19
10
Onderhoud
Bevriezing van het additief AdBlue®
Het additief AdBlue
®
bevriest bij
temperaturen lager dan ongeveer -11°C.
Het SCR-systeem is voorzien van een
voorver warmingssysteem voor het
AdBlue
®
-reservoir waardoor u ook
in zeer koude omstandigheden kunt
blijven rijden.
Bijvullen van het additief AdBlue®
Gebruiksvoorschriften
Gebruik uitsluitend additief AdBlue®
dat aan de
norm ISO 22241 voldoet.
De verpakking in flacons met een
antidruppelsysteem vergemakkelijkt het
bijvullen. De flacons met een inhoud van
1,89 liter (1/2 gallon) zijn verkrijgbaar bij het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Bewaar AdBlue
®
buiten het bereik van
kinderen, in de originele flacon.
Als het AdBlue
®
niet in de originele
flacon wordt bewaard, verliest het zijn
zuiverheid.
Verdun het additief nooit met water.
Giet nooit additief in de brandstoftank.
Vul nooit AdBlue®
bij vanuit een
vulsysteem dat is bedoeld voor
vrachtwagens.
Het AdBlue
®
-reservoir moet bij elke periodieke
onderhoudscontrole worden gevuld door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Vanwege de inhoud van het reservoir kan
het echter noodzakelijk zijn om het reser voir
tussentijds bij te vullen, zeker als u hier door
een waarschuwing (verklikkerlampjes en
melding) op wordt geattendeerd.
Dit kunt u laten uitvoeren door het CITROËN-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Als u zelf het reser voir wilt bijvullen, lees dan
eerst aandachtig de volgende waarschuwingen. Het additief AdBlue
®
is een oplossing op
ureumbasis. Deze vloeistof is onontvlambaar,
kleurloos en geurloos (indien koel bewaard).
Als het additief in contact komt met de huid,
moet u de huid wassen met kraanwater en met
zeep. Als additief in de ogen komt, spoel de
ogen dan onmiddellijk en grondig gedurende
ten minste 15 minuten met kraanwater of met
een oogspoelmiddel. Raadpleeg een arts bij
een branderig gevoel of blijvende irritatie.
Als additief AdBlue wordt ingeslikt, spoel
de mond dan met schoon water en drink
ver volgens een ruime hoeveelheid water.
Onder bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld
bij een hoge omgevingstemperatuur) kan het
risico van het vrijkomen van ammoniakdampen
niet worden uitgesloten: adem deze niet in.
Deze ammoniakdampen werken irriterend op
de slijmvliezen (ogen, neus en keel).