Page 185 of 648

185
4Rijden
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE)4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden met de auto ............ 186
Lading en bagage .............. 198
Rijden met een aanhangwagen ................ 200
4-2. Rijprocedures Contactslot (auto's zonder
Smart entry-systeem en
startknop) ........................ 209
Startknop (auto's met
Smart entry-systeem
en startknop) ................... 212
Multidrive CVT ................... 219
Handgeschakelde transmissie ...................... 225
Richtingaanwijzer-| schakelaar ....................... 228
Parkeerrem ........................ 229
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar.................. 232
Schakelaar mistlampen ..... 240
Ruitenwissers en -sproeiers......................... 242
Achterruitenwisser en -sproeier .......................... 246 4-4. Tanken
Openen van de tankdop ... 247
4-5. Toyota Safety Sense Toyota Safety Sense ......... 251
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) .............. 255
LDA (Lane Departure Alert) ................................ 263
Automatic High Beam-systeem ........ 269
RSA (Road Sign Assist)..... 275
4-6. Gebruik van de onder- steunende systemen
Cruise control..................... 280
Snelheidsbegrenzer ........... 283
Stop & Start-systeem ......... 286
Ondersteunende systemen ......................... 297
4-7. Rijtips Rijden in de winter ............. 303
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE).book Page 18 5 Tuesday, March 3, 2015 4:14 PM
Page 186 of 648

1864-1. Voordat u gaat rijden
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE)
Rijden met de auto
Blz. 209, 212
Multidrive CVT
Houd het rempedaal ingetrapt en zet de selectiehendel in stand D
of M. ( Blz. 219)
Deactiveer de parkeerrem. ( Blz. 229)
Laat het rempedaal ge leidelijk opkomen en trap langzaam het gas-
pedaal in om de auto in beweging te brengen.
Handgeschakelde transmissie
Houd het koppelingspedaal volledig ingetrapt en zet de selectie-
hendel in de 1e versnelling. ( Blz. 225)
Deactiveer de parkeerrem. ( Blz. 229)
Laat het koppelingspedaal geleidelijk opkom en. Trap tegelijkertijd
het gaspedaal langzaam in om de auto in beweging te brengen.
Multidrive CVT
Trap, terwijl de selectiehendel in stand D of M staat, het rempedaal in.
Activeer indien nodig de parkeerrem.
Zet de selectiehendel in stand P of N als de auto langdurig stil zal staan.
( Blz. 219)
Handgeschakelde transmissie
Trap het rempedaal in terwijl het koppelingspedaal geheel ingetrapt is.
Activeer indien nodig de parkeerrem.
Als de auto gedurende langere tijd stil zal staan, zet dan de selectiehendel
in stand N. ( Blz. 225)
Volg om veilig te kunnen rijden de onderstaande procedures.
Starten van de motor
Rijden
Tot stilstand brengen van de auto
1
2
3
1
2
3
1
2
1
2
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE).book Page 18 6 Tuesday, March 3, 2015 4:14 PM
Page 187 of 648
1874-1. Voordat u gaat rijden
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE)
Multidrive CVT
Trap, terwijl de selectiehendel in stand D of M staat, het rempedaal
in.
Zet de selectiehendel in stand P. (Blz. 219)
Activeer de parkeerrem. ( Blz. 229)
Zet het contact UIT om de motor uit te zetten.
Vergrendel de portieren nadat u ge controleerd hebt of u de sleutel
bij u hebt.
Plaats bij het parkeren op een helling indien nodig wielblokken.
Handgeschakelde transmissie
Trap met ingetrapt koppelingspedaal het rempedaal in.
Zet de selectiehendel in stand N. ( Blz. 225)
Zet de selectiehendel bij het parkeren op een helling indien nodig in stand
1 of R.
Activeer de parkeerrem. ( Blz. 229)
Zet het contact UIT om de motor uit te zetten.
Vergrendel de portieren nadat u ge controleerd hebt of u de sleutel
bij u hebt.
Plaats bij het parkeren op een helling indien nodig wielblokken.
Parkeren van de auto
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE).book Page 18 7 Tuesday, March 3, 2015 4:14 PM
Page 188 of 648

1884-1. Voordat u gaat rijden
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE)
Multidrive CVT
Activeer de parkeerrem en zet de selectiehendel in stand D of M.
Trap het gaspedaal geleidelijk in.
Deactiveer de parkeerrem.
Handgeschakelde transmissie
Activeer de parkeerrem, trap het koppelingspedaal volledig in en
zet de selectiehendel in de 1e versnelling.
Trap het gaspedaal een beetje in en laat tegelijkertijd het koppe-
lingspedaal geleidelijk opkomen.
De parkeerrem wordt automatisch gedeactiveerd. (Blz. 229)
■Als u wegrijdt op een helling omhoog
De Hill Start Assist Control is beschikbaar. ( Blz. 297)
■ Rijden in de regen
●Rijd voorzichtig als het regent, omdat het zicht dan minder is, de ruiten
beslagen kunnen zijn en de weg glad kan zijn.
● Rijd extra voorzichtig wanneer het begint te regenen, de weg kan dan
immers bijzonder glad zijn.
● Matig uw snelheid bij het rijden in de regen, tussen band en wegdek kan er
zich dan immers een waterfilm vormen die het sturen en remmen kan
bemoeilijken.
■ Motortoerental tijdens het rijden (auto's met Multidrive CVT)
In de volgende gevallen kan het motortoerental tijdens het rijden te hoog
oplopen. Dit is het gevolg van automatisch op- of terugschakelen, al naar
gelang de rijomstandigheden. Het duidt niet op plotseling accelereren.
●Het systeem signaleert dat de auto een helling op of af rijdt
● Als het gaspedaal wordt losgelaten
● Als het rempedaal is ingetrapt en de sportmodus is geselecteerd.
● Als de auto plotseling decelereert doordat het rempedaal wordt ingetrapt.
Wegrijden op een helling
1
2
3
1
2
3
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE).book Page 18 8 Tuesday, March 3, 2015 4:14 PM
Page 189 of 648

1894-1. Voordat u gaat rijden
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE)■
Inrijden van uw nieuwe Toyota
Voor een maximale levensduur van de auto adviseren wij rekening te houden
met onderstaande aanwijzingen:
●De eerste 300 km:
Voorkom plotseling sterk afremmen.
● De eerste 800 km:
Rijd niet met een aanhangwagen.
● De eerste 1.000 km:
• Rijd niet met extreem hoge snelheden.
• Vermijd plotseling sterk accelereren.
• Rijd niet langdurig in een lage versnelling.
• Rijd niet langdurig met een constante snelheid.
■ Stationair draaien vóór uitzetten van de motor (dieselmotor)
Laat de motor stationair draaien direct na het rijden met hoge snelheden of
oprijden van een helling om schade aan de turbo te voorkomen.
RijomstandighedenStationair draaien
Normaal stadsgebruikNiet nodig
Rijden met
hoge snelheid
Constante snelheid van
ongeveer 80 km/hOngeveer
20 seconden
Constante snelheid van
ongeveer 100 km/hOngeveer 1 minuut
Rijden op een steile helling of rijden met een con-
stante snelheid van 100 km/h of meer (rijden op
een circuit, enz.)Ongeveer
2 minuten
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE).book Page 18 9 Tuesday, March 3, 2015 4:14 PM
Page 190 of 648
1904-1. Voordat u gaat rijden
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE)■
Rijden in het buitenland
Zorg ervoor dat uw auto voldoet aan de in het desbetreffende land geldende
wettelijke voorschriften en controleer of de juiste brandstof verkrijgbaar is.
(Blz. 601)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
■ Bij het starten van de auto (auto's met Multidrive CVT)
Houd het rempedaal altijd ingetrapt als de auto stilstaat en de motor draait.
Dit voorkomt kruipen van de auto.
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE).book Page 19 0 Tuesday, March 3, 2015 4:14 PM
Page 191 of 648

1914-1. Voordat u gaat rijden
4
Rijden
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
■Tijdens het rijden
● Zorg ervoor dat u, voordat u wegrijdt, blindelings het gas- en rempedaal
kunt vinden.
• Als u per ongeluk in plaats van het rempedaal het gaspedaal intrapt, zal
de auto onverwacht accelereren, wat een ongeval tot gevolg kan heb-
ben.
• Bij het achteruitrijden draait u we llicht uw lichaam, waardoor het bedie-
nen van de pedalen moeilijk wordt. Zorg dat u de pedalen altijd goed
kunt bedienen.
• Zorg dat u altijd in de juiste houding achter het stuur zit, ook als de auto
maar kort hoeft te rijden. Zo kunt u rem- en gaspedaal goed bedienen.
• Trap het rempedaal met uw rechtervoet in. Wanneer u het rempedaal met uw linkervoet intrapt, kan in een noodgeval uw reactie vertraagd
worden, waardoor een ongeval kan ontstaan.
● Rijd niet met de auto over licht ontvlambare materialen en parkeer de auto
ook niet in de buurt van dergelijke materialen.
Het uitlaatsysteem en de uitlaatgassen kunnen zeer heet worden. Deze
hete onderdelen kunnen brand veroorzaken als er licht ontvlambaar mate-
riaal aanwezig is.
● Zet de motor niet uit tijdens het rijden. Door de motor tijdens het rijden uit
te zetten, verliest u niet de controle over het stuurwiel of de remmen, maar
werkt de bekrachtiging van deze systemen niet meer. Hierdoor zal het
remmen en sturen veel zwaarder gaan dan normaal. Zet in dat geval de
auto aan de kant zodra dit veilig kan.
In geval van nood echter, bijvoorbeeld als de auto onmogelijk op de nor-
male manier tot stilstand kan worden gebracht: Blz. 509
● Rem bij het afdalen van een steile helling af op de motor (terugschakelen)
om een veilige snelheid aan te kunnen houden.
Het continu gebruiken van de remmen kan leiden tot oververhitting en een
verminderde remwerking. ( Blz. 220)
● Verstel het stuurwiel, de stoel en de binnen- en buitenspiegels niet tijdens
het rijden.
Als u dat wel doet, kunt u de macht over het stuur verliezen met een onge-
val tot gevolg.
● Controleer altijd of alle passagiers hun armen, hoofd en andere lichaams-
delen binnen de auto houden.
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE).book Page 19 1 Tuesday, March 3, 2015 4:14 PM
Page 192 of 648

1924-1. Voordat u gaat rijden
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
■Rijden op glad wegdek
● Door plotseling remmen, accelereren en sturen kunnen de banden hun
grip verliezen waardoor u de controle over de auto kunt verliezen, met
mogelijk een ongeval tot gevolg.
● Door plotseling accelereren, afremmen op de motor als gevolg van terug-
schakelen of veranderingen in het motortoerental kan de auto in een slip
raken. Dit kan leiden tot een ongeval.
● Trap, nadat u door een plas bent gereden, het rempedaal lichtjes in om
ervoor te zorgen dat de remmen goed werken. Door natte remblokken kan
de remwerking afnemen. Remmen die aan één kant van de auto nat zijn
en niet goed werken, kunnen de besturing bemoeilijken met mogelijk een
ongeval tot gevolg.
■ Bedienen van de selectiehendel
● Auto's met Multidrive CVT: Laat de auto niet achteruit rollen als de vooruit-
versnelling is ingeschakeld of vooruit rollen terwijl de selectiehendel in
stand R staat.
Als dat wel gebeurt, kan de motor afslaan of kan de auto niet op de juiste
manier op rem- en stuurcommando's reageren, waardoor een ongeval of
schade aan de auto kan ontstaan.
● Auto's met Multidrive CVT: Zet de selectiehendel nooit in stand P terwijl de
auto nog rijdt.
Als u dat wel doet, kan er schade aan de transmissie ontstaan waardoor u
de controle over de auto kunt verliezen.
● Zet de selectiehendel tijdens het vooruitrijden niet in stand R.
Als u dat wel doet, kan er schade aan de transmissie ontstaan waardoor u
de controle over de auto kunt verliezen.
● Zet de selectiehendel tijdens het achteruitrijden niet in een vooruitversnel-
ling.
Als u dat wel doet, kan er schade aan de transmissie ontstaan waardoor u
de controle over de auto kunt verliezen.
● Zet de selectiehendel tijdens het rijden niet in stand N. Als u dat wel doet,
wordt de verbinding tussen de motor en de transmissie verbroken. Als de
transmissie in stand N staat, is afremmen op de motor niet mogelijk.
● Auto's met Multidrive CVT: Zet de selectiehendel niet in een andere stand
als het gaspedaal is ingetrapt.
Als de selectiehendel in een andere stand dan P wordt gezet, kan de auto
onverwacht snel accelereren, waardoor een ongeval kan ontstaan.
AVENSIS_OM_OM20C20E_(EE).book Page 19 2 Tuesday, March 3, 2015 4:14 PM