Page 577 of 584

Antidiefstalsysteem
Alarm*..................74
Bedienen van het systeem......73
Inschakelen/uitschakelen/uitzetten
van het alarmsysteem.........74
Inschakelen/uitschakelen van de
supervergrendeling..........73
Signalering inbraaksensor......76
Startblokkering.............72
Supervergrendeling*.........73
Bedienen van verlichting en
ruitenwissers
Achterruitenwisser en -sproeier . .204
AHB (Automatic High Beam)* . . .194
AHS (Adaptive High Beam-systeem)
*.....................196
Bedienen van de
ruitenwisserhendel..........201
Bedieningsinstructies .190 , 200, 204
Dimlicht tijdelijk inschakelen. . . .200
Draaiknop koplampverstelling (indien
aanwezig)...............192
Extended Headlight Lighting-
systeem................192
Gebruik van het Adaptive High
Beam-systeem............197
Gebruik van het Automatic High
Beam-systeem............194
Handmatig in- en uitschakelen van
het grootlicht..........196 , 199
Inschakelen van het grootlicht . . .192
Lichtschakelaar............190
Regelingen systeem.........197
Ruitenwissers en -sproeiers. . . .201
Schakelaar mistlampen*......200
Belangrijke informatie
Alarmknipperlichten.........386
Als de auto onder water staat of het
water op de weg stijgt........387
Als uw auto in geval van nood tot
stilstand moet worden gebracht . .386
Bedieningsinstructies........386
De auto tot stilstand brengen . . .386
Favoriete instellingen
Handmatig wisselen tussen
bestuurders (auto's zonder
multimediasysteem).........157Initialiseren van de geregistreerde
instellingen van een bestuurder
(auto's zonder
multimediasysteem).........157
My Settings..............155
Opgeslagen functies.........155
Registreren/wissen elektronische
sleutel (auto's zonder
multimediasysteem).........155
Types authenticatie-apparaten . .155
Wijzigen van de naam van de
bestuurder (auto's zonder
multimediasysteem).........157
Gebruik van de airconditioning en de
achterruitverwarming
Automatische airconditioning . . .298
Bedieningsinstructies........305
Bedieningspaneel airconditioning.298
Gebruik van de automatische
modus.................302
Gebruik van de geconcentreerde
luchtcirculatiemodus voorstoel
(S-FLOW-modus) (indien
aanwezig)...............303
Overzicht en bediening
uitstroomopeningen.........303
Stuurwielverwarming*/
stoelverwarming*..........304
Voorruitverwarming (indien
aanwezig)...............302
Gebruik van de interieurverlichting
Bedienen van de
interieurverlichting.........307
Bedienen van de leeslampjes. . . .308
Overzicht interieurverlichting . . .306
Plaats van de interieurverlichting .306
Gebruik van de ondersteunende
systemen
Basisfuncties..........227 , 241
Bedieningsdisplay systeem.....235
Bijwerken van de software.....208
Blokkeerfase..............252
BSM (Blind Spot Monitor)*.....255
Controleren van de Toyota Safety
Sense-versie van uw auto......207
Cruise control.............248
Display werking van ondersteuning
stuurwielbediening..........226
Trefwoordenlijst
575
Page 578 of 584

Door Toyota Safety Sense gebruikte
sensoren................210
Dynamic Radar Cruise Control . . .240
Dynamic Radar Cruise Control met
Road Sign Assist...........247
Fase voor afremmen en tot stilstand
brengen................252
Functie inhaalbeveiliging......246
Functie voor verlaging van de
bochtensnelheid...........246
Gebruik van de cruise control. . . .248
Gebruik van de Dynamic Radar Cruise
Control.................243
Gebruik van de
snelheidsbegrenzer.........252
GPF-systeem (benzineroetfilter) .287
In- en uitschakelen van het Safe Exit
Assist-systeem............283
Inhoud van het gedeelte van de
handleiding over Toyota Safety
Sense..................207
Inschakelen/uitschakelen van de
Parking Support Brake........273
Inschakelen/uitschakelen van de
RCTA ..................266
Instellingen Proactive Driving Assist
wijzigen................234
In-/uitschakelen van de Blind Spot
Monitor.................256
In-/uitschakelen van het systeem .225
LDA (Lane Departure Alert). . . .227
LTA-functies..............223
LTA (Lane Tracing Assist)......223
Naderingswaarschuwing......245
Noodstopsysteem..........250
Ondersteunende systemen.....288
Ondersteunend systeem......209
Ondersteuning voor
rijstrookwisseling...........246
Overzicht systeem..........274
Overzicht van de ondersteunende
systemen................288
Parking Support Brake-functie (voor
stilstaande objecten)*........277
Parking Support Brake-functie (voor
voertuigen die achterlangs
rijden)*.................280
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) .214
PDA (Proactive Driving Assist)* . .231
PKSB (Parking Support Brake)* . .271PKSB-systeem (Parking Support
Brake)..................271
RCTA ..................267
RCTA (Rear Crossing Traffic
Alert)*.................265
Rijmodusselectieschakelaar. . . .286
RSA (Road Sign Assist).......236
Safe Exit Assist*...........281
Samenvatting van het systeem . .251
Schermen en bediening.......230
Selecteren van een rijmodus. . . .286
Signaleerbare objecten.......215
Snelheidsbegrenzer.........252
Snelheidsbegrenzer met Road Sign
Assist..................254
Software-update Toyota Safety
Sense*.................207
Soorten ondersteunde
verkeersborden............238
Soorten sensoren.......278 , 280
Systeemfuncties...........215
Systeemonderdelen . .242 , 248, 252,
255, 259, 266, 282
Toyota Parking Assist-sensor* . . .259
Toyota Parking Assist-sensor
in-/uitschakelen...........260
Toyota Safety Sense.........208
Voorbeelden van het in werking
treden van de functie.....277 , 280
Voorwaarden voor activering
signaleerbare objecten.......232
Waarschuwingsfase 1........251
Waarschuwingsfase 2........251
Waarschuwingsfunctie.......237
Weergavefunctie...........237
Weergaven en zoemers voor
begrenzingsregeling hybridesysteem
en remregeling............273
Weergave sensorsignalering, afstand
tot object................264
Werking Blind Spot Monitor. . . .257
Werking Safe Exit Assist.......283
Wijzigen van de instellingen van de
Dynamic Radar Cruise Control . . .247
Wijzigen van de instelling van het
Pre-Crash Safety-systeem.....223
Wijzigen van de RSA-instellingen .240
Wijzigen van LDA-instellingen . . .230
Trefwoordenlijst
576
Page 579 of 584

Gebruik van de opbergmogelijkheden
Afdekplaat (indien aanwezig) . . .313
Bagageafdekking (wagon) (indien
aanwezig)...............317
Bagagehaken (indien aanwezig) . .312
Bekerhouders.............310
Consolevak..............311
Dashboardkastje...........310
Extra opbergvak (indien
aanwezig)...............315
Fleshouders/portiervakken.....311
Inzetbak zijkant (indien
aanwezig)...............316
Open opbergvak (indien
aanwezig)...............312
Overzicht van
opbergmogelijkheden........309
Plaats van de
opbergmogelijkheden........309
Scheidingsnet (indien aanwezig) .318
Tashaken................313
Verwijderen van de bagageafdekking
(hatchback) (indien aanwezig) . . .317
Voorzieningen in de
bagageruimte.............312
Hybridesysteem
Kenmerken hybridesysteem.....65
Systeemonderdelen.......65,68
Uitschakelsysteem voor
noodgevallen..............72
Ventilatieopening batterijpakket
(tractiebatterij).............71
Voorzorgsmaatregelen
hybridesysteem............68
Waarschuwingsmelding
hybridesysteem............72
Waarschuwingssysteem naderende
auto....................68
Informatie over sleutels
Afstandsbediening..........116
De sleutels...............114
Gebruik van de mechanische
sleutel.................116
Sleutels.................114
INFORMATIE VOOR BIJ HET
TANKSTATION...............574Initialisatie
Overzicht van te initialiseren
onderdelen..............467
Te initialiseren onderdelen.....467
Instrumentenpaneel
Aan audiosysteem gekoppelde
weergave (indien aanwezig).....97
Afstellen van de klok..........93
Afstellen van de klok (auto's met
multimediasysteem)..........88
Afstellen van de klok (auto's zonder
multimediasysteem)..........88
Controlelampjes............82
Energiemonitor............109
Energiemonitor/
verbruiksscherm*..........109
Gebruik van het head-up display. .107
Head-up display*...........106
Hybridesysteemindicator/
toerenteller..............109
Inhoud van multi-informatiedisplay
(midden)................100
Inhoud van multi-informatiedisplay
(zijkant)................101
Meters en tellers (12,3 inch
display)..................88
Meters en tellers (7 inch display) . .85
Multi-informatiedisplay (12,3 inch
display)..................99
Multi-informatiedisplay (7 inch
display)..................93
Pop-updisplay.............108
Soort rij-informatie..........94
Status ondersteunend systeem . .108
Systeemonderdelen......106 , 109
Verbruik................111
Waarschuwingslampjes........81
Waarschuwingslampjes en
controlelampjes............80
Waarschuwingslampjes en
controlelampjes die op het
instrumentenpaneel worden
weergegeven..............80
Weergave................99
Weergave en menu-iconen......93
Weergave informatie ondersteunend
systeem.................96
Weergave instellingen.....97,105
Weergave instrumentenpaneel .85 , 88
Trefwoordenlijst
577
Page 580 of 584

Weergave kilometerteller en
dagteller..............87,92
Weergave voertuiginformatie....97
Wijzigen van de helderheid van de
instrumentenverlichting.....87,93
Wijzigen van de weergave van het
instrumentenpaneel.......94,99
Noodoproep
Controlelampjes............59
eCall*1,2 ................58
Noodoproepdiensten.........58
Overzicht systeem van toegevoegde
diensten.................61
Systeemonderdelen..........58
Uitvoeren van de regelgeving....62
Onderhoud
Onderhoud en reparatie.......337
Periodiek onderhoud.........337
Zelf uit te voeren onderhoud. . . .337
Onderhoud en verzorging
Beschermen van het interieur . . .335
Reinigen en beschermen van het
exterieur van uw auto........332
Reinigen en beschermen van het
interieur van uw auto........335
Reinigingsinstructies........332
Schoonmaken van de metaalaccenten
met satijnglans............336
Schoonmaken van kunstleder . . .336
Schoonmaken van lederen
bekleding...............336
Openen en sluiten van de ruiten
Bedienen van het panoramadak . .151
Elektrisch bedienbare ruiten. . . .148
Openen en sluiten van de elektrisch
bedienbare ruiten..........148
Panoramadak*............151
Voorkomen van onbedoelde
bediening (blokkeerschakelaar
ruitbediening).............150
Openen, sluiten en vergrendelen van de
portieren
Aanpassing van de geopende positie
van de achterklep (auto's met een
elektrisch bedienbare achterklep) .133
Achterklep...............121Kindersloten achterportieren . . .121
Openen en sluiten van de achterklep
(auto's met elektrisch bedienbare
achterklep)..............124
Openen en sluiten van de achterklep
(auto's zonder elektrisch bedienbare
achterklep)..............123
Portieren................116
Smart entry-systeem met
startknop...............134
Van binnenuit ontgrendelen en
vergrendelen van de achterklep . .123
Van binnenuit ontgrendelen en
vergrendelen van de portieren . . .120
Van buitenaf ontgrendelen en
vergrendelen van de portieren . . .116
Van buitenaf vergrendelen en
ontgrendelen van de achterklep . .123
Over deze handleiding...........7
Overige voorzieningen in het interieur
Accessoireaansluiting........321
Armsteun (indien aanwezig). . . .329
Draadloze lader (indien
aanwezig)...............322
Handgrepen..............330
Kledinghaakjes (indien aanwezig) .330
Make-upspiegels...........329
Overige voorzieningen in het
interieur................320
Stuurwieltoetsen audiosysteem . .329
USB-laadaansluiting (indien
aanwezig)...............320
Zonnekleppen............
.329
Overzicht..................10
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Functies van de auto aanpassen aan
de persoonlijke voorkeur......454
Systemen met mogelijkheden voor
persoonlijke
voorkeursinstellingen.....454 , 455
Rijprocedures
Bedienen van de selectiehendel .180 ,
182
Bedieningsinstructies.....178 , 185
Brake Hold...............188
Trefwoordenlijst
578
Page 581 of 584

Doel en functie van de
schakelstanden........179 , 181
EV-modus...............178
Hybridetransmissie (auto's met paddle
shift-schakelaars)..........181
Hybridetransmissie (auto's zonder
paddle shift-schakelaars)......179
Inschakelen van het systeem. . . .188
Parkeerrem..............185
Richtingaanwijzerschakelaar. . . .185
Selecteren van de rijmodus .181 , 183
Selecteren van het schakelbereik in
stand D.................183
Selecteren van versnellingen in stand
S.....................184
Starten van het hybridesysteem . .173
Startknop...............173
Uitschakelen van het
hybridesysteem............175
Uitschakelen van het hybridesysteem
met de selectiehendel in een andere
stand dan P..............177
Wijzigen van de standen van het
contact.................176
Rijtips
Airconditioning............293
Bagage.................293
Bedienen van de selectiehendel . .292
Bedienen van het gaspedaal/
rempedaal...............292
Bij het parkeren............295
Bij het remmen............293
Controle van bandenspanning . . .293
Files...................293
Gebruik van de ECO-rijmodus . . .292
Gebruik van de
hybridesysteemindicator......292
Kiezen van sneeuwkettingen. . . .295
Opwarmen voor het rijden.....293
Rijden in de winter..........293
Rijden met een hybrideauto. . . .292
Rijden op de snelweg........293
Tijdens het rijden...........295
Voorbereidingen voor de winter . .293
Voordat u met de auto gaat rijden .294
Wetgeving met betrekking tot het
gebruik van sneeuwkettingen . . .295Specificaties
Afmetingen en gewichten.....446
Banden en velgen...........452
Batterijpakket (tractiebatterij) . . .448
Brandstof...............448
Elektrisch systeem (12V-accu) . . .451
Elektromotor (tractiemotor). . . .448
Hybridetransmissie.........451
Identificatie van de auto.......447
Informatie over brandstof......453
Koelsysteem..............450
Lampen
.................453
Motor..................447
Onderhoudsgegevens (brandstof,
oliepeil, enz.).............446
Ontstekingssysteem (bougie) . . .450
Remmen................451
Smeersysteem............449
Stuurinrichting............451
Stappen die genomen moeten worden in
noodgevallen
Het hybridesysteem kan niet worden
gestart, ook al is de startprocedure
correctuitgevoerd...........430
Acties behorende bij de
waarschuwingslampjes of
-zoemers................392
Als de 12V-accu is ontladen. . . .433
Als de auto vast komt te zitten . . .443
Als de elektronische sleutel niet goed
werkt..................431
Als een waarschuwingslampje gaat
branden of een waarschuwingszoemer
klinkt..................392
Als er een waarschuwingsmelding
wordt weergegeven.........400
Als het hybridesysteem niet kan
worden gestart............430
Als u denkt dat er iets mis is. . . .391
Als u uw sleutels verliest.......431
Als uw auto een lekke band heeft
(auto's met een
bandenreparatieset).........406
Als uw auto een lekke band heeft
(auto's met een reservewiel). . . .417
Als uw auto moet worden
gesleept................388
Als uw auto oververhit raakt. . . .439
Correctieprocedures.........439
Trefwoordenlijst
579
Page 582 of 584

De interieurverlichting en de
koplampen gaan niet branden of de
claxon maakt geen geluid.......431
De interieurverlichting en de
koplampen gaan zwakker branden of
de claxon maakt geen of weinig
geluid..................430
Herstelprocedure...........443
Hoorbare symptomen........391
Merkbare symptomen........391
Noodstartfunctie...........431
Omstandigheden waaronder u vóór
het slepen contact dient op te nemen
met de dealer.............389
Onderdelen van de
bandenreparatieset.........409
Plaatsen van het reservewiel. . . .424
Plaats van bandenreparatieset en
gereedschap..............408
Plaats van reservewiel, krik en
gereedschap..............418
Procedure bij slepen in een
noodgeval...............390
Reparatiemethode in
noodgevallen.............411
Slepen in een noodgeval......390
Slepen met een lepelwagen.....389
Starten van het hybridesysteem . .433
Vergrendelen en ontgrendelen van de
portieren................432
Vervangen van een wiel met een lekke
band..................422
Vervoeren op een autoambulance .390
Verwijderen van de
bandenreparatieset.........410
Verwijderen van de krik.......420
Verwijderen van het reservewiel . .422
Voor het opkrikken van de auto . .417
Vóór het repareren van de band . .407
Zichtbare symptomen........391
Tanken
Openen van de tankdop . . .205 , 206
Sluiten van de tankdop.......206
Voor het tanken............205
Ter informatie.................5Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Baby- en kinderzitjes.........40
Baby- of kinderzitje vastgezet met een
onderste ISOfix-bevestigingspunt
(auto's met achterstoelen)......55
Baby- of kinderzitje vastgezet met een
veiligheidsgordel............54
Bij gebruik van een baby- of
kinderzitje................41
Geschiktheid baby- en kinderzitjes
voor elke zitpositie (behalve
Latijns-Amerikaanse landen*)....43
Geschiktheid baby- en kinderzitjes
voor elke zitpositie (Latijns-
Amerikaanse landen*).........49
Handmatig in-/uitschakelsysteem
airbag...................38
Inhoudsopgave.............40
Met een bevestigingspunt voor de
bovenste gordel (auto's met
achterstoelen).............57
Plaatsingsmethode baby- of
kinderzitje................53
Punten om rekening mee te
houden..................40
Rijden met kinderen in de auto....39
Systeemonderdelen..........38
Uitschakelen van de
voorpassagiersairbag.........39
Verklaringen................473
Verstellen van de stoelen
Achterstoelen*............141
Afstellen van een hoofdsteun . . .143
Hoofdsteunen.............143
Plaatsen van de hoofdsteunen . . .144
Procedure voor het verstellen . . .141
Rugleuningen achter
neerklappen..............141
Verwijderen van de hoofdsteunen .144
Voorstoelen..............141
Trefwoordenlijst
580
Page 583 of 584

Verstellen van het stuurwiel en de
spiegels
Afstellen van de hoogte van de
binnenspiegel.............145
Antiverblindingsstand........145
Binnenspiegel.............145
Buitenspiegels............146
Claxon.................145
Inklappen en uitklappen van de
spiegels.................147
Procedure voor het verstellen . . .144 ,
147
Stuurwiel................144
Voordat u gaat rijden
Advies.................171
Belangrijke punten met betrekking tot
het beladen van een
aanhangwagen............168
Lading en bagage...........166
Maximale gewichten.........167
Montagepositie voor de
trekhaak/afneembare trekhaak . .169
Rijden met de auto..........160
Rijden met een aanhangwagen . .167
Rijprocedure..............160
Trekhaak/fietsendragersteun . . .167
Wegrijregeling............165
Voor een veilig gebruik
Afstellen van de hoogte van het
schouderbevestigingspunt van de
veiligheidsgordel (voorstoelen) . . .28
Afstellen van de spiegels.......25
Airbags..................30
Belangrijke voorzorgsmaatregelen in
verband met uitlaatgassen......37
De juiste houding achter het stuur .25
Gordelspanners.............29
Juist gebruik van de
veiligheidsgordels.........25,27
SRS-airbagsysteem..........30
Vast- en losmaken van de
veiligheidsgordel............28
Veiligheidsgordels...........26
Veilig rijden...............25
Vloermat.................24
Voordat u gaat rijden.........24Wat moet u doen als... (Problemen
oplossen)
Als u denkt dat er iets mis is. . . .470
De portieren kunnen niet worden
vergrendeld, ontgrendeld, geopend of
gesloten................470
Wanneer zich een probleem heeft
voorgedaan..............472
Wat moet u doen als... (Problemen
oplossen)................470
Zelf uit te voeren onderhoud
12V-accu (2ZR-FXE motor).....347
12V-accu (M20A-FXS motor) . . .350
Banden.................352
Bandenspanning...........368
Bandenspanningswaarschuwings-
systeem................354
Batterij elektronische sleutel. . . .375
Batterij vervangen..........375
Bijvullen van
ruitensproeiervloeistof......
.349
Controleren en bijvullen van
motorolie................343
Controleren en vervangen van
zekeringen...............376
Controleren van de banden.....352
Controle van radiateur en
condensor...............347
Exterieur................352
Informatielabel bandenspanning .368
Instellen van de bandenspanning .359
Interieurfilter.............370
Keuzevanvelg ............369
Koelvloeistof controleren......346
Lampen.................380
Lampen vervangen..........381
Motorkap................340
Motorruimte..............342
Onderdelen..............342
Onderhoud..............338
Openen van de motorkap......340
Plaats..................350
Plaatsen van bandenspannings-
sensoren en -zenders........356
Plaatsen van een garagekrik. . . .341
Plaats lampen.............380
Plaats van het kriksteunpunt. . . .341
Registratie van de positie van elk wiel
na het wisselen van banden.....357
Trefwoordenlijst
581
Page 584 of 584
Registreren van
identificatiecodes..........362
Schoonmaakprocedure.......372
Schoonmaken van de
ventilatieopeningen van het
batterijpakket (tractiebatterij) . . .372
Uitschakelen van de elektrisch
bedienbare achterklep (indien
aanwezig)...............380
Velgen.................369
Verwijderen van de afdekkap van de
12V-accu (wagon)..........350
Verwijderen van het
interieurfilter.............370
Voordat u een lamp vervangt. . . .380
Voorzorgsmaatregelen bij zelf uit te
voeren onderhoud..........338
Voorzorgsmaatregelen met
betrekking tot lichtmetalen velgen
(indien aanwezig)...........370
Wielenset selecteren.........366
Wisselen van banden........354
Zaken die u dient klaar te leggen . .375
Zoekmethoden................8
Trefwoordenlijst
582