Page 377 of 584

6.3.11 Batterij elektronische
sleutel
Vervang de batterij door een nieuw
exemplaar als deze ontladen raakt.
Mogelijk raakt de sleutel beschadigd als
de onderstaande procedure niet goed
wordt uitgevoerd. Het verdient daarom
aanbeveling om de sleutelbatterij te laten
vervangen door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Als de batterij van de elektronische
sleutel ontladen is
De volgende verschijnselen kunnen zich
voordoen:
• Het Smart entry-systeem met
startknop en de afstandsbediening
zullen niet goed werken.
• Het bereik van de afstandsbediening
zal kleiner worden.
Zaken die u dient klaar te leggen
• Sleufkopschroevendraaier
• Kleine sleufkopschroevendraaier
• Lithiumbatterij CR2450
Gebruik een CR2450 lithiumbatterij
• Batterijen zijn verkrijgbaar bij een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige, plaatselijke
elektrozaken of fotospeciaalzaken.
• Vervang de batterij alleen door het
door de fabrikant aanbevolen type.
• Gooi batterijen niet weg, maar lever ze
in als KCA.
Batterij vervangen
1. Maak de borging los en verwijder de
mechanische sleutel.2. Verwijder het kapje van de sleutel.
Omwikkel het uiteinde van de
sleufkopschroevendraaier met een
doek om schade aan de sleutel te
voorkomen.
3. Verwijder de lege batterij met een
kleine sleufkopschroevendraaier.
Bij het verwijderen van het kapje kan
de module van de elektronische
sleutel aan het kapje vastzitten,
waardoor de batterij niet zichtbaar is.
Verwijder in dat geval de module van
de elektronische sleutel om de batterij
te kunnen verwijderen.
Plaats een nieuwe batterij met de
positieve aansluiting “+” naar boven.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
375
6
Onderhoud en verzorging
Page 378 of 584

4. Voer voor het plaatsen van het kapje
van de mechanische sleutel stap2en
1in omgekeerde volgorde uit.
5. Druk op de toets
ofen
controleer of de portieren worden
vergrendeld/ontgrendeld.
WAARSCHUWING!
Voorzorgsmaatregelen met
betrekking tot de accu
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet
in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
• Slik de batterij niet in. Anders kunt u
chemische brandwonden oplopen.
• De elektronische sleutel is uitgerust
met een knoopcel, ook wel
knoopbatterij genoemd. Als een
batterij wordt ingeslikt, kan deze
binnen 2 uur ernstige chemische
brandwonden veroorzaken, met
dodelijk of ernstig letsel als gevolg.
• Houd nieuwe en gebruikte batterijen
buiten bereik van kinderen.
• Als het kapje niet goed kan worden
gesloten, gebruik de elektronische
sleutel dan niet en berg deze buiten
bereik van kinderen op. Neem
vervolgens contact op met een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
• Als u per ongeluk een batterij inslikt
of een batterij in een deel van uw
lichaam plaatst, roep dan
onmiddellijk medische hulp in.
Voorkomen dat de batterij ontploft of
brandbare vloeistoffen of gassen
vrijkomen
• Vervang de batterij door een nieuw
exemplaar van hetzelfde type. Als
een verkeerd type batterij wordt
gebruikt, kan deze ontploffen.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Stel batterijen niet bloot aan een
extreem lage druk als gevolg een
grote hoogte of extreem hoge
temperaturen.
• Verbrand een batterij niet en breek of
snijd hem niet open.
OPMERKING
Bij het vervangen van de accu
Gebruik het juiste formaat
sleufkopschroevendraaier. Het
uitoefenen van overmatige kracht kan
ervoor zorgen dat het klepje vervormt of
beschadigd raakt.
Voor een goede werking na het
vervangen van de batterij
Houd u aan de volgende
voorzorgsmaatregelen om ongevallen te
voorkomen:
• Zorg altijd dat uw handen droog zijn.
Door vocht kan de batterij gaan
corroderen.
• Voorkom dat andere onderdelen in de
afstandsbediening worden
aangeraakt of bewogen.
• Verbuig de aansluitingen van de
batterij niet.
6.3.12 Controleren en vervangen
van zekeringen
Als een bepaalde stroomverbruiker niet
werkt, kan het zijn dat een zekering is
doorgebrand. Controleer in dat geval de
desbetreffende zekering en vervang deze
indien nodig.
Controleren en vervangen van
zekeringen
1. Zet het contact UIT.
2. Open het deksel van de
zekeringenkast.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
376
Page 379 of 584
Motorruimte: zekeringenkast type A
Druk de borglippen in en trek de klep
omhoog.
Motorruimte: zekeringenkast type B
(2ZR-FXE motor)
Druk de borglippen in en trek de klep
omhoog.
Motorruimte: zekeringenkast type B
(M20A-FXS motor)
Druk de borglippen in en trek de klep
omhoog.Onder het dashboard aan
bestuurderszijde (auto met linkse
besturing)
Verwijder de klep.
Druk tijdens het verwijderen/plaatsen
van de klep de klauw in.
Onder het dashboard aan
passagierszijde (auto's met rechtse
besturing)
Verwijder het deksel en vervolgens de
klep.
Druk tijdens het verwijderen/plaatsen
van de klep de klauw in.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
377
6
Onderhoud en verzorging
Page 380 of 584
Bagageruimte (hatchback) (M20A-FXS
motor)
Verwijder de afdekplaat. (→Blz. 313)
Druk de borglip in en trek het deksel
omhoog.
Bagageruimte (wagon) (M20A-FXS
motor)
Verwijder de afdekplaat (→blz. 313)
en de afdekkap van de 12V-accu
(→blz. 350).
Druk de borglip in en trek het deksel
omhoog.3. Verwijder de zekering met de
zekeringtrekker. Alleen zekering type
A kan worden verwijderd met de
zekeringtrekker.
2ZR-FXE motor
M20A-FXS motor
4. Controleer of de zekering is
doorgebrand.
Vervang de doorgebrande zekering
door een nieuwe zekering met de
juiste stroomsterkte. De
stroomsterkte staat vermeld op het
deksel van de zekeringenkast.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
378
Page 381 of 584

Ty p e A
AGoede zekering
BDefecte zekering
Ty p e B
AGoede zekering
BDefecte zekering
Ty p e C
AGoede zekering
BDefecte zekeringTy p e D
AGoede zekering
BDefecte zekering
Na het vervangen van een zekering
• Controleer bij het plaatsen van het
deksel of de borglip goed vastzit.
• Als na het vervangen van de zekering
de verlichting nog niet werkt, kan het
zijn dat de lamp moet worden
vervangen. (→Blz. 380)
• Laat, als de nieuwe zekering direct
doorbrandt, de auto controleren door
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Als de stroomafname van een circuit te
groot is
De zekeringen zullen doorbranden
voordat de bedrading van de auto
onherstelbaar beschadigd raakt.
Bij het vervangen van lampen
Toyota raadt u aan om originele
Toyota-producten te gebruiken, die
speciaal voor deze auto ontworpen zijn.
Doordat bepaalde lampen in verbinding
staan met circuits die zijn ontworpen om
overbelasting te voorkomen, kunnen
niet-originele onderdelen of onderdelen
die niet voor deze auto ontworpen zijn
onbruikbaar zijn.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
379
6
Onderhoud en verzorging
Page 382 of 584

WAARSCHUWING!
Voorkomen van storingen en het
ontstaan van brand
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet
in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan resulteren
in schade aan de auto, brand en ernstig
letsel.
• Monteer nooit een zekering voor een
hogere stroomsterkte dan
aangegeven, of een stukje metaal.
• Gebruik altijd een originele
Toyota-zekering of een
gelijkwaardige zekering. Vervang de
zekering nooit door een stukje draad
of metaal, ook niet tijdelijk.
• Breng geen wijzigingen aan de
zekeringen of de zekeringenkasten
aan.
OPMERKING
Voordat u een zekering vervangt
Laat de oorzaak van de te grote
stroomafname zo snel mogelijk
vaststellen en repareren door een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
6.3.13 Lampen
U kunt de onderstaande lampen
desgewenst zelf vervangen. Sommige
lampen zijn eenvoudiger te vervangen
dan andere lampen. Aangezien de
onderdelen beschadigd zouden kunnen
raken, raden wij u aan om de vervanging
te laten uitvoeren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Voordat u een lamp vervangt
Controleer het vermogen van de defecte
lamp. (→Blz. 451)Uitschakelen van de elektrisch
bedienbare achterklep (indien
aanwezig)
→Blz. 457
Plaats lampen
• Hatchback
AKentekenplaatverlichting
• Wagon
AKentekenplaatverlichting
Lampen die vervangen moeten worden
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• Koplampen
• Parkeerlichten voor
• Dagrijverlichting
• Richtingaanwijzers
• Mistlampen voor (indien aanwezig)
• Achterlichten
• Remlichten
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
380
Page 383 of 584

• Achteruitrijlicht
• Mistachterlicht
• Derde remlicht
Ledlampen
De verlichting, behalve de
kentekenplaatverlichting, bestaat uit een
aantal leds. Laat een defecte led
vervangen door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Condensvorming aan de binnenzijde
van het lampglas
Het tijdelijk beslaan van de binnenzijde
van het koplampglas is normaal. Neem in
de volgende gevallen contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
voor meer informatie:
• Als er erg veel condens aan de
binnenzijde van het koplampglas zit.
• Als de binnenzijde van de koplamp nat
is en blijft.
Bij het vervangen van lampen
→Blz. 379
Lampen vervangen
Kentekenplaatverlichting
• Hatchback
1. Verwijder de lichtmodule.
Steek een platte schroevendraaier of
een dergelijk gereedschap in de
opening naast de lamp en verwijder
deze zoals aangegeven in de
afbeelding.
Omwikkel de schroevendraaier met
tape om te voorkomen dat de auto
wordt beschadigd.2. Draai de lamphouder linksom en
verwijder hem.
3. Verwijder de lamp.
4. Plaatsen: Herhaal de genoemde
stappen in omgekeerde volgorde.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
381
6
Onderhoud en verzorging
Page 384 of 584
• Wagon
1. Verwijder het kapje.
ASteek een
sleufkopschroevendraaier of iets
dergelijks in de opening aan de
rechterzijde en maak de klauw los.
BSteek een
sleufkopschroevendraaier of iets
dergelijks in de opening aan de
linkerzijde, maak de klauw los en
verwijder vervolgens het deksel.
Omwikkel het uiteinde van de
schroevendraaier met tape om te
voorkomen dat de auto wordt
beschadigd.
2. Steek een kleine
sleufkopschroevendraaier of iets
dergelijks in een van de gaten links of
rechts in het lampglas.
ALampglas
3. Verwijder het lampglas.
Duw de schroevendraaier gekanteld
in de richting van de pijl, zoals
aangegeven in de afbeelding, om de
haak los te maken en verwijder het
lampglas.
AHaak
4. Verwijder de lamp.
5. Plaats een nieuwe lamp.
6. Plaats het lampglas.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
382