Page 649 of 805

OPMERKING
lControleer de bandenspanning altijd
wanneer de banden koud zijn.
lBij warme banden wordt normaal de
aanbevolen bandenspanning
overschreden. Geen lucht aflaten van
banden die warm zijn om de
bandenspanning af te stellen.
lEen te lage bandenspanning kan een
hoger brandstofverbruik en een
onvoldoende afdichting van de
velgrand tot gevolg hebben,
waardoor de kans bestaat op
vervorming en/of het losraken van
het loopvlak.
lEen te hoge bandenspanning heeft
tot gevolg dat het rijden
oncomfortabel wordt en dat de
banden sneller slijten. Bovendien
brengt dit een grotere kans op
beschadiging door scherpe
voorwerpen op het wegdek met zich
mee.
Houd de bandenspanning steeds op
het juiste niveau. Laat uw banden
nakijken, indien deze veelvuldig op
spanning gebracht moeten worden.
qOnderling verwisselen van de banden
WAARSCHUWING
Verwissel periodiek de banden
onderling:
Onregelmatige slijtage van de banden
is gevaarlijk. Voor een gelijkmatige
bandenslijtage wordt het voor het
behoud van een goede
bestuurbaarheid en goede
remprestaties aanbevolen de banden
om de 10.000 km onderling te
verwisselen, of eerder, wanneer er
blijk is van onregelmatige slijtage.
Controleer bij het onderling verwisselen
of de banden correct gebalanceerd zijn.
OPMERKING
(Zonder noodreservewiel)
Aangezien uw auto niet uitgerust is met
een reservewiel, kunt u met de krik die
bij de auto wordt geleverd niet veilig
een onderling verwisselen van de
banden uitvoeren. Laat een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur, het onderling
verwisselen van de banden uitvoeren.
Bij het onderling verwisselen van de banden
geen gebruik maken van het noodreservewiel
(ENKEL VOOR TIJDELIJK GEBRUIK).Voorwaarts
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
6-51
Page 650 of 805

Controleer bij het onderling verwisselen
de banden op ongelijkmatige slijtage en
beschadiging. Abnormale slijtage is
doorgaans het gevolg van een of meerdere
van de hieronder aangegeven oorzaken:
lVerkeerde bandenspanning
lOnjuiste wieluitlijning
lWielen welke uit balans zijn
lVeelvuldig te sterk afremmen
Zorg er na het onderling verwisselen voor
dat de banden op de voorgeschreven
spanning gebracht worden (pagina 9-11)
en controleer of de wielmoeren goed
aangetrokken zijn.
Na het afstellen van de bandenspanning is
initialisering van het
bandenspanningcontrolesysteem
noodzakelijk om het systeem normaal te
laten functioneren.
Zie Initialiseren van het
bandenspanningcontrolesysteem op
pagina 4-235.
OPGELET
Banden met een voorgeschreven
draairichting en radiaalbanden met een
asymmetrisch loopvlak of profiel
mogen uitsluitend van voor naar achter
en niet van links naar rechts of vice
versa onderling verwisseld worden. Als
de banden van links naar rechts of vice
versa onderling verwisseld worden, zal
dit vermindering van de
bandenprestatie tot gevolg hebben.
qVernieuwen van een band
WAARSCHUWING
Gebruik steeds banden die in goede
conditie zijn:
Rijden met versleten banden is
gevaarlijk. Het verminderde
remvermogen, de verslechtering van
de bestuurbaarheid en de wegligging
kan een ongeluk veroorzaken.
Vervang alle vier banden tegelijkertijd:
Het vervangen van enkel één band is
gevaarlijk. Dit kan een slechte
bestuurbaarheid en een langere
remweg tot gevolg hebben, hetgeen er
toe kan leiden dat u de macht over het
stuur verliest. Het wordt door Mazda
ten sterkste aanbevolen alle vier
banden tegelijkertijd te vervangen.
Indien een band gelijkmatig geheel
afgesleten is, verschijnt er een
ononderbroken lijn overdwars op het
profiel.
De band dient in een dergelijk geval
vernieuwd te worden.
Nieuw profiel
Profielslijtage-indikator
Versleten profiel
6-52
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Page 651 of 805

U dient de band te vernieuwen alvorens
de lijn van de slijtage-indikator over het
gehele profiel verschijnt.
Na het afstellen van de bandenspanning is
initialisering van het
bandenspanningcontrolesysteem
noodzakelijk om het systeem normaal te
laten functioneren.
Zie Initialiseren van het
bandenspanningcontrolesysteem op
pagina 4-235.
qNoodreservewielí
Controleer tenminste eens per maand of
het noodreservewiel de juiste
bandenspanning heeft en stevig op zijn
plaats bevestigd is.
OPMERKING
De conditie van het noodreservewiel
gaat geleidelijk achteruit ook als dit niet
in gebruik geweest is.
Het noodreservewiel is gemakkelijker te
hanteren als gevolg van zijn constructie
welke lichter en kleiner is dan die van een
conventionele band. Deze band dient
enkel gebruikt te worden in een
noodgeval en enkel voor een korte
afstand.
Gebruik het noodreservewiel uitsluitend
totdat de conventionele band is
gerepareerd, hetgeen zo spoedig mogelijk
dient te gebeuren.
Zie Banden op pagina 9-11.
OPGELET
lDe velg van het noodreservewiel niet
gebruiken voor het monteren van een
conventionele band of voor het
aanbrengen van sneeuwkettingen.
Geen van beiden zal juist passen
waardoor zowel de band als de velg
beschadigd kunnen raken.
lHet profiel van de band van het
noodreservewiel heeft een
levensduur van maximaal 5000 km.
Het is mogelijk dat de levensduur
van het profiel korter is, afhankelijk
van de rijomstandigheden.
lHet noodreservewiel is voor beperkt
gebruik, echter wanneer de
doorlopende lijn van de slijtage-
indikator op het profiel zichtbaar
wordt, dient de band door hetzelfde
type noodreserveband vervangen te
worden (pagina 6-53).
qVernieuwen van een velg
WAARSCHUWING
Gebruik steeds velgen van de juiste
maat op uw auto:
Het gebruik van een verkeerde
velgmaat is gevaarlijk. Het
remvermogen en de bestuurbaarheid
kunnen daardoor nadelig beïnvloed
worden, hetgeen tot verlies van de
macht over het stuur en een ongeluk
kan leiden.
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
6-53íBepaalde modellen.
Page 652 of 805
OPGELET
Een velg van een verkeerde maat kan
een nadelige invloed hebben op:
lPassing van de band op de velg
lLevensduur van de velg en het
wiellager
lGrondspeling
lSpeling van sneeuwkettingen
lJuiste werking van de snelheidsmeter
lRichting van de lichtbundel van de
koplampen
lBumperhoogte
lBandenspanningcontrolesysteem
Wanneer u om een of andere reden de
velgen wenst te vervangen, dient u er op
te letten dat de nieuwe velgen
gelijkwaardig zijn aan de origineel van
fabriekswege gemonteerde velgen voor
wat betreft diameter, velgbreedte en offset
(binnen/buiten).
Wanneer de banden op de juiste wijze
gebalanceerd zijn, geeft dit het beste
rijcomfort en helpt het slijtage van het
bandenprofiel te verminderen. Banden
welke uit balans zijn kunnen irriterende
trillingen en ongelijkmatige
bandenslijtage veroorzaken, zoals
uitstulpingen en gladde plekken.
6-54
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Page 653 of 805
Page 654 of 805
Gloeilampen
Met LED koplampen
Met halogeen koplampen
6-56
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Page 655 of 805

Koplampen (Dimlicht)
Koplampen (Grootlicht)/Dagverlichtingí
Dagverlichting/Positielampen
Mistlampen voorí
Voorste richtingaanwijzerlampen
Positielampen
Zijrichtingaanwijzerlampen
Lampen van rem-/achterlichten
Achterlichten
Achterste richtingaanwijzerlampen
Achterlichten (Zijde achterklep)
Achteruitrijlampen
Mistlamp achter (Model met links stuur)í
Mistlamp achter (Model met rechts stuur)í
Middelste remlicht
Kentekenplaatlampen
Plafondlamp (Voor)/Kaartleeslampen
Make-up spiegeltje verlichtingení
Achterste kaartleeslampen
Bagageruimteverlichting
WAARSCHUWING
Nooit het glasgedeelte van een
halogeenlamp met de blote handen
aanraken en steeds oogbescherming
gebruiken wanneer u in de buurt van
de lampen werkt of deze gaat
vastnemen:
Wanneer een halogeenlamp breekt is
dit gevaarlijk. Deze gloeilampen
bevatten gas dat onder druk staat. Als
zo'n lamp breekt, kan deze uit elkaar
springen en kan door het rondvliegend
glas ernstige verwondingen worden
toegebracht.
Als het glasgedeelte met blote handen
wordt aangeraakt, blijft er huidvet op
de gloeilamp achter waardoor deze
oververhit kan raken en bij het
branden uit elkaar kan springen.
WAARSCHUWING
Houd halogeenlampen steeds buiten
het bereik van kinderen:
Spelen met een halogeenlamp is
gevaarlijk. Door een halogeenlamp te
laten vallen of deze op een andere
manier te breken, kunnen ernstige
verwondingen worden toegebracht.
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
6-57íBepaalde modellen.
Page 656 of 805

OPMERKING
lNeem voor het vervangen van de
gloeilamp contact op met een
deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur.
lAls de halogeenlamp per ongeluk
wordt aangeraakt, deze met
schoonmaakalcohol schoonvegen
alvorens de lamp te gebruiken.
lGebruik het beschermkapje en het
doosje van de nieuwe gloeilamp om
de oude gloeilamp onmiddellijk en
buiten het bereik van kinderen op te
ruimen.
qVervangen van de gloeilampen
van de buitenverlichting
Koplampen (Met LED koplampen)
Dimlichtgloeilampen,
Grootlichtgloeilampen, Dagverlichting/
Positielampen
De LED lamp kan niet als een
afzonderlijke eenheid worden vervangen,
omdat dit een geïntegreerde eenheid is.
De LED lamp dient met de eenheid als
geheel te worden vervangen. Wanneer
vernieuwen noodzakelijk is, dit bij
voorkeur door een officiële Mazda
reparateur laten uitvoeren.
Koplampen (Met halogeen koplampen)
Dimlichtgloeilampen
1. Zorg ervoor dat het contact
uitgeschakeld is en de
koplampschakelaar uit is.
2. Til de motorkap omhoog.3.(Rechterzijde)
Verwijder het reservoir van de
voorruitensproeiervloeistof uit de
geleider.
Reservoir van
voorruitensproeiervloeistofGeleider
4. Maak de stekker los van de eenheid
door het uitsteeksel op de stekker met
uw vinger in te drukken en de stekker
naar beneden te trekken.
6-58
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud