Page 329 of 578
327
5
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
■Omgaan met banden en wielop-
hanging
Problemen met de banden of wijzigingen
aan de wielophanging hebben een nega-
tief effect op de ondersteunende systemen
en kunnen een storing veroorzaken.
■Omgaan met de radarsensor opzij
achter (auto's met automatisch knip-
perende alarmknipperlichten achter)
→ Blz. 258
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 327 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 330 of 578

328
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-6. Rijtips
5-6.Rijtips
Gebruik ruitensproeiervloeistof die
geschikt is voor winterse omstandig-
heden.
Laat de toestand van de 12V-accu
controleren door een monteur.
Laat vier winterbanden onder uw
auto monteren of schaf een set
sneeuwkettingen voor de achterwie-
len aan.
Controleer of alle banden dezelfde maat
hebben en van hetzelfde merk zijn en con-
troleer of de sneeuwkettingen geschikt zijn
voor de bandenmaat van uw auto.
Rijden in de winter
Tref voor het aanbreken van de
winter de noodzakelijke
voorbereidingen en voer de
benodigde controles uit. Pas uw
rijgedrag altijd aan de actuele
weersomstandigheden aan.
Voorbereiding voor de winter
WAARSCHUWING
■Rijden met winterbanden
Neem om de kans op ongevallen te beper-
ken de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over
het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel
kan ontstaan.
●Gebruik winterbanden met de voorge-
schreven maat.
●Zorg ervoor dat de bandenspanning aan
de specificatie voldoet.
●Rijd niet harder dan de toegestane snel-
heid of harder dan de snelheidslimiet die
geldt voor de gebruikte winterbanden.
●Monteer winterbanden op alle wielen.
■Rijden met sneeuwkettingen
Neem om de kans op ongevallen te beper-
ken de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Anders kunnen een aanrijding en ernstig
letsel het gevolg zijn.
●Rijd niet harder dan de maximaal toege-
stane snelheid voor de gebruikte
sneeuwkettingen of niet harder dan 50
km/h, afhankelijk van welke snelheid de
laagste is.
●Vermijd het rijden over slechte wegdek-
ken en over gaten.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte
stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die plotseling regenera-
tief remmen veroorzaken.
●Minder uw snelheid alvorens een bocht
aan te snijden zodanig, dat u zeker weet
dat de auto bestuurbaar blijft.
●Gebruik het LTA-systeem (Lane Tracing
Assist) niet.
OPMERKING
■Repareren of vervangen van winter-
banden
Laat winterbanden repareren of vervangen
door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige of door een bandenspecialist.
Het verwijderen en plaatsen van winter-
banden heeft namelijk invloed op de wer-
king van de bandenspanningssensoren en
-zenders.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 328 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 331 of 578

329
5
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-6. Rijtips
Rijden
Voer, afhankelijk van de omstandighe-
den, de volgende handelingen uit:
Probeer een vastgevroren ruit niet
met kracht te openen en zet de rui-
tenwissers niet aan als deze vastge-
vroren zijn. Giet warm water over het
bevroren gedeelte om het ijs te laten
smelten. Veeg het water direct weg
om te voorkomen dat het bevriest.
Verwijder de eventueel aanwezige
sneeuw van de luchtinlaten voor de
voorruit om zeker te kunnen zijn van
een juiste werking van de aanjager
van het aircond itioningsysteem.
Controleer of er sprake is van ijs- of
sneeuwophopingen op de verlichting
aan de buitenzijde, op het dak, op
het chassis, rond de banden of op
de remmen, en verwijder deze
indien dat het geval is.
Verwijder sneeuw en modder van de
onderzijde van uw schoenen voordat
u in de auto stapt.
Verhoog de snelheid geleidelijk, houd
een veilige afstand tussen u en uw
voorligger en pas de snelheid aan aan
de conditie van de weg. Parkeer de auto en zet de selectiehen-
del in stand P, maar activeer de par-
keerrem niet. De parkeerrem kan vast-
vriezen en bij het deactiveren niet vrij
komen. Blokkeer b
ij het parkeren van
de auto de wielen zonder de parkeer-
rem te gebruiken.
Het niet in acht nemen hiervan kan
gevaarlijk zijn omdat de auto onver-
wacht in beweging kan komen, hetgeen
kan leiden tot een ongeval.
Gebruik de juiste maat sneeuwkettin-
gen.
De maat van de sneeuwkettingen is
afgestemd op de bandenmaat.
Zijketting (diameter 3 mm)
Dwarsketting (diameter 4 mm)
Voordat u met de auto gaat
rijden
Tijdens het rijden
Bij het parkeren
Kiezen van sneeuwkettingen
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 329 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 332 of 578

330
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-6. Rijtips
De wetgeving met betrekking tot het
gebruik van sneeuwkettingen verschilt
per land en per soort weg. Stel u op de
hoogte van lokale voorschriften alvo-
rens sneeuwkettingen te monteren.
■Monteren van sneeuwkettingen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht bij het monteren en verwijderen van
sneeuwkettingen:
●Monteer en verwijder de sneeuwkettingen
op een veilige locatie.
●Monteer de sneeuwkettingen op de achter-
wielen. Gebruik geen sneeuwkettingen om
de voorwielen.
●Plaats sneeuwkettingen zo strak mogelijk
om de achterwielen. Zet de sneeuwkettin-
gen na 0,5 - 1 km opnieuw vast.
●Monteer de sneeuwkettingen volgens de
meegeleverde gebruiksaanwijzing.
Om de ruitenwissers voor te kunnen
optillen wanneer er veel sneeuw of
vorst wordt verwacht, moeten de ruiten-
wissers voor met de ruitenwisserhendel
vanuit de ruststand in de servicestand
gezet worden. ( →Blz. 208)
Wetgeving met betrekking
tot het gebruik van sneeuw-
kettingen
OPMERKING
■Monteren van sneeuwkettingen
Als er sneeuwkettingen gemonteerd zijn,
werken de bandenspanningssensoren en -
zenders mogelijk niet goed.
Ruitenwissers voor
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 330 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 333 of 578
6
331
Handleiding_Europa_M62060_nl
6
Voorzieningen in het interieur
Voorzieningen inhet interieur
6-1. Gebruik van de airconditioning
en de achterruitverwarming
ALL AUTO-regeling................ 332
Automatische airconditioning ..................... 333
Automatische airconditioning achter .......... 341
Stuurwielverwarming/ stoelverwarming/
stoelventilatoren .................. 343
6-2. Gebruik van de interieurverlichting
Overzicht interieurverlichting ..346
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
Overzicht van opbergmogelijkheden .......... 349
Voorzieningen bagageruimte . 352
6-4. Gebruik van de overige voorzieningen in het
interieur
Toyota Multi-Operation Touch................................... 354
Elektrisch bedienbaar zonnescherm....................... 355
Overige voorzieningen in het interieur ......................... 357
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 331 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 334 of 578

332
Handleiding_Europa_M62060_nl
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
6-1.Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
*: Indien aanwezig
Selecteer van de Toyota Multi-Ope-
ration Touch, geef het scherm “Klimaat-
regeling stoel/stuur” weer en selecteer .
De indicator op het bedieningsscherm voor
de ALL AUTO-regeling gaat branden; de
automatische airconditi oning, stoelverwar-
ming, stoelventilatoren en stuurwielverwar-
ming werken in de automatische modus.
Wanneer een van de systemen handmatig
wordt bediend, dooft de indicator. Alle ove-
rige functies blijven echter in de automati-
sche modus werken.
■Automatische airconditioning
(→Blz. 333)
De temperatuur kan vo or elke zitplaats
afzonderlijk worden ingesteld.
■Stoelverwarming (indien aanwe-
zig) en -ventila toren (indien aan-
wezig) ( →Blz. 343)
Verwarming of ventilatie wordt automa-
tisch geselecteerd overeenkomstig de
ingestelde temperatuur van de aircon-
ditioning, de buitentemperatuur, enz.
■Stuurwielverwarming (indien aan-
wezig) ( →Blz. 343)
De stuurwielverwarming werkt automa-
tisch overeenkomstig de ingestelde
temperatuur van de airconditioning, de
buitentemperatuur, enz.
■Detectiefunctie passagier
De stoelverwarming en -ventilator werken
automatisch als er een passagier is gesigna-
leerd op de voorpassagiersstoel.
■Bediening stoelverwarming/stoelventi-
lator
Wanneer de automatische modus is geselec-
teerd met de schakelaar voor de stoelverwar-
ming/stoelventilator, vi ndt er geen signalering
van passagiers plaats.
■Werking stoelverwarming achter (auto's
met 3-ZONE-klimaatregeling)
De stoelverwarming achter wordt niet gere-
geld door de ALL AUTO-regeling.
ALL AUTO-regeling*
De stoelverwarming (indien aan-
wezig), stoelventilatoren (indien
aanwezig) en stuurwielverwarming
(indien aanwezig) worden elk auto-
matisch geregeld overeenkomstig
de ingestelde temperatuur van de
airconditioning, de buitentempera-
tuur, de temperatuur in de auto,
enz. De ALL AUTO- regeling zorgt
voor comfortabele omstandighe-
den zonder dat elk systeem moet
worden afgesteld.
Inschakelen van de
ALL AUTO-regeling
Bediening van elk systeem
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 332 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 335 of 578
333
6
Handleiding_Europa_M62060_nl
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Voorzieningen in het interieur
Toetsen temperatuurregeling links
Toets luchtcirculatieregeling
Toets verhogen aanjagersnelheid
Automatische airconditioning
De uitstroomopeningen waaruit de lucht komt en de aanjagersnelheid
worden automatisch geregeld op basis van de gekozen temperatuur.
De airconditioning kan worden bediend via het bedieningspaneel voor de
airconditioning en het aircobedieningsscherm op de Toyota Multi-Operation
To u c h .
Deze afbeeldingen hebben betrekking op een auto met linkse besturing.
De positie en vorm van toetsen kunnen iets afwijken bij auto's met rechtse
besturing.
Verder zijn de positie van het disp lay en de knoppen per systeem verschil-
lend.
Raadpleeg Blz. 354 voor meer informatie over de Toyota Multi-Operation
Touch.
Bedieningspaneel airconditioning
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 333 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 336 of 578

334
Handleiding_Europa_M62060_nl
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Toets verlagen aanjagersnelheid
Toets “Keuze”
Toetsen temperatuurregeling rechts
Toets DUAL of 3-ZONE
Toets buitenlucht-/recirculatiemodus
Toets ECO-modus airconditioning
Toets A/C
Selectietoets bedieningsscherm airconditioning achter
Toets automatische modus
Toets voorruitverwarming
Schakelaar achterruit- en buitenspiegelverwarming
Toets OFF
■Wijzigen van de ingestelde tempe-
ratuur
Druk op van de temperatuurtoet-
sen op het bedieningspaneel van de
airconditioning of selecteer van
de temperatuurtoetsen op het aircobe-
dieningsscherm om de temperatuur te
verhogen.
Druk op van de temperatuurtoet-
sen op het bedieningspaneel van de
airconditioning of selecteer van
de temperatuurtoetsen op het aircobe-
dieningsscherm om de temperatuur te
verlagen.
Als de toets ingedrukt wordt gehouden of als u uw vinger op de toets houdt, wordt de tem-
peratuur steeds verder verhoogd of verlaagd.
Als de indicator van de toets A/C niet brandt,
blaast het systeem lucht met de omgevings-
temperatuur of verwarmde lucht in het interi-
eur.
■Instellen van de aanjagersnelheid
Druk op de toets voor het verhogen van
de aanjagersnelheid op het bedie-
ningspaneel van de airconditioning of
selecteer de toets voor het verhogen
van de aanjagersnelheid op het airco-
bedieningsscherm om de aanjagersnel-
heid te verhogen.
Druk op de toets voor het verlagen van
de aanjagersnelheid op het bedie-
ningspaneel van de airconditioning of
selecteer de toets voor het verlagen
van de aanjagersnelheid op het airco-
bedieningsscherm om de aanjagersnel-
heid te verlagen.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 334 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM