Page 153 of 578

151
4
Handleiding_Europa_M62060_nl
4-3. Verstellen van de stoelen
Voordat u gaat rijden
■Afstellen van de hoogte van de hoofd-
steunen
Stel de hoofdsteunen zo in dat het midden
van de hoofdsteun zich zo dicht mogelijk bij
de bovenzijde van uw oren bevindt.
■Verstellen van de hoofdsteun van de
middelste zitplaats achter
Stel de hoofdsteunen voor gebruik altijd mini-
maal in op de op een na laagste stand.
■Voorstoel
Trek de hoofdsteun omhoog en houd
daarbij de ontgrendelknop inge-
drukt.
Wanneer de hoofdsteun het dak raakt
waardoor het verwijderen ervan wordt
bemoeilijkt, wijzig dan de stoelhoogte of
de -hoek. ( →Blz. 146)
■Achterstoel
De hoofdsteunen kunnen niet worden
verwijderd.
■Verwijderen van de hoofdsteunen achter
Neem voor het verwijderen en plaatsen van
de hoofdsteun contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
Breng de hoofdsteun in lijn met de
bevestigingsgaten en schuif hem
omlaag tot hij in de vergrendeling klikt.
Houd de ontgrendelknop ingedrukt
wanneer u de hoofdsteun laat zakken.
Verwijderen van de
hoofdsteunen
Plaatsen van de hoofdsteunen
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 151 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 154 of 578

152
Handleiding_Europa_M62060_nl
4-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
4-4.Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
Uitvoering met handmatige verstelling
1Houd het stuurwiel vast en druk de
hendel omlaag.
2 Zet het stuurwiel in de ideale positie
door het in horizontale en verticale
richting te bewegen.
Trek na de verstelling de hendel omhoog om
het stuurwiel te borgen.
Uitvoering met elektrische verstelling
Door de schakelaar te bedienen kan
het stuur in de volgende richtingen ver-
steld worden: 1
Omhoog
2 Omlaag
3 Naar de bestuurder toe
4 Van de bestuurder af
■Het stuurwiel kan worden versteld
wanneer (elektrische verstelling)
Het contact in stand ACC of AAN
* staat.*: Wanneer de bestuurdersgordel is vastge- maakt, kan het stuurwiel worden versteld,
ongeacht de stand van het contact.
■Automatisch wegkantelen en terug-
keren (indien aanwezig)
Wanneer het contact UIT wordt gezet, wordt
het stuurwiel automatisch versteld zodat de
bestuurder gemakkelijk in of uit de auto kan
stappen.
Als het contact in stand ACC of AAN wordt
gezet, keert het stuurwiel terug naar de oor-
spronkelijke positie.
■Automatische verstelling van de stuur-
wielpositie (indien aanwezig)
Met het ergonomisch geheugen kan een
gewenste stuurwielpositie in het geheugen
worden opgeslagen en automatisch worden
opgeroepen. ( →Blz. 147)
Stuurwiel
Procedure voor het verstellen
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 152 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 155 of 578

153
4
Handleiding_Europa_M62060_nl
4-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
Voordat u gaat rijden
■Power Easy Access-systeem (indien
aanwezig)
Het stuurwiel en de bestuurdersstoel worden
automatisch versteld in overeenstemming
met de stand van het contact en de toestand
van de veiligheidsgor del van de bestuurder.
( → Blz. 147)
■Na het afstellen van het stuurwiel
(handmatig verstelbaar stuurwiel)
Zorg ervoor dat het stuurwiel goed is ver-
grendeld.
De claxon klinkt mogelijk niet als het stuur-
wiel niet goed is vergrendeld.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. ( →Blz. 472)
Druk op of vlak bij het symbool .
*: Indien aanwezig
De hoogte van de binnenspiegel kan
worden afgestemd op uw houding achter
het stuur.
Stel de hoogte van de binnenspiegel af
door de spiegel omhoog of omlaag te
bewegen.WAARSCHUWING
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Verstel het stuurwiel niet tijdens het rijden.
Anders kunt u de macht over het stuur ver-
liezen en een ongeval veroorzaken, waar-
door ernstig letsel kan ontstaan.
■Na het afstellen van het stuurwiel
(handmatig verstelbaar stuurwiel)
Zorg ervoor dat het stuurwiel goed is ver-
grendeld. Anders kan het stuurwiel plotse-
ling bewegen, waardoor een ongeval kan
ontstaan met ernstig letsel tot gevolg.
Claxonneren
Binnenspiegel*
De positie van de binnenspiegel
kan worden afgesteld zodat de
bestuurder voldoende zicht naar
achteren heeft.
Afstellen van de hoogte van de
binnenspiegel
WAARSCHUWING
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Verstel de spiegel niet tijdens het rijden.
Hierdoor kunt u de macht over het stuur
verliezen en een ongeval veroorzaken,
waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 153 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 156 of 578

154
Handleiding_Europa_M62060_nl
4-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
De hoeveelheid gereflecteerd licht
wordt automatisch gereduceerd op
basis van de helderheid van de kop-
lampen van achteropkomend verkeer.
Schakel de automatische antiverblin-
dingsstand in/uit
Wanneer de automatische antiverblindings-
stand is ingeschakeld, brandt het controle-
lampje .
De functie wordt ingeschakeld telkens wan-
neer het contact AAN wordt gezet.
Druk op de toets om de functie uit te schake-
len. (Het controlelampje gaat ook uit.)
■Voorkomen van een onjuiste werking
van de sensoren
Raak de sensoren niet aan en bedek ze ook
niet, omdat hierdoor de werking van de sen-
soren in negatieve zin beïnvloed kan worden.
*: Indien aanwezig
AntiverblindingsstandDigitale binnenspiegel*
De digitale binnenspiegel is een
systeem dat gebruikmaakt van een
camera op de achterzijde van de
auto. Het beeld van die camera
wordt weergegeven op het display
van de digitale binnenspiegel.
De digitale binnenspiegel kan met
behulp van de hendel worden
gewijzigd tussen de modus voor
de optische spiegel en de modus
voor de digitale spiegel.
Dankzij de digitale binnenspiegel
kan de bestuurder het beeld achter
de auto zien, ondanks obstakels,
zoals hoofdsteunen of bagage. Ook
worden de achterstoelen niet weer-
gegeven en wordt de privacy van
de passagiers verbeterd.
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernsti g letsel tot gevolg
hebben.
■Voordat u de digitale binnenspiegel
gebruikt
●Stel de spiegel af voordat u gaat rijden.
( → Blz. 157)
• Wijzig de modus naar de modus voor de optische spiegel en stel de positie van
de digitale binnenspiegel zo af dat het
gebied achter uw auto goed te zien is.
• Wijzig de modus naar de modus voor de digitale spiegel en wijzig de display-
instellingen.
●Het bereik van het beeld dat wordt weer-
gegeven door de digitale binnenspiegel
verschilt van dat van de optische spiegel.
Controleer daarom dit verschil vóór het
rijden.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 154 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 157 of 578

155
4
Handleiding_Europa_M62060_nl
4-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
Voordat u gaat rijden
Controlelampje camera
Geeft aan dat de camera normaal werkt.
Displayzone icoon
Geeft iconen, afstellingsmeters, enz. weer.
(→ Blz. 157)
Selectietoets
Druk hierop om de instelling van het item dat
u wilt instellen te wijzigen.
Menutoets
Druk hierop om de displayzone voor iconen
weer te geven en het item te selecteren dat
u wilt instellen.
Hendel
Bedien de hendel om te schakelen tussen
de modus voor de digitale spiegel en de
modus voor de optische spiegel.
Bedien de hendel om te schakelen tus-
sen de modus voor de digitale spiegel
en de modus voor de optische spiegel.
1 Modus digitale spiegel
Geeft een beeld weer van het gebied achter
de auto.
gaat branden in deze modus.
2Modus optische spiegel
Hiermee wordt het display van de digitale bin-
nenspiegel uitgeschakeld, waardoor de spie-
gel kan worden gebruikt als optische spiegel.
■Werkingsvoorwaarde modus digitale
spiegel
Het contact wordt AAN gezet.
Wanneer het contact van AAN UIT of in stand
ACC wordt gezet, verdwijnt het beeld na
enkele seconden.
■Bij gebruik van de digitale binnenspie-
gel in de modus digitale spiegel
●Als het weergegeven beeld achter niet
goed te zien is als gevolg van water of stof
op de camera, bedien dan de cameras-
proeier achter ( →Blz. 206). Als het weer-
gegeven beeld nog steeds niet goed te
zien is, schakel dan over naar de modus
optische spiegel.
●Als het weergegeven beel d moeilijk te zien
is doordat licht reflecteert op de digitale
binnenspiegel, de camera vuil is of doordat
u last hebt van de lichten van een achter-
ligger of het weergegeven beeld, schakel
dan over naar de modus optische spiegel.
SysteemonderdelenWijzigen van de modus
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 155 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 158 of 578

156
Handleiding_Europa_M62060_nl
4-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
●Als de achterklep is geopend, wordt het
beeld van de digitale binnenspiegel moge-
lijk niet goed weergegeven. Controleer
voor het rijden of de achterklep is gesloten.
●Als het display moeilijk te zien is door gere-
flecteerd licht, sluit dan het elektrisch
bedienbare zonnescherm van het panora-
madak (indien aanwezig).
●De volgende verschijnselen kunnen zich
voordoen bij het rijden in het donker, zoals
's nachts. Geen van deze verschijnselen
duidt op een storing.
• De kleuren van de objecten in het weerge- geven beeld verschillen mogelijk van de
daadwerkelijke kleuren.
• Afhankelijk van de hoogte van de lichten van de achterligger, wordt het gebied
rondom de auto wit en wazig weergegeven.
• Automatische aanpassing van het beeld voor een helder omgev ingsbeeld kan flik-
keringen veroorzaken.
Als het weergegeven beeld moeilijk te zien is
of als u last hebt van flikkeringen, schakel
dan over naar de modus optische spiegel.
●De digitale binnenspiegel wordt mogelijk
heet wanneer de modus digitale spiegel is
ingeschakeld.
Dit duidt niet op een storing.
●Afhankelijk van uw fysieke conditie of leef-
tijd duurt het mogelijk langer dan gebruike-
lijk om op het weergegeven beeld te focus-
sen. Schakel in dit geval over naar de
modus optische spiegel.
●Laat passagiers tijdens het rijden niet naar
het weergegeven beeld staren, omdat ze
anders wagenziek kunnen worden.
■Wanneer een storing in het systeem
optreedt
Als het in de afbeelding weergegeven sym-
bool wordt weergegeven bij het gebruik van
de digitale binnenspiegel in de modus digitale
spiegel, is er mogelijk een storing in het
systeem aanwezig. Het symbool verdwijnt na
een paar seconden. Bedien de hendel, scha-
kel over naar de modus optische spiegel en
laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 156 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 159 of 578

157
4
Handleiding_Europa_M62060_nl
4-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
Voordat u gaat rijden
■Afstellen van de hoogte van de
spiegel
De hoogte van de binnenspiegel kan
worden afgestemd op uw houding achter
het stuur.
Schakel de modus optische spiegel in
en stel de hoogte van de binnenspiegel
af door de spiegel omhoog of omlaag te
bewegen.
■Display-instellingen (modus digi-
tale spiegel)
De instellingen van het display in de
modus digitale spiegel kunnen worden
gewijzigd.
1 Druk op de menutoets.
De iconen worden weergegeven.
2Druk herhaaldelijk op de menutoets
en selecteer het item dat u wilt
instellen. 3
Druk op of om de
instelling te wijzigen.
De iconen verdwijnen als gedurende ten min-
ste 5 seconden geen toets wordt bediend.
*: Dit is een functie voor de modus optische
spiegel. De instelling kan echter ook wor-
den gewijzigd terwijl de modus digitale
spiegel in gebruik is.
Afstellen van de spiegel
IconenInstellingen
Hiermee kunt u de helderheid van
het display afstellen.
Hiermee kunt u het weergegeven
gebied omhoog/omlaag
verplaatsen.
Hiermee kunt u het weergegeven
gebied naar links/rechts
verplaatsen.
Hiermee kunt u de hoek van het
weergegeven beeld afstellen.
Hiermee kunt u op de weergege-
ven afbeelding inzoomen/uitzoo-
men.
Hiermee kunt u de automatische
antiverblindingsstand in-/uitscha-
kelen.
*
De hoeveelheid gereflecteerd licht
wordt automatisch aangepast op
basis van de helderheid van de
koplampen van achteropkomend
verkeer.
De automatische antiverblindings-
stand wordt iedere keer wanneer
het contact AAN wordt gezet inge-
schakeld.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 157 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 160 of 578

158
Handleiding_Europa_M62060_nl
4-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
■In-/uitschakelen van de automati-
sche antiverblindingsstand
(modus optische spiegel)
De automatische antiverblindingsstand in
de modus optische spiegel kan worden
in-/uitgeschakeld. De instelling kan wor-
den gewijzigd in zowel de modus digitale
spiegel als de modus optische spiegel.
Bij gebruik van de modus digitale
spiegel
→Blz. 157
Bij gebruik van de modus optische
spiegel
1 Druk op de menutoets.
De iconen worden weergegeven.
2Druk op of om de
automatische antiverblindingsstand
in te schakelen (ON)/uit te schake-
len (OFF).
De iconen verdwijnen als gedurende ten min-
ste 5 seconden geen toets wordt bediend.
■Instellen van het display (modus digitale
spiegel)
●Als het weergegeven beeld is ingesteld,
lijkt het mogelijk verv ormd. Dit duidt niet op
een storing.
●Als de helderheid van de digitale binnen-
spiegel te hoog is ingesteld, kunnen uw
ogen vermoeid raken. Stel de digitale bin-
nenspiegel in op een geschikte helderheid.
Als uw ogen vermoeid raken, schakel dan
over naar de modus optische spiegel.
●De helderheid van de digitale binnenspie-
gel wordt automatisch aangepast overeen-
komstig de helderheid van het gebied voor
uw auto.
■Voorkomen van storingen in de licht-
sensoren
Raak de lichtsensoren niet aan en bedek ze
niet, om te voorkomen dat er storingen in
ontstaan.
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernsti g letsel tot gevolg
hebben.
■Tijdens het rijden
●Verstel de digitale binnenspiegel niet tij-
dens het rijden en pas ook de display-
instellingen niet aan.
Breng de auto tot stilstand en bedien de
bedieningstoetsen van de digitale bin-
nenspiegel.
Als u dat niet doet, kunt u een stuurfout
maken, waardoor een ongeval kan ont-
staan.
●Let altijd op de omgeving van de auto.
Het formaat van de voertuigen en andere
objecten lijkt mogelijk anders in de modus
digitale spiegel en de modus optische
spiegel.
Let bij het achteruitrijden rechtstreeks op
de veiligheid van het gebied rondom de
auto, met name achter de auto.
Bovendien lijkt de omgeving mogelijk sche-
merig wanneer een voertuig in het donker,
zoals 's nachts, van achteren nadert.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 158 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM