Page 585 of 648
5858-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE)
8
Bij problemen
Als de accu ontladen is
Als u de beschikking hebt over een set startkabels en een tweede
voertuig met een 12V-accu, kunt u uw auto starten met behulp van de
onderstaande hulpstartprocedure.
Open de motorkap. ( Blz. 440)
Sluit de startkabels als volgt aan:
Benzinemotor
Als de accu van de auto ontla den is, kan de motor met behulp
van de onderstaande procedures worden gestart.
U kunt ook contact opnemen met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
1
2
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE).book Page 58 5 Tuesday, March 3, 2015 4:14 PM
Page 586 of 648

5868-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE)
Dieselmotor
Sluit de positieve startkabel aan op de positieve accupool (+) van
uw auto.
Sluit de andere zijde van de positieve startkabel aan op de posi-
tieve accupool (+) van de tweede auto.
Sluit de negatieve startkabel aan op de negatieve accupool (-) van
de tweede auto.
Sluit de andere zijde van de negatieve startkabel aan op de auto
met de ontladen accu op een stevig , stilstaand, niet gelakt metalen
punt, zoals aangegeven in de afbeelding.
Start de motor van de tweede auto. Verhoog het motortoerental iets
en laat de motor gedurende ongeveer 5 minuten met het ver-
hoogde toerental draaien om de accu van uw auto op te laden.
Alleen auto's met Smart entry-systeem en startknop: Open en sluit
een van de portieren terwijl het contact UIT staat.
Houd het motortoerental van de tweede auto constant en start de
motor van uw auto door het contact AAN te zetten.
Verwijder de hulpstartkabels in exact de omgekeerde volgorde van
aansluiten zodra de motor van uw auto aangeslagen is.
Laat, nadat de motor van uw auto aangeslagen is, de auto zo snel
mogelijk nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
1
2
3
4
3
4
5
6
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE).book Page 58 6 Tuesday, March 3, 2015 4:14 PM
Page 587 of 648

5878-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE)
8
Bij problemen
■Starten van de motor als de accu leeg is (auto's met Multidrive CVT)
De auto kan niet worden aangeduwd.
■ Voorkomen van ontlading van de accu
●Zet de koplampen en het audiosysteem uit als de motor niet draait.
● Schakel niet-noodzakelijke elektrische verbruikers uit als er gedurende lan-
gere tijd met lage snelheden gereden wordt, bijvoorbeeld in een file, enz.
■ Laden van de accu
De accu zal geleidelijk aan ontladen, zelfs wanneer de auto niet in gebruik is.
Dit wordt veroorzaakt door natuurlijke ontlading en het effect van bepaalde
elektrische apparatuur. Als de auto langere tijd niet gebruikt wordt, kan de
accu ontladen en kan de auto mogelijk niet meer worden gestart. (De accu
laadt automatisch op tijdens het rijden.)
■ Als de accu verwijderd of ontladen is
●Zorg ervoor dat de sleutel zich niet in de auto bevindt als de accu wordt
opgeladen of vervangen. Wanneer het alarm wordt geactiveerd, kan de
sleutel in de auto worden ingesloten. ( Blz. 90)
●
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Wanneer de accu ontladen is, is
het in sommige gevallen niet mogelijk om de portieren te ontgrendelen met het
Smart entry-systeem met startknop. Gebruik de afstandsbediening of de
mechanische sleutel om de portieren te vergrendelen of te ontgrendelen.
●Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Mogelijk start de motor niet
bij de eerste poging nadat de accu weer is opgeladen, maar start hij wel nor-
maal bij de tweede poging. Dit duidt niet op een storing.
● Auto's met Smart entry-systeem en startknop: De stand van het contact
wordt door de auto opgeslagen. Wanneer de accu weer wordt aangesloten,
keert het systeem terug naar de stand die was geselecteerd voordat de
accu ontladen raakte. Zet vóór het losnemen van de accu het contact UIT.
Wees extra voorzichtig bij het aansluiten van de accu wanneer u niet zeker
weet in welke stand het contact stond voordat de accu ontladen raakte.
● Auto's met Stop & Start-systeem:
Na het opladen van de accu of het weer aansluiten van de accupolen, wordt
de motor gedurende ongeveer 5 - 40 minuten mogelijk niet automatisch
door het Stop & Start-systeem uitgeschakeld.
■ Wanneer de accu wordt vervangen
●Gebruik een accu van hetzelfde formaat als van de accu die wordt vervan-
gen en met een gelijkwaardige capaciteit van 20 uur (20HR) of meer.
• Als het formaat verschilt, kan de accu niet goed worden bevestigd.
• Als de capaciteit laag is, zelfs als de auto korte tijd niet gebruikt is, kan de
accu ontladen en kan de motor mogelijk niet meer worden gestart.
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE).book Page 58 7 Tuesday, March 3, 2015 4:14 PM
Page 588 of 648

5888-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE)●
Auto's met Stop & Start-systeem:
Gebruik een accu die geschikt is voor gebruik met het Stop & Start-systeem
of een gelijkwaardige accu. Wanneer een niet-ondersteunde accu wordt
gebruikt, wordt de werking van het Stop & Start-systeem mogelijk beperkt
om de accu te beschermen.
Ook nemen de prestaties van de accu mogelijk af en kan de motor mogelijk
niet worden herstart. Neem voor meer informatie contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
■Voorkomen van brand en explosie
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om te voorkomen dat het
licht ontvlambare gas dat uit de accu kan komen, per ongeluk tot ontbran-
ding komt.
● Zorg ervoor dat de startkabel aangesloten wordt op de juiste accupool en
niet per ongeluk in aanraking komt met een ander onderdeel dan de
bedoelde accupool.
● Laat de “+” en “-” klemmen van de startkabels niet in contact komen met
elkaar.
● Rook niet en gebruik geen lucifers, aanstekers en open vuur in de buurt
van de accu.
■ Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de accu
De accu bevat giftige en corrosieve elektrolyt en de onderdelen van de accu
bevatten lood en loodhoudende samenstellingen. Neem bij het omgaan met
de accu de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
● Draag bij het werken met de accu altijd een veiligheidsbril en zorg ervoor
dat de vloeistof uit de accu niet in contact komt met de huid, kleding of de
carrosserie van de auto.
● Leun niet over de accu heen.
● Was accuvloeistof, die op de huid of in de ogen terecht is gekomen, direc\
t
weg met water en raadpleeg een arts.
Bedek de plaats waar de accuvloeistof op terechtgekomen is met een
natte spons of doek totdat er medische hulp kan worden verkregen.
● Was altijd uw handen nadat u de accudrager, de accupolen en andere
accu-gerelateerde onderdelen hebt aangeraakt.
● Houd kinderen uit de buurt van de accu.
■ Voorkomen van schade aan de au to (auto's met handgeschakelde
transmissie)
Probeer de auto niet aan te duwen of aan te slepen omdat hierdoor de kata-
lysator te heet kan worden en er brand kan ontstaan.
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE).book Page 58 8 Tuesday, March 3, 2015 4:14 PM
Page 589 of 648
5898-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE)
8
Bij problemen
OPMERKING
■Omgaan met startkabels
Zorg er bij het aansluiten van de startkabels voor dat deze niet verstrikt
raken in de koelventilatoren of de ventilatorriem.
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE).book Page 58 9 Tuesday, March 3, 2015 4:14 PM
Page 590 of 648

5908-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE)
Als de motor over verhit raakt
Breng de auto op een veilige plaats tot stilstand, schakel de aircon-
ditioning uit en zet vervolgens de motor af.
Als er stoom te zien is:
Open, nadat de stoom is verdwenen, voorzichtig de motorkap.
Als er geen stoom te zien is:
Open voorzichtig de motorkap.
Controleer nadat de motor voldoende is afgekoeld de slangen en
het radiateurblok (radiateur) op sporen van lekkage.Radiateur
Koelventilator
Neem bij lekkage van een grote
hoeveelheid koelvloeistof on-
middellijk contact op met een er-
kende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Het koelvloeistofniveau is correct als het zich tussen de streepjes
FULL en LOW bevindt.
Het volgende kan erop duiden dat de auto oververhit raakt:
● De naald van de koelvloeistoftemperatuurmeter ( Blz. 104) komt
in het rode gebied of u merkt dat de motor minder vermogen
levert. (De auto accelereert bijvoorbeeld niet als het gaspedaal
wordt ingetrapt.)
● Er komt stoom onder de motorkap uit.
Correctieprocedures
1
2
3
1
2
4
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE).book Page 59 0 Tuesday, March 3, 2015 4:14 PM
Page 591 of 648

5918-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE)
8
Bij problemen
Reservoir
Streepje FULL
Streepje LOW
Vul indien nodig koelvloeistof
bij.
In noodgevallen mag ook water
gebruikt worden als u geen koel-
vloeistof bij de hand hebt.
Start de motor, schakel de airconditioning in en controleer of de
koelventilator van de ra diateur draait en of er geen koelvloeistof lekt
uit de radiateur of de slangen.
De koelventilator gaat draaien als de airconditioning wordt ingeschakeld
direct na een koude start. Controleer of de ventilator draait door ernaar te
luisteren en te voelen of er luchtstroom is. Schakel als u hier niet zeker van
bent de airconditioning nog een aantal keer in en uit.
(De ventilator werkt mogelijk niet bij temperaturen beneden het vriespunt.)
Als de koelventilator niet draait:
Zet de motor onmiddellijk uit en ne em contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als de koelventilator draait:
Laat de auto nakijken door de dichtstbijzijnde erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
1
2
3
5
6
7
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE).book Page 59 1 Tuesday, March 3, 2015 4:14 PM
Page 592 of 648

5928-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE)
WAARSCHUWING
■Een ongeval of letsel voorkomen b ij controles in de motorruimte van
uw auto
● Als er stoom onder de motorkap vandaan komt, open de motorkap dan
niet voordat de stoom is verdwenen. De motorruimte kan zeer heet zijn,
wat ernstig letsel als brandwonden kan veroorzaken.
● Houd uw handen en kleding (met name stropdassen, sjaals en dassen) uit
de buurt van de ventilator en aandrijfriemen. Anders kan dit ernstig letsel
tot gevolg hebben.
● Draai de dop van het koelvloeistofreservoir niet los als de motor en de
radiateur heet zijn.
De hete koelvloeistof en stoom die uit het onder druk staande systeem
naar buiten kunnen spuiten, kunnen ernstig letsel, zoals brandwonden,
veroorzaken.
OPMERKING
■Bijvullen van koelvloeistof
Wacht totdat de motor is afgekoeld alvorens koelvloeistof bij te vullen.
Vul het systeem langzaam met koelvloeistof. Het te snel bijvullen van koude
koelvloeistof bij een hete motor kan schade aan de motor veroorzaken.
■ Voorkomen van beschadigin gen aan het koelsysteem
Houd u aan de volgende voorzorgsmaatregelen:
● Zorg dat de koelvloeistof niet verontreinigd raakt (bijvoorbeeld met zand of
stof)
● Gebruik geen koelvloeistofadditief.
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE).book Page 59 2 Tuesday, March 3, 2015 4:14 PM