Page 17 of 330

15
Waarschuwingslampjes
Als bij draaiende motor of tijdens het rijden een van de volgende verklikkerlampjes gaat branden, wijst dit op een storing in het desbetreffende systeem
en moet de bestuurder actie ondernemen.
Lees in het geval van een storing waarbij een waarschuwingslampje gaat branden de aanvullende informatie, die via een melding op het display wordt
weergegeven.
ra
adpleeg indien nodig het c
It
ro
Ën-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Controlelampje StatusOorzaak Acties / Opmerkingen
STOP permanent,
in combinatie
met een ander
waarschuwingslampje. Dit waarschuwingslampje brandt bij
een te lage motoroliedruk of bij een te
hoge koelvloeistoftemperatuur.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Zet het contact af en neem contact op met het
cIt
ro
Ën-
netwerk of met eengekwalificeerde
werkplaats.
Service tijdelijk.
er i
s een kleine storing
opgetreden waarbij geen specifiek
verklikkerlampje gaat branden. Identificeer de storing met behulp van de melding op
het display zoals bijvoorbeeld:
-
d
e mate van vervuiling van het roetfilter (diesel),
-
de
stuurbekrachtiging,
-
e
en kleine elektrische storing,
-
...
ra
adpleeg in andere gevallen het c
It
ro
Ën-
netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
permanent.
er i
s een ernstige storing
opgetreden waarbij geen specifiek
verklikkerlampje gaat branden. Identificeer de storing met behulp van de melding op
het display en raadpleeg het
c
It
ro
Ën-
netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
1
Controle tijdens het rijden
Page 18 of 330

16
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Remsysteem permanent. Het remvloeistofniveau is te laag.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Vul het niveau bij met een vloeistof voorzien van een artikelnummer
van
c I tro
Ën.
A
ls het probleem zich blijft voordoen, laat het systeem dan controleren
door het
c
It
ro
Ën-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
+ permanent, in
combinatie met het
waarschuwingslampje
A
b
s
.
er i s een storing in de elektronische
remdrukregelaar (r eF ).Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Laat het systeem controleren door het
cIt roËn-
n
etwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Te h o g e
koelvloeistoftemperatuurpermanent rood.De temperatuur van de koelvloeistof
is te hoog. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Wacht met het eventueel bijvullen van de koelvloeistof
tot de motor is afgekoeld.
Als het probleem zich blijft voordoen, raadpleeg
dan het
c
It
ro
Ën-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Bandenspanning
te laag permanent, in
combinatie met een
geluidssignaal en een
melding. De bandenspanning van een of
meerdere wielen is te laag.
co
ntroleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
De controle dient bij voorkeur bij koude banden te
worden uitgevoerd.
el
ke keer nadat u een of meer banden op spanning
hebt gebracht en na het verwisselen van een of meer
wielen, moet u het systeem resetten.
ra
adpleeg voor meer informatie de rubriek "Detectie
te lage bandenspanning"
+
knippert en brandt
vervolgens permanent,
in combinatie met het
verklikkerlampje
s
er
vice.er zit een storing in de functie: de
bandenspanning wordt niet meer
gecontroleerd.co ntroleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
Laat het systeem controleren door het cIt roËn-
n
etwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Controle tijdens het rijden
Page 19 of 330

17
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Dynamische
stabiliteitscontrole
(ESP/ASR)knippert.De esP -/As r- regeling is actief. Deze functie verbetert de aandrijving en zorgt voor
een betere koersstabiliteit.
permanent.
storing in het esP -/As r- systeem, tenzij
deze is uitgeschakeld (toets ingedrukt
en verklikkerlampje van de toets brandt).Laat het systeem controleren door het cIt roËn-
n etwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Zelfdiagnose
motor permanent.
er i
s een storing in de
emissieregeling.
Het controlelampje moet doven als de motor wordt gestart.raadpleeg het cIt roËn- netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
knippert.
er i
s een storing in het
motormanagementsysteem.
kan
s op beschadiging van de katalysator.
Laat dit controleren door het
c
It
ro
Ën-
netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Antiblokkeersysteem
(ABS)permanent.er i s een storing in het
antiblokkeersysteem. De normale remwerking blijft behouden.ri
jd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg
zo snel mogelijk het
c
It
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Motorstoring permanent oranje.
er i
s sprake van een kleine
motorstoring.
ne
em snel contact op met het c
It
ro
Ën-
netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
permanent rood.
er i
s sprake van een ernstige
motorstoring waardoor de auto zou
kunnen stilvallen.
st
op zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Zet de auto stil, zet het contact af en neem contact
op met het
c
It
ro
Ën-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
1
Controle tijdens het rijden
Page 20 of 330

18
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Motoroliedruk permanent.
er i
s een storing in de motorsmering. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.Parkeer de auto, zet het contact af en raadpleeg het
cIt
ro
Ën-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Laadstroom
accu permanent.
er i
s een storing in het laadstroomcircuit
van de accu (vervuilde of losgeraakte
accuklemmen, aandrijfriem dynamo
ontspannen of gebroken...). Het lampje moet bij het starten van de motor uitgaan.
ra
adpleeg het c
It
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
Een of meer
portier e n
geopend /
Elektrisch
bedienbare
achterklep
geopend permanent, bij een
snelheid lager dan
10
km/h.
ee
n portier of de elektrisch
bedienbare achterklep is niet goed
gesloten.
sl
uit het desbetreffende carrosseriedeel.
permanent in combinatie
met een geluidssignaal,
bij een snelheid hoger
dan 10 km/h.
Laag
brandstofniveau permanent.
Als het lampje gaat branden zit er
nog ongeveer 5
liter brandstof in
de tank. Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat u
met een lege tank strandt.
Dit controlelampje gaat elke keer na het aanzetten
van het contact branden zolang er niet voldoende
brandstof getankt is.
Inhoud brandstoftank: ongeveer 50
liter.
ri
jd nooit door tot de tank helemaal leeg is,
hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en het
injectiesysteem beschadigd raken.
Controle tijdens het rijden
Page 21 of 330

19
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Airbags tijdelijk. Het lampje brandt gedurende enkele
seconden en dooft als het contact
wordt aangezet. Het lampje moet doven zodra de motor wordt gestart.
ra
adpleeg het c
It
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
permanent.
er i
s een storing in een van de
airbags of de pyrotechnische
gordelspanners. Laat dit controleren door het
c
It
ro
Ën-
netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Stuurbekrachtigingpermanent.er i s een storing met betrekking tot
de stuurbekrachtiging.ri jd voorzichtig en met lage snelheid.
Laat het systeem nakijken door het cIt roËn- netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Veiligheidsgordel
bestuurder niet
vastgemaakt of
weer
losgemaakt /
Veiligheidsgordel
voorpassagier
losgemaakt. permanent of
knipperend in
combinatie met een
in volume toenemend
geluidssignaal.
De bestuurder heeft zijn
veiligheidsgordel niet vastgemaakt of
weer losgemaakt.
De voorpassagier heeft zijn
veiligheidsgordel losgemaakt.
tr
ek aan de gordel en klik de gesp vast in de
gesphouder.
1
Controle tijdens het rijden
Page 22 of 330

20
onderhoudsindicator
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is meer dan 3000 km
Als het contact wordt aangezet, verschijnt er
geen onderhoudsinformatie op het display.
De onderhoudsindicator geeft aan hoeveel
kilometer u nog ver wijderd bent van de
eerstvolgende onderhoudscontrole volgens het
schema van de fabrikant.
Deze afstand wordt berekend vanaf de laatste
nulstelling van de onderhoudsindicator op basis
van twee parameters:
-
h
et aantal afgelegde kilometers,
-
d
e verstreken tijd sinds de laatste
onderhoudscontrole.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is 1000 tot 3000 km
Als het contact wordt aangezet, gaat
gedurende enkele seconden de
onderhoudssleutel branden. De kilometerteller
geeft de resterende kilometers tot de
eerstvolgende onderhoudscontrole aan.
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole bedraagt 2800
km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het
display een paar seconden het volgende aan:
en
kele seconden na het aanzetten van het
contact verdwijnt de sleutel ; de teller geeft
weer de kilometerstand en de stand van de
dagteller aan.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is minder dan 1000 km
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole bedraagt 900 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het
display een paar seconden het volgende aan:
en
kele seconden na het aanzetten van
het contact treedt de kilometerteller weer
in werking en blijft de sleutel branden
om aan te geven dat er binnenkort
onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd
moeten worden.
controle tijdens het rijden
Page 23 of 330

21
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is overschreden
Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende
enkele seconden de sleutel knipperen om aan
te geven dat de onderhoudswerkzaamheden zo
spoedig mogelijk uitgevoerd moeten worden.
Voorbeeld: u hebt de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt met 300 km overschreden.
Als het contact wordt aangezet, geeft het
display een paar seconden het volgende aan:
De factor tijd kan worden meegewogen bij
de nog af te leggen kilometers, afhankelijk
van de rijgewoonten van de bestuurder.
De sleutel kan dus ook gaan branden
als het interval in tijd sinds de laatste
onderhoudsbeurt is overschreden.
Dit interval is vermeld in het
onderhoudsschema van de fabrikant. Als u na deze handeling de accu wilt
loskoppelen, vergrendel dan de auto
en wacht minimaal 5
minuten. Het op
0
zetten van de onderhoudsindicator zal
anders niet worden opgeslagen.
Op 0 zetten van de
o nderhoudsindicator
De onderhoudsindicator moet na elke
onderhoudsbeurt op 0
gezet worden.
Voer dit als volgt uit:
F
zet
het contact af,
F
d
ruk op de resetknop van de dagteller en
houd deze ingedrukt,
F
z
et het contact aan; de kilometerteller
begint terug te tellen,
F
l
aat de knop los als het display "=0"
aangeeft; de sleutel verdwijnt.
Opnieuw weergeven van de
onderhoudsinformatie
u kunt op elk moment de onderhoudsinformatie
w eergeven.
F
D
ruk op de knop voor nulstelling van de
dagteller.
D
e onderhoudsinformatie wordt enkele
seconden weergegeven en verdwijnt
vervolgens weer.
en
kele seconden na het aanzetten van het
contact treedt de kilometerteller weer in
werking en blijft de sleutel branden .
1
Controle tijdens het rijden
Page 24 of 330
22
De kilometerteller geeft de totale
kilometerstand van de auto aan.
De kilometerteller en dagteller worden
gedurende 30
seconden weergegeven bij het
afzetten van het contact, bij het openen van het
bestuurdersportier en bij het vergrendelen en
ontgrendelen van de auto.
Kilometerteller
De dagteller geeft het aantal gereden
kilometers weer nadat de bestuurder de teller
op 0
heeft gezet.
F
D
ruk bij aangezet contact op de knop tot de
dagteller op 0
staat.
Dagteller
kilometertellers
controle tijdens het rijden