Page 65 of 364

63
De functie schakelt automatisch uit bij zware
regenval of bij opgehoopte sneeuw.
Als de functie niet werkt, controleer dan of de
elektronische sleutel niet gestoord wordt door een
elektromagnetische storingsbron (smartphone enz.).
De functie werkt wellicht niet correct bij een
prothesebeen.
De functie werkt wellicht niet correct als uw auto
voorzien is van een trekhaak.-
e
r onderhoud aan uw auto wordt uitgevoerd,
-
u h
et reser vewiel gebruikt (afhankelijk van de
uitvoering).
Om dergelijke problemen te voorkomen, houdt u de
elektronische sleutel uit de buurt van de sensorzone
of schakelt u de "Handsfree toegang"-functie uit.
Adviezen met betrekking tot de
functie
"Handsfree toegang "
Wanneer de achterklep met verschillende
schopbewegingen niet kan worden bediend, wacht
u
enkele seconden voordat u het opnieuw probeert.
Onder bepaalde omstandigheden kan de achterklep
vanzelf openen of sluiten, met name wanneer:
-
u e
en aanhanger aan- of loskoppelt,
-
u
een fietsendrager monteert of verwijdert,
-
u f
ietsen op de fietsendrager plaatst of
verwijdert,
-
u i
ets achter de auto plaatst of optilt,
-
e
en dier de achterbumper nadert,
-
u u
w auto wast,
Elektrisch bedienbare ruiten
Handbediende werking
Duw of trek de schakelaar tot het zware punt om
de ruit te openen of sluiten. De ruit stopt zodra de
schakelaar wordt losgelaten.
Automatische werking
Duw of trek de schakelaar voorbij het zware punt om
de ruit te openen of te sluiten. Als u de schakelaar
hebt losgelaten, opent of sluit de ruit volledig. Druk
opnieuw op de schakelaar om het openen of sluiten
te stoppen.
De elektrisch bedienbare ruiten kunnen nog
45
seconden nadat het contact is uitgezet,
worden bediend.
Na die tijd kunnen de ruiten niet meer worden
bediend. Zet het contact aan om de ruiten weer
te kunnen bedienen.
Antiklemvoorziening
Als de ruit sluit en tegen een obstakel stuit, stopt de
ruit en gaat deze direct gedeeltelijk weer open.
Als de ruit niet wil sluiten, druk dan op de schakelaar
om de ruit helemaal te openen en trek ver volgens de
schakelaar omhoog tot de ruit volledig is gesloten.
Houd de schakelaar na het sluiten nog ongeveer
1
seconde vast.
1.
Linksvoor.
2. Rechtsvoor.
3. Rechtsachter.
4. Linksachter.
5. De schakelaars van de elektrisch bedienbare
ruiten achter deactiveren.
2
Toegang tot de auto
Page 66 of 364

64
Blokkering van de
ruitbediening achter
Tijdens deze handelingen is de antiklemvoorziening
uitgeschakeld.
Ter bevestiging gaat het rode lampje in de knop
branden en wordt er een melding weergegeven.
Het lampje blijft branden zolang de blokkering is
ingeschakeld.
Het blijft mogelijk om de achterportierruiten via
het bedieningspaneel op het bestuurdersportier te
bedienen.
Resetten van de ruitbediening
Als de accu losgekoppeld is geweest, moet de
ruitbediening gereset worden.
Tijdens deze handelingen is de antiklemvoorziening
uitgeschakeld.Wanneer tijdens het bedienen van de ruit iets
tussen de ruit en de sponning bekneld raakt,
moet de ruit weer worden geopend. Druk
daarvoor op de desbetreffende schakelaar.
Wanneer de bestuurder de ruit aan
passagierszijde bedient, moet hij/zij er van
verzekerd zijn dat niets het correcte sluiten van
de ruit hindert.
De bestuurder moet er van verzekerd zijn dat
de passagiers op de juiste manier gebruik
maken van de elektrische ruitbediening.
Wees extra alert op kinderen, zodat deze zich
tijdens het bedienen van de ruit niet kunnen
bezeren.
Let op inzittenden en/of personen in de buurt
van de auto tijdens het sluiten van de ruiten
met de elektronische sleutel of het 'Keyless
entry and start'-systeem.
Druk, voor de veiligheid van uw kinderen, op de
schakelaar 5 om de ruitbediening achter, ongeacht
de stand van de ruiten, te blokkeren. Voer de volgende procedure voor elke ruit uit:
-
l
aat de ruit volledig zakken en weer volledig
omhoog gaan. De ruit zal telkens een paar
centimeters hoger komen. Herhaal deze
procedure totdat de ruit volledig gesloten is;
-
h
oud de schakelaar na het sluiten nog minimaal
1 seconde vast zodra de ruit volledig is gesloten.
Panoramisch schuif-/
kanteldak
Het schuif-/kanteldak en het zonnescherm kunnen
met de schakelaars op de dakconsole worden
geopend en gesloten.
Controleer of de op de allesdragers
gemonteerde accessoires of ver voerde lading
de beweging van het dak niet kunnen hinderen.
Leg geen zware voor werpen op het vaste en
beweegbare deel van het schuif-/kanteldak.
Werkingsprincipes
Om het schuif-/kanteldak volledig te openen, gaat
het mobiele deel van het glas eerst iets omhoog en
schuift ver volgens over het vaste deel.
Elke tussenstand is mogelijk. A. Schakelaar van het zonnescherm.
B. Schakelaar van het schuif-/kanteldak.
Toegang tot de auto
Page 67 of 364

65
De bedieningsknoppen van het schuif-/kanteldak en
zonnescherm kunnen worden gebruikt:
-
b
ij aangezet contact, als de acculading
voldoende is;
-
a
ls de motor draait;
-
i
n de STOP-modus van het Stop & Start-
systeem;
-
b
innen 45 seconden nadat het contact uit is
gezet;
-
t
ot 45 seconden na het vergrendelen van de
auto.
Voor het bedienen van de knoppen van het
schuif-/kanteldak en zonnescherm moet
u
controleren of geen voor werpen of personen
de beweging kunnen belemmeren.
Schuif-/kanteldak openen en
sluiten
Openen
Als het dak volledig gesloten of
gedeeltelijk opengekanteld is:
F
d
ruk om het dak volledig open te
kantelen kort op het achterste deel
van de schakelaar B , zonder het
weerstandspunt te passeren. F
H
oud het achterste deel van de schakelaar
B ingedrukt, zonder het weerstandspunt te
passeren: het dak gaat open en stopt als u de
schakelaar loslaat.
Als het schuif-/kanteldak door regen of het
wassen van de auto nat is geworden, wacht
dan tot het volledig droog is alvorens het dak
te bedienen.
Open het schuif-/kanteldak niet als het
met sneeuw of ijs is bedekt – Kans op
beschadiging!
Gebruik alleen kunststof schrapers om het
schuif-/kanteldak sneeuw- of ijsvrij te maken.
Steek tijdens het rijden niet uw hoofd of armen
uit het geopende dak – Kans op ernstig letsel!
Sluiten
Als het dak gedeeltelijk of volledig
geopend is:
F
d
ruk voorbij het weerstandspunt en
laat het voorste deel van schakelaar
B los om het schuifdak volledig te
sluiten.
Als u
nogmaals op deze schakelaar
drukt, wordt de beweging onderbroken.
F
H
oud het voorste deel van de schakelaar B
ingedrukt, zonder het weerstandspunt te
passeren: het dak sluit en stopt als u
de
schakelaar loslaat.
Laat de auto nooit achter met geopend schuif-/
kanteldak.
Als het dak verder is geopend dan de
opengekantelde stand:
F
d
ruk om het dak volledig te openen kort op het
achterste deel van de schakelaar B , zonder het
weerstandspunt te passeren.
Als het dak gedeeltelijk of volledig gesloten is:
F
d
ruk voorbij het weerstandspunt en laat het
achterste deel van schakelaar B los om het
schuifdak volledig te openen.
Als u
nogmaals op deze schakelaar drukt, wordt de
beweging onderbroken. Als het dak gedeeltelijk of volledig geopend is:
F
d
ruk om het dak te sluiten tot de volledig
opengekantelde stand kort op het voorste deel
van de schakelaar B , zonder het weerstandspunt
te passeren.
F
d
ruk om het dak volledig te sluiten nogmaals op
het voorste deel van de schakelaar B .
Als het dak gedeeltelijk of volledig is opengekanteld:
F
d
ruk om het dak volledig te sluiten kort op het
voorste deel van de schakelaar B , zonder het
weerstandspunt te passeren.
Bij het openen van het schuif-/kanteldak wordt
automatisch ook het zonnescherm geopend. Het is
echter mogelijk om het zonnescherm open te laten
als het schuif-/kanteldak wordt gesloten.
2
Toegang tot de auto
Page 68 of 364

66
Antiklemvoorziening
Als het dak tijdens het sluiten op een obstakel stuit,
wordt de beweging automatisch omgedraaid.
De antiklemvoorziening werkt doeltreffend tot een
snelheid van 120 km/h.
Resetten
Na het loskoppelen en weer aansluiten van de
accu, bij een storing van het schuif-/kanteldak of bij
het schokkerig bewegen er van, moet het schuif-/
kanteldak worden gereset:
F
d
ruk op het achterste deel van de schakelaar B
tot het schuif-/kanteldak volledig is geopend,
F
h
oud het achterste deel van de schakelaar B
gedurende ten minste 3
seconden ingedrukt.
Controleer geregeld de staat van de rubbers
van het schuif-/kanteldak (aanwezigheid van
vuil, dode bladeren, enz.).
Zorg er bij het wassen van de auto in een
wasstraat of met een hogedrukreiniger voor
dat het dak volledig is gesloten en houd de
spuitmond van de hogedrukreiniger altijd op
meer dan 30
cm van de rubbers.
Openen en sluiten van het
zonnescherm
Het sluiten van het zonnescherm is afhankelijk van
de stand van het schuif-/kanteldak: het scherm kan
slechts tot het voorste gedeelte van het beweegbare
deel van het dak worden gesloten.
Openen
F Druk op het achterste deel van de schakelaar A , tot voorbij het
weerstandspunt; het zonnescherm
wordt volledig geopend.
Als u
nogmaals op deze schakelaar
drukt, wordt de beweging onderbroken.
Sluiten
F Druk op het voorste deel van de schakelaar A , tot voorbij het
weerstandspunt; het zonnescherm
wordt volledig gesloten.
Als u
nogmaals op deze schakelaar
drukt, wordt de beweging onderbroken.
Antiklemvoorziening
Als het zonnescherm tijdens het sluiten op een
obstakel stuit, wordt de beweging automatisch
omgedraaid.
Resetten
Na het loskoppelen en weer aansluiten van de
accu, bij een storing van het zonnescherm of bij
het schokkerig bewegen er van, moet het scherm
worden gereset:
F
d
ruk op het achterste deel van de schakelaar A
tot het scherm volledig is geopend,
F
h
oud het achterste deel van de schakelaar A
gedurende ten minste 3
seconden ingedrukt.
Als tijdens het gelijktijdig sluiten van het
schuif-/kanteldak en het zonnescherm, het
zonnescherm het dak dreigt in te halen, houdt
het scherm op te bewegen tot het schuif-/
kanteldak volledig is gesloten.
F
H
oud het achterste deel van de schakelaar A
ingedrukt zonder het weerstandspunt te
passeren: het zonnescherm opent en stopt als
u
de schakelaar loslaat.
F
H
oud het voorste deel van de schakelaar
A ingedrukt zonder het weerstandspunt te
passeren; het zonnescherm sluit en stopt als
u
de schakelaar loslaat. Als u
bij het vergrendelen van de auto de
vergrendelknop ingedrukt houdt, worden de
ruiten en het schuif-/kanteldak gelijktijdig
gesloten. Ver volgens wordt ook het
zonnescherm gesloten. Het sluiten stopt als
u
de vergrendelknop loslaat.
Toegang tot de auto
Page 69 of 364
67
Laat, zelfs als u de auto slechts voor een korte
t ijd verlaat, de elektronische sleutel nooit in de
auto achter.
Als er iets klem komt te zitten tijdens de
bediening van het schuif-/kanteldak of het
zonnescherm, moet u
de beweging er van
omdraaien door op de desbetreffende
schakelaar te drukken.
De bestuurder moet zich er van vergewissen
dat de passagiers het schuif-/kanteldak en het
zonnescherm correct bedienen.
Let vooral op kinderen tijdens het bedienen van
het schuif-/kanteldak of het zonnescherm.
2
Toegang tot de auto
Page 70 of 364

68
Zitpositie
Een goede zitpositie tijdens het rijden verbetert uw
comfort en uw veiligheid.
Ook het zicht rondom en de bereikbaarheid van de
bedieningsfuncties zijn erbij gebaat.
Comfortabel zitten
Bepaalde in deze rubriek beschreven
afstelmogelijkheden van de stoelen zijn afhankelijk
van het uitrustingsniveau en het land van verkoop.
Bestuurdersstoel
Stel de stoel uit veiligheidsover wegingen
uitsluitend af als de auto staat geparkeerd.Zet als uw auto is uitgerust met elektrisch
verstelbare stoelen eerst het contact aan om
de stoelen te kunnen verstellen.
Passagiersstoel
Neem plaats op de stoel en zorg er voor dat uw
bekken, uw rug en uw schouders goed tegen de
rugleuning steunen.De stoelhoogte moet zodanig worden in gesteld dat
uw ogen naar het midden van de voorruit kijken.
De ruimte boven uw hoofd moet ten minste 10
cm
bedragen.
Zorg er bij het verstellen van de stoel in
lengterichting voor dat u de pedalen volledig kunt
intrappen zonder uw benen geheel te strekken.
De knieruimte dient ten minste 10 cm tot het
dashboard te bedragen om de bedieningselementen
daarop te kunnen bereiken.
Zet de rugleuning zo recht mogelijk; kantel deze
nooit verder dan 25°.
De juiste stand van de hoofdsteun is als de
bovenzijde van de hoofdsteun zich ter hoogte van de
bovenzijde van het hoofd bevindt.
Stel de lengte van de zitting af zodat uw bovenbenen
goed worden ondersteund.
Stel de lendensteun af op de vorm van uw
wervelkolom.
Stel het stuur zodanig af dat dit ten minste 25 cm
ver wijderd is van uw borstbeen en dat uw armen iets
gebogen zijn.
Het stuur mag het instrumentenpaneel niet aan het
zicht onttrekken. Neem plaats op de stoel en zorg er voor dat uw
bekken, uw rug en uw schouders goed tegen de
rugleuning steunen.
Zorg bij het verstellen van de stoel in lengterichting
voor een afstand van ten minste 25 cm tot het
dashboard.
De juiste stand van de hoofdsteun is als de
bovenzijde van de hoofdsteun zich ter hoogte van de
bovenzijde van het hoofd bevindt.
Ergonomie en comfort
Page 71 of 364

69
Voordat u gaat rijden
Stel de buitenspiegels en de binnenspiegel af om de
dode hoeken te minimaliseren.uw schouder en trek het heupgedeelte goed aan ter
hoogte van uw bekken.
Controleer of alle passagiers hun gordel goed
hebben omgedaan.
Zet als uw auto is uitgerust met elektrisch
verstelbare buitenspiegels eerst het contact
aan om de buitenspiegels te kunnen verstellen.
Tijdens het rijden
Doe uw veiligheidsgordel om: plaats het
schoudergedeelte van de gordel in het midden van Houd u
aan de voorgeschreven zitpositie en
houd het stuur wiel met beide handen vast op
'kwart over negen', zodat u op elk moment alle
bedieningsfuncties binnen handbereik hebt. Verstel de stoelen en het stuur wiel nooit tijdens
het rijden.
Houd uw voeten altijd op de vloer.
Vo or stoelen
Handmatig verstelbare stoelen
1.
Verstelling in lengterichting van de stoel
F B eweeg de stang omhoog en schuif de stoel
naar voren of naar achteren.
F
L
aat de stang los om de stoel in de betreffende
positie te vergrendelen.
3
Ergonomie en comfort
Page 72 of 364

70
2. De hoogte van de zitting verstellen
F B eweeg de hendel zo vaak omhoog of omlaag
tot de gewenste hoogte is bereikt.
3 . Hellingshoek rugleuning verstellen
F
D
raai de draaiknop naar voren of naar achteren
tot de gewenste hoek is bereikt.
of
F
T
rek bij een passagiersstoel die in de tafelstand
kan worden gezet aan de hendel en beweeg de
rugleuning naar voren of naar achteren.
4 . De hoogte van de hoofdsteun verstellen
Zie de desbetreffende rubriek.
5 . De lendensteun verstellen
(alleen aan bestuurderszijde)
F
D
raai de draaiknop naar voren of naar achteren
om de mate van steun voor de lendenen in te
stellen.
Zorg er bij het verstellen van de stoel naar
achteren voor dat het schuiven van de stoel
niet wordt verhinderd door personen of
voorwerpen.
Er is een risico op bekneld raken van de
achterpassagiers of op blokkeren van de stoel
als grote voor werpen op de vloer achter de
stoel zijn geplaatst.Stoelen met AGR-kwaliteitslabel
Aanvullende verstelmogelijkheden
1 . De lengte van de zitting verstellen
F T rek de handgreep naar voren om de zitting te
ontgrendelen en beweeg vervolgens het voorste
deel van de zitting naar voren of naar achteren.
2. Elektrische verstelling van de hoek van de zitting
F
H
oud het voorste of achterste gedeelte van de
schakelaar ingedrukt om het voorste deel van de
zitting omhoog of omlaag te bewegen.
3. Elektrische lendensteunverstelling
Met deze schakelaar kan de lendensteun zowel in
diepte als in hoogte worden ingesteld.
F
H
oud het voorste of het achterste gedeelte van
de schakelaar ingedrukt om de mate van steun
voor de lendenen te vergroten of te verkleinen.
F
H
oud het bovenste of onderste gedeelte van
de schakelaar ingedrukt om de lendensteun te
verhogen of te verlagen.
Voorpassagiersstoel als
tafeltje gebruiken
De rugleuning van de voorpassagiersstoel kan
volledig worden neergeklapt en in die stand worden
vergrendeld.
Als ook de rugleuning van de achterbank is
neergeklapt, is dit een praktische functie voor het
vervoer van lange en grote voorwerpen.
Eerste handelingen:
F
z
et de hoofdsteun omlaag;
F
k
lap het uitklaptafeltje in;
F
s
chuif de stoel volledig naar achteren zodat de
hoofdsteun langs het dashboard kan bewegen;
F
z
et de stoel in de laagste stand;
F
c
ontroleer of er niets in de weg zit bij
het neerklappen van de rugleuning
(veiligheidsgordel, kinderzitje, kleding, tassen…).
Het deactiveren van de passagiersairbag vóór
wordt hierbij aanbevolen.
Ergonomie en comfort