Page 41 of 330

39
c-elysee_nl_chap02_ouvertures_ed01-2014
ruitbediening
Elektrisch bedienbaar Handmatige bediening
De schakelaars van de ruitbediening 
kunnen na het afzetten van het contact 
nog gedurende ongeveer 45
 
seconden 
of totdat een van de voorportieren 
geopend wordt, worden bediend. Als 
u gedurende deze 45
  seconden een 
portier opent terwijl de ruitbediening 
actief is, zal de ruit stoppen. Pas na het 
opnieuw aanzetten van het contact kunt 
u de ruit opnieuw bedienen.
ne
 em bij het verlaten van de auto, zelfs 
voor een korte periode, altijd de sleutel 
uit het contact.
Wanneer tijdens het bedienen van de 
ruit iets tussen de ruit en de sponning 
bekneld raakt, moet de ruit weer 
worden geopend. Druk daarvoor op de 
desbetreffende schakelaar.
Wanneer de bestuurder de ruit aan 
passagierszijde bedient, moet deze 
ervan verzekerd zijn dat niets het 
correcte sluiten van de ruit verhindert.
De bestuurder moet ervan verzekerd 
zijn dat de passagiers op de juiste 
manier gebruik maken van de 
elektrische ruitbediening.
Zorg er met name voor dat kinderen 
zich tijdens het bedienen van de ruit 
niet kunnen bezeren.
1.
 R
uitbediening links voor.
2.
 R
uitbediening rechts voor.
3.
 R
uitbediening rechts achter.
4.
 R
uitbediening links achter.
5.
 B
lokkering elektrisch bedienbare ruiten 
a c h t e r.
Duw op of trek aan de schakelaar om de ruit 
te openen of sluiten. De ruit stopt zodra de 
schakelaar wordt losgelaten.
Draai aan de ruitslinger op het portierpaneel.
Blokkering van de ruitbediening 
achter
Druk, voor de veiligheid van uw kinderen, op 
de schakelaar 5
  om de ruitbediening achter, 
ongeacht de stand van de ruiten, te blokkeren.
Als het lampje brandt, is de ruitbediening 
geblokkeerd. Als het lampje is gedoofd, is de 
ruitbediening niet geblokkeerd.
Uitvoering met ruitbediening voor
Uitvoering met ruitbediening voor en achter 
2  
toegang tot de auto  
         
        
        
     
        
        Page 42 of 330
40
Vo or stoelen
F  til de beugel op en schuif de stoel in de gewenste stand. F
  tr ek de hendel omhoog of duw deze 
omlaag tot de gewenste stand bereikt is.
F
 D uw de handgreep naar achteren.
Verstelling in lengterichting Hoogteverstelling (uitsluitend 
bestuurdersstoel)
Rugleuningverstelling
Voer het verstellen van de bestuurdersstoel uit veiligheidsoverwegingen uitsluitend uit bij stilstaande auto.
Zorg er bij het verstellen van de stoel naar achteren voor dat het schuiven van de stoel niet 
wordt verhinderd door personen of hinderlijke voor werpen op de vloer achter de stoel om te 
voorkomen dat de stoel wordt geblokkeerd. 
o
n
 derbreek het schuiven van de stoel meteen 
als dit het geval is. 
comfort  
         
        
        
     
        
        Page 43 of 330
41
F  trek de hoofdsteun omhoog om hem hoger te zetten.
F
 
D
 ruk op de pal A en trek de hoofdsteun 
omhoog om hem te verwijderen.
F
  s
t
 eek om de hoofdsteun terug te zetten 
de pennen van de hoofdsteun recht in 
de openingen van de rugleuning tot de 
hoofdsteun op zijn plaats blijft.
F
 
D
 ruk gelijktijdig op de pal A  en op de 
hoofdsteun om deze lager te zetten. Voor de veiligheid is het frame van de 
hoofdsteun gekarteld om te voorkomen 
dat de hoofdsteun zakt in het geval van 
een aanrijding.
De juiste stand van de hoofdsteun is 
als de bovenzijde van de hoofdsteun 
zich ter hoogte van de bovenzijde 
van het hoofd bevindt.
Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn 
verwijderd. De hoofdsteunen moeten 
zijn geplaatst en correct zijn afgesteld.
Hoogteverstelling 
hoofdsteun
Druk op de schakelaar.
De temperatuur wordt automatisch geregeld.
Druk nogmaals op de schakelaar om de 
verwarming uit te schakelen.
Schakelaar 
stoelverwarming 
3  
comfort  
         
        
        
     
        
        Page 44 of 330

42
Achterbank
F  schuif de desbetreffende voorstoel indien nodig naar voren.
F
 
H
 oud de desbetreffende veiligheidsgordel 
tegen de rugleuning en maak deze vast. F
 Z et de rugleuning 2   rechtop en vergrendel 
deze.
F
 
M
 aak de veiligheidsgordel los en plaats 
deze naast de rugleuning.
Let erop dat bij het terugplaatsen van 
de rugleuning van de achterbank de 
veiligheidsgordels niet klem komen te zitten.
controleer of de teruggeplaatste 
rugleuning correct vergrendeld is.
F
  t
r
ek aan de riem 1
 
om de rugleuning 2
 
te 
ontgrendelen.
F
  k
l
ap de rugleuning 2
 
op de zitting.
Neerklappen van de rugleuning
Afhankelijk van de uitvoering kan uw auto zijn voorzien van een vaste achterbank. ne
em contact op met het  cIt roËn- netwerk of een gekwalificeerde 
werkplaats voor meer informatie over het uitnemen en plaatsen van deze bank.
u
 kunt het linkerdeel (2/3) en/of het rechterdeel (1/3) van de rugleuning van de achterbank neerklappen om de bagageruimte te vergroten. De zitting 
bestaat uit één deel en kan niet opgeklapt worden.
Terugplaatsen van de rugleuning 
comfort  
         
        
        
     
        
        Page 45 of 330

43
spiegels
De verstelbare buitenspiegels zorgen voor 
het benodigde zicht naar achteren bij een 
inhaalmanoeuvre of het parkeren van de 
auto. De buitenspiegels kunnen ook worden 
ingeklapt voor het parkeren in een smalle 
straat.
Buitenspiegels
De waargenomen objecten in de 
buitenspiegels lijken verder af dan ze in 
werkelijkheid zijn.
Hiermee moet rekening worden 
gehouden om de afstand ten opzichte van 
achteropkomend verkeer goed in te schatten.
Ontwaseming - ontdooiing Verstellen
Verstellen
Handmatig verstelbare buitenspiegels
Inklappen
F  tijdens het parkeren kunt u de spiegels 
handmatig inklappen.
Uitklappen
F  klap voordat u de motor start de spiegels uit.
Elektrisch verstelbare buitenspiegels
F  beweeg de hendel in de vier richtingen  om de spiegel in de gewenste stand te 
verstellen. F
 Z et de knop A naar links of rechts om de 
desbetreffende spiegel te selecteren.
F
 
D
 uw de knop in de 4   richtingen om de 
spiegel af te stellen.
F
 
Z
 et de knop weer in het midden.
Deze functie kunt u inschakelen door 
bij draaiende motor op de toets van 
de achterruitverwarming te drukken.
ra
adpleeg voor meer informatie 
over de ontwaseming en ontdooiing 
van de achterruit de desbetreffende 
rubriek.
st
el om veiligheidsredenen de 
buitenspiegels goed af om de "dode 
hoek" zo klein mogelijk te maken. 
3  
comfort  
         
        
        
     
        
        Page 46 of 330
44
Handmatig inklappen
u kunt de buitenspiegels handmatig inklappen 
(parkeren, smalle garage, ...).
F  k
a
 ntel de spiegel naar de auto. Verstelbare spiegel voor het zicht recht achter 
de auto.
De binnenspiegel is voorzien van een 
antiverblindingsstand waardoor de spiegel 
donkerder wordt en de bestuurder minder 
hinder ondervindt van bijvoorbeeld de zon 
en van de koplampen van achteropkomend 
verkeer.
Binnenspiegel
Binnenspiegel met handbediende 
dag-/nachtstand
Verstellen
F  stel de spiegel af als deze in de dagstand 
staat.
Dag-/nachtstand
F  trek aan het hendeltje om de spiegel in de  nachtstand te zetten.
F
 
D
 uw het hendeltje naar voren om de 
spiegel terug te zetten in de dagstand. 
Comfort  
         
        
        
     
        
        Page 47 of 330
45
stuurwielverstelling
F Zorg dat de auto stilstaat en duw de hendel omlaag om het stuur wiel te 
ontgrendelen.
F
 
V
 erstel het stuur wiel in hoogte voor een 
optimale zithouding.
F
  t
r
 ek aan de hendel om het stuur wiel te 
vergrendelen.
Voer deze handelingen om 
veiligheidsredenen uitsluitend uit bij 
stilstaande auto. 
3  
comfort  
         
        
        
     
        
        Page 48 of 330
46
Ventilatie
Luchtgeleiding
De lucht kan afhankelijk van de instellingen van 
de bestuurder via verschillende circuits worden 
toegevoerd:
- 
r
 echtstreekse toevoer naar het interieur 
(toevoer van buitenlucht),
-
 t
oevoer via het verwarmingscircuit,
-
 
t
 oevoer via het circuit van de 
airconditioning.
Bedieningspaneel
Het systeem wordt bediend via het 
bedieningspaneel A van de middenconsole.
1.
 
u itstroomopeningen voor het ontdooien of 
ontwasemen van de voorruit.
2.
 
u itstroomopeningen voor het ontdooien of 
ontwasemen van de zijruiten.
3.
 A
fsluitbare en verstelbare 
zijventilatieroosters. 4.
 A
fsluitbare en verstelbare middelste 
ventilatieroosters.
5.
 
u itstroomopeningen beenruimte 
voorpassagiers.
6.
 
u itstroomopeningen beenruimte 
achterpassagiers.
Luchtverdeling
Luchttoevoer
De lucht in het interieur, die overigens wordt 
gefilterd, wordt van buitenaf toegevoerd via het 
luchtrooster onder de voorruit, of is lucht die in 
het interieur wordt gerecirculeerd. 
comfort