15
Handleiding_Europa_M62060_nl
Overzicht
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers................................................ Blz. 206
Gebruik ...................................................................................................... Blz. 206
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof .......................................................... Blz. 381
Waarschuwingsmeldingen ........................................................................ Blz. 433
Schakelaar alarmknipperlichten ............................................................ Blz. 414
Audiosysteem
*2
Airconditioning ........................................................................................ Blz. 333
Gebruik ...................................................................................................... Blz. 333
Airconditioning ........................................................................................ Blz. 333
Gebruik ...................................................................................................... Blz. 333
Achterruitverwarming ................................................................................ Blz. 335
Hoofdschakelaar openingssysteem achterklep ................................... Blz. 140
Selectiehendel ......................................................................................... Blz. 183
Wijzigen van de schakelstand ................................................................... Blz. 184
Voorzorgsmaatregelen bij slepen .............................................................. Blz. 417
Startknop.................................................................................................. Blz. 178
Starten van het brandstofcelsyst eem/wijzigen van de modi...................... Blz. 178
Noodstop van het brandstofcelsysteem .................................................... Blz. 414
Als het brandstofcelsysteem niet kan worden gestart ............................... Blz. 447
Waarschuwingsmeldingen ........................................................................ Blz. 433
Schakelaar stuurverstelling
*1/ontgrendelingshendel
stuurverstelling
*1Blz. 152
Afstellen..................................................................................................... Blz. 152
Ergonomisch geheugen ............................................................................ Blz. 147
Ontgrendelingshendel motorkap ........................................................... Blz. 375
*1: Indien aanwezig
*2: Raadpleeg de handleiding voor het navigatiesysteem.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 15 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
23
Handleiding_Europa_M62060_nl
Overzicht
Tellers ....................................................................................................... Blz. 108
Aflezen van de tellers/afstellen van de verlichting van
het instrumentenpaneel ...................................................................... Blz. 108, 110
Waarschuwingslampjes/controlelampjes................................................... Blz. 104
Wanneer een waarschuwingslampje gaat branden................................... Blz. 423
Multi-informatiedisplay ........................................................................... Blz. 112
Display........................................................................................................ Blz. 112
Energiemonitor .......................................................................................... Blz. 125
Wanneer een waarschuwingsmelding wordt weergegeven ...................... Blz. 433
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers................................................ Blz. 206
Gebruik ...................................................................................................... Blz. 206
Bijvullen van ruitensproei ervloeistof .......................................................... Blz. 381
Waarschuwingsmeldingen ........................................................................ Blz. 433
Ontgrendelingshendel motorkap ........................................................... Blz. 375
Schakelaar stuurverstelling
*2/ontgrendelingshendel
stuurverstelling
*2..................................................................................... Blz. 152
Afstellen..................................................................................................... Blz. 152
Ergonomisch geheugen ............................................................................ Blz. 147
Startknop.................................................................................................. Blz. 178
Starten van het brandstofcelsyst eem/wijzigen van de modi...................... Blz. 178
Noodstop van het brandstofcelsysteem .................................................... Blz. 414
Als het brandstofcelsysteem niet kan worden gestart ............................... Blz. 447
Waarschuwingsmeldingen ........................................................................ Blz. 433
Selectiehendel ......................................................................................... Blz. 183
Wijzigen van de schakelstand ................................................................... Blz. 184
Voorzorgsmaatregelen bij slepen .............................................................. Blz. 417
Hoofdschakelaar openingssysteem achterklep ................................... Blz. 140
*1: Raadpleeg de handleiding voor het navigatiesysteem.
*2: Indien aanwezig
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 23 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
79
1
Handleiding_Europa_M62060_nl
1-4. Antidiefstalsysteem
Veiligheid en beveiliging
*: Indien aanwezig
■Zaken die gecontroleerd moeten
worden alvorens de auto te ver-
grendelen
Controleer onderstaande zaken om
ongewild activeren van het alarm en
diefstal te voorkomen:
Er is niemand in de auto.
De ruiten zijn gesloten voordat het
alarm wordt ingeschakeld.
Er zijn geen waardevolle spullen of
persoonlijke zaken in de auto achter-
gebleven.
■Instelling
Sluit de portieren, de achterklep en de
motorkap en vergrendel alle portieren
met de instapfunctie of de afstandsbe-
diening. Na 30 seconden wordt het sys-
teem automatisch ingeschakeld.
Het systeem is ingeschakeld zodra het con-
trolelampje niet meer constant brandt maar
knippert.
■Deactiveren of uitschakelen
Voer een van de onderstaande hande-
lingen uit om het alarm te deactiveren
of uit te schakelen:
Ontgrendel de portieren of de ach-
terklep met de instapfunctie of de
afstandsbediening.
Start het br andstofcelsysteem. (Het
alarm wordt na enkele seconden
gedeactiveerd of uitgeschakeld.)
■Onderhoud van het systeem
De auto is voorzien van een onderhoudsvrij
alarmsysteem.
■Activeren van het alarm
Het alarm kan in de volgende situaties geac-
tiveerd worden:
(Door het stopzetten van het alarm wordt het
systeem gedeactiveerd.)
Alarm*
Met licht en geluid worden alarm-
signalen gegeven wanneer er een
inbraakpoging wordt gedetecteerd.
Wanneer het alarmsysteem is inge-
schakeld, wordt het alarm onder de
volgende omstandigheden geacti-
veerd:
Een vergrendeld portier of de ach-
terklep wordt ontgrendeld of
geopend zonder gebruik te maken
van de instapfunctie of de
afstandsbediening. (De portieren
zullen automatisch opnieuw wor-
den vergrendeld.)
De motorkap wordt geopend.
De inbraaksensor signaleert een
beweging in de auto. (Voorbeeld:
een indringer breekt een ruit en
dringt de auto binnen.)
De hellingsensor (indien aanwe-
zig) signaleert een verandering in
de hoek van de auto ten opzichte
van het wegdek.
Inschakelen/uitschakelen/
uitzetten van het alarmsysteem
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 79 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
88
Handleiding_Europa_M62060_nl
2-1. Brandstofcelauto
nodig zijn. (→Blz. 170) Omdat er geen
motorgeluiden zijn en de auto stil is,
kunnen er werkingsgeluiden die uniek
zijn voor onderdelen van een brandstof-
celauto hoorbaar zijn. ( →Blz. 87)
■Regeneratief remmen
In de volgende situaties wekt de auto elektri-
citeit op uit decelereren van de auto tijdens
het rijden.
●Het gaspedaal wordt losgelaten terwijl er
wordt gereden met de selectiehendel in
stand D.
●Het rempedaal wordt ingetrapt terwijl er
wordt gereden met de selectiehendel in
stand D.
■Laden van de tractiebatterij
Omdat door het brandstofcelpakket elektrici-
teit wordt opgewekt en de tractiebatterij wordt
opgeladen door regeneratief remmen, hoeft
de batterij niet te worden opgeladen door een
externe bron. Als de auto echter gedurende
lange tijd wordt geparkeerd, raakt de tractie-
batterij langzaam ontladen. Daarom moet u
ervoor zorgen dat er elke paar maanden
gedurende minimaal 30 minuten of 16 km
met de auto gereden wordt.
Als de tractiebatterij volledig ontladen raakt
en u het brandstofcelsysteem niet meer kunt
starten, neem dan contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Opladen van de 12V-accu
→ Blz. 456
■Parkeren
Omdat er geen motorgeluiden en trillingen
zijn, kan gemakkelijk worden gedacht dat de
brandstofcelauto uit staat, terwijl hij nog
steeds loopt (controlelampje READY brandt).
Zet uit veiligheidsoverwegingen altijd de
selectiehendel in stand P en activeer de par-
keerrem wanneer u de auto parkeert.
Het systeem gedraagt zich mogelijk
anders bij lage buitentemperaturen
omdat het een speciaal koude-startpro-
ces uitvoert om de startprestaties te
verbeteren. (→Blz. 178)
De werkingsgeluiden ( →Blz. 87), het
afvoerproces ( →Blz. 181), enz. zijn
anders dan normaal. Dit duidt echter
niet op een storing.
Gecomprimeerd wate rstofgas kan wor-
den getankt bij waterstofstations.
Raadpleeg voor meer informatie over water-
stof als brandstof en tanken het hoofdstuk
“Openen van de tankdopklep” in deze hand-
leiding. ( →Blz. 210)
Brandstofcelauto's maken in tegenstel-
ling tot auto's met een benzinemotor
geen motorgeluid. Er wordt daarom een
geluid, dat aangepast wordt aan de rij-
snelheid, afgespeeld om mensen in de
buurt te waarschuwen dat de auto
nadert. Het geluid stopt als de rijsnel-
heid hoger wordt dan ongeveer 25 km/h.
■De waarschuwing horen
In de volgende gevallen is het akoestische
voertuigwaarschuwi ngssysteem mogelijk
moeilijk te horen voor mensen in de buurt.
●In gebieden met harde omgevingsgeluiden
●In de wind of regen
Ook is het akoestische voertuigwaarschu-
wingssysteem achter de auto mogelijk moei-
lijker te horen dan vóór de auto omdat het
systeem aan de voorzijde van de auto is
geïnstalleerd.
Brandstofcelsysteem
Brandstof tanken
Akoestisch voertuigwaar-
schuwingssysteem
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 88 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
91
2
Handleiding_Europa_M62060_nl
2-1. Brandstofcelauto
Brandstofcelsysteem
Elektromotor (tractiemotor)
Hoogspanningskabels (oranje)
Brandstofcelpakket (brandstofcel en waterstofpomp)
Luchtcompressor
Aircocompressor
■Als “Hydrogen Leakage Detected Visit
Your Dealer” (Waterstoflekkage gesig-
naleerd. Ga naar uw dealer) op het
multi-informatiedisplay wordt weerge-
geven
Er lekt mogelijk een kleine hoeveelheid
waterstofgas. Laat de auto onmiddellijk nakij-
ken door de dichtstbijzijnde erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
■Als “FCV Sys. OFF Due to Hydrogen
Leak Stop in Safe Place See Manual”
(brandstofcelsysteem UIT ten gevolge
van waterstoflekkage, stop op een vei-
lige plaats, zie handleiding) op het multi-
informatiedisplay wordt weergegeven
●Er lekt mogelijk waterstofgas.
Als er waterstofgas lekt of een andere sto-
ring wordt gesignaleerd: →Blz. 95
●De airconditioning wordt automatisch uit-
geschakeld.
■Als de brandstof opraakt
Als de brandstof op is en het brandstofcel-
systeem niet kan worden gestart, vul dan
brandstof bij totdat het waarschuwingslampje
laag brandstofniveau (→ Blz. 430) uitgaat
alvorens opnieuw te proberen te starten. Als
er te weinig brandstof is bijgevuld, kan het
systeem mogelijk niet worden gestart.
■Brandstofcelpakket
●Afhankelijk van de gebruiksomgeving kan
het uitgangsvermogen van de brandstofcel
gedurende de levensduur van de auto
afnemen. Dit zal echter amper effect heb-
ben op de rijprestaties.
●In de volgende situaties neemt het uit-
gangsvermogen van de brandstofcel
mogelijk sneller af dan bij normaal rijden:
• Langdurig gebruik in gebieden met grote hoeveelheden stof • Langdurig gebruik in gebieden met hoge
concentraties zwavel (zoals vulkanen of
warmwaterbronnen)
• Langdurig gebruik in gebieden met hoge concentraties van de volgende stoffen:
- Organische oplosmiddelen, zoals verf en
thinner
- Aminehoudende materialen zoals ammoniak
- Chloorhoudende stoffen zoals zoutaanslag
en strooizout
• Er komt zout water terecht in het luchtfilter Het verdient aanbeveling het luchtfilter te
vervangen en de omliggende onderdelen
te reinigen. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige
• Het aantal keren dat het brandstofcelsys- teem is gestart en gestopt is uitzonderlijk
hoog
• Langdurig gebruik bij temperaturen onder het vriespunt
• Er is vervuilde brandstof getankt die niet voldoet aan de ISO-14687-norm
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 91 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
116
Handleiding_Europa_M62060_nl
3-1. Instrumentenpaneel
Lezen van het staafdisplay:
Na het wegrijden wordt de Eco Score pas
weergegeven als de rijsnelheid hoger wordt
dan ongeveer 30 km/h.
Telkens als de auto wegrijdt, wordt de Eco
Score gereset en wordt een nieuwe evaluatie
gestart.
Als het brandstofcelsysteem stopt, wordt de
huidige totaalscore weergegeven.*
*
: De score wordt alleen weergegeven wan- neer “Eco Score” wordt geselecteerd voor
“Trip Summary” (overzicht rit).
(→ Blz. 117)
■Begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal/“Eco Score” werkt niet
wanneer
De begeleiding milieubewust bedienen gas-
pedaal/“Eco Score” werkt niet in de volgende
situaties:
●De indicator van het brandstofcelsysteem
werkt niet.
●Er wordt met de auto gereden terwijl de
Dynamic Radar Cruise Control met volle-
dig snelheidsberei k is ingeschakeld.
■Weergave informatie ondersteu-
nend systeem
Hiermee kan de werkingsstatus van de
volgende systemen worden weergege-
ven:
LTA (Lane Tracing Assist)
(→Blz. 229)
Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik ( →Blz. 244)
■Aan navigatiesysteem gekop-
pelde weergave
Hiermee kan de volgende aan het navi-
gatiesysteem gekoppelde informatie
worden weergegeven.
Routebegeleiding
Kompasdisplay (weergave noorden
boven/weergave rijrichting boven)
Hiermee kunt u een audiobron of num-
mer selecteren op het display.
ScoreStaafdisplay
Niet
beoor-
deeld
Laag
Hoog
Weergave informatie
ondersteunend systeem
Aan audiosysteem gekoppelde
weergave
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 116 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
142
Handleiding_Europa_M62060_nl
4-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep
●Als het alarm in de auto continu klinkt
■Als op het multi-informatiedisplay
“Smart Entry & Start System Malfunc-
tion See Owner’s Manual” (Storing in
Smart entry-systeem met startknop;
raadpleeg handleiding) wordt weerge-
geven
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto onmiddellijk nakijken
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Als “Key Detected in Vehicle” (sleutel
gesignaleerd in de auto) wordt weerge-
geven op het multi-informatiedisplay
Er is geprobeerd de portieren te vergrende-
len met het Smart entry-systeem met start-
knop terwijl de elektroni sche sleutel zich nog
in de auto bevond. Neem de elektronische
sleutel uit de auto en vergrendel de portieren
opnieuw.
■Energiebesparende functie
De energiebesparende functie wordt geacti-
veerd om te voorkomen dat de batterij van de
elektronische sleutel en de 12V-accu leeg
raken wanneer de auto gedurende langere
tijd niet wordt gebruikt.
●In de volgende situaties kan het enige tijd
duren voordat de portieren met het Smart
entry-systeem met startknop ontgrendeld
kunnen worden.
• De elektronische sleutel bevindt zich gedu- rende 10 minuten of langer op een afstand
van ongeveer 2 m van de auto.
• Het Smart entry-systeem met startknop is gedurende 5 dagen of langer niet gebruikt.
●Als het Smart entry-systeem met startknop
gedurende 14 dagen of langer niet gebruikt
is, kunnen de portieren alleen via het
bestuurdersportier worden ontgrendeld.
Pak in dat geval de greep van het bestuur-
dersportier vast of gebruik de afstandsbe-
diening of de mechanische sleutel om de
portieren te ontgrendelen.
■De energiebespaarmodus van een elek-
tronische sleutel inschakelen
●Wanneer de energiebespaarmodus is
ingeschakeld, loopt de batterij veel minder
snel leeg omdat de ontvangst van radiogol-
ven door de elektronische sleutel wordt
gestopt.
Druk twee keer in terwijl u ingedrukt
houdt. Ga na of het controlelampje van de
elektronische sleutel 4 keer knippert.
Het Smart entry-systeem met startknop kan
niet worden gebruikt als de energiebespaar-
modus is ingeschakeld. Druk op een van de
toetsen van de elektronische sleutel om de
functie te annuleren.
●Bij elektronische sleutels die gedurende
langere tijd niet worden gebruikt, kan
vooraf in de energiebespaarmodus worden
ingeschakeld.
SituatieCorrectie-
procedure
Er is geprobeerd de auto te vergrendelen terwijl er nog een portier geopend was.Sluit alle portie-ren en vergren-
del ze opnieuw.
De achterklep werd geslo- ten terwijl de elektroni-
sche sleutel zich nog in de bagageruimte bevond en
alle portieren waren vergrendeld.Neem de
elektronische
sleutel uit de
bagageruimte
en sluit de
achterklep.
SituatieCorrectie-
procedure
Het contact werd in de
stand ACC gezet terwijl het bestuurdersportier
geopend was (het bestuur-
dersportier werd geopend terwijl het contact in de stand ACC stond).
Zet het contact
UIT en sluit het bestuurders- portier.
Het contact werd UIT
gezet terwijl het bestuur-
dersportier geopend was.Sluit het
bestuurders-
portier.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 142 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
179
5
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-2. Rijprocedures
Rijden
●Als het brandstofcelsysteem wordt gestart
bij lage temperaturen, wordt “FCV Sys.
OFF Due to Cold Stop in Safe Place See
Owner’s Manual” (brandstofcelsysteem
UIT ten gevolge van kou, stop op een vei-
lige plaats, zie handlei ding) mogelijk weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay.
Het brandstofcelsysteem is bevroren en kan
niet worden gestart. Neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
●Het uitgangsvermogen wordt tijdelijk
beperkt totdat het brandstofcelsysteem
volledig op bedrijfstemperatuur is.
●Als de tractiebatterij extreem koud is
(temperatuur lager dan ongeveer -30°C)
als gevolg van de buitentemperatuur, kan
het brandstofcelsysteem mogelijk niet
worden gestart. Probeer in dat geval het
brandstofcelsysteem nogmaals te starten
nadat de temperatuur van de tractiebatterij
is opgelopen omdat bijvoorbeeld de bui-
tentemperatuur is gestegen.
■Als het brandstofcelsysteem niet kan
worden gestart
●De startblokkering is mogelijk niet uitge-
schakeld. ( →Blz. 77)
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
●Lees de op het multi-informatiedisplay
weergegeven melding m.b.t. het starten en
volg de aanwijzingen op.
●Controleer of de tankdopklep gesloten is.
Het brandstofcelsysteem kan niet worden
gestart als de tankdopklep open is. Sluit de
tankdopklep alvorens het systeem te star-
ten. ( →Blz. 212)
■Geluiden en trillingen die kenmerkend
zijn voor een brandstofcelauto
→ Blz. 87
■Als de 12V-accu is ontladen
Het brandstofcelsysteem kan niet worden
gestart met het Smart entry-systeem met
startknop. Raadpleeg Blz. 452om het brand-
stofcelsysteem opnieuw te starten.
■Leegraken batterij elektronische sleutel
→ Blz. 130
■Omstandigheden die de werking kunnen
beïnvloeden
→Blz. 143
■Aanwijzingen voor de instapfunctie
→ Blz. 143
■Als op het multi-informatiedisplay
“Smart Entry & Start System Malfunc-
tion See Owner’s Manual” (Storing in
Smart entry-systeem met startknop;
raadpleeg handleiding) wordt weerge-
geven
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto direct nakijken door uw
Toyota-dealer.
■Stuurslotfunctie
●Nadat het contact UIT is gezet en de por-
tieren zijn geopend en gesloten, wordt het
stuurwiel vergrendeld met de stuurslot-
functie. Als u nogmaals op de startknop
drukt, wordt het stuurslot automatisch weer
uitgeschakeld.
●Als het stuurslot niet kan worden ontgren-
deld, wordt “Push POWER Switch while
Turning the Steering Wheel in Either Direc-
tion” (druk de startknop in en draai daarbij
het stuurwiel in een willekeurige richting)
weergegeven op het multi-informatiedis-
play.
Druk kort en krachtig op de startknop terwijl
u het stuurwiel naar links en rechts draait.
●Om te voorkomen dat de elektromotor van
het stuurslot oververhit raakt, kan de wer-
king worden onderbroken als het brand-
stofcelsysteem in ko rte tijd herhaaldelijk
wordt in- en uitgeschakeld. Wacht in dat
geval met het bedienen van de startknop.
Na ongeveer 10 seconden zal de elektro-
motor van het stuurslot weer functioneren.
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 179 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM