Page 129 of 584

• Voer, om de 2 sensoren te activeren,
de voetbeweging uit met de wreef
(tenen omhoog wijzend).
• Auto's met een originele verticaal
afneembare Toyota-trekhaak:
raadpleeg de montage-instructies.
ASensoren regeling voetbediening
BDetectiegebied voor werking
handsfree elektrisch bedienbare
achterklep
3. Als de sensor voor de regeling van de
voetbediening signaleert dat u uw
voet hebt teruggetrokken, klinkt er na
een korte pauze een zoemer en zal de
elektrisch bedienbare achterklep
automatisch volledig openen/sluiten.
Als de voetbeweging wordt
uitgevoerd terwijl de achterklep wordt
geopend/gesloten, stopt de
achterklep met bewegen. Door de
achterklep nogmaals met een
voetbeweging te bedienen beweegt
de achterklep in tegengestelde
richting.
Bagageruimteverlichting
• De bagageruimteverlichting gaat
branden als de achterklep wordt
geopend.
• Als de bagageruimteverlichting aan
wordt gelaten wanneer het contact
UIT wordt gezet, gaat de verlichting na
20 minuten automatisch uit.Werkingsvoorwaarden elektrisch
bedienbare achterklep
Als aan de volgende voorwaarden
voldaan is terwijl de elektrisch
bedienbare achterklep is ingeschakeld
(→blz. 452), kan de elektrisch
bedienbare achterklep automatisch
worden geopend en gesloten.
• Wanneer de achterklep is ontgrendeld
• Als het contact AAN staat, moet
behalve aan de bovenstaande
voorwaarden ook aan een van de
onderstaande voorwaarden worden
voldaan:
– De parkeerrem is geactiveerd.
– Het rempedaal is ingetrapt.
– De selectiehendel staat in stand P.
Voorwaarden voor activering van
sensor regeling voetbediening
• Als de sensor regeling voetbediening
is ingeschakeld en het contact UIT is
gezet
• Als een elektronische sleutel zich in
het werkingsbereik bevindt
Werking van de elektrisch bedienbare
achterklep
• Als de elektrisch bedienbare
achterklep is uitgeschakeld, werkt de
elektrisch bedienbare achterklep niet,
maar kan hij handmatig worden
geopend en gesloten.
• Als de elektrisch bedienbare
achterklep aan het openen is en een
obstakel raakt, wordt de werking
onderbroken.
Functie sluiten en vergrendelen
Als de elektrisch bedienbare achterklep
open is, sluit deze functie de achterklep
waarna alle portieren gelijktijdig worden
vergrendeld. Als de volgende procedures
worden uitgevoerd en er geen
elektronische sleutels van de auto in het
interieur zijn achtergebleven, worden
alle portieren vergrendeld wanneer de
elektrisch bedienbare achterklep
volledig is gesloten.
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
127
3
Voordat u gaat rijden
Page 130 of 584

1. Sluit alle portieren, maar sluit de
elektrisch bedienbare achterklep niet.
2. Druk, terwijl u een elektronische
sleutel bij u hebt, op de schakelaar
op het onderste deel van de elektrisch
bedienbare achterklep (→blz. 125).
Er klinkt een andere zoemer dan normaal
en de elektrisch bedienbare achterklep
begint automatisch te sluiten. Wanneer
de elektrisch bedienbare achterklep is
gesloten, worden alle portieren
gelijktijdig vergrendeld. Met
feedbacksignalen wordt aangegeven dat
alle portieren zijn vergrendeld.
Auto's met supervergrendeling: De
supervergrendeling wordt in dit geval
niet ingeschakeld.
Situaties waarin de functie sluiten en
vergrendelen mogelijk niet goed werkt
De functie sluiten en vergrendelen werkt
in de volgende situaties mogelijk niet
goed:
• Als op de schakelaar
op het
onderste deel van de elektrisch
bedienbare achterklep (→blz. 125)
wordt gedrukt met de hand die ook
een elektronische sleutel vast heeft
• Als op de schakelaar
op het
onderste deel van de elektrisch
bedienbare achterklep (→blz. 125)
wordt gedrukt terwijl de elektronische
sleutel zich in een tas of iets dergelijks
bevindt die op de grond staat
• Als op de schakelaar
op het
onderste deel van de elektrisch
bedienbare achterklep (→blz. 125)
wordt gedrukt terwijl de elektronische
sleutel zich niet in de buurt van de
auto bevindt.
Voorkomen van onbedoeld bedienen
van de sensor regeling voetbediening
Als er zich een elektronische sleutel in
het detectiegebied bevindt, kan de
sensor regeling voetbediening mogelijk
onbedoeld worden bediend. Pas daarom
in de volgende situaties op:• Als er een grote hoeveelheid water op
de onderzijde van het midden van de
achterbumper terechtkomt,
bijvoorbeeld wanneer de auto wordt
gewassen of bij zware regenval
• Als er vuil wordt weggeveegd van de
onderzijde van het midden van de
achterbumper
• Wanneer er een klein dier of een klein
object, zoals een bal, onder de
onderzijde van het midden van de
achterbumper komt
• Wanneer een object onder de
onderzijde van het midden van de
achterbumper vandaan wordt gehaald
• Als iemand zijn/haar benen heen en
weer beweegt wanneer hij/zij op de
achterbumper zit
• Als iemands benen of een ander
lichaamsdeel in aanraking komen met
de onderzijde van het midden van de
achterbumper wanneer diegene langs
de auto loopt
• Wanneer de auto in de buurt van een
bron van elektromagnetische velden,
zoals een parkeerplaats voor betaald
parkeren, een tankstation, een
elektrisch verwarmde weg of
tl-lampen, geparkeerd staat die de
gevoeligheid van de sensor regeling
voetbediening negatief beïnvloedt
• Wanneer de auto zich in de buurt
bevindt van een televisiezendmast,
elektriciteitscentrale, radiozender,
videowall, luchthaven of andere
locatie waar sterke radiogolven of
elektromagnetische velden aanwezig
zijn
• Wanneer de auto geparkeerd staat op
een plek waar objecten, zoals planten,
zich in de buurt van de onderzijde van
het midden van de achterbumper
bevinden
• Als bagage, enz. in de buurt van de
onderzijde van het midden van de
achterbumper wordt geplaatst
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
128
Page 131 of 584

• Als er een accessoire of autohoes
wordt geplaatst/verwijderd in de
buurt van de achterbumper
• Als de auto wordt gesleept
Schakel de werking van de sensor
regeling voetbediening uit om het
onbedoeld bedienen te voorkomen.
Situaties waarin de sensor regeling
voetbediening mogelijk niet goed
werkt
In de volgende situaties kan de sensor
regeling voetbediening mogelijk niet
goed werken:
• Als een voet onder de onderzijde van
het midden van de achterbumper
aanwezig blijft
• Als er hard met een voet tegen de
onderzijde van het midden van de
achterbumper wordt getrapt of als de
onderzijde van het midden van de
achterbumper een poosje wordt
aangeraakt Als de onderzijde van het
midden van de achterbumper een
poosje is aangeraakt, wacht dan even
voordat u de sensor regeling
voetbediening weer probeert te
bedienen.
• Als een persoon zich te dicht bij de
onderzijde van het midden van de
achterbumper bevindt
• Als een externe bron van
radiografische signalen de
communicatie tussen de
elektronische sleutel en de auto
verstoort (→blz. 137)
• Wanneer de auto in de buurt van een
bron van elektromagnetische velden,
zoals een parkeerplaats voor betaald
parkeren, een tankstation, een
elektrisch verwarmde weg of
tl-lampen, geparkeerd staat die de
gevoeligheid van de sensor regeling
voetbediening negatief beïnvloedt
• Wanneer de auto zich in de buurt
bevindt van een televisiezendmast,
elektriciteitscentrale, radiozender,
videowall, luchthaven of anderelocatie waar sterke radiogolven of
elektromagnetische velden aanwezig
zijn
• Als er een grote hoeveelheid water op
de onderzijde van het midden van de
achterbumper terechtkomt,
bijvoorbeeld wanneer de auto wordt
gewassen of bij zware regenval
• Wanneer er modder, sneeuw, ijs, e.d.
op de onderzijde van het midden van
de achterbumper zit
• Als de auto enige tijd geparkeerd is in
de buurt van objecten die kunnen
bewegen en in contact kunnen komen
met de achterbumper, zoals planten
• Wanneer een accessoire op de
onderzijde van het midden van de
achterbumper is gemonteerd
Schakel de sensor regeling
voetbediening uit als een accessoire is
gemonteerd.
*
*
Als er een origineel Toyota-
accessoire is gemonteerd, kan,
afhankelijk van het accessoire, de
sensor regeling voetbediening
mogelijk nog wel bediend worden.
Neem voor meer informatie contact
op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Bij het opnieuw aansluiten van de
12V-accu
Sluit de achterklep om ervoor te zorgen
dat de elektrisch bedienbare achterklep
correct werkt.
Klembeveiliging
In de elektrisch bedienbare achterklep
zijn rechts en links sensoren geplaatst.
Wanneer de achterklep automatisch
wordt gesloten en de sensoren worden
ingedrukt doordat bijvoorbeeld een
voorwerp bekneld raakt, treedt de
klembeveiliging in werking.
Vanuit die positie beweegt de
achterklep automatisch een stukje in
tegengestelde richting en stopt
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
129
3
Voordat u gaat rijden
Page 132 of 584

vervolgens.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden
aangepast aan de persoonlijke voorkeur.
(→Blz. 452)
WAARSCHUWING!
Elektrisch bedienbare achterklep
Neem bij het bedienen van de
elektrisch bedienbare achterklep de
volgende voorzorgsmaatregelen in
acht. Het niet in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
• Controleer de omgeving op
eventueel aanwezige obstakels of
andere zaken die ervoor kunnen
zorgen dat uw bezittingen klem
komen te zitten.
• Zorg er als er iemand dichtbij staat
voor dat deze persoon veilig is en
meld dat u de achterklep gaat
openen of sluiten.
• Als de elektrisch bedienbare
achterklep met de hoofdschakelaar
wordt uitgeschakeld terwijl deze in
werking is, wordt de automatische
werking gestopt. De achterklep moet
vervolgens met de hand worden
bediend. Wees extra voorzichtig op
een helling aangezien de achterklep
plotseling open of dicht kan gaan.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Wanneer niet langer aan de
voorwaarden voor de werking van de
elektrisch bedienbare achterklep
wordt voldaan, klinkt er mogelijk een
zoemer en zal de achterklep mogelijk
niet meer openen of sluiten. De
achterklep moet vervolgens met de
hand worden bediend. Wees extra
voorzichtig op een helling aangezien
de achterklep plotseling open of
dicht kan gaan.
• Als de auto op een heuvel staat, kan
de achterklep plotseling dichtvallen,
nadat deze automatisch is geopend.
Zorg ervoor dat de achterklep
volledig is geopend.
• In de volgende situaties signaleert de
elektrisch bedienbare achterklep
mogelijk een storing en wordt de
automatische bediening
uitgeschakeld. In dit geval moet de
achterklep met de hand worden
bediend. Wees extra voorzichtig op
een helling aangezien de achterklep
plotseling open of dicht kan gaan.
– Wanneer de achterklep met een
obstakel in aanraking komt
– Wanneer de spanning van de
12V-accu plotseling laag wordt,
bijvoorbeeld wanneer het contact
AAN wordt gezet, of wanneer het
hybridesysteem tijdens de
automatische bediening wordt
gestart
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
130
Page 133 of 584

WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Als er op de elektrisch bedienbare
achterklep een zwaar onderdeel
gemonteerd is, werkt de elektrisch
bedienbare achterklep mogelijk niet,
waardoor een storing kan ontstaan,
of kan de elektrisch bedienbare
achterklep na het openen plotseling
dichtvallen, waardoor lichaamsdelen
bekneld kunnen raken en letsel kan
optreden. Neem voor meer
informatie over het plaatsen van
accessoires op de achterklep contact
op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Klembeveiliging
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet
in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
• Gebruik geen lichaamsdelen om de
klembeveiliging opzettelijk te
activeren.
• Het is mogelijk dat de
klembeveiliging niet meer werkt als
de achterklep bijna gesloten is. Zorg
ervoor dat uw vingers of andere
zaken niet bekneld raken.
• De vorm van het voorwerp dat klem
komt te zitten, kan ertoe leiden dat
de klembeveiliging niet werkt. Zorg
ervoor dat uw vingers of andere
zaken niet bekneld raken.
Sensor regeling voetbediening
Neem bij het bedienen van de
elektrisch bedienbare achterklep de
volgende voorzorgsmaatregelen in
acht. Het niet in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg hebben.
• Controleer de omgeving op
eventueel aanwezige obstakels of
andere zaken die ervoor kunnen
zorgen dat uw bezittingen klem
komen te zitten.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Raak als u uw voet in de buurt van de
onderzijde van het midden van de
achterbumper plaatst en ervandaan
beweegt de uitlaatpijpen niet aan
totdat deze voldoende zijn afgekoeld,
aangezien het aanraken van een hete
uitlaatpijp brandwonden kan
veroorzaken.
• Gebruik de sensor regeling
voetbediening niet als er weinig
ruimte is onder de achterbumper.
OPMERKING
Achterklepspindels
De achterklep is voorzien van spindels
die de achterklep op zijn plaats houden.
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Anders
kunnen de achterklepspindels
beschadigd raken, waardoor deze niet
meer werken.
• Bevestig nooit stickers, kunststoffolie,
zelfklevende voorwerpen, enz. aan de
spindelstang.
• Raak de pen nooit aan met
handschoenen of andere stoffen
voorwerpen.
• Bevestig geen zware accessoires aan
de achterklep. Neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige alvorens
accessoires te bevestigen.
• Plaats uw handen nooit op de spindel
en oefen er nooit zijdelingse krachten
op uit.
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
131
3
Voordat u gaat rijden
Page 134 of 584

OPMERKING(Vervolg)
Voorkomen van beschadiging van de
elektrisch bedienbare achterklep
• Controleer of er geen ijs zit tussen de
achterklep en de sponning, waardoor
de achterklep niet bediend kan
worden. Wanneer er zich te veel
gewicht op de achterklep bevindt,
kunnen bij het bedienen van de
elektrisch bedienbare achterklep
storingen optreden.
• Oefen geen grote kracht uit op de
achterklep terwijl de elektrisch
bedienbare achterklep in werking is.
• Voorkom dat de sensoren (aan de
rechter- en linkerzijde van de
elektrisch bedienbare achterklep)
beschadigd raken door scherpe
voorwerpen. Wanneer een sensor is
losgenomen, kan de elektrisch
bedienbare achterklep niet
automatisch worden gesloten.
Functie sluiten en vergrendelen
Bij het sluiten van de elektrisch
bedienbare achterklep met de functie
sluiten en vergrendelen klinkt er een
andere zoemer dan normaal voordat de
elektrisch bedienbare achterklep begint
te sluiten.
Als u een andere zoemer dan normaal
hoort, weet u zeker dat het sluiten van
de achterklep correct is begonnen.
Wanneer de elektrisch bedienbare
achterklep volledig is gesloten, wordt
bovendien met feedbacksignalen
aangegeven dat alle portieren zijn
vergrendeld.
Controleer voordat u de auto achterlaat
of de feedbacksignalen hebben
geklonken en dat alle portieren zijn
vergrendeld.
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik
van de sensor regeling voetbediening
De sensor regeling voetbediening
bevindt zich achter aan de onderzijde
van het midden van de achterbumper.
Neem de volgende
OPMERKING(Vervolg)
voorzorgsmaatregelen in acht om
ervoor te zorgen dat de elektrisch
bedienbare achterklep goed werkt:
• Houd de onderzijde van het midden
van de achterbumper te allen tijde
schoon.
• Als de onderzijde van het midden van
de achterbumper vuil is of bedekt is
met sneeuw, werkt de sensor regeling
voetbediening mogelijk niet.
Verwijder in dat geval het vuil of de
sneeuw, verplaats de auto en
controleer vervolgens of de sensor
regeling voetbediening werkt.
• Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als de sensor
niet werkt.
• Breng geen coatings die een
vochtaantrekkend effect hebben of
andere coatings aan op de onderzijde
van het midden van de achterbumper.
• Parkeer de auto niet in de buurt van
objecten die kunnen bewegen en in
contact kunnen komen met de
onderzijde van het midden van de
achterbumper, zoals planten.
• Als de auto enige tijd geparkeerd is in
de buurt van objecten die kunnen
bewegen en in contact kunnen
komen met de onderzijde van het
midden van de achterbumper, zoals
planten, werkt de sensor regeling
voetbediening mogelijk niet.
Verplaats in dat geval de auto en
controleer vervolgens of de sensor
regeling voetbediening werkt. Laat
de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als de sensor
niet werkt.
• Stel de sensor regeling voetbediening
en zijn omgeving niet bloot aan
krachtige schokken.
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
132
Page 135 of 584

OPMERKING(Vervolg)
• Als de sensor regeling voetbediening
of zijn omgeving blootgesteld zijn aan
krachtige schokken, werkt de sensor
regeling voetbediening mogelijk niet
goed meer. Laat de auto nakijken
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als de sensor
regeling voetbediening in de
volgende situaties niet werkt.
– De sensor regeling voetbediening of
zijn omgeving zijn blootgesteld aan
krachtige schokken.
– Er zitten krassen of beschadigingen
op de onderzijde van het midden
van de achterbumper.
• Demonteer de achterbumper niet.
• Breng geen stickers aan op de
achterbumper.
• Breng geen lak aan op de
achterbumper.
• Deactiveer de sensor regeling
voetbediening als er op de elektrisch
bedienbare achterklep een zwaar
onderdeel gemonteerd is.
Aanpassing van de geopende positie
van de achterklep (auto's met een
elektrisch bedienbare achterklep)
De geopende positie van de elektrisch
bedienbare achterklep kan worden
aangepast.
1. Stop de beweging van de achterklep
in de gewenste positie. (→Blz. 124)
2. Houd de schakelaar van de elektrisch
bedienbare achterklep op de
achterklep gedurende 2 seconden
ingedrukt.
• Als de positie is ingesteld, klinkt de
zoemer 4 maal.
• De volgende keer dat de elektrisch
bedienbare achterklep wordt
geopend, stopt hij in de ingestelde
positie.Terugzetten van de geopende positie
van de achterklep in de
standaardpositie
Houd de schakelaar van de elektrisch
bedienbare achterklep op de achterklep
gedurende 7 seconden ingedrukt.
De zoemer klinkt 4 keer en klinkt na een
pauze nog 2 keer. De volgende keer dat
de elektrisch bedienbare achterklep
wordt geopend, stopt hij in de
standaardpositie.
Wanneer de geopende positie van de
achterklep wordt ingesteld via het
multi-informatiedisplay
De geopende positie van de elektrisch
bedienbare achterklep kan worden
aangepast via het multi-
informatiedisplay. (→Blz. 452)
Bij het openen gaat de elektrisch
bedienbare achterklep open tot de laatste
positie die met de schakelaar
op de
achterklep of op het multi-
informatiedisplay is ingesteld.
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
133
3
Voordat u gaat rijden
Page 136 of 584
3.2.3 Smart entry-systeem met
startknop
De volgende handelingen kunnen worden
uitgevoerd als u de elektronische sleutel
bij u hebt, bijvoorbeeld in uw zak. De
bestuurder moet de elektronische sleutel
altijd bij zich hebben.
• Vergrendelen en ontgrendelen van de
portieren (auto's met instapfunctie)
(→blz. 116)
• Vergrendelen en ontgrendelen van de
achterklep (auto's met instapfunctie)
(→blz. 123)
• Starten van het hybridesysteem
(→blz. 173)
Plaats van antenne (hatchback)
Auto's zonder instapfunctie
1Antennes in het interieur
2Antenne in de bagageruimte
(Verenigd Koninkrijk)
Auto's met instapfunctie
AAntennes aan de buitenzijde
BAntennes in het interieur
CAntenne in de bagageruimte
DAntenne buiten de bagageruimte
Plaats van antenne (wagon)
Auto's zonder instapfunctie
AAntennes in het interieur
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
134