A02P-GXT Airconditioning Achterin (Indien aanwezig) De airconditioning achterin kan worden ingeschakeld met het contactslot in de "ON"-stand door de hoofdschakelaarin het instrumentenpaneel in te drukken.
1. De werking van de achterste airconditioning is gelijk aan de beschrijving bij WERKINGAIRCONDITIONING op blz. 2-41.
C750A03P
C760A01P
C760B01P
Luchtfilter LuchtinlaatkanaalLuchtfilter
Luchtinlaatkanaal Verdamper
Interieur
Motorruimte
Luchtinlaatkanaal
Page 111 of 247
2
INSTRUMENTEN & BEDIENINGSORGANEN
45
Het luchtfilter bevindt zich in het inlaatluchtkanaal achter hetruitensproeierreservoir. Het voorkomt dat vervuilde lucht de auto binnendringt. Voor het vervangen van het filter vande airconditioning, zie pagina 8-14.
LET OP:
o Vervang het filter elke 15.000 km of eenmaal per jaar. Als de auto onder zware omstandigheden, zoals stoffige of slechte wegen, wordt gebruikt, moet het luchtfilter vaker wordengecontroleerd en vervangen.
o Als de luchtstroom plotseling
sterk afneemt, moet het door eenHyunday dealer worden gecontroleerd.
!
Page 112 of 247

2INSTRUMENTEN & BEDIENINGSORGANEN
46STEREO GELUIDSINSTALLATIE
Bergen
Gebouwen
Belemmerd gebied
FM radiostation
ijzeren bruggenOnbelemmerd gebied
FM signalen worden met een hoge frequentie uitgezonden en volgen hierbij niet het aardoppervlak. Daaromontstaat bij FM uitzendingen op een relatief korte afstand van het radiostation vervorming. Bovendienondervinden FM signalen nadelige invloeden door gebouwen, bergen of andere obstakels. Dit kan eengeluidsweergave tot gevolg hebben waardoor u veronderstelt dat uw geluidsinstallatie niet in orde is. Devolgende condities zijn normaal en duiden niet op een storing:
radiostation, andere krachtige stations of de aanwezigheid van gebouwen,bruggen of grotere obstakels in het desbetreffende gebied.
SR010A1-FX (Indien gemonteerd) De werking van een autoradio
FM-ontvangst Ionosfeer
AM en FM radiosignalen worden door het radiostation uitgezonden. Deze signalen worden ontvangen door de radioantenne op het spatscherm vanuw wagen. Dit signaal wordt dan ontvangen door de radio en doorgestuurd naar de luidsprekers.Als een krachtig radiosignaal uw wagen bereikt zorgt de moderne techniek van uw geluidsinstallatie voor een hogekwaliteit van de geluidsweergave. In sommige gevallen is het ontvangen signaal echter niet krachtig en helder.Dit kan worden veroorzaakt door bijvoorbeeld de afstand tot het
B750A01L AM-ontvangst
Ionosfeer
B750A02L
B750A03L
In het algemeen is de ontvangst van AM signalen beter dan van FM signalen. Dit komt doordat AMradiogolven met een lage frequentie worden uitgezonden. Deze lange golven met een lage frequentie volgenhet aardoppervlak en verplaatsen zich niet recht in de atmosfeer. Bovendien ontwijken ze obstakels zodat over hetalgemeen een betere signaal- weergave het gevolg is. Daarom kan een AM uitzending over een grotereafstand dan een FM uitzending worden ontvangen.