Page 785 of 805

Onderwerp BijzonderheidFabrieksin-
stellingBeschik-
bare
instellin-
genMethode voor wijzigen van
instellingen
VeiligheidRijstrookassistent
Zie
Rijstrookas-
sistent op
pagina
4-185.Het systeem kan zodanig
worden gewijzigd dat de
besturingsassistentie niet werkt.Aan Aan/Uit
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
Wan-
neer de
bestu-
ringsas-
sisten-
tie is
inge-
scha-
keldHet tijdstip van de
waarschuwing waarop
de rijstrookassistent
bepaalt dat de auto van
zijn rijstrook afwijkt
kan worden gewijzigd.LaatVroeg/
Laat
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
De gevoeligheid van
de besturingsassistentie
voor de
rijstrookassistent kan
worden gewijzigd.HoogHoog/
Medium/
LaagZie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
Het systeem kan
zodanig worden
gewijzigd dat de
rijstrookassistentwaar-
schuwing niet wordt
geactiveerd.Aan Aan/Uit
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
Wan-
neer de
bestu-
ringsas-
sisten-
tie is
uitge-
scha-
keldHet tijdstip van de
waarschuwing waarop
de rijstrookassistent
bepaalt dat de auto van
zijn rijstrook afwijkt
kan worden gewijzigd.LaatAdaptief/
Vroeg/
Medium/
Laat
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
De gevoeligheid van
de waarschuwing voor
de rijstrookassistent
kan worden gewijzigd.MediumVaak/
Medium/
ZeldzamZie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
Het type
rijstrookassistentwaarschuwing
kan gewijzigd worden.TrillingTrilling/
Pieptoon/
RibbelZie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
Gebruikersinstellingen
9-17
Page 786 of 805

Onderwerp BijzonderheidFabrieksin-
stellingBeschik-
bare
instellin-
genMethode voor wijzigen van
instellingen
VeiligheidRijstrookassistent
Zie
Rijstrookas-
sistent op
pagina
4-185.De intensiteit/volume
van de waarschuwing
van de
rijstrookassistent kan
gewijzigd worden.Trilling LaagHoog/
Laag
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
PieptoonLaagHoog/
Laag
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
Ribbel LaagHoog/
Midden/
Laag
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
Dodehoek-
monitorsys-
teem (BSM)
Zie
Dodehoek-
monitorsys-
teem (BSM)
op pagina
4-155.Het volume van de
dodehoekmonitor (BSM)
waarschuwingszoemer kan
gewijzigd worden.
*3HoogHoog/
Laag/Uit
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
Afstandher-
kenning-
hulpsysteem
(DRSS)
Zie
Afstandher-
kenning-
hulpsysteem
(DRSS) op
pagina
4-162.Het systeem kan zodanig
worden gewijzigd dat het
Afstandherkenninghulpsysteem
(DRSS) niet functioneert.
*1Aan Aan/Uit
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
De afstand waarbij de
voorliggend voertuig indikator
in de display knippert kan
gewijzigd worden.VlakbijVer/
Medium/
VlakbijZie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
9-18
Gebruikersinstellingen
Page 787 of 805

Onderwerp BijzonderheidFabrieksin-
stellingBeschik-
bare
instellin-
genMethode voor wijzigen van
instellingen
VeiligheidVermoeidheids-
waarschuwing
Zie
Vermoei-
dheidswaar-
schuwing op
pagina
4-166.Het systeem kan zodanig
gewijzigd worden dat de
vermoeidheidswaarschuwing
niet werkt.
*1Aan Aan/Uit
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
AutoCentrale
portierver-
grendeling
Zie
Automati-
sche
vergrendel-/
ontgrendel-
functie op
pagina 3-19.Verandert de instelling van de
automatische
vergrendel-/ontgrendelfunctie
voor alle portieren
overeenkomstig de rijsnelheid,
de stroomvoorzieningstoestand
van de auto en de stand van de
keuzehendel.Dicht:
Rijden
Open:
Contact
aanVergrende-
len: rijden
Ongrende-
len:
parkeren/
Dicht: uit
P-stand.
Open: In
P-stand/
Slot: Van
de
parkeer-
stand
zetten/
Dicht:
Rijden
Open:
Contact
aan/Ver-
grendelen:
Tijdens
het
rijden/Uit
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.
Zie
Automati-
sche
vergren-
del-/ont-
grendel-
functie op
pagina
3-19.
Afstandbe-
diende
portierver-
grendeling
Zie
Afstandbe-
diende
portierver-
grendeling
op pagina
3-4.De tijd die nodig is om de
portieren automatisch opnieuw
te laten vergrendelen nadat deze
met de zender zijn ontgrendeld
kan gewijzigd worden.
30 seconden90 seconden/
60 seconden/
30 seconden
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
Gebruikersinstellingen
9-19
Page 788 of 805

Onderwerp BijzonderheidFabrieksin-
stellingBeschik-
bare
instellin-
genMethode voor wijzigen van
instellingen
AutoGeavanceerd
afstandbe-
diend
portierver-
grendelings-
systeem
Zie
Geavanceer-
de
afstandbe-
diende
portierver-
grendeling
op pagina
3-10.Het volume van de
antwoord-terug
pieptoon tijdens het
gebruik van het
geavanceerde
afstandbediende
portiervergrendelings-
systeem kan veranderd
worden.
Europese
modellenUit
Hoog/
Medium/
Laag/Uit
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.
Zie voor
Vergrende-
len,
ontgrende-
len met de
verzoek-
schakelaar
(Met ge-
avanceer-
de afstand-
bediende
portierver-
grende-
lingsfunc-
tie) op
pagina
3-16.
Behalve
Europese
modellenMedium
De functie die de portieren
automatisch vergrendelt
wanneer u de auto verlaat
terwijl u de sleutel bij u draagt
kan veranderd worden.Uit Aan/Uit
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
De tijd die nodig is om de
portieren automatisch opnieuw
te laten vergrendelen nadat deze
met de
verzoekschakelaar/zender zijn
ontgrendeld kan gewijzigd
worden.
30 seconden90 seconden/
60 seconden/
30 seconden
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
InstapverlichtingZie
Instapver-
lichtingssys-
teem op
pagina
5-162.De tijd die nodig is voor het
automatisch uitschakelen van de
interieurverlichting kan
gewijzigd worden
(voorkomt het uitgeput raken
van de accu wanneer een portier
open staat/niet goed gesloten
is).
30 minuten60 minuten/
30 minuten/
10 minuten
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
De tijd die nodig is voor het
automatisch uitschakelen van de
interieurverlichting nadat alle
portieren gesloten zijn kan
gewijzigd worden.
15 seconden60 seconden/
30 seconden/
15 seconden/
7,5 seconden
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
9-20
Gebruikersinstellingen
Page 789 of 805

Onderwerp BijzonderheidFabrieksin-
stellingBeschik-
bare
instellin-
genMethode voor wijzigen van
instellingen
AutoAutomati-
sche
ruitenwisser-
regeling
Zie
Voorruiten-
wissers en
ruitensproei-
er op pagina
4-103.De regelfunctie van de
automatische ruitenwisser kan
veranderd worden.Aan Aan/Uit
*4Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
DagverlichtingZie
Dagverlich-
ting op
pagina 4-97.De functie van de
dagverlichting kan veranderd
worden.Aan Aan/Uit――
Automati-
sche
verlichtings-
regeling
Zie
Koplampen
op pagina
4-91.De aan/uit gevoeligheid van de
koplampverlichting kan
gewijzigd worden op basis van
de lichtheid/donkerte van de
omgeving.MediumLicht/
Half licht/
Medium/
Half don./
Donker
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
Koplampre-
gelsysteem
(HBC)
Zie
Koplampre-
gelsysteem
(HBC) op
pagina
4-142.De functie van het
koplampregelsysteem (HBC)
kan veranderd worden.
*1Aan Aan/Uit
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
Adaptieve
LED
koplampen
Zie
Adaptieve
LED
koplampen
op pagina
4-145.De functie van de adaptieve
LED koplampen kan gewijzigd
worden.
*1Aan Aan/Uit
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
Gebruikersinstellingen
9-21
Page 790 of 805

Onderwerp BijzonderheidFabrieksin-
stellingBeschik-
bare
instellin-
genMethode voor wijzigen van
instellingen
AutoAanpasbaar
voorverlich-
tingssysteem
(AFS)
Zie
Aanpasbaar
voorverlich-
tingssysteem
(AFS) op
pagina
4-141.De functie van het aanpasbaar
voorverlichtingssysteem (AFS)
kan gewijzigd worden.
*1Aan Aan/Uit
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
Waarschu-
wing voor
niet-uitge-
schakelde
verlichting
Zie
Waarschu-
wing voor
niet-uitge-
schakelde
verlichting
op pagina
7-52.Het volume van het
waarschuwingsalarm voor
niet-uitgeschakelde verlichting
kan gewijzigd worden.HoogHoog/
Laag/
Uit
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
Thuiskomstver-
lichtingsysteem
Zie
Thuiskomst-
verlichting-
systeem op
pagina 4-96.De tijd die nodig is voor het
uitschakelen van de koplampen
nadat alle portieren gesloten
zijn kan gewijzigd worden.30 seconden
120 seconden/90 seconden/
60 seconden/
30 seconden/
Uit
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
Vertrekverlichting-
systeem
Zie
Vertrekver-
lichtingsys-
teem op
pagina 4-96.De functie van het
vertrekverlichtingsys-
teem kan gewijzigd
worden.
Europese
modellenAan
Aan/Uit
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
Behalve
Europese
modellenUit
9-22
Gebruikersinstellingen
Page 791 of 805
Onderwerp BijzonderheidFabrieksin-
stellingBeschik-
bare
instellin-
genMethode voor wijzigen van
instellingen
Auto
Richtingaanwijze-
rindikator
Zie
Richtingaan-
wijzers en
signalen
voor
rijbaanveran-
dering op
pagina
4-101.Het volumeniveau van de
pieptoon van de
richtingaanwijzerindikator kan
veranderd worden.Hoog
Hoog/Laag
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
Drie-knippe-
ringen
richtingaan-
wijzer
Zie
Drie-knippe-
ringen
richtingaan-
wijzer op
pagina
4-102.De functie van de
drie-knipperingen
richtingaanwijzer kan veranderd
worden.Aan of Uit Aan/Uit
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
Achterruitverwar-
ming
Zie
Achterruit-
verwarming
op pagina
4-109.De werkingsduur van de
achterruitverwarming kan
gewijzigd worden.15
minuten15
minuten/
continu――
Gebruikersinstellingen
9-23
Page 792 of 805
Onderwerp BijzonderheidFabrieksin-
stellingBeschik-
bare
instellin-
genMethode voor wijzigen van
instellingen
SysteemAfstandeenheid
De afstandeenheid kan worden
gewijzigd.mi of km mi/kmZie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
TaalDe displaytaal kan gewijzigd
worden.EngelsEngels/
Frans/
Duits/
Italiaans/
Spaans/
Russisch/
Portugees/
Nederlands/Zweeds/
Deens/
Noors/
Fins/
Tsjechisch*5/
Slowaaks*5/
Hongaars*5/Turks*5/
Pools*5/Estlands*5/
Letlands*5/Litouws*5/
Grieks*5/Kroatisch*5/
Bulgaars*5/
Roemeens*5/
Servisch*5/
Hebreeuws*5/
Arabisch*5/
Maleisië*5/Thai*5/Indonesisch*5
Zie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
Temperatuureen-
heidDe temperatuureenheid kan
worden gewijzigd.°C °F/°CZie
Instellin-
gen op
pagina
5-69.―
9-24
Gebruikersinstellingen