Page 169 of 344
8/
PRAKTISCHE INFORMATIE
CONTROLE / AANPASSEN
BANDENSPANNING
U kunt de compressor, zonder inspuiting van het afdichtmiddel,
ook gebruiken om:
- uw bandenspanning te controleren of uw banden op spanning te brengen,
- andere opblaasbare voorwerpen op te pompen (ballen, fi etsbanden...).
Draai de schakelaar A in de stand "Op spanning
brengen".
Rol de zwarte slang H volledig uit.
Sluit de zwarte slang aan op het ventiel van de band of van de accessoire.
Breng indien nodig eerst een van de meegeleverde verloopstukken aan. Sluit de stekker van de compressor aan op de 12V-aansluiting van
de auto.
Start de auto en laat de motor draaien.
Breng de band op spanning met behulp van de compressor (op spanning brengen: schakelaar B in stand "I" ; leeg laten lopen:
schakelaar B in stand "O" en druk op de knop C ), zoals staat
aangegeven op de bandenspanningssticker van de auto of het
opblaasbare voorwerp.
Verwijder de set en berg deze op.
Page 170 of 344

168
WIEL VERWISSELEN
Stilzetten van de auto
Zet de auto op een plaats waar het verkeer niet gehinderd wordt
en zorg ervoor dat de auto op een horizontale, stabiele en stroeve
ondergrond staat.
Trek de handrem aan, zet het contact af en schakel de eerste
versnelling (stand P bij automatische transmissie) in om de wielen
te blokkeren.
Controleer of de inzittenden de auto hebben verlaten en zich op
een veilige plaats bevinden.
Plaats indien nodig een wielblok onder het wiel kruislings
tegenover het te verwisselen wiel.
Ga nooit onder een auto liggen die alleen op de krik steunt;
gebruik een bok.
Dop voor slotbout: hiermee past de
wielsleutel op de speciale slotbouten. Deze
dop is specifi ek voor uw auto en bevindt zich
in het dashboardkastje.
Wielsleutel: hiermee kunnen de wielbouten
worden losgedraaid.
Krik met geïntegreerde slinger: hiermee kan
de auto worden opgekrikt.
NOODZAKELIJK GEREEDSCHAP *
Gereedschap voor het verwijderen van
sierdoppen: hiermee kunnen bij lichtmetalen
velgen de sierdoppen van de wielbouten
worden verwijderd.
* Afhankelijk van het land van bestemming is uw auto voorzien van het gereedschap dat nodig is voor het verwisselen van een wiel en kan
uw auto tevens zijn voorzien van een reservewiel (zie de volgende
bladzijden).
Page 171 of 344
8/
PRAKTISCHE INFORMATIE
DEMONTEREN VAN HET WIEL
Plaats de krik onder één van de twee steunpunten aan de voorzijde \
A of achterzijde B (bij het te verwisselen wiel). Krik de auto op tot er voldoende ruimte tussen het wiel en de grond
is om het (niet lekke) reservewiel te monteren.
Verwijder de wielbouten en leg ze op een schone plaats weg.
Verwijder het wiel.
Verwijder de sierdop van elke wielbout met het gereedschap voor
het verwijderen van sierdoppen.
Bevestig de dop voor de slotbouten op de wielsleutel en draai de slotbout een omwenteling los.
Draai de overige wielbouten een omwenteling los met alleen de wielsleutel. Draai de krik uit tot het voetstuk op de grond staat. Zorg ervoor
dat het voetstuk zich loodrecht onder het gebruikte
steunpunt A of B bevindt.
Page 172 of 344
170
MONTEREN VAN HET WIEL
Plaats het wiel op de naaf.
Draai de wielbouten met de hand vast.
Draai de slotbout met de wielsleutel en de dop enigszins vast.
Draai de overige wielbouten enigszins vast met alleen de wielsleutel.
Laat de krik zakken.
Vouw de krik op en verwijder hem. Draai de slotbout vast met de wielsleutel en de dop.
Draai de overige wielbouten vast met alleen de wielsleutel.
Bevestig de doppen op de wielbouten.
Berg het gereedschap op in de opbergbak.
Na het verwisselen van het wiel
Laat zo snel mogelijk het aanhaalmoment van de wielbouten en
de bandenspanning van het nieuwe wiel controleren door het
PEUGEOT-netwerk of door een gekwalifi ceerde werkplaats.
Page 173 of 344

8/
PRAKTISCHE INFORMATIE
GEREEDSCHAP EN RESERVEWIEL *
Afhankelijk van het land van bestemming is uw auto voorzien van het
gereedschap dat nodig is voor het verwisselen van een wiel en kan uw
auto tevens zijn voorzien van een reservewiel.
Het reservewiel is opgeborgen in een beschermhoes die met
klittenband op de vloer van de bagageruimte is bevestigd.
Het gereedschap bevindt zich in een opbergbak onder de vloerplaat
van de bagageruimte. Ga nooit rijden met de rugleuning van de
achterbank neergeklapt als het reservewiel
of het wiel met de lekke band zich in de
bagageruimte bevindt.
Waarschuwingsopdruk
"Niet de rugleuning van de achterbank
ontgrendelen!"
* Volgens land van bestemming.
Toegang tot het reservewiel *
Open het kofferdeksel.
Verwijder het reservewiel door het aan de handgreep van de beschermhoes op te tillen.
Zet het wiel rechtop zodat u de waarschuwingsopdruk kunt lezen.
Verwijder het klittenband van het loopvlak.
Verwijder de riemen aan beide zijden en maak deze los.
Haal het wiel uit de beschermhoes.
Wanneer u het wiel weer in de hoes stopt, moet het ventiel tegenover
de bevestigingen van de riemen uitkomen.
Page 174 of 344
172
Toegang tot het gereedschap *
Open het kofferdeksel.
Beweeg de vloerplaat van de bagageruimte omhoog met behulp van de riem.
Zet de vloerplaat rechtop vast met behulp van de aanslagen aan weerszijden van de bagageruimte.
Verwijder de bandenreparatieset zodat u toegang hebt tot de krik.
* Volgens land van bestemming. Dit gereedschap is specifi ek voor uw auto. Gebruik het niet voor
andere doeleinden.
Page 175 of 344

8/
PRAKTISCHE INFORMATIE
SNEEUWKETTINGEN
Maat van de af fabriek gemonteerde banden Maximale afmeting van de
schakels
235/45 R18 sneeuwkettingen niet mogelijk
235/40 R19
225/45 R18 9 mm
Neem voor meer informatie over sneeuwkettingen contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalifi ceerde werkplaats.
Gebruik uitsluitend kettingen die geschikt zijn voor het type velg van u\
w
auto:
Uitsluitend de voorwielen mogen van sneeuwkettingen worden
voorzien. Een noodreservewiel mag niet worden voorzien van een
sneeuwketting.
Houd u altijd aan de ter plekke geldende regelgeving over
het gebruik van sneeuwkettingen en de maximaal toegestane
snelheid.
Rijd niet met sneeuwkettingen op een sneeuwvrij gemaakte weg
om schade aan de banden en het wegdek te voorkomen. Het is
raadzaam voor vertrek het monteren van de sneeuwkettingen te
oefenen; doe dit op een vlakke en droge ondergrond. Als uw auto
is voorzien van lichtmetalen velgen, controleer dan of de ketting
en de bevestigingen de velg niet raken.
Onder winterse omstandigheden verbeteren sneeuwkettingen de tractie
en het remgedrag van de auto.
Montagetips
Als u onderweg sneeuwkettingen moet monteren, zet de auto dan
langs de kant van de weg stil op een vlakke ondergrond.
Trek de handrem aan en plaats eventueel wielblokken voor of achter de wielen om te voorkomen dat de auto wegglijdt.
Monteer de sneeuwkettingen, volg daarbij de aanwijzingen van de fabrikant.
Rijd langzaam weg en rijd een klein stukje met een snelheid van maximaal 50 km/h.
Zet de auto stil en controleer of de kettingen correct gespannen zijn.
Page 176 of 344
174
WISSERBLADEN
VERVANGEN
VOORDAT U EEN WISSERBLAD DEMONTEERT
Bedien de ruitenwisserschakelaar binnen één minuut na het afzetten van het contact om de ruitenwissers naar het midden van
de voorruit te verplaatsen.
DEMONTEREN
Til de desbetreffende ruitenwisserarm op.
Maak het wisserblad los en verwijder het.
MONTEREN
Breng het nieuwe wisserblad aan en klik het vast.
Zet de ruitenwisserarm voorzichtig terug.
NA HET MONTEREN VAN EEN WISSERBLAD
Zet het contact aan.
Bedien nogmaals de ruitenwisserschakelaar om de ruitenwissers in de ruststand te zetten.