Page 89 of 364

87
De airconditioning werkt niet als de aanjager is
uitgeschakeld.
Om het interieur sneller te verkoelen kunt
u korte tijd de recirculatiestand inschakelen.
Uitschakelen
F Druk nogmaals op deze toets. Het lampje gaat uit.
Het uitschakelen van de airconditioning kan
negatieve effecten hebben (vocht, beslaan van de
r ui te n).
Semi-automatische
airconditioning met centrale
regeling
Druk op de toets van het menu
Airconditioning om de pagina met de
bedieningstoetsen van het systeem weer
te geven. De airconditioning werkt uitsluitend bij draaiende
motor.
De temperatuur van de lucht die uit de
ventilatieroosters en -openingen stroomt, wordt door
het systeem geregeld afhankelijk van de temperatuur
in het interieur en de ingestelde waarden voor de
temperatuur.1.
Automatisch programma "Zicht".
2. Recirculatie van de interieurlucht.
3. Regeling van de luchtopbrengst.
4. Regeling van de temperatuur.
5. Regeling van de luchtverdeling
6. Uitschakelen van het systeem.
7. In-/uitschakelen van de airconditioning.
8. Maximale stand van de airconditioning
Temperatuurregeling
F Druk op een van deze toetsen om
de waarde te verlagen (blauw) of te
verhogen (rood). De weergegeven waarde heeft betrekking op een
bepaald comfortniveau en niet op een exacte
temperatuur.
Regeling luchtopbrengst
Druk op een van deze toetsen om de
aanjagersnelheid te verhogen (+) of te
verlagen (-).
Het symbool van de luchtopbrengst (ventilator) wordt
geleidelijk opgevuld, afhankelijk van de gewenste
aanjagersnelheid.
Door de aanjagersnelheid in de laagst mogelijke
stand te zetten wordt de aanjager volledig
uitgeschakeld.
Rijd niet te lang met uitgeschakelde aanjager –
Kans op beslaan van de ruiten en vermindering
van de luchtkwaliteit!
Regeling luchtverdeling
Met deze toetsen regelt u de verdeling van de
l uchtstroom naar het interieur.
Voorruit en zijruiten.
Centrale ventilatieroosters en
zijventilatieroosters.
3
Ergonomie en comfort
Page 90 of 364

88
Airconditioning AAN/UIT
De airconditioning werkt doeltreffend in elk
jaargetijde, mits de ruiten zijn gesloten.
Het systeem stelt u in staat:
-
d
e temperatuur in het interieur 's zomers te
verlagen,
-
i
n de winter bij temperaturen boven 3°C
beslagen ruiten snel te ontwasemen.
Inschakelen
F Druk op deze toets. Het lampje gaat branden. De airconditioning werkt niet als de regeling
voor de luchtopbrengst is uitgeschakeld.
Om het interieur sneller te verkoelen kunt
u
korte tijd de recirculatiestand inschakelen.
Schakel daarna de toevoer van buitenlucht
weer in.
Uitschakelen
F Druk nogmaals op deze toets. Het lampje gaat uit.
Het uitschakelen van de airconditioning kan
negatieve effecten hebben (vocht, beslaan van de
r ui te n).
Maximale stand van de
airconditioning
In deze stand wordt de lucht in het interieur sneller
gekoeld.
Het systeem stelt automatisch de temperatuur in op
het laagste comfortniveau, verdeelt de lucht over de
middelste ventilatieroosters en zijventilatieroosters
en schakelt de maximale aanjagersnelheid en de
recirculatie van de interieurlucht in.
F
D
ruk op deze toets om de functie
in te schakelen; het lampje van de
toets gaat branden.
Automatisch programma
"Zicht "
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het ontdooien/ontwasemen van de
voorruit .
Uitschakelen van het systeem
F Druk op deze toets. Het lampje
van de toets gaat branden en alle
andere lampjes van het systeem
gaan uit.
Rijd niet te lang met een uitgeschakelde
airconditioning – Kans op beslaan van de
ruiten en vermindering van de luchtkwaliteit!
Door op een willekeurige toets te drukken
wordt het systeem weer ingeschakeld waarbij
de instellingen van vóór het uitschakelen weer
worden gebruikt.
Voetenruimte.
De luchtstroom kan met meerdere toetsen worden
aangepast: als het lampje brandt, stroomt er lucht in
de aangegeven richting; als het lampje uit is, stroomt
er geen lucht in de aangegeven richting.
Voor een gelijkmatige verdeling van de lucht over
het interieur kunnen de drie toetsen gelijktijdig zijn
geactiveerd.
F
D
ruk nogmaals op deze toets om de functie uit
te schakelen en de vorige instellingen weer te
gebruiken; het lampje van de toets gaat uit. Hiermee worden alle functies van de airconditioning
uitgeschakeld.
Het thermische comfort wordt niet meer geregeld.
Er blijft door de rijwind echter nog wel een kleine
luchtstroom gehandhaafd.
Ergonomie en comfort
Page 91 of 364

89
Automatische airconditioning
met gescheiden regeling
Druk op de toets van het menu
Airconditioning om de pagina met de
bedieningstoetsen van het systeem weer
te geven. 1.
Automatisch programma "Zicht".
2. Recirculatie van de interieurlucht.
3. Temperatuurregeling linkerzijde.
4. Temperatuurregeling rechterzijde.
5. Regeling luchtverdeling.
6. Regeling luchtopbrengst.
7. Uitschakelen van het systeem.
8. In-/uitschakelen van de airconditioning.
9. Automatisch programma "Comfort" Aan/Uit.
10. Maximale stand van de airconditioning.
11. Toegang tot de secundaire pagina.
12 . Selectie van de instellingen voor het
automatische comfortprogramma (Soft/
Normal/Fast).
13. Functie "AQS (Air Quality System)" (met
vervuilingssensor).
14 . Centrale regeling/gescheiden regeling.
15. Functie "REAR" (afhankelijk van de
uitvoering).
Het airconditioningssysteem werkt bij draaiende
motor, maar de aanjager en bedieningsfuncties
werken ook bij ingeschakeld contact.
Het inschakelen van de airconditioning, de
temperatuur, de luchtopbrengst en de luchtverdeling
in het interieur worden automatisch geregeld.
Temperatuurregeling Automatisch
comfortprogramma
F Druk op deze toets om het
automatische programma van
de airconditioning in of uit te
schakelen.
De bestuurder en voorpassagier kunnen de
temperatuur afzonderlijk en naar eigen wens
instellen. De weergegeven waarde heeft betrekking op een
bepaald comfortniveau en niet op een exacte
temperatuur.
F
D
ruk op een van deze toetsen om
de waarde te verhogen.
F
D
ruk op een van deze toetsen om
de waarde te verlagen.
Het is raadzaam het verschil tussen de instellingen
links en rechts niet meer dan 3°C te laten bedragen.
Als het lampje van de toets brandt, werkt het
airconditioningssysteem automatisch: afhankelijk
van het comfortniveau dat u
hebt geselecteerd,
zorgt het systeem voor een optimale temperatuur,
luchtopbrengst en luchtverdeling in het interieur.
De intensiteit van het automatische
comfortprogramma kan worden ingesteld door op
de secundaire pagina een van de instellingen te
selecteren. Deze pagina kan worden geopend via de
toets " OPTIES ".
3
Ergonomie en comfort
Page 92 of 364