Page 49 of 364

47
Openen van de ruiten
Vergrendelen van de auto
Normale vergrendeling
F Druk op deze toets.Als een portier of de achterklep niet goed
is gesloten, kan de auto niet goed worden
vergrendeld. Als uw auto echter is uitgerust
met het alarmsysteem, wordt dit na ongeveer
45
seconden volledig ingeschakeld.
Als de auto per ongeluk wordt ontgrendeld en
de portieren en de achterklep gesloten blijven,
wordt de auto na ongeveer 30 seconden
automatisch weer vergrendeld. Als het
alarmsysteem ingeschakeld was, wordt dit
automatisch weer opnieuw ingeschakeld.
Het automatisch inklappen en uitklappen van
de buitenspiegels bij het vergrendelen en
ontgrendelen met de afstandsbediening kan
worden uitgeschakeld door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Supervergrendeling
F Druk binnen vijf seconden nogmaals op deze knop om de
super vergrendeling van de auto in te
schakelen. Als de supervergrendeling is ingeschakeld,
werken de binnenportiergrepen niet.
Ook de toets van de centrale vergrendeling, op
het dashboard, werkt dan niet meer.
Schakel daarom nooit de super vergrendeling in
als er zich iemand in de auto bevindt.
Sluiten van de ruiten en het schuifdak
Let erop dat niets het correcte sluiten van de
ruiten en het schuifdak in de weg staat.
Als u bij een uitvoering met alarmsysteem
de ruiten en/of het schuifdak bij het verlaten
van de auto op een kier wilt laten staan,
moet u
eerst de interieurbeveiliging van het
alarmsysteem uitschakelen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het alarmsysteem .
gedrukt, knipperen de richtingaanwijzers enkele
seconden om aan te geven dat:
-
d
e auto volledig of selectief is ontgrendeld bij
uitvoeringen zonder alarmsysteem,
-
h
et alarmsysteem is uitgeschakeld bij de andere
uitvoeringen.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels uitgeklapt.
Afhankelijk van de uitvoering kunnen
door de ontgrendelknop ingedrukt te
houden de ruiten worden geopend tot de
gewenste stand.
Het openen van de ruiten stopt zodra
u
de knop loslaat.
De eerste keer dat op de ontgrendelknop wordt
gedrukt, knipperen de richtingaanwijzers enkele
seconden om aan te geven dat:
-
d
e auto is vergrendeld bij uitvoeringen zonder
alarmsysteem,
-
h
et alarmsysteem is ingeschakeld bij de andere
uitvoeringen.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels ingeklapt. Bij uitvoeringen zonder alarmsysteem geeft het
gedurende enkele seconden branden van de
richtingaanwijzers tijdens het de tweede keer
indrukken van de vergrendelknop aan dat de
supervergrendeling is ingeschakeld. Als u
de voorportiergreep of de
vergrendelknop op de achterklep
ingedrukt houdt, worden de ruiten
en, afhankelijk van de uitvoering, het
schuifdak gesloten tot u de knop loslaat.
Hierbij wordt ook het zonnescherm van
het schuifdak gesloten.
2
Toegang tot de auto
Page 50 of 364

48
Lokaliseren van de auto
Met deze functie kunt u uw auto op afstand
l okaliseren, wat vooral praktisch is bij weinig licht.
Uw auto moet zijn vergrendeld.
Instapverlichting
F Druk op deze toets.
Gedurende ongeveer tien seconden gaan de
plafonniers en de verlichting in de buitenspiegels
branden en gaan de richtingaanwijzers knipperen.
Selectief ontgrendelen en
openen van de achterklep
Het selectief ontgrendelen en elektrisch openen
van de achterklep kan worden ingesteld in het
configuratiemenu van de auto.
Standaard is het selectief ontgrendelen van de
achterklep geactiveerd en de elektrische bediening
gedeactiveerd. F
H
oud deze knop ingedrukt om
de achterklep te ontgrendelen en
elektrisch te openen.
Als de selectieve ontgrendeling van de achterklep
is uitgeschakeld, wordt bij het indrukken van de
knop de auto volledig ontgrendeld.
Als de elektrische werking van de achterklep
is uitgeschakeld, wordt de achterklep bij het
indrukken van de knop op een kier gezet.
Om de auto te kunnen vergrendelen, moet u
de
achterklep weer sluiten.
De portieren en de brandstofvulklep blijven
vergrendeld.
Keyless entry and start
Systeem waarmee de auto ontgrendeld (geopend),
vergrendeld (gesloten) en gestart kan worden
zonder dat u
de elektronische sleutel tevoorschijn
hoeft te halen.
De elektronische sleutel kan ook worden
gebruikt als afstandsbediening.
Zie de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de werking van de
afstandsbediening .
Ontgrendelen van de auto
De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk
van de uitvoering.
F
D
ruk kort op deze toets van de
afstandsbediening.
Door de toets nogmaals in te drukken ter wijl
de verlichting nog brandt, wordt de verlichting
onmiddellijk uitgeschakeld. De parkeerlichten, het dimlicht, de
kentekenplaatverlichting en de instapverlichting in
de buitenspiegels gaan gedurende 30
seconden
branden.
Toegang tot de auto
Page 51 of 364

49
Volledige ontgrendeling
F Zorg dat de elektronische sleutel zich in de detectiezone A bevindt en breng uw hand achter
de portiergreep van één van de voorportieren of
druk op de schakelaar voor het openen van de
achterklep (middelste knop).
Als de elektrische bediening van de achterklep is
geactiveerd, gaat deze bovendien automatisch open.
Openen van de ruiten
Afhankelijk van de uitvoering kunnen de ruiten in de
gewenste positie worden gezet door de hand achter
de handgreep te houden of de schakelaar voor het
openen van de achterklep in te drukken.
Het gedurende enkele seconden knipperen van de
richtingaanwijzers geeft aan dat:
-
d
e auto is ontgrendeld (uitvoeringen zonder
alarmsysteem);
-
h
et alarmsysteem is uitgeschakeld (overige
uitvoeringen).
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels uitgeklapt.
Selectief ontgrendelen Selectief ontgrendelen van de
achterklep
F Druk op de schakelaar voor het openen van
de achterklep om uitsluitend de achterklep te
ontgrendelen.
De portieren blijven vergrendeld.
Als de selectieve ontgrendeling van de
achterklep is uitgeschakeld, worden bij het
indrukken van deze knop ook de portieren
ontgrendeld.
De selectieve ontgrendeling van
de achterklep kan worden in- of
uitgeschakeld via het menu Auto/Rijden
van het touchscreen. Als een van de portieren of de achterklep
geopend is of als een van de elektronische
sleutels van het Keyless entry and start-
systeem zich in de auto bevindt, werkt de
centrale vergrendeling niet.
Daarentegen wordt het alarmsysteem
(indien aanwezig) na ongeveer 45
seconden
ingeschakeld.
Als de auto is vergrendeld en per ongeluk
wordt ontgrendeld zonder dat binnen ongeveer
30 seconden een van de portieren of de
achterklep wordt geopend, wordt de auto
automatisch weer vergrendeld.
Het alarm (indien aanwezig) wordt automatisch
opnieuw ingeschakeld.
Het automatisch in- en uitklappen van de
buitenspiegels kan worden uitgeschakeld
door het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Verlaat om veiligheidsredenen (kinderen in
de auto) de auto nooit, zelfs niet voor een
korte tijd, zonder de elektronische sleutel van
het Keyless entry and start-systeem mee te
nemen.
Wees bedacht op diefstal van de auto als
de elektronische sleutel van het Keyless
entry and start-systeem zich binnen een
van de detectiezones bevindt ter wijl uw auto
ontgrendeld is.
Bestuurdersportier en brandstofvulklep
F
L
eg uw hand achter de portiergreep van het
bestuurdersportier.
F
W
anneer u
de volledige auto wilt ontgrendelen,
legt u
uw hand achter de portiergreep van het
voorpassagiersportier terwijl de elektronische
sleutel zich in de buurt van dit portier bevindt,
of drukt u
op de schakelaar voor het openen De selectieve ontgrendeling van het
bestuurdersportier kan worden uitgevoerd via het
configuratiemenu van de auto.
Tijdens het ontgrendelen van het bestuurdersportier
knipperen de richtingaanwijzers gedurende enkele
seconden om aan te geven dat:
-
d
e auto selectief is ontgrendeld (uitvoeringen
zonder alarmsysteem),
-
h
et alarmsysteem is uitgeschakeld (overige
uitvoeringen).
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels uitgeklapt. van de achterklep (in het midden) ter wijl de
elektronische sleutel zich in de buurt van de
achterzijde van de auto bevindt.
2
Toegang tot de auto
Page 52 of 364

50
Om de batterij in de elektronische sleutel en
de accu van de auto te sparen worden de
'handsfree' functies in een soort langdurige
stand-by gezet als deze 21 dagen niet zijn
gebruikt. Als u
de functies weer wilt activeren,
druk dan op één van de knoppen op de
afstandsbediening of start de auto met de
elektronische sleutel in de reader.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het starten met het
Keyless entr y and star t -systeem.
Vergrendelen van de auto
Normale vergrendeling
Sluiten van de ruiten en het schuif- /kanteldak
Als u
de voorportiergreep of de vergrendelknop op
de achterklep ingedrukt houdt, worden de ruiten en,
afhankelijk van de uitvoering, het schuifdak gesloten
tot u
de knop loslaat.
Hierbij wordt ook het zonnescherm van het schuifdak
gesloten.
Let erop dat niets het correcte sluiten van de
ruiten en het schuifdak in de weg staat.
Wees extra alert op kinderen, zodat deze zich
tijdens het bedienen van de ruit niet kunnen
bezeren.
De richtingaanwijzers gaan enkele seconden
branden om aan te geven dat:
-
d
e auto is vergrendeld bij uitvoeringen zonder
alarmsysteem,
-
h
et alarmsysteem is ingeschakeld bij de andere
uitvoeringen.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels automatisch ingeklapt. Laat omwille van de veiligheid en ter
voorkoming van diefstal de elektronische
sleutel nooit in de auto achter, ook niet
wanneer u
in de buurt bent.
Het is raadzaam de sleutel bij u te houden.
Vuil (vocht, stof, modder, zout…) op de
binnenzijde van de portiergreep kan de
detectie negatief beïnvloeden.
Als na het reinigen van de binnenzijde van
de portiergreep met een doek de detectie
niet verbetert, raadpleeg dan het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Plotseling contact met water (waterstraal,
hogedrukspuit…) kan door het systeem
worden beschouwd als een verzoek de auto te
ontgrendelen.
Supervergrendeling
Als de supervergrendeling is ingeschakeld,
werken de binnenportiergrepen niet.
Ook de toets van de centrale vergrendeling, op
het dashboard, werkt dan niet meer.
Schakel daarom nooit de super vergrendeling in
als er zich iemand in de auto bevindt.
F
D
ruk, als de elektronische sleutel zich in de
detectiezone A bevindt, met een vinger op de
portiergreep (bij de merktekens) van een van
de voorportieren of op de vergrendelknop op de
achterklep (rechts).
De auto kan niet worden vergrendeld als een van
de elektronische sleutels is achtergebleven in het
interieur van de auto.
Toegang tot de auto
Page 53 of 364
51
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels ingeklapt.
Het gedurende enkele seconden branden
van de richtingaanwijzers tijdens het de
tweede keer drukken op de portiergreep of de
vergrendelknop van de achterklep geeft aan dat de
supervergrendeling van de auto is ingeschakeld.
F
D
ruk, als de elektronische sleutel zich in de
detectiezone A bevindt, met een vinger op de
portiergreep (bij de merktekens) van een van
de voorportieren of op de vergrendelknop op de
achterklep (rechts).
F
D
ruk binnen vijf seconden nogmaals op de
portiergreep of op de vergrendelknop van de
achterklep om de supervergrendeling in te
schakelen.
Het gedurende enkele seconden branden van de
richtingaanwijzers tijdens het de eerste keer drukken
op de portiergreep of de vergrendelknop van de
achterklep geeft aan dat:
-
d
e auto is vergrendeld (uitvoeringen zonder
alarmsysteem),
-
h
et alarmsysteem is ingeschakeld (overige
uitvoeringen).
2
Toegang tot de auto
Page 54 of 364

52
Sleutels, afstandsbediening, elektronische
sleutel verloren
Ga met het kentekenbewijs van de auto, uw
legitimatiebewijs en indien mogelijk de sticker met
de sleutelcode naar het PEUGEOT-netwerk.
Het PEUGEOT-netwerk kan de speciale code van
de sleutel en de transponder opzoeken en een
nieuwe bestellen.Gooi de lege batterijen van de
afstandsbediening niet weg: ze bevatten
metalen die schadelijk zijn voor het milieu.
Lever lege batterijen in bij een speciaal
verzamelpunt.
Elektrische storingen
De elektronische sleutel van het Keyless entry
en start-systeem werkt in sommige gevallen
niet correct in de nabijheid van elektronische
apparatuur: telefoon, laptop, sterke magnetische
velden, enz.
Afstandsbediening
De radiografische afstandsbediening is een
systeem met een groot bereik. Het is raadzaam
om niet met de knop van de afstandsbediening
te spelen om te voorkomen dat de portieren per
ongeluk ontgrendeld worden.
Druk nooit op de knoppen van uw
afstandsbediening buiten het bereik en het zicht
van uw auto. De afstandsbediening kan dan
onbruikbaar worden en moet in dat geval opnieuw
worden gesynchroniseerd.
De afstandsbediening kan niet functioneren als de
sleutel in het contactslot zit, zelfs als het contact
uitstaat.
Vergrendelen van de auto
Het rijden met vergrendelde portieren kan bij
een noodgeval de toegang tot de auto voor de
hulpdiensten bemoeilijken.
Neem uit veiligheidsoverwegingen (kinderen in
de auto) de sleutel met afstandsbediening of de
elektronische sleutel mee als u
de auto verlaat, zelfs
al is dit voor korte duur. Diefstalbeveiliging
Breng geen wijzigingen aan in de elektronische
startblokkering; dit kan tot storingen leiden.
Vergeet bij uitvoeringen met contactslot niet om
de sleutel te ver wijderen en aan het stuur wiel te
draaien om het stuurslot te activeren.
Bij het aanschaffen van een gebruikte auto
Laat uw sleutels door het PEUGEOT-netwerk in
het elektronische geheugen van de auto opslaan,
zodat u
er zeker van kunt zijn dat de in uw bezit
zijnde sleutels de enige zijn waarmee de auto kan
worden gestart.
Noodprocedures
De auto volledig ontgrendelen/
vergrendelen met de sleutel
Volg deze procedures in de volgende gevallen:
- l ege batterij van de afstandsbediening;
-
s
toring van de afstandsbediening;
-
a
uto is in een gebied met sterke
elektromagnetische straling.
In het eerste geval moet u
de batterij van de
afstandsbediening vervangen.
Zie de desbetreffende rubriek.
In het tweede geval kunt u
het probleem mogelijk
verhelpen door de afstandsbediening te resetten.
Zie de desbetreffende rubriek.
Toegang tot de auto
Page 55 of 364

53
Ontgrendelen
Als het alarmsysteem is ingeschakeld, klinkt de
sirene bij het openen van het portier. De sirene
stopt als het contact wordt aangezet.
Normale vergrendeling
Als uw auto is uitgerust met het alarmsysteem,
wordt het alarm niet ingeschakeld bij het
vergrendelen met de sleutel.
Supervergrendeling
Zonder centrale vergrendeling
Volg deze procedures in de volgende gevallen:
- storing van de centrale vergrendeling;
-
a
ccu losgekoppeld of ontladen.
Bestuurdersportier
F Draai de sleutel in de richting van de achterzijde van de auto om deze te vergrendelen, of in
de richting van de voorzijde om de auto te
ontgrendelen.
F
S
teek de sleutel in het portierslot.
F
D
raai de sleutel in de richting van de voorzijde
van de auto.
Bij uitvoeringen zonder alarmsysteem knipperen
de richtingaanwijzers enkele seconden om aan te
geven dat de auto is ontgrendeld.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels uitgeklapt. F
S
teek de sleutel in het portierslot.
F
D
raai de sleutel in de richting van de achterzijde
van de auto.
Bij uitvoeringen zonder alarmsysteem knipperen
de richtingaanwijzers enkele seconden om aan te
geven dat de auto is vergrendeld.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels ingeklapt. Bij uitvoeringen zonder alarmsysteem gaan
bij de tweede handeling met de sleutel de
richtingaanwijzers enkele seconden branden om aan
te geven dat de supervergrendeling is ingeschakeld.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels ingeklapt.
F
S
teek de sleutel in het portierslot.
F
D
raai de sleutel in de richting van de achterzijde
van de auto om deze te vergrendelen.
F
D
raai binnen 5
seconden de sleutel nogmaals in
de richting van de achterzijde van de auto om de
supervergrendeling in te schakelen.
Overige portieren
Ontgrendelen van een portier
F T rek aan de binnenportiergreep van het portier.
2
Toegang tot de auto
Page 56 of 364

54
Vergrendelen
Vervangen van de batterij
Een melding op het display van het
instrumentenpaneel geeft aan dat u de batterij moet
vervangen. Uitvoering zonder Keyless entr y and star t
Batterijtype: CR1620/3
V.
Uitvoering met Keyless entr y and star t
Batterijtype: CR2032/3 V.F
P
laats een nieuwe batterij met de juiste polariteit
in de houder.
F
D
ruk het deksel vast.
Na het ver vangen van de batterij moet de
afstandsbediening worden gesynchroniseerd.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het synchroniseren van de
afstandsbediening.
Synchroniseren van de
afstandsbediening
F Open de portieren.
F C ontroleer of het kinderslot van de
achterportieren niet geactiveerd is.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek.
F
V
er wijder de zwarte dop op de zijkant van het
portier met behulp van de sleutel.
F
S
teek de sleutel zonder te forceren in het gat
en beweeg, zonder de sleutel te draaien, de pal
zijwaarts richting de binnenzijde van het portier.
F
V
er wijder de sleutel en breng de zwarte dop aan.
F
S
luit de portieren en controleer van buitenaf of
de auto goed is vergrendeld. Na het ver vangen van de batterij of in het geval
van een storing moet de afstandsbediening
gesynchroniseerd worden.
Uitvoering zonder Keyless entry and
start
F Wip het deksel met een kleine schroevendraaier
bij de uitsparing los.
F
V
erwijder het deksel.
F
V
er wijder de lege batterij uit de houder. F
Z et het contact af.
F
Z
et de sleutel in de stand 2
(Contact).
Toegang tot de auto