Page 313 of 578

311
5
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
“Accelerator pedal
was pressed”
(gaspedaal werd
ingetrapt)
De hoofdschakelaar
van Advanced Park
werd ingedrukt ter-
wijl het gaspedaal
was ingetrapt
→Druk op de hoofd-
schakelaar van
Advanced Park ter-
wijl u het gaspedaal
niet intrapt.
“Shift position was
changed manually”
(stand selectiehen-
del werd handmatig
gewijzigd)
De stand van de
selectiehendel was
gewijzigd en Advan-
ced Park kon niet in
werking treden
→ Zet de selectiehen-
del in de vorige stand
en druk vervolgens
op de hoofdschake-
laar van Advanced
Park om het sys-
teem in te schakelen.
“Operation timed out”
(tijd werking verstre-
ken)
Er is een bepaalde
tijd verstreken sinds
op de hoofdschake-
laar van Advanced
Park werd gedrukt
→ Druk nogmaals op
de hoofdschakelaar
van Advanced Park
om het systeem in te
schakelen.
“Advanced Park
switch pushed”
(schakelaar Advan-
ced Park ingedrukt)
De hoofdschakelaar
van Advanced Park
werd ingedrukt en
het systeem werd uit-
geschakeld
→ Druk nogmaals op
de hoofdschakelaar
van Advanced Park
om het systeem in te
schakelen.
MeldingConditie/corrige-
rende maatregel
“Unavailable. Steep
slope.” (niet beschik-
baar, steile helling)
De hoofdschakelaar
van Advanced Park
werd ingedrukt ter-
wijl de auto op een
steile helling stond
→ Het gebruik van
Advanced Park op
een steile helling is
gevaarlijk. Verplaats
de auto daarom naar
een horizontale
ondergrond alvorens
het systeem te
gebruiken.
“No available par-
king space”
(geen parkeervak
beschikbaar)
De hoofdschakelaar
van Advanced Park
werd ingedrukt op
een locatie waar
geen parkeervak kan
worden gesignaleerd
→ Begeleiding is niet
mogelijk als er geen
parkeervak kan wor-
den gesignaleerd.
Verplaats de auto
naar een locatie waar
een parkeervak of
parkeerlijnen kunnen
worden gesignaleerd
alvorens Advanced
Park te gebruiken.
“Unavailable. Road
too narrow.” (niet
beschikbaar, weg te
smal)
“Unavailable. Road
ahead too narrow.”
(niet beschikbaar,
weg vóór u te smal)
De hoofdschakelaar
van Advanced Park
werd ingedrukt bij
een smal parkeervak
→ Begeleiding is niet
mogelijk bij smalle
parkeervakken. Ver-
plaats de auto naar
een breder parkeer-
vak alvorens Advan-
ced Park te gebrui-
ken.
MeldingConditie/corrige-
rende maatregel
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 311 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 314 of 578

312
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
“Unavailable in cur-
rent condition”
(niet beschikbaar in
actuele situatie)
De hoofdschakelaar
van Advanced Park
werd ingedrukt op
een locatie waar het
systeem niet kan
worden gebruikt
→Verplaats de auto
naar een locatie waar
een parkeervak of
parkeerlijnen kunnen
worden gesignaleerd
alvorens Advanced
Park te gebruiken.
“Narrow parking
space”
(smal parkeervak)
De hoofdschakelaar
van Advanced Park
werd ingedrukt bij
een parkeervak dat
te smal is voor de
auto
→ Begeleiding is niet
mogelijk als er geen
parkeervak kan wor-
den gesignaleerd.
Verplaats de auto
naar een locatie waar
een parkeervak of
parkeerlijnen kunnen
worden gesignaleerd
alvorens Advanced
Park te gebruiken.
MeldingConditie/corrige- rende maatregel
“Not enough space to
exit” (niet genoeg
ruimte om weg te
rijden)
De hoofdschakelaar
van Advanced Park
werd ingedrukt om
een fileparkeervak te
verlaten terwijl de
ruimte voor en achter
de auto te krap is
→ Begeleiding bij het
wegrijden is niet
mogelijk als de
ruimte voor en achter
de auto te krap is.
Controleer de veilig-
heid van het gebied
rondom de auto en
verlaat het parkeer-
vak handmatig.
“Unavailable.
Obstacle nearby.”
(niet beschikbaar,
obstakel dichtbij)
De hoofdschakelaar
van Advanced Park
werd ingedrukt om
een fileparkeervak te
verlaten terwijl een
object werd gesigna-
leerd naast de auto
→ Begeleiding bij het
wegrijden is niet
mogelijk als er een
object wordt gesigna-
leerd naast de auto.
Controleer de veilig-
heid van het gebied
rondom de auto en
verlaat het parkeer-
vak handmatig.
MeldingConditie/corrige-
rende maatregel
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 312 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 315 of 578

313
5
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Als de werking is uitgeschakeld
MeldingConditie/corrige-rende maatregel
“Door is open”
(portier is open)
Er werd een portier
geopend terwijl het
parkeren werd bege-
leid
→ Sluit het portier en
schakel Advanced
Park nogmaals in.
“Seatbelt is unfaste-
ned” (veiligheidsgor-
del is losgemaakt)
De bestuurdersgor-
del werd losgemaakt
terwijl het parkeren
werd begeleid
→ Maak de bestuur-
dersgordel vast en
schakel Advanced
Park weer in.
“Parking brake is
applied” (parkeerrem
is geactiveerd)
De parkeerrem was
geactiveerd terwijl
het parkeren werd
begeleid
→ Deactiveer de par-
keerrem en schakel
Advanced Park weer
in.
“Unavailable. Obsta-
cle nearby.”
(niet beschikbaar,
obstakel dichtbij)
Er verscheen een
object in de rijrich-
ting van de auto
→ Verplaats het
object of gebruik
Advanced Park op
een locatie zonder
obstakels
“Advanced Park
malfunction. Press
brake pedal.” (sto-
ring Advanced Park,
trap rempedaal in)
Er is mogelijk een
storing aanwezig in
Advanced Park
→ Trap het rempe-
daal in en breng de
auto op een veilige
plaats tot stilstand.
“Cannot control
speed” (kan snelheid
niet regelen)
Advanced Park werd
gebruikt op een hel-
ling of op een locatie
met hoogteverschil-
len en de rijsnelheid
kan niet meer onder
controle gehouden
worden
→ Gebruik Advanced
Park op een locatie
met een horizontale
ondergrond.
“Operation timed out”
(tijd werking verstre-
ken)
Er is een bepaalde
tijd verstreken sinds
de begeleiding is
gestart
→ Voer de handeling
opnieuw uit vanaf het
begin.
“Side mirrors are
retracted”
(buitenspiegels zijn
ingeklapt)
De buitenspiegels
waren ingeklapt ter-
wijl het parkeren
werd begeleid
→ Klap de buitenspie-
gels uit en selecteer
vervolgens de toets
“Start” om de bege-
leiding weer te star-
ten.
“Press brake pedal
firmly” (trap rempe-
daal stevig in)
De begeleiding kan
niet worden uitge-
schakeld als het rem-
pedaal niet stevig
wordt ingetrapt.
→ Houd het rempe-
daal langer dan
gewoonlijk ingetrapt.
MeldingConditie/corrige-
rende maatregel
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 313 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 316 of 578

314
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Als de werking is onderbroken■Als een parkeervak niet kan wor-
den geregistreerd
■Als er een zwart scherm wordt weerge-
geven op het multimedia-display als
Advanced Park in werking is
Het multimediasysteem of Advanced Park
wordt beïnvloed door radiogolven of er is
mogelijk een storing in het systeem aanwe-
zig. Als er een radioantenne is geplaatst in de
buurt van een camera, verplaats deze dan
naar een locatie zo ver mogelijk van de
camera. Laat de auto controleren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige als er geen
radioantenne is geplaatst in de buurt van een
camera en het scherm nog niet normaal
werkt nadat het contact UIT is gezet en het
brandstofcelsysteem ve rvolgens weer is
gestart.
MeldingConditie/corrige-
rende maatregel
“Steering wheel was
operated manually”
(stuurwiel werd hand-
matig bediend)
Er werd kracht uitge-
oefend op het stuur-
wiel terwijl het parke-
ren werd begeleid
→ Breng de auto tot
stilstand en selec-
teer de toets “Start”
terwijl u uw handen
op het stuurwiel laat
rusten zonder druk
uit te oefenen om de
begeleiding weer te
starten.
“Accelerator pedal
was pressed”
(gaspedaal werd
ingetrapt)
Het gaspedaal werd
ingetrapt terwijl het
parkeren werd bege-
leid
→ Laat het gaspedaal
los en druk vervol-
gens op de toets
“Start” om de bege-
leiding weer te star-
ten.
“Shift position was
changed manually”
(stand selectiehen-
del werd handmatig
gewijzigd)
Er werd een scha-
kelstand geselec-
teerd terwijl het par-
keren werd begeleid
→ Selecteer de toets
“Start” om de bege-
leiding weer te star-
ten.
MeldingConditie/corrige- rende maatregel
“No available par-
king space to regis-
ter” (geen parkeervak
beschikbaar voor
registratie)
werd geselec-
teerd bij een parkeer-
vak dat niet kan wor-
den gesignaleerd
→ Bedien Advanced
Park bij een parkeer-
vak waar het weg-
dek kan worden her-
kend
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 314 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 317 of 578

315
5
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Raadpleeg “Panoramic View Monitor”
of “Peripheral Monitoring-systeem” in
de handleiding voor het navigatiesys-
teem voor meer informatie over het vol-
gende.
Bereik dat kan worden weergegeven
op de schermen
Camera's
Verschillen tussen de weergegeven
beelden en de werkelijke weg
Verschillen tussen de weergegeven
beelden en de werkelijke objecten
■Situaties waarin witte parkeervak-
lijnen mogelijk niet goed worden
herkend
In de volgende situaties worden par-
keervaklijnen op het wegdek mogelijk
niet gesignaleerd:
Als er voor het parkeervak geen witte
lijnen zijn gebruikt (parkeervak is
begrensd met touwen, blokken, enz.)
Als de parkeervaklijnen vervaagd of
vuil zijn, waardoor ze slecht zicht-
baar zijn
Als het wegdek een lichte kleur
heeft, zoals bij beton, en het contrast
met de witte parkeervaklijnen klein is
Als de parkeervaklijnen een andere
kleur hebben dan geel of wit
Als de omgeving van het parkeervak
donker is, bijvoorbeeld 's nachts of in
een (ondergrondse) parkeergarage
Als het regent of geregend heeft
waardoor het wegdek nat is en
reflecteert of als er plassen op het
wegdek staan
Als er zonlicht direct op een camera
valt, zoals bij laagstaande zon
Als het parkeervak bedekt is met
sneeuw of strooizout
Als er sporen van reparaties of
andere sporen zichtbaar zijn op het
wegdek of als er een verkeerszuil of
ander object aanwezig is op het
wegdek
Als de kleur of de helderheid van het
wegdek niet overal gelijk is
Als er warm of koud water op de
camera terecht is gekomen en de
lens is beslagen
Als het uiterlijk van het parkeervak
wordt beïnvloed door de schaduw
van een voertuig of bomen
Als een cameralens vuil is of bedekt
is met waterdruppels
In de volgende situaties wordt het
beoogde parkeervak mogelijk niet goed
herkend:
Als er sporen van reparaties of
andere sporen zichtbaar zijn op het
wegdek of als er een parkeerblok,
verkeerszuil of ander object aanwe-
zig is op het wegdek
Als het regent of geregend heeft
waardoor het wegdek nat is en
reflecteert of als er plassen op het
wegdek staan
Als de kleur of de helderheid van het
wegdek niet overal gelijk is
Als het parkeervak zich op een hel-
ling bevindt
Voorzorgsmaatregelen voor
het gebruik
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 315 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 318 of 578

316
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Als het uiterlijk van het parkeervak
wordt beïnvloed door de schaduw
van een geparkeerde auto of bomen
(bijvoorbeeld de schaduw van de
grille of de dorpel van een gepar-
keerde auto)
Als de parkeervaklijnen vervaagd of
vuil zijn, waardoor ze slecht zicht-
baar zijn
Als het uiterlijk van het parkeervak
wordt beïnvloed door de schaduw
van een voertuig of bomen
■Camera's en sensoren
Camera's en sensoren worden gebruikt
om geparkeerde auto's te signaleren
waardoor het identificeren van parkeer-
vakken gemakkelijker wordt.
Camera voor
Camera's opzij
Camera achter
Sensoren
→Blz. 262
■Camerabeelden
Omdat er speciale camera's worden gebruikt,
wijken de kleuren in de weergegeven afbeel-
dingen mogelijk af van de werkelijke kleuren.
■Detectiebereik van de sensoren
●Detectiebereik van de sensoren bij gebruik
van de functie haaks inparkeren
Locatie beoogd parkeervak
●Detectiebereik van de sensoren bij gebruik
van de functie fileparkeren en wegrijden
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 316 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 319 of 578

317
5
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Locatie beoogd parkeervak
●Als er een auto geparkeerd staat achter
het beoogde parkeervak en de afstand tus-
sen deze auto en uw auto te groot wordt,
kan deze auto mogelijk niet meer worden
gesignaleerd. Afhankelijk van de vorm en
de staat van een geparkeerde auto, wordt
het detectiebereik mogelijk te kort of kan
de auto wellicht niet worden gesignaleerd.
●Andere objecten dan geparkeerde auto's,
zoals een pilaar of muur, worden mogelijk
niet gesignaleerd. En als ze wel worden
gesignaleerd, wordt het beoogde parkeer-
vak mogelijk niet goed ingesteld.
WAARSCHUWING
■Ervoor zorgen dat Advanced Park
goed werkt
→ Blz. 263
Raadpleeg daarnaast “Panoramic View
Monitor” of “Peripheral Monitoring-sys-
teem” in de handleiding voor het navigatie-
systeem.
■Als de sensoren niet goed werken
●In de volgende situaties werken de sen-
soren mogelijk niet goed, hetgeen kan
leiden tot een ongeval. Rijd voorzichtig
verder.
• Wanneer een sensor is bevroren. (Het ontdooien van de sensor zal het pro-
bleem oplossen.) Vooral bij lage buiten-
temperaturen kan het gebeuren dat er
ten gevolge van een bevroren sensor
een abnormaal beeld te zien is op het
display of dat geparkeerde auto's niet
worden gesignaleerd.
• Als de auto schuin staat onder een steile hoek
• Als het extreem warm of koud is
• Bij rijden op hobbelige wegen, hellin- gen, grindwegen of gras
• Als er door claxons, motorfietsmotoren, luchtremmen van vrachtwagens of sen-
soren van andere voertuigen ultrasoon-
golven worden geproduceerd in de
buurt van de auto
• Als het regent of als er water op een sensor is gespat
• Als het gebied rond de auto donker is of bij tegenlicht
• Als de auto is uitgerust met een spat- bordantenne of radioantenne
• Wanneer een sensor zich extreem dicht in de buurt van een geparkeerde auto
bevindt
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 317 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM
Page 320 of 578

318
Handleiding_Europa_M62060_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Selecteer op het multimedia-display
en selecteer vervolgens “Advanced
Park”.
■Snelheidsprofiel
De rijsnelheid waarmee het parkeren
wordt begeleid, kan worden ingesteld.
Deze instelling kan ni et worden gewijzigd tij-
dens het registreren van een parkeervak in
de geheugenfunctie.
■Detectiegebied voor obstakels
De afstand waarop obstakels worden
vermeden tijdens de parkeerbegelei-
ding kan worden ingesteld.
■Voorkeursparkeermethode
De voorkeursparkeerrichting die wordt
weergegeven bij een parkeervak waar-
bij haaks inparkeren en fileparkeren
mogelijk zijn, kan worden ingesteld.
■Aanpassen parkeerkoers
De koers die wordt aangehouden bij de
parkeerbegeleiding, kan naar binnen of
naar buiten worden aangepast.
Als de banden versleten zijn, kan de koers
van de auto afwijken van het midden van het
parkeervak.
■Instellen breedte weg
De breedte van het gebied waarbinnen
de auto zich beweegt tijdens de par-
keerbegeleiding kan worden ingesteld.
■Wissen geregistreerd parkeervak
In de geheugenfunctie geregistreerde
parkeervakinformatie kan worden
gewist.
WAARSCHUWING
• Als er zich een geparkeerde auto naast het beoogde parkeervak bevindt en het
weergegeven beoogde parkeervak zich
ver van het werkelijke beoogde parkeer-
vak bevindt, is een sensor mogelijk ver-
keerd uitgelijnd. Laat de auto nakijken
door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• Plaats geen accessoires binnen het detectiegebied van de sensoren.
●Advanced Park begeleidt de auto naar
een geschikte positie om de rijrichting te
veranderen, maar als u merkt dat de
auto op een bepaald moment de
ernaast geparkeerde auto te dicht
nadert, trap dan het rempedaal in en zet
de selectiehendel in een andere stand.
Als u dat doet, neemt het aantal keer
dat moet worden gedraaid echter moge-
lijk toe en wordt de auto mogelijk schuin
geparkeerd.
Wijzigen van de instellingen
MIRAI_OM_Europe_OM62060E.book Page 318 Thursday, July 15, 2021 1:59 PM