Page 345 of 364

9
CD-speler
Gebruik alleen ronde CD's.
Bepaalde systemen voor kopieerbeveiliging op de
originele CD of zelfgebrande CD's kunnen storingen
veroorzaken die niets te maken hebben met de
kwaliteit van de oorspronkelijke CD-speler.
Bij het invoeren van een CD start het afspelen
automatisch.Het systeem herkent geen externe CD-
spelers die op de USB-aansluiting worden
aangesloten. Als er al een CD in het apparaat zit die
u
wilt beluisteren, druk dan herhaaldelijk
op de toets SOURCE om de functie
" CD " te selecteren.
Druk op een van de toetsen voor het
selecteren van een nummer op de CD.
Druk op de toets LIJST voor een lijst van
de beschikbare nummers op de CD.
Houd een van de toetsen ingedrukt voor
snel vooruit/achteruit zoeken.
Een MP3-compilatie afspelen
Plaats een MP3 - CD in de CD-speler.
Het audiosysteem scant de CD tot alle nummers
zijn gevonden, hierdoor kan het enkele tot enkele
tientallen seconden duren voordat het afspelen
begint.
Op een enkele disc kan de CD-speler tot
255
MP3 -bestanden lezen, verspreid over
8
niveaus.
Het is echter raadzaam het aantal
afspeellijsten tot twee te beperken om een
lange laadtijd van de CD te voorkomen.
Bij het afspelen wordt geen rekening gehouden
met de mappenstructuur.
Alle bestanden worden op hetzelfde niveau
weergegeven.
Als er al een CD in het apparaat zit die
u
wilt beluisteren, druk dan herhaaldelijk
op de toets SOURCE om de functie
" CD " te selecteren.
Druk op een van de toetsen voor het
selecteren van een map op de CD.
Druk op een van de toetsen voor het
selecteren van een nummer op de CD. Druk op de toets LIJST
voor een lijst van
de beschikbare bestanden op de MP3 -
compilatie.
Houd een van de toetsen ingedrukt voor
snel vooruit/achteruit zoeken.
Bluetooth® streaming audio
Streaming audio biedt de mogelijkheid om
muziekbestanden op de telefoon via de audio-
installatie in de auto af te spelen.
Koppel de telefoon.
(Zie de rubriek " Koppelen van een telefoon ").
Activeer de bron Streaming door op de
toets SOURCE te drukken.
In sommige gevallen moet het afspelen
van audiobestanden via het toetspaneel
worden geactiveerd.
U kunt audiobestanden selecteren via de toetsen op
het bedieningspaneel van het audiosysteem en de
stuurwieltoetsen.
De informatie over de audiobestanden kan op het
scherm worden weergegeven, als de telefoon deze
functie ondersteunt. De weergavekwaliteit hangt af
van de kwaliteit van het signaal van de telefoon.
.
Bluetooth®-audiosysteem
Page 346 of 364

10
Apple®-speler aansluiten
Sluit de Apple®-speler met een geschikte kabel (niet
bijgeleverd) aan op de USB-aansluiting.
Het afspelen begint automatisch.
De bediening gebeurt via de audio-installatie in de
auto.
De beschikbare indeling is die van het aangesloten
apparaat (artiesten/albums/genres/afspeellijsten).
De softwareversie van het audiosysteem kan
incompatibel zijn met de softwareversie van uw
Apple
®-speler.
Informatie en tips
De CD-speler speelt audiobestanden af met de
extensie.mp3,.wma,.wav en.aac met een bitrate
tussen 32
kbps en 320 kbps.
De CD-speler is ook compatibel met de modus TAG
(ID3
tag, WMA TAG).
Andere typen audiobestanden (.mp4, enz.) kunnen
niet worden afgespeeld.
Bestanden met de extensie.wma moeten van het
type WMA 9
Standaard zijn.
De bemonsteringsfrequenties (sampling rates) zijn
11, 22, 44
en 48 kHz. Andere typen audiobestanden (.mp4, enz.) kunnen
niet worden afgespeeld.
Bestanden met de extensie.wma moeten van het
type WMA 9
Standaard zijn.
De bemonsteringsfrequenties (sampling rates) zijn
11, 22, 44 en 48 kHz.
Geadviseerd wordt om voor bestandsnamen
maximaal 20 karakters te gebruiken; vermijd daarbij
speciale tekens (bijv.: " ?; ù) om problemen met het
afspelen of de weergave te voorkomen.
Om een gebrande CDR of CDRW te kunnen
afspelen moet bij het branden bij voorkeur de
standaard ISO 9660 niveau 1, 2 of Joliet zijn
geselecteerd.
Als de disc met een andere standaard is gebrand,
kan deze mogelijk niet correct worden afgespeeld.
Gebruik bij één disc altijd dezelfde standaard voor
het branden en selecteer bij het branden altijd de
laagste snelheid (maximaal 4x) voor een optimale
geluidskwaliteit.
Gebruik bij een multisessie- CD altijd de standaard
Joliet.
Gebruik geen USB-verdeelstekker, om beschadiging
van het systeem te voorkomen.
Gebruik uitsluitend USB-sticks die
geformatteerd zijn naar FAT32
(File Allocation
Table).
Via de USB-aansluiting speelt het systeem
audiobestanden af met de extensie ".mp3,.wma,.
wav,.cbr,.vbr" met een bitrate van 32
tot 320 Kbps. Gebruik voor een correcte werking de originele
USB-kabels van Apple
®.
Telefoon
Koppelen van een Bluetooth®-
telefoon
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder
handelingen die de volle aandacht vragen,
zoals het koppelen van een Bluetooth-telefoon
aan het Bluetooth-handsfree systeem van
het audiosysteem, uitsluitend uitvoeren bij
stilstaande auto en ingeschakeld contact.
Activeer de Bluetooth-functie van uw telefoon
en zorg er voor dat deze "zichtbaar is voor
iedereen" (configuratie van de telefoon).
Welke diensten beschikbaar zijn, is
afhankelijk van het netwerk, de simkaart en
de compatibiliteit van het gebruikte Bluetooth-
toestel.
Controleer de handleiding van uw telefoon en
de informatie van uw provider om te kijken tot
welke diensten u
toegang hebt.
Bluetooth®-audiosysteem
Page 347 of 364

11
Procedure via de telefoon
Selecteer de naam van het systeem in
de lijst van gedetecteerde apparaten.
Procedure via het systeem
Druk op de toets MENU.
Selecteer " Verbindingen ".
Bevestig met OK.
Selecteer " Extern apparaat zoeken via
Bluetooth ".
Bevestig met OK.
Een venster opent met de melding "Bezig te zoeken".
Selecteer in de lijst van gedetecteerde
randapparatuur de te koppelen telefoon. U kunt
slechts één telefoon per keer koppelen.
Voltooien van de koppeling
Voltooien van het koppelen, ongeacht of dit
vanaf de telefoon of het systeem wordt gedaan:
controleer of de door het telefoon en het
systeem weergegeven code identiek zijn.
Mocht de koppeling niet gelukt zijn, dan kunt u
het
nogmaals proberen. Dit kan een onbeperkt aantal
keren.
Op het scherm verschijnt een melding dat de
koppeling is geslaagd.
Informatie en tips
Via het menu " Telefoon" hebt u onder andere
toegang tot de volgende functies: " Telefoonboek",
als uw telefoon geheel compatibel is,
" Oproepenlijst ", "Gekoppelde apparaten
bekijken ".
Afhankelijk van het type telefoon kan het nodig zijn
toestemming te geven voor de toegang van het
systeem tot de verschillende functies.
Raadpleeg de website van het merk voor meer
informatie (compatibiliteit, extra informatie,…).
Verbindingen beheren
De verbinding met de telefoon is automatisch
ook geschikt voor Bluetooth en streaming
audio.
De mogelijkheid van het systeem om maar één
profiel te koppelen, hangt af van de telefoon.
Het is mogelijk dat standaard beide profielen
worden verbonden.
Druk op de toets MENU .
Selecteer " Verbindingen ".
Bevestig met OK.
Selecteer " Beheer Bluetooth-
verbindingen " en bevestig uw keuze.
De lijst van de gekoppelde telefoons
wordt weergegeven.
Bevestig met OK.
Geeft aan dat een apparaat is
verbonden.
Een cijfer geeft aan dat het profiel met het
systeem is verbonden:
-
1
voor media of 1 voor telefoon.
-
2
voor media en telefoon.
.
Bluetooth®-audiosysteem
Page 348 of 364

12
Geeft aan dat er een geschikte
verbinding voor streaming audio is.
Geeft aan dat het profiel handsfree
telefoon actief is.
Selecteer een telefoon.
Bevestig met OK.
Vervolgens selecteert en bevestigt u:
- "Aansluiten telefoon "/ "Telefoon
afsluiten ":
om alleen de telefoon of de
handsfree set te verbinden/de
verbinding ervan te verbreken.
-
"Aansluiten
mediaspeler "/ "Mediaspeler
afsluiten ":
om alleen de streaming-verbinding
te realiseren/te verbreken.
-
"Aansluiten telefoon en
mediaspeler "/ "Telefoon +
mediaspeler afsluiten ":
om de telefoon (handsfree set
en streaming) te verbinden/de
verbinding ervan te verbreken.
-
"Verbinding verwijderen ": om de
koppeling ongedaan te maken. Als u
in het systeem een koppeling hebt
ongedaan gemaakt, vergeet dan niet deze
koppeling ook in uw telefoon ongedaan te
maken.
Bevestig met OK.
Een gesprek aannemen
Als u gebeld wordt, klinkt een beltoon en verschijnt
e en pop-upvenster op het scherm.
Selecteer met de toetsen het tabblad
"JA " op het scherm.
Bevestig met OK.
Druk op deze stuur wieltoets om het
gesprek aan te nemen.
Bellen
Via het menu " Telefoon".
Selecteer " Bellen".
Selecteer " Nummer kiezen ".
Of
Selecteer " Telefoonboek ". Of
Selecteer "
Logboek".
Bevestig met OK.
Houd deze toets langer dan twee
seconden ingedrukt om het telefoonboek
te openen. Ver volgens kunt u met
de draaiknop door het telefoonboek
scrollen.
Een gesprek beëindigen
Via het menu " Telefoon".
Selecteer " Ophangen ".
Bevestig met OK
om het gesprek te beëindigen.
Druk tijdens een telefoongesprek langer
dan twee seconden op een van deze
toetsen.
Afhankelijk van de compatibiliteit van de
telefoon heeft het systeem toegang tot het
telefoonboek van de telefoon gedurende de tijd
dat de Bluetooth-verbinding actief is.
Bluetooth®-audiosysteem
Page 349 of 364

13
Vanaf bepaalde typen gekoppelde Bluetooth-
telefoons kunt u contacten vanuit de
telefoon opslaan in het geheugen van het
audiosysteem.
De op deze manier geïmporteerde contacten
worden opgeslagen in een telefoonboek dat,
ongeacht welke telefoon is gekoppeld, vrij
toegankelijk is.
Het menu van het telefoonboek is niet
beschikbaar als het telefoonboek leeg is.
Gesprekken beheren
Druk tijdens het gesprek op OK om het
contextmenu te openen.
Gesprek beëindigen
Selecteer in het contextmenu " G e sp r.
beëindigen " om het gesprek te
beëindigen.
Bevestig met OK.
Microfoon uitgeschakeld
(de gesprekspartner kan niet meeluisteren) In het contextmenu:
-
s
electeer "
Micro OFF " om de
microfoon uit te schakelen.
-
d
eselecteer "
Micro OFF" om de
microfoon in te schakelen.
Bevestig met OK.
Doorschakelfunctie
In het contextmenu:
- s electeer " Modus telefoon " om
het gesprek via de telefoon voort te
zetten (bijv. om tijdens het uitstappen
het gesprek te kunnen voortzetten).
-
d
eselecteer " Modus telefoon "
om het gesprek in de auto voort te
zetten.
Bevestig met OK.
Als het contact is uitgeschakeld wordt de Bluetooth-
verbinding automatisch weer tot stand gebracht
als u
in de auto stapt en wordt het geluid weer
weergegeven via het systeem (afhankelijk van de
specificaties van de telefoon).
In sommige gevallen moet u
de doorschakelfunctie
via de telefoon activeren.
Spraakserver
Selecteer in het contextmenu " Toon
DTMF " en bevestig uw keuze om het
digitale toetsenbord te kunnen gebruiken
om door het menu van de interactieve
spraakserver te surfen.
Bevestig met OK.
Wisselgesprek
Selecteer " Verwisselen " in het
contextmenu en bevestig uw keuze om
een in de wacht gezet gesprek voort te
zetten.
Bevestig met OK.
Contactenlijst
Houd SOURCE of SRC ingedrukt om de
contactenlijst te openen.
Selecteer " Telefoonboek " voor een
overzicht van alle contacten.
Bevestig met OK.
.
Bluetooth®-audiosysteem
Page 350 of 364

14
Druk op MENU als u gegevens
van contacten in het systeem wilt
veranderen, selecteer dan " Telefoon"
en bevestig uw keuze.
Selecteer " Beheer index " en bevestig
uw keuze.
U kunt kiezen uit:
-
"Een bestand raadplegen ",
-
"Een bestand verwijderen ",
-
"Alle bestanden verwijderen ".
Afhankelijk van de compatibiliteit van
de telefoon heeft het systeem toegang
tot het telefoonboek van de telefoon
gedurende de tijd dat de Bluetooth-
verbinding actief is.
Vanaf bepaalde typen gekoppelde
Bluetooth-telefoons kunt u
contacten
vanuit de telefoon opslaan in het
geheugen van het audiosysteem.
De op deze manier geïmporteerde
contacten worden opgeslagen in een
telefoonboek dat, ongeacht welke
telefoon is gekoppeld, vrij toegankelijk
is.
Het menu van het telefoonboek is niet
beschikbaar als het telefoonboek leeg is.
Spraakherkenning
Dankzij deze functie kunt u de spraakherkenning van
u w smartphone via het systeem gebruiken. Starten van de spraakherkenning (afhankelijk van
het type stuurkolomschakelaars):
Houd het uiteinde van de lichtschakelaar enige tijd
ingedrukt.
OF
Druk op deze toets.
Voor de spraakherkenning is een compatibele
smartphone nodig die via Bluetooth met de
auto is verbonden.
Veelgestelde vragen
Hieronder vindt u de antwoorden op de meest
ge stelde vragen over uw audiosysteem.
Bluetooth®-audiosysteem
Page 351 of 364

15
VR A AGANTWOORDOPLOSSING
Na het afzetten van de motor wordt de radio na
enkele minuten automatisch uitgeschakeld. Als de motor is afgezet, blijft de radio nog werken
zolang de laadtoestand van de accu dat toestaat.
Het automatisch uitschakelen duidt erop dat de
eco-modus van de autoradio is geactiveerd om te
voorkomen dat de accu van de auto ontladen raakt.Schakel het contact in om de laadstroom van de
accu te verhogen.
De melding "het audiosysteem is over verhit"
verschijnt op het display. Om het audiosysteem te beschermen tegen een te
hoge omgevingstemperatuur, activeert de autoradio
automatisch een thermische beveiliging die het
geluidsvolume verlaagt of de CD-speler uitschakelt.Schakel het audiosysteem enkele minuten uit om het
systeem te laten afkoelen.
Radio
VR A AG
ANTWOORDOPLOSSING
Er is een verschil in geluidskwaliteit tussen de
verschillende geluidsbronnen (radio, CD…). Om een optimale luisterkwaliteit mogelijk te maken,
kunnen de audio-instellingen (Volume, Bass, hoge
tonen, Geluidseffect, Loudness) worden aangepast
aan verschillende geluidsbronnen, die hoorbare
verschillen kunnen genereren bij het veranderen van
de bron (radio, CD-speler…).Controleer of de audio-instellingen (Volume,
Bass, hoge tonen, Geluidseffect en Loudness) zijn
afgestemd op de verschillende geluidsbronnen. Het
is raadzaam de audiofuncties (Bass, hoge tonen,
Balans V-A, Balans L-R) in de middelste stand te
zetten, de geluidssfeer "Geen" te selecteren en de
functie Loudness in de stand "Actief " te zetten bij
gebruik van de CD-speler en in de stand "Inactief "
bij gebruik van de radio.
.
Bluetooth®-audiosysteem
Page 352 of 364

16
De voorkeuzezenders kunnen niet worden
ontvangen (geen geluid, 87,5 MHz wordt
weergegeven…). Het verkeerde golfbereik is geselecteerd.
Druk op de toets BAND om terug te keren naar
het golfbereik (FM, FM2, DAB, AM) waarin de
voorkeuzezenders zijn opgeslagen.
De functie TA (verkeersinformatie) wordt getoond. Ik
ontvang geen verkeersinformatie. De geselecteerde radiozender maakt geen deel
uit van het regionale netwerk van zenders die
verkeersinformatie uitzenden.Stem af op een zender die wel verkeersinformatie
uitzendt.
De ontvangstkwaliteit van de gekozen radiozender
neemt geleidelijk af of de opgeslagen zenders
werken niet (geen geluid, 87,5
MHz wordt
weergegeven…). De auto is te ver ver wijderd van de zender van
het station of er is geen zender aanwezig in het
geografische gebied.
Activeer de functie RDS om het systeem te laten
controleren of er een sterkere zender in het gebied
aanwezig is.
Er kunnen storingen in de ontvangst optreden door
obstakels in de omgeving (bergen, gebouwen,
tunnels, parkeergarages, enz.), ook als de RDS-
functie is ingeschakeld. Dit is een normaal verschijnsel en duidt niet op een
storing in het audiosysteem.
De antenne is niet aanwezig of beschadigd
(bijvoorbeeld in een wasstraat of parkeergarage). Laat de antenne controleren door een merkdealer.
Het geluid van de radio valt 1
tot 2 seconden weg. Het RDS zoekt tijdens deze korte onderbreking van het geluid naar een andere frequentie voor een
betere ontvangst van de radiozender. Schakel de RDS-functie uit als dit verschijnsel zich
te vaak en steeds op hetzelfde traject voordoet.
Bluetooth®-audiosysteem